UIT'
'Roddelen is honing voor de ziel'
Rtv show
'In discotheken zingen
jongeren de liedjes mee'
C
MAANDAG 3 JANUAR11994
10
De Havenzangers gaan al generaties mee
inds jaar en dag zijn De
i Havenzangers graag gezie-
K-Z ne gasten op feesten, brui
loften en partijen. Ze zijn altijd wel
goed voor een meezinger. De sa
menstelling van de groep mag in de
loop der tijden dan ingrijpend zijn
veranderd, De Havenzangers zijn
hun makkelijk in het oor liggende
muziekgenre onvoorwaardelijk
trouw gebleven. Met drummer Theo
van London maakte zanger Henk
Pleket vanaf hel begin alles mee. Je
moet er natuurlijk van houden,
maar gezelligheid kent ook op de
nieuwe CD Feessie Bouwen! geen
tijd. Zelf komen De Havenzangers
trouwens tijd tekort, want ze hebben
het onvoorstelbaar druk.
Tachtig procent van hun optre
dens speelt zich af op feesten. Henk
Pleket weet niet anders. ,,Het is als
hobby begonnen en dat is*het nog
steeds. Dal is maar goed, anders kun
je je werk niet goed doen. Als je met
tegenzin aan een feestprogramma
begint, kun je het vergeten."
Het is bijna niet voor te stellen ge
zien zijn lange staat van dienst bij
De I Iavenzangers, maar Henk Pleket
leidde voor de oprichting van de
groep al een bestaan als musicus.
..Ik heb gespeeld in een combo, ik
weet niet eens meer hoe dat heette.
Het was allemaal zo in het begin. Ik
weet alleen wel dat mijn grootvader
me heel erg heeft gesteund. Die zag
wat ik deed en hij geloofde daarin.
Hoe was dat in die tijd? Levenslied
jes, Kddy Christiani, Bobbejaan
Schoepen. Iedereen kende de liedjes
van die mensen. Er waren zo veel,
wat je nu zou noemen, 'tophits' in
een jaar. Dal houdt ook verband
met de zendtijd die was ingeruimd
voor eigen Nederlandse orkesten en
artiesten. Drie keer per week had je
via de verschillende zuilen een an
der orkest. Die mensen konden niet
anders dan telkens met iets nieuws
komen. Maar naar de radio werd
echt geluisterd. Het was geen be
hang. Dus iedereen kende binnen
de kortste keren de nieuwe liedjes
die werden gespeeld."
Moeilijke tijden
„Wat dat betreft maken wij, je kunt
eigenlijk wel zeggen de Nederlandse
muziek, moeilijke tijden door. Hoe
veel televisieprogramma's zijn nog
gewijd aan Nederlands repertoire?
Er is geen enkel programma meer.
Als artiest mag je blij zijn als je in
een show mag komen. En wat mag
je laten zien, als je al wordt ge
vraagd? Dan mag je opdraven met
een liedje dat kennelijk toevallig in
de top veertig staat. Maar je bent in
feite alleen maar vulling tussen twee
gespreksonderwerpen. Geen wonder
dat artiesten klagen. Als je succes
hebt, al is het maar een kortstondig
succes, mag je meedoen. Wat je ver
der als artiest te bieden hebt: het
komt niet aan bod."
Erg vindt Pleket dat. En dan kan
hij namens De Havenzangers nog
vanuit een luxe positie praten. Want
aan werk geen gebrek. „Zelfs zo veel
dat we meer dan een jaar. geen CD
hebben gemaakt. Gewoon geen tijd
voor gehad. Wij hebben onze routi
ne doordeweeks. Dat vraagt behoor
lijk veel energie. Je leven is daarop
ingesteld. Platen opnemen vergt
veel tijd. Onderbreekt je broodwin
ning."
In discotheken maken De Haven
zangers het veelvuldig mee dat jon
geren volledig uit hun dak-gaan, als
ze opgaan voor hun nummer. En
keer op keer voelt Pleket zich ge
streeld als blijkt dat die discogangers
de teksten van de liedjes van buiten
kennen. „Wat hebben wij nu zoal op
de plaat gezet? Oh Heideroosje, Aan
het strand stil en verlaten, Daar bij
de waterkant, Trouw niet voor je
veertig bent en OhMona. Met Marco
van Basten en Frank Rijkaard heb
ben we ook de plaat Het is fijn in
Italië te zijn gemaakt."
Polonaise
Pleket denkt te weten waarom al die
jonge mensen zo goed op de hoogte
zijn van het betere Havenzangers
werk. Ze hebben het volgens hem
van huis meegekregen.
„Dat staatjvast, mogen wij onder
hand zeggen. Maar er speelt iets an
ders mee. Discotheken staan bij ou
ders bekend als poelen van verderf.
Dochters mogen daar niet heen,
tenzij moeder en vader daar zelf
poolshoogte hebben genomen. Wat
doen moeders? Ze komen zelf mee.
Wat gebeurt er? Als we het tweede
nummer inzetten, is het al polonai
se. Alle leeftijden door elkaar. En het
gevolg is ook nog eens: de moeders
vertrouwen hun dochters voortaan
aan zo'n discotheek toe. Want het is
allemaal niet zo erg als het lijkt. En
dan begint bij ons nog iets anders
een rol te spelen. Wij draaien al zo
lang mee. Wij hebben muziek ge
maakt voor mensen van onze gene
ratie. Die mensen hebben kinderen.
En het zijn de kinderen die wagen of
we een bepaald nummer voor dat
speciale mens willen spelen. Omdat
die vrouw of die man daar zo dol op
was. Soms vraag ik me af of de aan
vrager dat liedje zelf ook niet erg
mooi vindt."
René Froger in Panorama:
„Natuurlijk ben ik voor een
concert gespannen, maar dat is
ook goed. Als je gaat staan: van
dat doe ik even, kun je het
schudden. Ik ben wél bijgelovig.
Zo mag er één uur voor de
voorstelling absoluut niet wor
den gefloten in mijn kleedka
mer. Gebeurt dat wel, dan stuur
ik de fluiter naar buiten en moet
die drie keer tegen de deur
schoppen."
Hummie van der Tonnekreek, keihard en sentimenteel
Dré Steemans presenteert als Felice Damiano 'Boobytrap
GESPROKEN
De Engelse komiek Rowan
Atkinson in Humo:
„Mijn sketches zijn altijd heel
nauwkeurig in een script vervat.
En ze worden uitputten gerepe
teerd. Als ik optreed, doe ik elke
avond precies hetzelfde. Er is
geen variatie, er is geen impro
visatie. Dat is inderdaad een
consistente aanpak, maar daar
mee nog niet een, wiskundige.
Want het creëren van het werk
is een allesbehalve wiskundig
proces. Dat moet het ook niet
zijn. Tijdens het schrijven zeg ik
heus niet: en nu hebben we
grap 42, waarin ik wil binnenko
men en tegen de deur op loop.
Schrijven, bedenken is een heel
spontaan en creatief proces. En
geloof me: tijdens de repetitie
wordt nog volop geïmprovi
seerd, aangescherpt. Maar als
het script klaar is en de repeti
ties achter de rug zijn, is de cre
atie voorbij. Ik ben geen impro
visator. Ik ben een komisch ac
teur, geen komiek."
Paul de Leeuw in Vrij Neder
land:
„Ik houd niet van cabaret, altijd
dat moraliserende vingertje. Ik
heb geen cabarettalent. Ik doe
elk jaar wat anders. Voordat de
mensen kunnen denken: we
kennen z'n trucjes nou wel, ben
ik weg. Koot en Bie, 't is waar,
die knarren zijn wat beter, maar
toch moeten ze een schop on
der hun kont hebben. Ze zou
den zoiets als 'Hadimassa' moe
ten gaan doen in een zaal met
publiek."
Actrice Michelle Pfeiffer in El-
„Het Jaar van de Vrouw is een
zoethoudertje. Het is een bele
diging aan het adres van actri
ces, van wie wordt veronder
steld dat ze dom genoeg zijn
om daar in te geloven. Want wie
presenteerde er dit jaar de Os
car-uitreiking? Een vrouw? Nee:
Billy Crystal. Clint Eastwood
verscheen ter gelegenheid van
zijn zestigste verjaardag op de
omslag van "People Magazine'.
Met als begeleidende tekst: 'De
meest sexy man ter wereld'.
Denk je dat er ook zo'n cover
voor mij is weggelegd als ik zes
tig word? Uitgesloten! Ik geef
mezelf nog vier, vijf
jaar; daarna word ik
als 'love-interest'
niet meer geloof-
waardig geacht." ~W
vertellen. Mensen moeten zich
realiseren hoe gemanipuleerd
ze worden. Daar zou ik over wil
len schrijven. Nee, dat kan niet
via mijn bladen, die mag ik
daarvoor niet gebruiken. Op het
moment dat ik dat doe, val ik
mijn lezer in de mg aan. Die
denkt dat hij Weekend koopt en
krijgt dan een politieke bood
schap waar hij niet om ge
vraagd heeft."
Mensen lezen roddelbladen
om hun eigen ervaringen te
toetsen aan die van anderen,
meent Van der Tonnekreek. Bo
venal is dat volgens haar de re
den dat mensen achterklap be
drijven. „Iedereen denkt wel
eens: ben ik nou de enige die dit
of dat heeft? Als je dan leest dat
Ria Bremer dezelfde dingen
meemaakt als jij, heeft dat iets
geruststellends. Ik heb roddelen
wel eens honing voor de ziel ge
noemd."
Weekend mag, vindt Van der
Tonnekreek, nooit kwaadaardig
van toon zijn. Negatieve roddel
verkoopt niet in dit land. „Let
maar eens op, als je met een
groepje mensen staat te rodde
len lopen de aardige mensen
weg op het moment dat het
kwaadaardig wordt. Dat heb je
met zo'n blad ook: zouden we
echt vals doen, dan blijft de le
zer met een schuldgevoel zit
ten."
Ze heeft zich nooit voor haar
blad geschaamd. En haar kinde
ren zijn ook nimmer aangeke
ken op het schriftelijke voyeu
risme van ma. „Jonge mensen
zijn helemaal niet zo vooringe
nomen. Ik heb veel meer last
van intellectuele vijftigers, de
types die me, als ik een gesprek
met hen heb, vertellen dat ik
mijn mond moet houden. Maak
jij nou maar dat roddelblad,
zeggen ze dan. Hels word ik
daarvan. Natuurlijk heeft het al
les met erkenning te maken dat
ik rechten ben gaan studeren. Ik
wil niet eeuwig als het domme
blondje gezien worden."
Op het eerste gezicht is Dré Steemans de
rust zelve. Klein en gezet, met donker
springerig haar en een grappig kuifje
kijkt hij kalm door zijn modieuze bril de wereld in.
Het enige dat de Belg gemeen heeft met zijn komi
sche alter ego Felice Damiano is dat hij continu zijn
handen beweegt terwijl hij praat. Maar verder is het
de presentator van het nieuwe Veronica-program-
ma Boobytrap met de beste wil van de wereld niet
aan te zien dat hij in staat is de boel op stelten te
zettentten.
„Felice Damiano is druk, grappig ^n hij heeft een
stoute bek, hij neemt geen blad voor de mond,"
zegt Steemans over zijn tweede ik. „Hij is een le
vensgenieter, een beetje Italiaans in zijn bewegin
gen, heel expressief. Als Dame Edna en Jan Lenfe-
rink een kind hadden gehad, was dat Felice ge
weest'. Hij heeft een manier van interviewen die
heel erg to the point is en dat wordt gecombineerd
met het spelen van een typetje."
Het programma Boobytrap, dat Damiano met in
gang van morgenavond presenteert, is een nieuwe
variant op het aloude gegeven van het filmen met
een verborgen camera. Met dit verschil dat het niet
onschuldige mensen zijn die zomaar in de val wor
den gelokt, maar flauwe grappenmakers die op een
rechtvaardige manier worden teruggepakt voor al
die 'leuke' streken die ze anderen al geleverd heb
ben.
„In de eerste aflevering zie je dat iemand die al
tijd van de daken schreeuwt dat hij superzaad
heeft, bij zijn pietje wordt gepakt. Oftewel in het
ootje wordt genomen," zegt Steemans. „Stapje voor
stapje komt hij in een groot universitair onderzoek
terecht, waar hij onderzocht wordt door eminente
sexuologen. Pas op het allerlaatste moment heeft
hij door dat het allemaal een grote grap is. Het leu
ke van het programma is ook dal de kijker ziet hoe
het team van Boobytrap zich voorbereidt. Zo zie je
een grote 'A-teambus' waarin ze op pad gaan om
de val te zetten. De filmpjes zijn ook allemaal heel
erg spectaculair. Het is niet het klassieke candid ca
mera-werk. Het zijn stuk voor stuk heel ingenieuze
verhaaltjes, die geestig zijn en spannende situaties
opleveren. Sommige filmpjes duren wel tien minu-
Afgewacht moet worden, hoe het Nederlandse
publiek reageert op Steemans manier van presente
ren. In België is zijn populariteit onbegrensd. In
1984 kwam de carrière van de Vlaming eerst goed
op gang. Hij begon toen bij de Belgische radiozen
der Omroep Brabant, waar hij veel succes had met
het programma Het Genootschap. In dit radiopro
gramma ontstond ook Felice Damiano. Het typetje
Damiano werd gebruikt om de uitzending satirisch
af te sluiten. Op een grappige manier gaf hij com
mentaar op het nieuws van de afgelopen week.
Op de Belgische televisie oogstte Steemans als
Felice Damiano nog meer succes. Hij presenteerde
de anti-kwis Felice, Couleur Locale en de hoog ge
waardeerde talkshow Incredibile! Thans is Damia
no te zien in het kookprogramma 1000 seconden op
BRTN 1.
Over zijn rol als presentator in Felice zegt Steem
ans: „De Belgen wisten niet wat hun overkwam. Fe
lice was de opvolger van de show Hoger, lager, die
zes jaar lang had gedraaid. Hoger, lager was een
soort Rad van Fortuin met allemaal hebberige
mensen die grote prijzen wilden winnen en ik
maakte daar een complete anti-kwis van. Het pu
bliek verdeelde zich onmiddellijk in twee catego-
riën. De een vond het fantastisch wat ik deed, voor
een ander was het afschuwelijk. Die tegenstelling
vind ik leuk. Als er geen controverse is, maak je grij
ze televisie, zoals de shows in Amerika waar alles
van tevoren is uitgestippeld en de gasten net een
stel marionetten zijn."
Of er een vervolg komt op de zes geplande afleve
ringen van Boobytrap, daarover verkeert ook
Steemans nog in onzekerheid. „Ik plan nooit van
tevoren, ik vind het 'nu' belangrijker en tot nu toe
ben ik altijd bezig geweest. Je moet je werk gewoon
goed doen. Ik wil bewijzen dat televisie niet nood
zakelijk pulp hoeft te zijn. Televisie houdt het pu
bliek soms dom door de mensen in hun intelligen
tie te onderschatten. Nu is Boobytrap natuurlijk
geen informatief programma, er worden geen
spraakmakende onderwerpen besproken. Maar als
amusement is het goed. Het is de bedoeling dat ie
dereen gaat lachen in zijn zetel en dat de mensen
het de volgende dag nog over de uitzending heb
ben."
(Nederland 2, morgenavond om 20.30 uur)
is er niet een waarin je makke
lijk met briefjes van duizend
zwaait. In principe werken we
volgens de normale journalistie
ke beginselen, dus via eigen
nieuwsgaring."
Denk niet dat het haar meis
jesdroom is geweest om ooit
Neerlands grootste roddeltante
te worden. Trouwen, kinderen
krijgen en moeder worden, dat
was in haar jonge jaren Van der
Tonnekreeks grootste wens..
„Maar ik wist ook al heel snel
dat ik de journalistiek in wilde.
Vanaf het moment dat ik een
film zag over zo'n journalist met
een regenjas, een hoed en met
een potlood in de aanslag. Het
leek me waanzinnig spannend.
In werkelijkheid is het natuur
lijk helemaal niet spannend."
Nooit zal Van der Tonnekreek
vergeten dat ze naar haar schei
ding terugkeerde naar de Geïl
lustreerde Pers. Toen ze weg
ging bij Margriet, liet ze een
grijs bureau achter met daarop
een ouwe Adler schrijfmachine
en een volle asbak. „En toen ik
jaren later terugkwam, welis
waar niet bij Margriet, maar bij
Story, nam ik plaats achter pre
cies zo'n bureau. En de Adler en
de volle asbak was er ook weer.
Ik besefte dat er niets was ver
anderd. Het was het meest wee
moedige moment van mijn le
ven."
Hummie roddelt en studeert
rechten. De studie is bijna afge
rond. Op termijn wil ze ook een
boek gaan schrijven. „Eigenlijk
ben ik een anarchist. Ik erger
me vreselijk aan allerlei machts
structuren in de wereld en er is
heel veel dat de burger niet
weet. Ik heb inmiddels de nodi
ge dingen meegemaakt."
Macht
In het besef dat nu een ander
met haar idee er vandoor gaat,
zou ze naar eigen zeggen zou ze
zó een boek kunnen schrijven,
getiteld Een slimme meid is op
haar scheiding voorbereid.
„Maar ook over macht is veel te
VARA-voorzitter
Marcel van Dam in
Media Magazine:
„Wees van uzelf de
meester en niet de
slaaf. Dat is het
motto dat mij m'n hele leven
heeft bezig gehouden en be
heerst."
Karin Bloemen in het Alge
meen Dagblad:
„Ik sta niet uit te stralen op to
neel dat ik tieten heb. Nééé.
Niet zoals Vanessa van: kijk mij
i, ik heb tieten, maar ik kan
verder niets. Ik draag enorme
décolletés en strakke glitterjur
ken, ja. Maar niet om daarmee
annen te behagen. Mijn he-
,el, doe me een lol. Het inte
resseert me niets wat mannen
in vinden. Het gaat mij er-
wat vrouwen ervan vinden.
Ik doet het voor de vrouwen. Ik
provoceer. Om te laten zien dat
zich niet rot moeten scha-
en. Dat je bent zoals je bent.
Take it or leave it."
Karin Bloemen: „Ik draag enorme
décolleté's, maar niet om mannen
te behagen." foto archief
Seth Gaaikema in Panorama:
„Wanneer ik mezelf in de spie
gel zie, dan kijk ik naar een ern
stige man, van wie ik me niet
voor kan stellen dat er 's avonds
mensen om hem staan te scha
teren...Toon Hermans straalt in
het dagelijks leven toch iets van
vreugde uit, maar mij moet je
niet in m'n uppie in de rij voor
het postkantoor zien staan.
Eigenlijk ziet ze ze zichzelf als een wereldverbeteraar. Maar de reali
teit geeft haar de status van hoofdredacteur van AvantGarde en van
WeekendZe geniet de twijfelachtige reputatie Neerlands grootste
roddeltante te zijn. Maar wel een met een geweten. Hummie van der Ton
nekreek laat althans weten dat ze veel weet heeft gehad van de reusachtige
scoop van het overlijden van het 1,5 oude zoontje van Monique van de Ven.
„Die cover.. Wat heb ik daar een hartzeer van gehad."
Hummie van der Tonnekreek,
ze is waarachtig net een mens.
Sentimenteel. Maar tegelijk kei
hard, niemand en niets ont
ziend. Zie haar zitten: hoog
blond, kort jurkje, 48 jaar oud,
kettingrokend. Sinds drie maan
den is ze hoofdredacteur van
maandblad AvantGarde. Maar
haar hart ligt onveranderd bij
Weekend, het roddelblad waar
van ze al jaren de hoofdredactie
voert en dat nel als AvantGarde
door de Audax-groep wordt uit
gegeven. Twee bladen met to
taal verschillende culturen: „Bij
Weekend begint iedereen te jui
chen als ik handenwrijvend bin
nenkom met: joehoe, T'rea
Dobbs is aan de drank!Bij
AvantGarde trekken ze dan een
wenkbrauw op en vragen ze:
wie is dat, Trea Dobbs?"
Van der Tonnekreek werkt nu
tien jaar bij uitgeversgroep
Audax. Daarvoor zat ze bij VNU;
eerst bij Margriet en later bij
Story, samen met haar huidige
directeur/mede-hoofdredacteur
Wirn Schaap. „Ik ben er een van
kop in de wind en kont tegen de
krib", schetst Van der Ton
nekreek haar karakter. „Wirn is
rustiger. We vullen elkaar ge
weldig aan. Ik opereer graag so
listisch, maar zelfs de meest gi
gantische individualist heeft op
zijn tijd een maatje nodig. Je
moet je arrogantie bij iemand
kwijt kunnen, maar ook je onze
kerheden en je kwetsbaarheid.
Wim en ik zijn eikaars klaag
muur. Nog elke dag word ik
hartstikke door mijn werk geïn
spireerd. Ik ben nu een paar da
gen vi ij geweest, maar dan hun
ker ik dus echt naar de zaak. Ef-
fe kletsen met de collega's, effe
ruiken aan de cover."
Traanvocht
Reusachtige kopletters op het
voorblad van Weekend beloof
den onlangs onthullende lees
voer over HET DRAMA. Over de
volle breedte werd de dood ge
meld van Monique van de Vens
oudste zoontje. De concurrentie
wist die week nog van niets:
Weekend had de primeur.
Traanvocht springt in de ogen
van Van der Tonnekreek. „Ja, ik
word nou even heel emotioneel.
Zelden of nooit heb ik proble
men bij het maken van het
blad. Maar een moeder, die een
kindje van anderhalf kwijt
raakt... Het was een gigantische
scoop, maar ik was er niet blij
mee. Wim en ik zeiden tegen el
kaar: hadden we dit maar niet
geweten. We moesten dia's uit
zoeken voor de cover en ik kon
het bijna niet aan om onder de
loep naar die foto te kijken. Een
moeder! En zo'n klein kindje!"
Ze zegt altijd een bepaalde
sympathie voor Monique te
hebben gevoeld, terwijl ze toch
niet de eer heeft haar te kennen.
„Maar ze is leuk om te zien en
ze speelt goed. En dan dit... Ik
zat aan mijn bureau. Die cover
hing tegenover me en ik kon er
niet naar kijken. Ik heb er niet
van geslapen. Voor het eerst in
al die jaren dat ik bij Weekend
werk, telde het menselijke as
pect bijna zwaarder dan het
professionele. Overspel, schei
den, vreemdgaan: kind, ik kan
er niet genoeg van krijgen. De
moraal zit me niet zo erg in de
weg als het om dat soort dingen
gaat. Maar dit, dit overkomt je.
We hoorden het en dan moet je
heeft een netwerk van kennis
sen en dat breidt zich in de loop
der jaren als een olievlek uit. De
grootste bron zijn de sterren
zelf, mensen die graag over
zichzelf praten en eigener be
weging op party's en feestjes
naar je toe komen."
„Wat ook wel eens gebeurt, is
dat de buurman van een beken
de Nederlander opbelt. Met de
beste bedoelingen hoor, niet
voor het geld, maar omdat hij
denkt dat de Weekend-lezers
een bepaald nieuwtje ook wel
graag zullen willen weten. En
we hebben tipgevers. Die krij
gen echt niet zoveel betaald als
wordt gedacht. Ja, als iemand
met een compleet afgerond ver
haal komt, foto's en alles erbij,
dan kan dat veel opleveren.
Tien, twintigduizend gulden.
Maar het Nederlandse ldimaat
Hummie van der
Tonnekreek:
„Negatieve roddel
verkoopt niet in dit
land." foto marc
van der kort
er toch iets mee doen. Dat
moet."
Gebeurtenissen als deze,
maar ook bedgeheimen, relatie
problemen en overgangsperike
len van bekende Nederlanders
komen Weekend ter ore. De gro
te vraag is altijd: hoe? Van der
Tonnelaeek haalt haar schou
ders op. „Ach, het werkt bij ons
niet anders dan in de sportver
slaggeving. Iedere verslaggever