'Toneelspelen is als
een tekening maken'
c
Rtv/Show
Nederlandse misdaadserie bij VARA: Kats Co in voetsporen Derrick
ohn Kraaijkamp
speelt olifant
in porseleinkast
Ted de Braak
terug op TV met
quiz 'Top Score'
■TIJDAG 31 DECEMBER 1993
jVERSUM
SUSANNE VAN VELZEN
litsland heeft de Krimi's, Frankrijk de
i/itiers en Engeland de detectives.
;t de komst van het rechercheduo
ul Kats en Harry Klein heeft Neder-
id met ingang van morgen een ge
el eigen misdaadserie: Kats Co. In
rond Maastricht wordt het duo
orlopig zes weken lang met misdrij-
geconfronteerd.
or de serie hebben de VARA en co-
jducent BRTN beslag weten te leg-
op oude Derrick-scenario's van
teur Herbert Reinecker. Het gaat om
ginele Derrick-scripts uit de jaren
jentig. Volgens eindredacteur loost
Wolf van de VARA zijn de afleverin
gen in Duitsland nooit verfilmd omdat
de onderwerpen voor die tijd te ge
waagd waren. De Wolf somt onder
meer kindermishandeling, incest en
wraak als vergrijpen op. ,,In de loop
der jaren is Derrick in Duitsland zich
steeds meer in de deftige milieus gaan
afspelen. De afleveringen die wij heb
ben zijn daarom ook nu niet meer in
Duitsland te gebruiken. Die passen
niet meer bij Derrick", aldus De Wolf.
Alle afleveringen spelen zich in de
buurt van Maastricht en het grensge
bied tussen Nederland en België af.
Het is immers een co-produktie van de
VARA en de BRTN. Omdat de verhalen
in het grensgebied spelen, werken ook
veel Belgische acteurs aan de serie
mee. De opnamen van Kats Co zijn
voor een groot deel in Noord-Holland
(onder meer in IJmuiden) gemaakt.
Voor de regie van de serie tekenen Ben
Verbong, Ben Somboogaart en Ine
Schenkkan.
De pilot van Kats Co is overigens al
in 1991 opgenomen. Derrick-auteur
Herbert Reinecker heeft een en ander
bekeken en was volgens Joost de Wolf
direct enthousiast. „Na negentien jaar
Derrick was het voor hem aardig om
zijn scripts vanuit een heel ander di
mensie te zien. We kregen de vrije
hand van hem." Om nog een duidelij
ke verwijzing te maken naar Derrick is
ervoor gekozen om één van de hoofd
rolspelers Harry Klein te noemen. Het
verschil met de originele Derrick-serie
is echter dat Klein daar de assistent is,
terwijl Klein in Kats Co evenals Paul
Kats rechercheur is.
De acteurs Coen van Vrijberghe de Co-
ningh en Ben van Ostade wilden als re
chercheurs zo naturel mogelijk overko
men, vandaar dat ze zich hebben laten
adviseren door de Amsterdamse poli
tieman Simon de Waal. „Ik ben bij
hem op het bureau gaan kijken. Hij
heeft ons geleerd hoe je met een
pistool omgaat en hoe je handboeien
omdoet", aldus Van Vrijberghe de Co-
ningh.
Maar eindredacteur Joost de Wolf is re
alist genoeg om te weten dat de dage
lijkse praktijk nooit helemaal weerge
geven kan worden. „Dat gebeurt in
Derrick ook niet. Rechercheurs, ouder
dan 45 jaar worden nooit op zware de
licten gezet."
De VAJJA en de BRTN hebben in totaal
negen scripts gekocht, waarvan er nu
zes gebruikt zijn. Volgens De Wolf is
het de bedoeling Reinecker te vragen
om nieuwe thema's voor een vervolg-
serie aan te geven. „Maar het is steeds
de bedoeling geweest om na deze eer
ste serie, eigen scripts te gaan schrij
ven."
Kats Co als Nederlands antwoord op Derrick. Inspecteur Paul Kats
(Eerste uitzending, morgenavond om (Coen van Vrijberghe de Coningh) en Ben van Ostade staan gereed om
20.35 uur, Nederland 3) op pad te gaan. foto Gpd
rtine Bijl en John Kraaijkamp jr. te zien als
echtpaar Bovenkerk in de comedy 'Het
netje in huis'. foto gpd
ERSUM MARJON RODENBURG
zal je maar gebeuren. Is eindelijk je ti-
ïieke moeder overleden, en dan staat
d een week na de begrafenis je mateloos
ante vader met al zijn koffers bij je voor
leur. Vastbesloten om, nadat hij veertig
in Harderwijk onder het schrikbewind
zijn vrouw heeft geleefd, de rest van
leven feestend in Amsterdam bij zijn
n en schoondochter door te brengen.
Ie nieuwe VARA-comedy 'Het Zonnetje
luis', waarvan de eerste aflevering op
avond wordt uitgezonden, overkomt het
Bovenkerk (gespeeld door John
lijkamp jr.) en zijn vrouw Catharina
rtine Bijl). Wanneer Catharina de kof
van Piet Bovenkerk (John Kraaijkamp
uitpakt vindt ze in zijn toilettas vier(!)
leborstels. „Hoe lang is hij wel niet van
te blijven," vraagt ze zich onsteld af.
goed, als het aan pa ligt. Het bevalt
prima bij het echtpaar. Hij stort zich
overgave in het rosse leven van de
fdstad, komt pas in de kleine uurtjes
veel kabaal thuis en als hij zijn roes
uitgeslapen, bemoeit hij zich met het
leven van Erik en Catharina. „Hij eruit,
eruit," zegt Catharina dan ook .wan-
ze bijna op de rand van krankzinnig-
is beland na de zoveelste streek van
schoonvader. „Maar ik ben het zonne
huis!" reageert Pa Bovenkërk met een
ilengezicht.
kleine beetje hoop dat Erik en Cathari-
hadden, dat pa met het geld van de
lis van moeder een eigen flat zou ko-
(het liefst ergens in Groningen), ver-
nt als blijkt dat het fortuin van ma Bo-
:erk op is. Gedoneerd aan het dolfinari-
in Harderwijk. Pa is dus echt een blij-
man heeft altijd onder de plak geze-
zegt Kraaijkamp sr. over het persona-
lat hij speelt. „Na de dood van zijn
kan hij eindelijk zijn gang gaan. Hij is
itisch en een doordrammer."
:iet twee mensen die dol op elkaar zijn
lelemaal radeloos worden," zet junior
tegenover. „Ze houden van elkaar, ze
n een baby, ze willen privacy, maar die
nt zit daar in die porseleinkast."
lijtreiniger
lumor in 'Het Zonnetje in Huis' is hard,
keihard. Na de begrafenis van moeder
inkerk komt de dominee naar Piet toe.
ïad gehoord dat Piet zijn vrouw liever
willen laten cremeren. „Ja," reageert
opgewekt, „dan had ik haar as hier in
uiskamer kunnen uitstrooien.... Als ta-
liniger!" Ook Erik en Catharina nemen
blad voor de mond bij hun pogingen
vaderlief duidelijk te maken dat hij zo
mogelijk moet oprotten,
dertiendelige serie 'Het Zonnetje in
is een bewerking van de tien jaar ou-
ïgelse comedy 'Tom, Dick and Harriet',
ewerking van het orginele verhaal van
Cook en Johnnie Mortimer, de schrij-
van succesvolle series als 'George and
red' en 'Man about the house', is ge-
door Martine Bijl. „We willen Martine
meer kwijt," zegt Kraaijkamp sr. en-
iiast. „Ze heeft de bewerking heel leuk
an, ze is een goede actrice en boven-
is het een schat van een collega."
de samenwerking tussen vader en
Kraaijkamp, zijn beiden heel nuchter,
het moment dat wij samenwerken is
vader niet meer mijn vader, maar een
^a," zegt junior. „Comedy is het aller-
lijkste wat er is," vindt Kraaijkamp sr.
any heeft gevoel voor comedyspelen
at zeg ik niet omdat hij toevallig mijn
Zonnetje in Huis', vanavond, 20.45
Nederland 3)
Pleuni Touw en het godswonder van het theateryak
AMSTERDAM MONIQUE BRANDT
ommige, ogenschijnlijk
v onbelangrijke gebeurte-
W—nissen blijken achteraf
een grote invloed op iemands le
ven te hebben. Neem nou Pleuni
Touw. In haar jeugd liet een tan
te haar eens een ei met een
deukje erin zien. 'Weetje hoe dit
ei heet? Dit is een kneus. Nou, jij
bent net zo'n kneus'. 'Dat zullen
we dan nog wel eens zien', dacht
Pleuni. De uitspraak bleef haar
altijd bij. Maar haar tante heeft
nooit gelijk gekregen.
Touw, inmiddels dertig jaar in
het vak, kan immers bogen op
een fikse carrière. Haar laatste
activiteiten: de muzikale kome
die Little Voice, de RTL 4-serie
Diamant en, last but not least
haar veel geroemde rol in de film
De Tussentijd van cineaste Mari
anne Dikker.
Touws eigen Tussentijd is duide
lijk voorbij. Niet dat ze thuis wat
op haar nagels zat te bijten, maar
druk was anders. Middels een
sollicitatiebrief aan 75 theater- en
televisiemakers besloot ze - tot
afgrijzen van veel collega's - de
stilte te doorbreken. In de thea
terwereld is zo'n open sollicitatie
immers een zeer ongebruikelijke
'move'. „Ach, die flauwekul",
zegt ze, terwijl ze er het liefste
niet meer over zou hebben. „Ik
doe en ik zeg wat ik wil. Ik praat
over mijn leeftijd, de overgang,
over solliciteren. Ik vind dat je je
mond open moet doen als je niet
ondergesneeuwd wil raken. Het
is misschien 'not done' in dit we
reldje met zijn ongeschreven
wetten en codes, maar daar heb
ik lak aan. Het heeft natuurlijk te
maken met angst voor je eigen
falen, als je over zoiets valt. Maar
je kunt je leeftijd niet verbloe
men. En het is nu eenmaal onge
looflijk moeilijk voor vrouwen
van mijn leeftijd om gewoon -
werk te vinden. Het is onzinnig
om daar stilletjes over te doen."
Oorlog
Pleuni Touw neemt geen blad
voor de mond. Je zou het mis
schien niet verwachten, maar
vroeger was dat wel anders. Ze
was een bedeesd en zelfs enig
zins mensenschuw kind. Dat
komt zo: ze groeide op tijdens de
oorlogsjaren. Als Rotterdams
schipperskind was ze toch al een
Pleuni Touw (55), die ondanks haar theatercarrière vooral bekend werd door haar TV-rollen in
De Stille Kracht en De Fabriek, was een tijdje uit de schijnwerpers. Want hoe gaat dat, al sta je
avond aan avond in het theater, het grote publiek vergeet je als je niet regelmatig op de buis
verschijnt. Dat blijkt ook nu weer. Ondanks haar rollen in de speelfilm De Tussentijd en de
muzikale theaterproduktie Litüe Voice, bracht met name de RTL-serie Diamant haar terug van
Eigenlijk-Nooit Weggeweest. „Ach, bekendheid komt met golven. Je hebt het zelf niet in de hand,
daar heb ik me nu wel bij neergelegd."
beetje een buitenbeentje. Toen
de Duitsers het schip vorderden,
dook de familie - met schip en al
- onder. Ruim twee jaar bivak
keerde het gezin in Het Absolute
Niets. Allereerst in de Noordoost-
polder, die toen net was droogge
legd. Een grote kale vlakte. Bin
nen een maand was de schuit
omringd door onkruid van wel
twee meter hoog, want het wilde
natuurlijk wel groeien op die
vruchtbare kleibodem. Het verzet
waarschuwde dat de Duitsers het
schip op het spoor waren. Het
gezin Touw vertrok vervolgens
naar Genemuiden, nog latei-
werd de Beulakerweide bij Giet
hoorn het toevluchtsoord.
„Mijn vader liet water in het
schip stromen, waardoor we zak
ten. Het schip lag onder lagen
riet, en de stuurhut was afgebro
ken. We waren dus praktisch on
zichtbaar. We hadden een radio
aan boord, waardoor we nog een
beetje konden volgen wat er ge
beurde. Ik was goed geïnstrueerd
over wat ik wel en niet tegen
vreemden kon zeggen, voor het
geval we weieens van die boot af
kwamen, als ik met mijn moeder
wegging of zo. Je kon immers
niemand vertrouwen in die tijd,
niemand.
Het was een angstige, maar voor
al hele eenzame tijd. Er was nog
een spoorwegman aan boord, die
bij ons was ondergedoken na de
spoorwegstaking. Jarenlang zag
ik alleen mijn ouders en die man.
Toen ik dus na de oorlog in de
stad terechtkwam, vond ik dat
ontzettend eng. Ik was een beetje
mensenschuw geworden.
Ik heb het idee dat ik juist door
die schuwheid van toen de drang
heb gekregen om mezelf te ma
nifesteren, om mezelf onder druk
te zetten om dat gevoel te over
winnen. Dat ik mezelf dwong om
mensen naar me te laten kijken.
Een grote tegenstrijdigheid in
mijn karakter, die geldingsdrang
en die verlegenheid. Daar heb ik
het af en toe wel erg moeilijk
mee. In wezen heb ik nog die
zelfde verlegenheid die ik toen zo
intens ervoer. Goed, ik ben nu
55, en onderhand heb ik wel ge
leerd die gevoelens te hanteren,
maar ik kan - nog steeds - op de
meest vreemde momenten wor
den overvallen door die schuw
heid van vroeger. Ik ben ook niet
dol op grote feesten. Die zou ik
het liefste willen vermijden, maar
in dit vak is dat niet altijd moge
lijk."
Mensenangst
Het grootste deel van haar jeugd
woonde Pleuni bij een tante in
een Rotterdamse volksbuurt. Ze
was, om precies te zijn, één van
de twee leerlingen van haar
school die doorstudeerden.
Ze had zich ingeschreven op de
Arnhemse Toneelschool, en tot
haar eigen verbijstering werd ze
nog toegelaten ook. In Amster
dam, die doodenge stad, durfde
ze geen toelating te doen. Te ver,
te groot.
Niet dat Arnhem niét eng was,
trouwens. Eenmaal daar gearri
veerd werd ze onmiddelijk on
dergedompeld in haar verlegen
heid en mensenangst. „Ik was
dik en kippig. Ik droeg een bril en
had nog nooit een vriendje ge
had. Het was de tijd dat de hippe
meisjes witte lippenstift droegen,
zwart omrand. Tijdens de eerste
balletles moest ik mijn bril af
doen, ze hadden me voor hetzelf
de geld kunnen vragen of ik mijn
bloes uit wou trekken. Die bril
was iets waarachter ik me een
beetje kon verbergen, dus ik
voelde me ontzettend blóót. Ik
deelde dat eerste jaar een kamer
met twee andere meisjes, die was
door houten schotten in drieëen
gedeeld. Ik had het deel zonder
ramen.
Aanvankelijk moest ik elke och
tend wéér een gevecht met me
zelf leveren om mezelf ertoe te
dwingen naar die school te gaan
waar je tot op het bot werd afge
kraakt en nooit eens iets goed
deed. Maar gaandeweg beviel het
me steeds beter."
„Waar ze in die tijd goed in wa
ren, was dat je je vak goed leerde.
Bovendien was het in die tijd een
stuk makkelijker om je in het vak
te begeven. Bij je eindexamen
kwamen alle directeuren van de
gezelschappen kijken, en daar
lueeg je dan een contract aange
boden. De verplichting bestond
dat iedereen die van de toneel
school afkwam, een contract
moest krijgen. Jammer genoeg is
die situatie voor goed verleden
tijd."
Ongezond
Na de toneelschool was ze tot
1972 werkzaam bij verscheidene
gesubsidieerde gezelschappen,
daarna besloot ze alleen nog
maar aan vrije produkties mee te
werken. „Het voordeel van vrije
produkties is dat je elk seizoen
met andere mensen kunt wer
ken. Bovendien beviel mij des
tijds de mentaliteit van gesubsi
dieerde gezelschappen absoluut
niet. Het was mond houden en
spelen. Ik merkte te vaak dat de
acteurs hun regisseur geen te
gengas durfden te geven, uit
angst voor hun positie. Dat is een
ongezonde situatie, de machts
positie van een leider wordt dan
te veel uitgebuit. Natuurlijk is het
niet goed als'er te veel kapiteins
op een schip rondlopen, maar zo
hoeft het nu ook weer niet."
Met haar echtgenoot en acteur
Hugo Metsers speelt ze al zo'n
twintig jaar een eigenzinnige rol
in theaterland. Samen zetten ze
een eigen produktiebedrijf op,
Polona, waar Touw zich overi
gens uit heeft teruggetrokken. „Ik
kon er niet tegen, je voelt je als
een kunstenaar die met een map
onder de arm moet leuren met
zijn eigen werk. Dat doe je dan
ook als je een voorstelling wil
verkopen, en ik kan je vertellen,
dat is niet altijd even aange
naam. Ik sliep niet meer. Ik kan
wel met mijn rekenmachientje
overweg, daar zitjiet niet in. Ik
kan slecht afstand nemen. Mijn
echtgenoot is er wel goed in, dus
hij houdt zich ermee bezig."
Comedy
Pleuni Touw staat naar eigen
zeggen voor 'een gewoon soort
toneelspelen', met comedy als
haar favoriete genre. Geen kluch
ten van het niveau In-De-Kast-
Uit-De Kast overigens, maar
kwaliteits-comedy. Laveren op
de grens tussen comedy en dra
ma, dat is haar grootste uitda
ging-
Het steekt haar weieens dat de
jonge acteurs van tegenwoordig
niet hebben geleerd wat het is,
comedy spelen, juist omdat er
een hele tijd neergekeken werd
op het genre. Ze vergeten dat het
een heel serieus facet is van het
vak, en dat het een hele klus is
om je die speelwijze eigen te ma
ken. Mensen aan het lachen ma
ken is nu eenmaal een serieuze
bezigheid, waarbij een speler
geen last moet hebben van ijdel-
heid, dat werkt alleen maar als
een rem.
„Het liefst speel ik iemand die
ver van me af staat. Dan is het
makkelijker greep te krijgen op
een rol, die eerste contouren van
een personage te omlijnen. Net
als een schilder, die een eerste
opzet schetst, schets ik eerst con
touren, en vul ik die later in. Ik
zet iets grof op en dat werk ik in
detail uit. Toneelspelen is als een
tekening maken, het is een tech
niek, maar het wordt nooit routi
ne.
Ik zit nu dertig jaar in het vak en
ik merk dat het steeds moeilijker
wordt. Je gaat steeds meer van
jezelf eisen, ik eis zoveel meer
van mezelf dan tien, twintig jaar
geleden. Ook ken je steeds beter
de valkuilen waar je in terecht
kunt komen. Ik kijk ook steeds
kritischer naar mezelf, en dat is
niet altijd leuk. Mijn zelfvertrou
wen wordt soms behoorlijk aan
getast.
Stoppen? Ik denk er niet aan. Een
leven zonder theater, ik kan het
me niet voorstellen. Ik héét
weliswaar het reizen naar de the
aters toe, die verspilling, al die
nutteloze uren, ik word er gek
van. Maar theater is magisch. Je
komt op om kwart over acht en
werkelijk het enige dat nog telt is
dat het publiek een hele goeie
avond beleeft. Het vereist een
waanzinnige concentratie. Dat is
het godswonder van het vak. Het
is meesterlijk, dat gevoel, wan
neer alles van je af valt. Die kick
heeft me menigmaal gered in
donkere tijden."
Ted de Braak: „Waarom zou je een ouder ie
mand vervangen, als die zijn werk goed doet?"
foto gpd
HILVERSUM GPD
Al een maand of zeven doet hij vrijwel geen
televisiewerk meer, maar morgen pakt Ted
de Braak de draad weer op. Op Nieuwjaars
dag begint de NCRV rond de klok van half
zes met de taalquiz Top Score. In totaal zijn
er rond 240 spelletjes gepland; ze zullen
met een frequentie van zes dagen per week
(behalve op zondag) worden uitgezonden.
Top Score is een quiz, die al geruime tijd op
de Vlaamse televisie te zien is.
„Ik vind het een enige quiz", zegt De Braak
over het taalspelletje, dat bij BRTN wordt
geleid door quizmaster Ben Crabbé. Heel
simpel gezegd staan twee kandidaten voor
de taak om van een vier tot zevenletterig
woord een ander begrip samen te stellen.
Dagelijks worden vijf afleveringen opgeno
men. Geen sinecure voor een quizmaster
op leeftijd. „Ach, dat valt wel mee hoor. Zé
ker als je het vergelijkt met de grote shows
die ik heb gedaan. Het lastige is hooguit dat
ik vijf keer per dag een andere openings
tekst moet verzinnen. Het moet spiritueel
blijven, dus je moet iets aardigs zeggen. Je
moet er ook voor waken dat het niet te veel
routine wordt. Daarom vergt zo'n dagelijkse
quiz."
Realist
Als bijna zestiger wil De Braak het niet hele
maal uitsluiten dat hij ooit nog eens een
stap bezijden het amusement maakt, aan
de andere kant is hij realist genoeg om op
te merken dat er weinig te eisen is. Boven
dien is zijn karakter daar niet naar. „Als je
op je strepen gaat staan, verpest je de sfeer
zo. Ik ben, vergeet dat niet, ook met dit
soort programma's doorgegaan omdat de
kijkcijfers altijd goed waren."
Zonder ook maar iets af te willen doen aan
de populariteit van collega's als Ron Brand-
steder en Henny Huisman, kan Ted de
Braak het niet laten op te merken dat hij er
veel eerder was. Maar hij kent als geen an
der zijn huidige plaats. „Ik heb qua popula
riteit een beetje m'n piek gehad."
Van alles en nog wat heeft Ted de Braak in
het amusementswezen aangepakt. Hij was
veelvuldig te horen op de radio. Er is een
tijd geweest dat zijn knevel vrijwel dagelijks
door de TV-camera's werd gevangen. De
Braak stond op toneel en hij haatte zijn ca
bareteske talenten breeduit. Zelf kenschetst
hij zich als een entertainer. „Dat dekt de la
ding het meest. De programma's die ik voor
televisie heb gedaan en ga doen, hadden en
hebben allemaal een link met het theater.
Het overlapt mekaar een beetje. In het the
ater bestaat er meer een wisselwerking met
het publiek. Daarom blijft dat leuker. Er kan
in theater ook niet geknipt worden. Zelfs bij
een live-uitzending kan een TV-regisseur
een blunder verzachten door snel een ander
shot te nemen".
Het mag toch wel opmerkelijk heten dat de
NCRV een beroep op hem heeft gedaan om
een quiz te leiden. Dwars tegen de mode in
om daarvoor jongeren aan te zoeken. Twin
tigers, begin dertigers. „Degenen die bepa
len wie talent heeft, zouden eigenlijk zelf
getest moeten worden of ze dat wel kunnen
bepalen. Toen ik zelf begon, riep ik ook al
tijd: je moet jonge mensen nemen. Nu zeg
ik: waarom zou je een ouder iemand ver
vangen als die z'n werk goed doet?"
Zijn woorden zijn ietwat kribbig van toon
zetting. „Er zijn in ons land maar een paar
mensen die kunnen beoordelen of iemand
goed kan presenteren. Dat zijn Joop van
den Ende en John de Mol. Die kennen het
vak. Omroepbonzen hebben er niet altijd
kijk op, dus die spelen met iemands carriè-
Nieuwjaarsdag, Nederland I om 17.30
uur)
ïÈÊÊt.