Een tussentijds klopje op de schouder 'Het is toch 'n beetje Judasgeld' Het Gesprek van de Dag T JBBL Anonieme weldoener laat Oegstgeester ouderen chic dineren 16 WOENSDAG 12 JANUAR11994 Klant als betaalde 'verklikker' bij winkeldiefstal Een winkelier in Kampen kan de diefstallen in zijn winkel niet langer aanzien en heeft zijn eer lijke klanten te hulp geroepen. Als een klant hem waarschuwt wanneer hij ziet dat iemand loopt te jatten, krijgt hij vijftien gulden beloning. Tja, het is een methode, maar werkt-ie ook in Leiden? Bij Zee man op het Vijf Meiplein krij gen de verkoopsters vaak ge noeg een seintje dat er iemand ja", zegt een van de verkoop sters, „elke week horen we wel een keer: hou die en die me vrouw in de gaten. Ze heeft wat in haar tas gestopt. Maar om voor zo'n tip nou te gaan beta len, nee. Dan lopen de klanten hier misschien de hele dag rond om wat bij te verdienen." Mevrouw E.W., die net de win kel verlaat met enkele truitjes (die ze overigens keurig heeft betaald), zou er geen enkele moeite mee hebben de dief of dievegge aan te geven. „Er wordt veel te veel gestolen. Als ik zoiets zie, denk ik: ik moet toch zelf ook betalen. Waarom die ander dan niet? Ik zou de winkelier dus waarschuwen. Maar er geld voor aannemen, nee, dat zou ik toch niet zo gauw doen. Het is toch een beetje Judasgeld." Bij het even verderop gelegen modehuis De Wit komen dief stallen niet veel voor. Er is een goede beveiliging. De bedrijfs leidster is niet erg praatgraag. Net alsof je met praten over diefstal ook diefstal over je af roept. „Maar", zo wil ze nog wel kwijt, „ik heb jarenlang bij C&A gewerkt en daar werd erg gelet op diefstal. We hadden een spe ciale code. Als er een klant liep te pikken, dan zeiden we altijd tegen elkaar: 'Jongens, wie houdt het blauwe model in de gaten?'" Bij parfumerie Van Dorp op hetzelfde Vijf Meiplein wordt ei genaar Van Dorp regelmatig ge tipt door klanten. „Maar", zo zegt hij, „meestal is het zo dat je juist die tippers ook in de gaten moet houden. Maar we hebben hier sinds kort een alarmsys teem en we zullen zien of dat rendabel is. Als het de diefstal len met zo'n zestig procent te rugbrengt, kan ik toch een keer extra op vakantie. Want er wordt elke week wel gestolen hier. Maar ach, het valt allemaal nog mee: je moet niet vergeten dat er hier veel mensen uit de buurt komen en dan is er toch een grote sociale controle. De mensen zouden zich schamen als ze werden gesnapt. Ik denk dat negentig procent van de diefstallen gelegenheidsdiefstal len zijn. Laatst kwam hier een oude man die een stel waxine lichtjes in zijn zak stak zonder te betalen. Ik had hem in de g^- ten en hield hem aan. Hij draai de zich vlug om en liet ze er gens vallen. Ik heb hem gezegd dat hij niet meer terug hoefde te komen." Foto „We worden vaak gewaar schuwd door klanten", zegt de plaatsvervangend bedrijfsleid ster van de firma Blokker, Assistent-bedrijfsleider H. Spijker: „Van elke winkeldief moeten z „Maar je kunt er toch niet altijd zicht op houden. Onlangs is er nog een cassette van driehon derd gulden gestolen. En ze gaan geraffineerd te werk, hoor. Ze halen de produkten soms ge woon uit de verpakking en die verpakking vind je dan terug. Het gebeurt veel bij batterijen. Ik ga de dieven zelf wel achter na, ja. Laatst nog was er een mevrouw die een Barbie-set had gestolen. Ze rukte zich los en rende naar haar fiets. Die stond niet op slot, zodat ze vlug kon wegkomen. Maar ik had wel haar tas te pakken en die wilde ze terug hebben. Ik heb die tas niet teruggegeven en zo in de container gegooid. Ach, je weet: die en die lopen altijd te pikken." Bij slijterij Klerks voelen ze niks voor het plan van de Kampense winkelier. Assistent-bedrijfslei der H. Spijker: „Nee, dan leg je de verantwoording bij een an der, bij je klanten dus. En dat is niet goed. Ik moet eerst zelf zien dat iemand loopt te stelen. Ik ga niet op anderen af. Maar ik geef mijn ogen wel goed de kost. Wij hebben over het algemeen be trouwbare klanten maar je moet ervan uitgaan dat elke klant een potentiële dief is. Maar als je dan iemand pakt, ben ik er een voorstander van om een foto van hem te laten maken en die op de winkelruit te plakken. Je moet de mensen waarschuwen dat ze dat risico lopen bij dief stal. Doen ze het dan toch, nou ja, dan is het hun eigen schuld. In Turkije wordt, geloof ik, je vinger afgehakt als je iets pikt." CEES VAN HOORE Er klonk een luide knal op dins dag 4 januari van dit jaar. Om een uurtje of zes 's ochtends, vlakbij het gebouw van het Leidsch Dagblad aan de Roose- veltstraat. Maar denkt u nu niet dat een of andere onverlaat daar wat overgebleven vuur werk afstak. Nee, daar kreeg juist iemand een ferme oorvijg van Vrouwe Fortuna die blijk baar een ochtendhumeur had. Cor Haasnoot, eigenaar van Schaaps vishandel in Leiden, moest het ontgelden. Gelukkig is hij de klap inmid dels alweer te boven. Hier volgt rijn verhaal van die daverende dinsdag: „Het is zoals gebruikelijk razend druk voor ons met de kerstda gen en met oud en nieuw. Ook dit keer. Alleen is het probleem dat de meeste schepen niet rond de feestdagen varen. Er is dus weinig aanvoer van verse vis. 's Maandags 2 januari bij voorbeeld: geen vis. De volgen de dag rijden we naar Scheve- ningen en gelukkig: daar komen de kustbootjes. Ik zie de vinne tjes van kabeljauwtjes bewegen. Heel mooi." „Ik koop van alles - schol, scharretjes - dus ik kom met een wagen vol handel thuis. Wij vis snijden. Met drie man ma ken we de boel schoon. Het af val doen we zoals gewoonlijk weer in de aanhangwagen. Daarmee rijden we altijd naar de vismeelfabriek. Die wagen weegt zelf al 750 kilo. Met de kisten afval erbij is het gewicht dit keer zelfs 1250 kilo. André, die bij mij in de zaak werkt, zegt na het volladen: je kunt er zo mee wegrijden." „Ik sta dus de volgende ochtend op, loop naar buiten en zie de hendel bij de koppeling met het wagentje naar beneden staan. In orde, denk ik. Maar op de Koninginnelaan stop ik al om dat ik een raar geluid hoor. Ik stap uit, kijk en voel aan de wa gen. Ik zie niks, natuurlijk ook omdat de wagen te zwaar is om op te tillen en dus moeilijk te inspecteren." „Ik tuf vervolgens rustig de Lammenschansweg op richting Voorschoten - ik heb een diesel en die komt niet zo snel op gang - maar even verder bij de benzinepomp stop ik toch weer vanwege dat rare geluid. Ik zie wéér niks. Dus ik sla even later de Lammenschansweg af, die flauwe bocht door, en ik hoor me ineens een teringknal. Ik kijk in mijn achteruitkijkspiegel en ik zie mijn aanhangwagen op rijn rij liggen. „Ik stap uit en zie dat er een lamp uit een lantaarnpaal is ge vallen. Allemaal stukken glas op de grond. De wagen was tegen die paal aangeknald. Blijkbaar had hij toch niet zo goed vast gezeten. Ik denk nog: wat een geluk dat het zo vroeg is! Dat er bijna nog geen verkeer is. Want als je daar op je fietsje rijdt ben je dood. Afijn, bij het Leidsch Dagblad even de politie gebeld. Vijfentwintig, vier maal acht. Dat is het enige telefoonnum mer dat ik uit mijn hoofd ken." „Komt er op een gegeven mo ment een man op zijn brom mertje aanrijden. Een oude vent van een jaar of zestig. Die zegt: meneer, mot u een tilletje heb ben? Dan staat-ie zo weer op zijn wieltjes. Ik leg hem natuur lijk uit dat dat veel te zwaar is. Dat blijkt ook wel. Uiteindelijk rijn er twee wagens nodig om Je hebt mensen die niet voor het geluk in de wieg zijn gelegd en soms de raarste dingen meemaken: pechvogels dus. Het Gesprek van Dag bombar deert met een zekere regel maat een regjogenoot tot 'Pechvogel van de week'. Het Leidsch Dagblad verrast de uitverkorene met een mooie slagroomtaart van banketbak kerij Van Dam. Vindt u dat uzelf voor deze eervolle ver melding in aamerking komt, twijfel dan niet om met ons contact op te nemen. Ook mag u familieleden, vrienden of bu ren voor deze prijs nomineren. U kunt bellen tijdens de werk dagen van 8.30 tot 16.30 uur op het nummer 071 -356440. Ook kunt u schrijven: Leidsch Dagblad, t.a.v. Het Gesprek van de Dag, Postbus 54, 2300 AB Leiden. de aanhangwagen weg te krij gen." „Nu heb ik voorlopig een aan hangwagen gehuurd. Als ik een nieuwe wil hebben, kost me da achttien-, negentienduizend gulden. Mijn ouwe kostte twaalfduizend, maar die was al tien jaar oud. Hij was wel verze kerd, maar voor zo'n oud ding krijg je natuurlijk niet veel te rug." een beetje gespannen zijn. Eer verleden jaar had ik hier brand. Was er een bakoven aan blijven staan. Stond de hele boel in de hens. En dan nou weer die aan hangwagen..." HERMAN JOUSTRA „De mensen worden moe van alle negatieve berichten over het milieu. Je moet ze ook eens een hart onder de riem steken. Daarom heb ik voor VROM nu eens een positieve ommezwaai gemaakt." Kees Sterrenburg is werkzaam bij reclamebureau 'Van Wal beek etcetera' in Amsterdam. Hij bedacht de teksten voor de in het oog springende reclame campagne van het ministerie van volkshuisvesting, ruimtelij ke ordening en milieu. In elk bushokje dendert de dank van het ministerie op ons af. Met 'geinige' teksten als: 'Fosfaatvrijers, bedankt', 'Glas bakkers, bedankt', 'Tochtstrip- pers, bedankt', 'Gescheiden af vallers, bedankt'. Die teksten waren er ineens, zegt Sterrenburg. „Ongezochte vondsten, noem ik ze. Er is al veel commentaar op gekomen. De mensen vinden ze leuk. Je kweekt met dit soort teksten, hoop ik, toch een saamhorig heidsgevoel. Je spreekt een be paalde groep aan en de mensen in die groep denken trots: 'Ja, daar hoor ik dus bij'." De bedank-actie maakt deel uit van de overkoepelende VROM- campagne 'Een beter milieu be gint bij jezelf. Marion Koens, beleidsvoorlichter bij VROM „Met deze actie willen wij ei genlijk zeggen: 'Mensen, ga zo door. Ga door met het scheiden van afval. Blijf bewust omgaan met energie.' We geven ze daar voor als het ware een tussen tijds schouderklopje. „Er zijn al zoveel slechte berichten over het milieu. Je moet de n n ook eens positief benaderen." FOTO LOEK ZUYDERDUIN Een salade van reebout, fazant en gebakken ganzelever en ge marineerde mandarijnen toe. Aan de 'open tafel' van de Stichting Welzijn Ouderen Oegstgeest (SWOO) eten ze dagelijks soep, vlees en groenten, maar eind januari krijgen de ouderen in Oegstgeest een luxe diner voorgeschoteld. Een anonieme weldoener geeft dan in het sterrenrestaurant De Beukenhof in Oegstgeest een drie gangendiner als afsluiting van het Jaar van de Ouderen. De weldoener zocht eerst sponsors om het luxe etentje te betalen, maar daarin is hij nog niet geslaagd. „Ik heb de SWOO verzocht om hun naam aan het diner te geven. Ze vonden het wel een sympathiek idee maar wilden niet subsi diëren", vertelt de onbekende. En dus betaalt hij het zelf. „Ik heb al gereserveerd in De Beukenhof, dus ik kan niet meer te rug. En ik heb wel wat geld op mijn bankrekening." Hoewel hij eerst verwachtte zo'n vijftien damast te zien aanschuiven, hebben zich nu al bijna twee keer zoveel eters ingeschreven. „Ik kan toch niet tegen een deel van die mensen zeggen dat ze niet meemogen? Maar ik hoop niet dat er nog veel meer komen, want dat kan ik niet betalen. Nou ja, alleen mensen van de 'open tafel' mogen zich inschrijven, niet iedere oudere van Oegstgeest." De filantroop wil zijn identiteit absoluut niet onthullen. Hij wil alleen kwijt dat hij zelf wel eens heeft meegegeten aan de 'open tafel' van de SWOO en dus ook een oudere is. Hij noemt zichzelf gierig. „Maar af en toe smijt ik het geld over de balk." Toch moeten de mensen die reebout, fazant en ganzelever gaan eten wel iets bijdragen. „Vijftien gulden. Niet omdat ik dat geld nodig heb. Maar ik heb de indruk dat niet waarderen als het helemaal gratis is." LIESBETH BUITINK SCHAAPS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 17