Krajicek
werkt in stilte
aan herstel
Genot aan de muur
ZATERDAG 15 JANUARI 1994
CE
Snackconsumptie in 4 jaar met 25 procent gestegen
Volgens de kalender moeten we
gaan lijnen om de
decemberpondjes kwijt te
raken. Alleen Weight Watchers
al krijgt deze maand wekelijks
zeventienduizend
aanmeldingen. Tegelijkertijd
meldt het Produktschap voor
Vee en Vlees een
recordconsumptie van snacks
en presenteert de Horecava het
'Mikoentje', de 'Sajoera', 'Halve
Maan'en 'Snackpocket'.
Drukte in de automatiek.
MONIQUE V
"p
r zit een stukje nasi op z'n kin. On-
j der de rechter mondhoek. Met een
snelle beweging van de tong haalt
hij het restje naar binnen. Sporen worden
weggewist met een servetje. Commissionair
in effecten. Op weg naar de beurs. De Febo-
automatiek op het Stadionplein in Amster
dam ligt op de route en is een keer per week
niet te weerstaan. Gewoon omdat het lekker
is, zegt de man in het onberispelijke pak. ,,Ik
kom niet voor de contacten met het publiek,
zoals u begrijpt. Ik kom voor de snack.''
Bij de Weight Watchers loopt het storm,
maar in neerlands automatieken is niets
merkbaar van goede voornemens. Studen
ten, huisvrouwen, vertegenwoordigers,
bouwvakkers, chauffeurs, kantoorpersoneel,
opgeprikt of smoezelig. Allemaal komen ze
vette vingers halen. Doelgericht lopen ze op
de frituuimuur af, drukken een gulden en
twee kwartjes door de gleuf en maken hun
keuze. Kroketten, frikadellen, nasischijven,
bamihapjes, burgers, speciaaltjes. Het is
spitsuur bij de muur. In hoog tempo vult
Cees Spruit de loketjes, begeleid door het
voortdurend gerinkel van guldens. Het geluid
van een jackpot die uitkeert en dat twee uur
lang. Marketingmanager J. van Boxtel van
automatiek Febo glimt. „Wij nemen toekom
stige filiaalhouders altijd even mee naar ach
teren. Effe luisteren... Een mooier geluid is er
toch niet?."
De drukte vergt een strikte taakverdeling.
Spruit vult, dus bakt ook. Jenny en Nicole
staan achter de toonbank, nemen bestellin
gen patat, ijs en milkshakes op en rekenen af.
„Behalve handigheid vereist het werk een
sterk gestel", weet Spruit na dertien jaar. En
dan heeft hij het niet over de grapjassen die
na het trekken van een snack een condoom,
rotje of kunstdrol in het loketje leggen. Vorig
jaar nog kreeg hij een pistool tegen het hoofd
gedrukt toen drie mannen met bivakmutsen
op, hem op weg naar de auto overvielen.
„Die kerels dachten dat ik de dagopbrengst
bij me had." De volgende ochtend half acht
maakte Spruit de mayonaisespuiten schoon
alsof er niets gebeurd was.
De klanten aan de andere kant van de
muur lijken steeds brutaler. Een grote bek of
treiteren is aan de orde van de dag. Kunst is,
om achter de muur te blijven. Onlangs be
stelde een groep jongens zes milkshakes bij
Spruit. De rietjes werden vervolgens niet ge
bruikt om het spul op te zuigen, maar om al
le ruitjes van de loketten onder te spuiten.
Spruit heeft hen ongevraagd twee milkshakes
extra gegeven om het karwei af te maken.
Een man in een blauw overall bestelt patat
met een frikadel. Zoals elke dag in de
lunchpauze. „Dat geouwehoer over onge
zond. Dit is toch veel lekkerder dan eten uit
zo'ji bedompt broodtrommeltje? Nee, het
verveelt nooit. Soms neem ik in plaats van
een del een satékroket, voor de smaak, want
voor dat halve zachte jasje hoef je het niet te»,
doen."
De klanten in een automatiek vallen niet
op door dikte. Wel door hun haast. De ge
middelde klant is zo'n vijf minuten binnen,
verorbert de snacks staande of gaat zich te
buiten in de auto. Bestek is niet nodig, weer-
praatjes of ander beleefdheidsgeneuzel even
min. Een gesprek is zelfs uit den boze, een
inbreuk in het ongegeneerde grazen. Toch
vinden veel klanten de Febo 'gezellig'. „Als
we in Amsterdam zijn rijden we er even voor
om. En op zondag gaan we wel eens speciaal
vanuit Nieuw Vennep naar Amsterdam om
kroketten te halen. Vierentwintig komma
acht kilometer. Maar echt de moeite waard.
Tuurlijk hebben ze ergens anders ook lekkere
snacks, maar hier is altijd wel wat te zien",
zegt Edwin Blokhorst.
Febo was ooit de naam van een banket
bakkerij van J. de Borst aan de Ferdinand
Bolstraat. De combinatie van zoetig- en har
tigheid maakte dat De Borst bijna 24 uur in
de weer was. In 1960 besloot hij zich toe te
leggen op kroketten. Afgelopen jaar maakte
het familiebedrijf 17 miljoen snacks die in
zestig Febo-zaken over bijna geheel Neder
land zijn verkocht. Van Alkmaar tot Breda en
van Arnhem tot Groningen. Voordat Febo
een voet in Groningen zette, was de stad niet
bekend met loketautomaten. Nu draaien vier
zaken binnen vijfhonderd meter top-omzet-
Alleen Limburg moet nog worden ontgon
nen. Na Breda en Den Bosch wil Febo via
Tilburg (dit jaar) en Eindhoven oprukken
naar Limburg. Uiterst voorzichtig. Als groot
ste snacketers van het land hebben de zui
derlingen hun vertrouwde cafetaria's. Het is
aan de ï^bo hen daar weg te lokken. Kwestie
van tijd, meent Van Boxtel. Den Bosch ging
ook om na driemaal daags reclame op de lo
kale radio en elke dag een advertentie op de
voorpagina van de regionale krant. Febo
heeft geen haast. „Wij krijgen wekelijks drie
tot vier aanvragen om te exporteren. Verzoe
ken van mensen die zaken willen openen in
Schotland, Griekenland, Turkije, tot zelfs
Singapore en daar onze produkten willen
verkopen. Maar dat zien we niet zitten, want
dan moet je snacks invriezen en dat gaat ten
koste van de kwaliteit."
Alle snacks van Febo worden in Amster
dam gemaakt en dagelijks vers aangeleverd.
Computergestuurde frituurpannen bakken
de gepaneerde hapjes bruin en krokant. Elke
48 uur komt er schoon frituurvet. Snacks die
binnen tien minuten niet worden getrokken,
worden weggegooid. Maar omdat
beperkt is en de omzet groot,
gaan weinig snacks verloren. Bij de Febo
vindt de klant geen kikasticks, smulrollen of
berehappen. Begint het bedrijf ook niet aan.
Veel te weinig vraag naar. De tussendooreters
op straat staan bekend als conservatief en
houden niet van experimenten. Noviteiten
worden wel met graagte uitgeprobeerd in de
frituurpan thuis.
Maar niet door Gees Spruit. Spruit eet geen
snacks meer, Jenny en Nicole na een aanvan
kelijke overdosis ook nauwelijks meer. Jenny:
„In het begin at ik elke middag een broodje
kroket of grillburger, maar tegenwoordig hou
ik het bij tosti's. Van bruin brood." En toch is
een goed broodje kroket volgens Van Boxtel
niet vetter dan een broodje roomboter met
kaas. Bovendien maakt de klant die afweging
niet. „Het schuldgevoel is er niet voor het lo
ket, maar op de weegschaal. Als mensen trek
hebben in iets hartigs dan kopen ze het ge
woon. Dat is een impuls."
De snackafname per Febo-zaak stijgt jaar
lijks met vier tot twintig procent. De
snackconsumptie per hoofd van de bevolking
is in vier jaar tijd met 25 procent gestegen tot
ruim 7,2 kilo per jaar (waarvan 5,5 kilo bui
tenshuis wordt genuttigd). Veel light-produk-
ten zijn uit de schappen van de supermarkt
verdwenen. En als de Verenigde Staten inder
daad trendsetter zijn, dan zullen de Neder
landers zich dit jaar nog schaamtelozer aan
snacks overgeven. Amerikaanse trend-
watchers signaleren een hang naar vet en
lekker. Uit een onderzoek in '91 bleek dat de
respondenten dat jaar 4,5 kilo waren afgeval
len. Vorig jaar rapporteerden zij een gewicht
stoename van krap een kilo. De verklaring:
behaagwraak [pleasure revenge). Of zoals de
Amerikaanse wetenschapster Wendy Kami-
ner het uitdrukt: „Mensen aten vijf jaar ze
melkoeken en er veranderde niets. Ze vielen
niet af, ze werden ontslagen en ze zijn nog
steeds ongelukkig."
Of ook steeds meer Nederlanders zichzell
permissie geven niet perfect te zijn. is niet
bekend. De Weight Watchers noch de Stuur
groep Goede Voeding heeft niet de indruk dat
het tij in Nederland keert. In de periode '88-
'92 is de vetconsumptie met vijf procent ge
daald. Of die trend zich afgelopen jaren heeft
doorgezet (de stuurgroep streeft naar een da
ling van tien procent) zal pas over enkele ja
ren bekend zijn. „Maar ik heb goede hoop
dat we tien procent halen. De situatie hier is
toch een andere dan in de Verenigde Staten,
In de VS werd de gezondheidscultus zó ex
treem dat mensen doorsloegen. En dan krijg
je meestal een tegenreactie."
Richard Krajicek tijdens de Australian Open, twee jaar gele
den. Hij moest toen in de halve finale opgeven vanwege
een pijnlijke schouder. Blessures lopen als een rode draad
door zijn carrière. foto archief
De mondiale tennistop bereidt zich aan
de andere kant van de wereld voor op
de Australian Open. In Nederland werkt
Richard Krajicek ondertussen aan zijn
herstel na een hardnekkige blessure. In
sportcentrum Papendal verblijft hij
ondereen schuilnaam. Hij wil voorlopig
uit de schijnwerpers blijven.
ERIC D
De naam van Richard Krajicek
staat niet op de lijst van gasten
die logeren op Papendal, maar
hij is er wel dag en nacht. Vijf dagen per week
slaapt en eet hij er, al sinds november vorig
jaar. Alleen heet hij nu even anders. Hij wil
geen pottekijkers bij zijn pogingen terug te
keren in de top tien van het wereldtennis.
De receptionisten op het sportcentrum
weten echter precies wie de persoon incogni-
.to is. Als we op Papendal op zoek gaan naar
Neerlands beste tennisser, worden we door
verwezen naar de afdeling fysiotherapie. De
geblesseerde tennisser ligt op een behandel-
tafel met om beide knieën een zak ijs. Vanaf
half negen die morgen wordt hij al behan
deld.
„Dat gaat elke dag zo", begint hij aanvan
kelijk stug, 'maar gaandeweg vriendelijker te
vertellen, „lot vijf uur 's avonds werk ik een
programma af, en dat vijf dagen per week. Ik
krijg elektro-stimulatie en doe veel looptrai
'Soms komt het mijn neus uit'
ning. Soms komt het mijn neus uit. Het gaat
nu ook wel erg lang duren. Ik zit al negen we
ken hier. Gelukkig weet ik waarvoor ik het
doe. Van Peter Vergouwen (NSF-arts, red.)
heb ik de verzekering gekregen dat ik weer
honderd procent kan worden. Het is niet zo
dat ik vanwege deze blessure voor mijn carri-
- ère hoef te vrezen.
Krajicek, in augustus '93 nog achtste van
de wereld, maar inmiddels afgezakt naar de
vijftiende plaats, zal nog wel even geduld
moeten opbrengen. Vorige week was hij in
het trainingscentrum van de tennisbond, het
Frans Ottenstadion in Amsterdam. Krajicek
had een speciaal ballenkanon besteld en zou
voor het eerst weer eens het racket ter hand
nemen. Maar het ging nog niet. De knieën
konden het karwei niet aan.
Deze week koos Krajicek voor zekerheid en
besloot in overleg met Peter Vergouwen, Ted
Troost en zijn trainer Rohan Goetzke in elk
geval pas na het toernooi van Key Biscayne,
begin maart, weer op de baan te verschijnen.
Daardoor ontbreekt hij onder meer op het
ABN/AMRO-toernooi in het Rotterdamse
Ahoy'.
Streefdatum
„Momenteel is het belangrijkste dat mijn
blessure helemaal geneest. Laten we zeggen,
tenminste voor 99 procent. Het heeft geen
zin om te proberen zo snel mogelijk terug te
keren. Daarmee vererger je het alleen maar.
Gezien de vooruitgang die ik tot nu toe heb
geboekt, is eind maart een reële streefdatum.
In mijn linkerknie is de pijn helemaal weg.
Op het ogenblik ben ik al weer bezig met
hardlopen en ik verwacht dat ik komende
week voorzichtig met tennissen kan begin
nen. Na Key Biscayne is er een Daviscup-
weekeinde (waarin Nederland thuis tegen
België speelt, red.). Misschien dat ik er dan
bij kan zijn. Anders kom ik terug bij het
graveltoernooi van Barcelona of Estoril.
Voorop staat dat ik weer helemaal fit ben.
Zolang dat niet het geval is, speel ik geen
wedstrijden."
Krajicek heeft in elk geval goede hoop dat
hij voor honderd procent geneest. „Anders
zou ik nu niet hier op Papendal zitten. Dan
zou deze hele heisa geen zin hebben. Het
was wel een moeilijke beslissing. Maar als ik
me nu realiseer hoe ik me de laatste maan
den op de baan voelde, besef ik dat het de
juiste was. Sinds de Daviscup-wedstrijd tegen
Zweden (vorig jaar juli) heb ik eigenlijk niet
meer zonder pijn getennist. Tijdens de US
Open ging het iets beter, maar optimaal was
het niet. Na mijn verlies tegen Palmer tijden
het indoortoernooi van Parijs vond ik het
welletjes."
„Waarom ik tegen de pers daarover nooit
iets heb gezegd? Van Ivan Lendl is de uit
spraak dat als je speelt, je niet moet zeuren
en geen excuses voor een nederlaag moet
proberen te vinden. Daarmee ben ik het he
lemaal eens. Als je ergens pijn hebt,*noet je
gewoon niet tennissen."
Tegenslag
Het is niet de eerste keer dat Krajicek met
een dergelijke tegenslag te maken heeft. Bles
sures lopen als een rode draad door zijn nog
korte carrière. Twee jaar geleden moest hij in
de halve finale van de Australian Open van
wege een pijnlijke schouder zelfs opgeven.
De oorzaak werd destijds vooral gezocht in
de 'groeistuipen' die de inmiddels bijna twee
meter lange tennisser plaagden. Ook nu
wordt daarmee een verband gelegd.
Krajicek: „Mijn plotselinge groei is waar
schijnlijk één oorzaak. Je moet niet vergeten
dat ik al zo'n drie jaar met mijn knieën suk
kel. Daarnaast is het vele spelen op hard-
bevorderlijk geweest. Je kunt
op die banen het mooiste tennis spe
len, maar ze zijn wel slopend voor je lichaam.
Daarom moet ik zorgen dat ik nog sterker
word. Ik heb inderdaad al veel tegenslag ge
kend, maar ik ben nog jong en ik ben ervan
overtuigd dat ik minstens weer mijn oude ni
veau kan bereiken. Ik ben niet bang dat ik
daarvoor mentaal gezien te zwak ben. Het
zwaarste gedeelte heb ik volgens mij al achter
de rug."
Vervolgens geeft Krajicek wel toe dat hij
het de komende twee weken, wanneer de
tennistop in Melbourne strijdt om de open
Australische titel, misschien af en toe moei
lijk zal krijgen. „Dat ik andere toernooien
mis, vind ik niet zo'n ramp. Alleen financieel
gezien is het niet zo prettig. In Melbourne
had ik echter dolgraag gespeeld. Vooral om
dat ik daar vorig jaar slecht heb gepresteerd.
Ik wilde me revancheren voor die nederlaag
tegen Todd Witsken in de tweede ronde.
Maar er komen nog meer Grand-Slamtoer-
nooien. En als ik daar goed wil presteren,
moet ik nu even op mijn tanden bijten."
Positief
Ook arts Peter Vergouwen is positief ge
stemd. Hij verzorgt zijn patiënt als een kas
plantje op Papendal, waar de afdeling Sport
geneeskunde van NOC/NSF is gevestigd.
Therapie, onderzoek en regelmatig side-
backs (nauwkeurige metingen van pezen en
spieren die aangeven hoe het herstel ver
loopt). Vergouwen: „Twee maanden lang el
ke dag bezig zijn met zo'n blessure is hele
maal niet lang."
De begeleiders hebben geen haast. Ted
Troost: „Richard is als het ware de laatste ja
ren in zijn eigen valkuil gestapt. Door een
nog groeiend lichaam zo zwaar te belasten
zijn bepaalde spieren en aanhechtingen gaan
protesteren, daar komt het op neer. Daar be
taalt hij nu de tol voor."
„De ontsteking zat in de linker- en rechter
knie op de plaats waar de vierhoofdige dij-
beenspier bij het gewricht samenkomt. Hij is
als het ware jarenlang om de pijn heen gaan
lopen. Daardoor werden zijkant en achter
kant van het dijbeen sterker en de binnen
kant zwakker. Het gaat er nu om die balans
te herstellen. In feite werkt hij nu aan het
herstel van zijn gestel. Als je jarenlang, week
in week uit, zo agressief serveert en speelt als
Krajicek terwijl de pezen er niet tegen be
stand zijn, ontstaan er vanzelf problemen. Ri
chard moet nu van de nood een deugd ma
ken en naast de genezing ook preventief te
werk gaan. Zijn lichaam beschermen tegen
toekomstige ongemakken."
Krajiceks Idedingsponsor is minder te spre
ken over de langdurige blessurebehandeling.
Nike Europa heeft weinig aan een 'uithang
bord' dat op een onderduikadres verblijft. De
sponsor hoopt dan ook dat de speler snel zar
terugkeren op de baan.
„Wat Courier en Agassi voor Amerika zijn,
is Krajicek voor Europa," zegt Chris Ver-
meeren, namens Nike verantwoordelijk voor
de promotie. „Daarom is deze situatie voor
ons niet prettig. Maar laat één ding duidelijk
zijn: wij willen een honderd procent fitte Kra
jicek terug op de baan. Daarom kunnen wij
het strenge beleid van de doktoren wel vol
gen."
Zeker nu de firma een reclamespot voorbe
reidt met Krajicek in de hoofdrol. Het filmpje
zal straks in alle Europese landen worden uit
gezonden. Een behandeltafel past daar niet