Saxofoonfeest in de Waag Aanstormend Leids jazztalent strijdt om bokaal Cultuur Kunst Dixieland Crackeijacks winnen ISW Dixie-Swing Concours 1994 LEIDSE JAZZWEEK Een zichzelf reflecterende maskerade door Woudstra Flamenco uit diepst van de ziel 3-DAAGSE SUPERKOOPJES MAANDAG 10 JANUAR11994 Jazzorkestje, The Emperor Frisco Jazz Band en Swingin' Crash. Gezien. 8/1de Waag, De ISW Jazz Bokaal prijkt ko mend jaar in de kast van de Dixieland Crackerjacks uit Gro ningen. Maar, het cliché dat de jury het moeilijk had bij het kie- ging ook dit keer weer op. Het niveau van spelen was over het algemeen hoog, en het kiezen van een winnaar bij dit soort festivals wordt altijd al bemoeilijkt door dat ieder orkest wel iets eigens heeft waardoor het in positieve zin opvalt. Traditie getrouw vormde de muzikale strijd van het ISW Dixie-Swing Concours weer het begin van de jazzweek. Anders dan in voorafgaande jaren speelde het concours zich af op één dag. In voorgaande jaren was er altijd nog een voorronde. Het 'afwerken' van de orkesten op één dag bleek evenwel een goede keus omdat de spanning groter was dan in andere jaren. De sfeer in de goed bezette Waag was uitstekend. Presenta tor Fred Racké moest het we gens ziekte helaas laten afwe ten. Zijn plaats werd ingeno men door mede-organisator Cor Elzenga. De vijf orkesten kregen ieder ongeveer een half uur speeltijd. Drie dbde-specialisten vormden de jury en luisterden en keken aandachtig naar de muzikale prestaties. De spanning viel af te lezen van de gezichten van de musici. Zweetdruppels parel den steeds weer van het gezicht bij het verplicht te spelen Ain't Misbehavin' van Fats Waller. Het was buiten al donker toen de laatste tonen klonken. De ju ry zonderde zich af in een ver borgen kamertje boven in het gebouw. De uitslag liet lang, heel lang op zich wachten. Blijkbaar had het drietal nogal wat overleg nodig om tot een eensluidende conclusie te ko men. Viel de eer aan de Swin gin' Crash, het twaalfmans-or- kest met zangeres, die het prachtige 'They say' zo mooi vertolkten? Kwam de beker toe aan de band met de hoge grap- graad, maar het matige spelni- veau: het Dick Schieland Orkest. Zat het Petit Pleur Orkestje in de race, omdat ze zij het ver plichte nummer het beste speelden? Of was de beker weg gelegd voor The Emperor Frisco Jazz Band die. zoals de Frisco stijl voorschrijft, zonder slag werk speelden, waardoor de muziek zo'n fluwele klank kreeg. Zoals gezegd streken de Dixieland Crackerjacks met de eer. Volgens de jury een sterk orkest met goede muzikanten. Voor wie er niet bij kon zijn: op het Keytownfestival aanstaande zaterdag, is dit orkest nogmaals te bewonderen. AGENDA Maandag 10 januari Cultureel Centrum de X 20.00 uur: Cinema Pur 22.00 uur: Leidse Blues Nacht met Chris Koenen, Arthur Ebe- ling, Tineke Schoemaker e.a. Jazz at the Duke 21.30 uur Wim Ninaber en Wim Ninaber Kwartet Dringende massa voor Hans en Candy Duif er Als het concert nog moet begin nen staat er buiten al een rij wachtenden tot ver buiten de poorten van de Waag. Eenmaal binnen doe je er goed aan er gens achter in de zaal stelling te nemen. Doorlopen naar voren is er toch niet bij. Schouder aan schouder wacht de dringende massa op de 'godfather' van het saxofoon-geweld: Hans Dulfer. Speciaal voor deze gelegenheid heeft hij zijn dochter Candy ge strikt een riedel mee te blazen. Ook Boris van der Lek is weer van de partij. Lange tijd vormden Hans Dulfer en Van der Lek samen de 'Tough Tenors'. Na een korte tijd afzonderlijk te hebben ge opereerd, besloten ze onlangs toch maar weer samen het po dium te bestieren. Wanneer ze beginnen te spelen blijkt de zaal echt te klein. Bij deze muziek kun je eenvoudig niet stil blij ven staan. Bovendien verstaan beiden de kunst het publiek goed gek te maken. Dat heeft dan ook maar weinig nodig. Één klap in de handen en de hele zaal gaat mee. Muzikaal heeft het allemaal niet heel veel om het lijf. De nummers zijn gebouwd op kor te riffs die, achter elkaar ge speeld, een forse stuwing te weeg brengen. In de vrije solo's gaat het om het snelste, het hoogste en het hardste. In een golfbeweging gaat de muziek heen en weer. Een opbouw vanuit bijna niets, die vervol gens wordt uitgebouwd tot een gigantische climax. Dan weer terug naar de stilte om er we derom een heksenketel van te maken. Het werkt. Het publiek vindt het prachtig. Grote afwisseling wordt be reikt door het spelen van de meest uiteenlopende stijlen: van jazz tot rap, van ballad tot speedmetal. Candy Dulfer speelt de boeiendste solo's van de drie saxofonisten. Zij begeeft zich het meest op solistische paden die nog niet zo zijn plat gewalst. Natuurlijk beheersen ook Hans Dulfer en Boris van der Lek hun instrument tot op de laatste klep. Maar in de so lo's hebben ze uiteindelijk min der te vertellen dan de weelde- rig-gelokte altiste. Na de eerste set komt er iets meer ruimte in de zaal. Het 'blijft echter nog altijd dringen geblazen. Er volgt zelfs nog een derde set. De maandag is al aangebroken als de laatste be zoeker enigszins onvast op de benen de Waag uitwaggelt. Hans Dulfer heeFt gedaan waar voor hij was gekomen: een brui send feest maken van de twee de avond van de Leidse Jazz week. theater recensie wunand zeilstra Voorstelling De stille grijzen van een win terse dag m Oostende Co-produktie van het NNT Groningen en de KVS Brussel Tekst en regie Karst Woudstra. Gezien: 8/1schouwburg. Leiden. leiden Wethouder Joop Walenkamp ver richte zaterdagmiddag de officiële, feestelijke opening van de veertiende editie van de Leidse Jazzweek. De economiewethouder wees op de steun van de sponsors die onont beerlijk is voor het negendaagse jazzevene- ment. Niet minder dan 300 muzikanten staan tot en met zondag 16 januari op een groot aantal podia in de stad. Jazz voor ieder wat wils en, dankzij de vele sponsors, voor ieder een betaalbaar. Veel concerten zijn zelfs gra tis toegankelijk. Op de foto heft Walenkamp het glas met de vaste chauffeurs van de drie NZH-borrelbussen die aanstaande woensdag tijdens de kroegentocht voor een comfortabel en feestelijk transport zullen zorgen. FOTO HENK BOUWMAN stuk van Karst Woudstra draagt de intrigeren de titel: 'De stille grijzen van een winterse dag in Oostende'. Dat is een citaat uit een brief van beeldend kunstenaar James Ensor. 'Oostende' en 'Ensor' doen denken aan het toneelstuk 'Minetti' van Thomas Bernhard. Daarin spreekt de hoofdper soon met regelmaat over het masker van Koning Lear dat En sor speciaal voor hem als to neelspeler zou hebben ge maakt. Als Woudstra zijn stuk 'een Ensoriade' noemt, bete kent dat een eerbetoon aan En sor. Gezien het belang van ver wijzingen naar de toneellitera tuur (sterker nog, eigenlijk is het hele stuk daaruit opgebouwd), mag je hier misschien nog wel wat meer achter zoeken. Wellicht kun je deze 'Ensoria de' - denkend aan Ensor als ma ker en schilder van maskers - opvatten als een maskerade die zichzelf reflecteert. Want het gaat hier om personages, te we ren de families De Zwaan en Van Scharrenburg, wier onder linge relaties tijdens het voorbe reiden en spelen van toneel stukken tot uitdrukking komen. Onder leiding van Melchior de Zwaan namelijk komen Ja pans Noh-theater. Hamlet, Bri- tannicus, werk van Marivaux en zelfs operette aan bod. Er wordt gespeeld door amateurs, name lijk broer Nicholaas, zus Aurelia en het neefje van Melchior, en door de Van Scharrenburgs en een kennis van deze familie. Elk scène met een stukje toneellite ratuur maakt iets duidelijk over alle onderhuidse spanningen tussen de acterenden. Het stuk is op te vatten als een toneelmatige reconstructie van een gespannen relatie tus sen twee broers. Er is alleen één complicatie: aan het slot van het stuk sterft niet Nicholaas, wat je na de eerste scène zou verwachten, maar Melchior. Met andere woorden, dit stuk verwijst constant naar andere stukken en naar zichzelf - een zichzelf reflecterende maskera de. Auteur, regisseur, dramaturg en vertaler Karst Woudstra speelt hier een ingenieus spel met het theater. De acteurs van het NNT Groningen en de KVS Brussel hebben zich onder zijn regie dienstbaar opgesteld. Het resultaat is een lichtelijk gekun stelde, maar wel uiterst knappe en spannende voorstelling. Voor wie nog niet zo thuis is in de Leidse 'jazz-scene' is dit de week om kennis te maken met talent van eigen bodem. In het kader van de Leidse Jazzweek heeft opleidingsinstituut I.S.W. een geldbedrag in het vooruit zicht gesteld voor het meest belovende Leidse talent. Het podium van de Waag is een week lang het speelterrein van de aanstormende jazzmusici. Een vak kundige jury zal eerlijk doch medogen- loos een keus (moeten) maken wie van de vijf genomineerden zich na deze week het 'Leids Jazztalent 1994' mag noemen. De uitslag Wordt aanstaande zaterdag bekend gemaakt. Het spits mocht worden afgebeten door Eric van der Luyt. De 23-jarige pianist leerde in eerste instantie jazz spelen bij Karei Boehlee, ook geen on bekende in het Leidse muziekcircuit. Vervolgens bezocht hij enkele jaren het conservatorium in Den Haag. Als het leger hem vrijstelling verleent, is hij stellig van plan zijn muziekstudie te vervolgen. Bij het optreden in De Waag werd hij instrumentaal ondersteund door Jan Termaat op slagwerk en Branco Teu- wen op bas. Voor de klankbalans was het jammer dat het drumstel voor op het podium was gezet. Hierdoor was het slagwerk te prominent aanwezig. Maar de muziek stond als een huis. Er werd strak gespeeld. Door de kleine bezetting bleef de muziek mooi trans parant. Alhoewel de repertoirekeuze niet altijd even gewaagd was, werden stukken wel in een stijlvol jasje gesto ken. De standard 'All the things you are' kreeg met zijn funky basis een heel boeiend uiterlijk. Het solospel van de pianist was. spannend. Hij koos voor lange melodische lijnen en verviel niet in ingestudeerde loopjes. Zijn spel was soms wat fui, maar mede door dit 'hangen tegen de tel' hield het iets ei gens. Aan de presentatie kan nog flink worden gespijkerd: titels van de stuk ken werden niet genoemd en-het voor stellen van de muzikanten was onver staanbaar. Zondag was het de beurt aan gitaar- virtuoos Martijn van Iterson. Hij is nog maar net klaar met zijn conservatori umopleiding in Hilversum. Afgestu deerd met niet minder dan een tien voor zijn hoofdvak. Bij dit korte optre den fietste hij een snel en foutloos par cours. Weloverwogen bouwde hij zijn melodische frases. Hij deed dit razend knap. De solo's waren alles behalve simpel. Gedurfde toonreeksen van uit eenlopende herkomst wisselden elkaar in hoog tempo af. Zijn solospel was vooral geënt op het bebop-idioom: lange lijnen met veel harmonische uit stapjes. Met Erik Robaard op cohtrabas en Wim Kegel op drums wist Van Iterson zich in goed muzikaal gezelschap. Wat nog ontbrak in het spel van de, overi gens pas 23-jarige, gitarist,-was een op bouw in spanning. Hierdoor blijft zijn spel wat statisch. Ook dynamisch eens flink uitpakken kan misschien die vonk teweeg brengen die nodig is om het publiek betrokken te houden. Jammer dat ook bij dit optreden het publiek in het ongewisse bleef over titels en com ponisten van de gespeelde stukken. Presentatie Rosa King camoufleert tekortkomingen Concert: Rosa King Upside Down; voor programma: Erik van der Luyt Trio. Ge hoord: 8/1, Jazzmarathon, de Waag, Lei- Erik van der Luyt had de on dankbare taak om een nog nau welijks gevulde en dus sfeerloze Waag op te warmen voor het optreden van Rosa King. Hij toonde zich een vaardig pianist die zich wel eens te buiten gaat aan onnodig serieus en zwaar moedig solowerk dat zijn even wicht nog moet vinden met het melodische en ritmische mate riaal. Tenorsaxofoniste/zangeres Rosa King had, net zoals tijdens vorige edities van de jazzweek, weer een uiterst capable bege leidingsband meegenomen. Ge zien het feit dat King haar niet al te overvloedige muzikale ta lent niet verder ontwikkelt, hoeft het niet te verbazen dat de leidster verreweg de slechtste muzikant van het gezelschap bleek te zijn. Een verkeerde no tenkeuze, een slordige articula tie en een slechte stembeheer- sing worden gecamoufleerd door een aanstekelijke presen tatie en een af en toe goed ge timede inzet. Tekenend was dat in enkele popballads de keyboardspeler vocaal een veel betere indruk maakte. Upside Down bestaat uit gedegen pop- en fusionmu- sici, waarvan naast de toetsen man vooral de gitarist behoor lijk uit de verf kwam met zijn pittige bluesrocksoli. Het reper toire van de band, ongetwijfeld ingegeven door Hans Dulfers succes in het jongerencentra- Traditionele dans, dat is wat 'Inés Arrubla y Grupo Flamen co' zaterdag in het Alphense Parktheater liet zien. Het ge zicht van de groep werd voor het grootste deel bepaald door de uit Colombia afkomstige danseres Inés Arrubla. Op het toneel werkten, in wisselende samenstelling, vier gitaristen en vier vocalisten. De gitaristen speelden onopvallend en in alle rust een rijkdom aan tonen, ac- coorden en ritmes, met soms een virtuoze solo die moeiteloos aan de snaren werd ontlokt. Met stemmen variërend van hees tot helder zongen de voca listen bewogen melodieën. Inés Arrubla bouwde hierbij haar dans fraai op. Typische fla menco-bewegingen, sierlijk met de armen en handen boven het hoofd, combineerde ze met persoonlijke gebaren. Vooral met haar armen en bovenli chaam, maar ook haar gezichts uitdrukking droeg bij aan de doorleefde uitstraling van de dans. Sensueel was de manier waarop ze haar handen langs haar lichaam liet gaan en met haar heupen bewoog. Vooral door de opbouw was haar op treden sterk. De aanvankelijk trage, weemoedige bewegingen leek ze uit het diepst van haar ziel naar buiten te brengen. Maar wat ze óók naar buiten bracht, was een knetterend temperament aan het eind van de climax. Razendsnel stampte ze met haar voeten ritmes die origineel en verrassend waren en een scherpe wisselwerking hadden met het geklap van de vocalisten. Na de pauze trad naast Arru bla nog een danser aan. Leo Molina had een heel andere ex pressie dan Arrubla. Met hel derheid, bravoure en directheid maakte de kleine danser zich i de dansvloer. Zijn Rosa King: verkeerde notenkeuze en een slechte stembeheersing. FOTO JAN HOLVAST circuit, is een cynische en po pulistische mengelmoes van popsongs, bluesrock en solide gebrachte fusion. Typerend voor de werkwijze van de band was een uitvoering van de be kende jazz-standard 'Blue Bos- sa' die voorzien werd van een samba-ritme met rockclichs. Voor het publiek dat in de eer ste twee lange sets de zaal ge heel vulde, maakte dat niet uit, want die was niet voor de jazz gekomen, maar voor een gezel lige avond met stevig ritmisch dans was niet minder fel dan die van Arrubla, maar Molina was extravert, terwijl Arrubla meer mysterie in haar optreden legde. Jammer vond ik het dat de voorstelling uit losse onderde len bestond. De intense stem ming, die zo mooi werd opge bouwd, werd telkens onderbro ken. Voor elk nummer was weer een andere bezetting op het to neel. Zo'n flamenco-avond moet eigenlijk onafgebroken doorgaan, met alle medewer kers continu op het toneel, ook als er één een solo heeft, zodat de sfeer waaruit muziek en dans zich ontwikkelen aanwezig blijft. Gelukkig werd aan het eind veel goedgemaakt met een lang, uitbundig nummer waar bij de hele groep betrokken was en de avond afsloot op een wij ze waarbij het publiek van dichtbij kon zien hoeveel lol de groepsleden in hun vak hebben. Kunstenaars voor Sarajevo succesvol AMSTERDAM ANP De manifestatie Kunstenaars voor Sarajevo, die zaterdag avond in Paradiso in Amster dam werd gehouden, is volgens de initiatiefnemers, ondanks een valse bom melding, een succes geworden. Er is ongeveer 50.000 gulden opgehaald. Het opgehaalde geld gaat naar Haris Pasovic, theaterregisseur in de Bosnische hoofdstad. Het is be doeld om de cultuur in Sarajevo gaande te houden. De avond in Paradiso, waaraan dichters, schrijvers, acteurs en regisseurs belangeloos meededen, werd door ongeveer duizend mensen bijgewoond.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1994 | | pagina 13