Miljoenen vogels dood door auto's 'Bollenteelt is lastige sector' Zoutaanslag kwelt bomen langs kust Over leven Gedeelte van apen terug naar Afrika Verzet tegen onderzoek boringen in Usselmeer 'Katwijk wil schoner milieu' HETVELD IMSA komt uit milieu 8 WOENSDAG 3 MAART 1993 CHEF WILLEM SPIERDIJK. 071 -161440. PLV -CHEF MEINDERT V amstelveen De stichting AAP in Amstelveen gaat dit jaar 20 apen en 25 pa pegaaien terugbrengen naar Afrika. Ook vorig jaar regelde de stichting de terugkeer van een klein aantal uitheemsè dieren naar het land van herkomst. De vrijkomende hokken zullen ech ter niet lang leegstaan. De stich ting heeft een wachtlijst van apen die onder meer vanuit Li- vomo, Zürich, Lissabon en Ant werpen naar Amstelveen willen. De stichting AAP (Apen Adop tie Protectie) werkt al jaren vanuit een opvangcentrum aan de Legmeerdijk in Amstelveen. Hier komen als huisdier onge schikte vogels, reptielen en zoogdieren, in hoofdzaak apen, terecht, AAP spreekt van afdan kertjes, kneusjes en wegwerp- dieren die de psychiatrische kli niek voor verlóioeide mede schepsels in Amstelveen op vangt. Het terugsturen van apen is geen sinecure. Er zijn toestem mingen voor nodig van vele in stanties, in- en uitvoervergun ningen, gezondheidsverklarin gen en vliegtickets. AAP kan dit werk uitsluitend doen met hulp van donateurs en begunstigers. Het lastige werk van de stich ting AAP wordt nog extra be moeilijkt door huisvestingspro blemen. De flatgebouwen ruk ken op aan de Legmeerdijk en AAP moet daarvoor wijken. De gemeente, diverse ministeries en de Dierenbescherming span nen zich in om een nieuw on derkomen te vinden, maar daar is tot nu toe nog niets van te rechtgekomen. Informatie over donateur schap 25,- per jaar) of giften, tel. 020-645 3786. AAP geeft ook adviezen bij problemen met tropische zoogdieren, vogels en reptielen. Het autoverkeer is in Nederland de belangrijkste oorzaak van onnatuurlijke sterfte onder vogels. Volgens ramingen van Vogelbescherming Nederland worden jaarlijks min stens twee miljoen vogels doodgereden. Vooral uilen en roofvogels die langs wegbermen op muizen jagen, vallen ten prooi aan het langsrazend verkeer. leiden/regio» Het aantal van twee miljoen is mogelijk nog aan de lage kant, zo stelt Vogelbescherming in de jongste uitgave van het vereni gingsblad Vogels. Het is waar schijnlijk dat er elk jaar zelfs meer dan vier miljoen vogels de dood vinden langs de weg. Het totaal aantal broedvogels in Ne derland bedraagt vermoedelijk zeven tot twaalf miljoen. Na het uitvliegen van de jongen zijn het er tijdelijk drie maal zoveel. Vogelbescherming heeft het onderzoek gedaan in samen werking met Rijkswaterstaat, dat er uit het oogpunt van ver keersveiligheid ook naar streeft het aantal vogelslachtoffers te beperken. Het ontwijken van een roodborstje op de rijbaan of een forse klap van een blauwe reiger tegen de voomiit kan im mers levensgevaarlijke situaties opleveren. Onder vogels die muizen eten, zoals uilen, torenvalken en buizerds, vallen meer verkeers slachtoffers dan vroeger, zo ver moedt Vogelbescherming. Dit zou te maken hebben met het minder kort houden van de wegbermbegroeiing. Brede, rui ge wegbermen zijn een luilek kerland voor muizen. Het stre Engelse tuincultuur in Boskoop boskoop Tuincentra, verenigd onderde naam Europatuin, or ganiseren in verband met de Europese eenwording tot het eind van dit jaar een speciale manifestatie. Elke maand staat een Eu ropees land centraal bij Europatuin in Boskoop, Rijneveld 86. Het eerste land dat centraal staat is: tuinenland bij uitstek Enge land. De Engelse tuincultuur zal sterk worden benadrukt, met name in het assortiment. Typische rozentuinen, rozenbogen, buxus- en taxushagen zijn onder andere te bewonderen vanaf het weekeinde 5,6 en 7 maart. Lezingen en exposities over vlinders wageningen De Vlinderstichting organiseert op 6 maart haar landelijke vlinderdag in de Reehorst in Ede. Deze dag staat mede in het teken van het tienjarig bestaan van De Vlinderstichting. Naast lezingen over vlinders zijn er ook exposities met vlinders als thema. Onderwerpen die aan bod komen zijn onder meer: resultaten van landelijk vlinderonderzoek, vlindervriendelijk be heer in natuurgebieden en openbaar groen en vlinderplanten in de tuin. Aanmelding kan alleen nog telefonisch 08370 - 24224. Honden alleen aangelijnd noordwijk» Teruggekeerd uit warmere oorden beginnen de meeste vogelsoorten dezer dagen weer aan het bouwen van een nest. In de Katwijkse en Noorwijkse duinen geldt sinds gisteren dan ook een aanlijngebod voor honden. Tot 1 augustus mogen alleen aangelijnde honden in de duinen lopen. Het duingebied is een belangrijke broedplaats voor de redelijk zeldzame rood- borsttapuit. Hef dier heeft overwinterd in Spanje en zoekt nu naar oude konijneholen om een nest te bouwen. Ook uilen en bergeenden gebruiken verlaten konijnen-onderkomens als broedplaats. Inmiddels is ook de veldleeuwerik al weer gesigna leerd in het duingebied. De Vereniging tot Behoud van het Usselmeer (VBIJ) verwerpt het onderzoek dat het kabinet wil laten verrichten naar de milieurisico's van gasboringen in het Usselmeer. Het kabinet heeft tot een onafhankelijk on derzoek, onder druk van de milieubeweging en milieumi nister Alders, besloten. Volgens de IJsselmeervereni- ging gaat het onderzoek niet ver genoeg. Het kabinet zou de gas boringen - waarvoo.r de olie- monica wesseling Grote nonsens. Dat is de kwali ficatie die secretaris P. de Haas van de Katwijkse Vereniging Voor Industrie en Handel het jongste plan van minister H. Al ders meegeeft. De milieuminis ter wil bedrijven die niet de ver eiste milieuvergunningen heb ben, straffen door de winst af te romen. De Haas is gepikeerd: „De minister denkt blijkbaar nog ven naar meer bloemen langs de weg heeft met zich meege bracht dat er meer muizen le ven en er onder deze vogels meer verkeersslachtoffers val len. Vogelbescherming stelt voor praktijkproeven te doen, waar bij wordt bekeken of door een ander wegbermbeheer het aan tal muizen en daarmee ook het aantal doodgereden uilen en roofvogels afneemt. Bermen kunnen voor muizen onaan trekkelijk worden gemaakt door geregeld te maaien en het openhouden van kale plekken. Nu al is duidelijk dat een 'bloemvriendelijk' en een 'vo- gelvriendelijk' wegbermbeheer moeilijk met elkaar te combine ren zijn. Daarnaast zijn er speciale maatregelen nodig voor de kerkuil, een zeldzame soort die in het bijzonder door het weg verkeer wordt bedreigd. In ge bieden waar veel kerkuilen broeden zouden veldjes met ruige begroeiing moeten komen om de vogels weg te houden van de wegen. Met behulp van ringgegevens is een top twintig vastgesteld van soorten die een groot risico lopen om te worden doodgere den. Maatgevend daarbij is het Een forse klap van een weg vliegende reiger tegen de autoruit kan levensgevaarlijke situaties opleveren. percentage verkeersslachtoffers onder terugmeldingen van doodgevonden, geringde vogels. Op de eerste plaats staat de Dirk de Rooij 'spit naar groenvoor Noordwijk noordwijk adriaan brandenburg Kustgemeenten zouden bij de aanplant van jonge bomen en struiken meer rekening moeten houden met bepaalde weers omstandigheden zoals harde wind en zoutaanslag. Door bo menrijen niet langer 'evenwij dig aan de zuidwestenwind' te plaatsen, de nieuwe aanplant beter te beschutten en extra alert te zijn op de voedingsstof fen kan dikwijls een veel weel derige bomen- en plantengroei worden verkregen dan nu1 het geval is. Dirk de Rooij, leerling aan de Internationale Agrarische Hoge school Larenstein, stelt in zijn onderzoek 'Spitten naar groen voor Noordwijk' vast dat de aanslag van zout een veel grote re rol speelt dan wordt aange nomen. Door de nabijheid van de zee is de zoutaanslag op bo men in kustplaatsen - met na me aangevoerd door de veel voorkomende zuidwesten-win den - zeven keer zo groot als op groen dat wat meer landin waarts staat. De aanslag zorgt er onder meer voor dat sommige bomen meestal slechts een geringe hoogte bereiken, terwijl andere soorten nauwelijks overlevings kansen hebben. Navraag bij an dere kustgemeenten leerde De maatschappij NAM eerder toe stemming heeft gekregen - he lemaal moeten verbieden. Als niet tot een verbod wordt beslo ten, dan moet een volwaardige Milieu Effect Rapportage (MER) worden uitgevoerd, aldus de VBIJ in een brief aan de Tweede Kamer. Volgens de VBIJ is het door het kabinet voorgestelde onder zoek 'absoluut onvoldoende' voor een evenwichtige afweging van de risico's voor natuur, milieu en drinkwatervoorzie ning. katwijk/leiden»steeds dat de bedrijven het milieu niet serieus nemen. Dat terwijl er ip heel Katwijk geen bedrijf te vinden is dat niet hard werkt aan een schoner milieu. De secretaris vindt het niet fair dat Alders met boetes dreigt ter wijl de bedrijven hun best doen minder milieubelastend te wor den. De Haas heeft het idee dat het bedrijfsleven vaak onnodig de Zwarte Piet krijgt toegescho ven. „Vroeger rook het overal in Katwijk naar vis en nou ruik je niets meer." Rooij dat het effect van het zout nauwelijks wordt erkend en er maar mondjesmaat op wordt ingespeeld. Bollengrond Het onderzoek van De Rooij - bedoeld als afstudeerproject - maakt deel uit van een groot schalig plan van Noordwijk om de beplanting in het kustge meenten meer tot haar recht te laten komen. Daarbij wordt elk deel van de kustplaats afzon derlijk onder de loep genomen, of het nu gaat om de strook pal aan zee of het landgoed Offem. De Rooij heeft zich in zijn on derzoek niet slechts beperkt tot de invloed van het weer. Zo zet hij vraagtekens bij de grond soort die Noordwijk gebruikt bij nieuwe aanplant. De Rooij ver moedt dat de grond die de bad plaats de jonge bomen gunt (bollengrond oftewel geest grond) onvoldoende voedings stoffen bevat. Hij adviseert het gemeentebestuur dan ook on derzoek te laten doen naar de werkelijke kwaliteit van deze grondsoort. Ook het toerisme (hotelbouw, brede boulevards, parkeerha ven) heeft een zware wissel ge trokken op het 'bomenbestand' in de kustplaats, stelt de Houte naar vast. „Toch", zegt hij, „valt het totale beeld mij nog mee. Ik heb bovendien ook veel ver schillende soorten aangetroffen. Ja, ook bomen die door hun lig ging niet de kans krijgen verder uit te groeien. Maar Noordwijk heeft nu eenmaal veel straten die uitgerekend in zuidwestelij ke richting staan. En je kunt na tuurlijk moeilijk bij elke boom weer een apart schuttinkje zet ten. Dat is ook geen gezicht". Op grond van zijn onder zoeksresultaten heeft De Rooij Noordwijk inmiddels een reeks van adviezen aan de hand ge daan, zoals de aanplant van bo men die wat beter bestand zijn tegen zoutaanslag (met name kastanjes en populieren). En thousiast is hij zelf over het ini tiatief van Zandvoort om de oorspronkelijke vegetatie (duin landschap) voort te zetten in de dorpskern, bij voorbeeld in groenstroken en perken. De Rooij: „Het zou nuttig zijn wan neer er meer contact was tussen de verschillende gemeenten over het groenbeheer. Ze kam pen immers met dezelfde pro blemen en zouden best wel eens veel van elkaar kunnen Ie- Het gebeurde alweer een paar jaar geleden. Mijn jongste doch ter was een jaar of twee. Ik had haar na haar middagslaapje uit haar bed geplukt. En dan volgde het vaste ritueel waarvan nooit mocht worden afgeweken. Zo goed en zo kwaad als dat ging, trok ze - zittend op mijn arm - de gordijnen open en vervol gens keken we samen naar de vogeltjes. Haar kamertje gaf uit zicht op de achtertuin en de voederplank. Het was die mid dag net zulk vreemd weer als de afgelopen dagen. Behoorlijk zonnig, maar schraal en van die venijnige winterse buien. Plotseling gebeurde er iets on gewoons. Al het kleine vogelgrut dat zich daar ophield - mezen, heggemussen, vinken - stoof met veel kabaal in de dekking van de groene taxus en de hulst. Vreemd, want als de kat van de buren zich vertoont, gaan ze hooguit wat hoger in de takken zitten. Ook de tamme duiven van een van de achterburen ge droegen zich heel anders. Ze gingen vlak bij elkaar vliegen en scheerden dicht om de huizen heen. Veel lager dan normaal tijdens hun uurtje vrij vliegen. Onwillekeurig keek ik omhoog. En verdraaid, daar hing iets dat ik er nog nooit eerder had ge zien. In eerste instantie dacht ik aan een boomvalk of een slechtvalk. Was hij daar niet te groot voor? Voor ik er uit was, gebeurde het allemaal. Er schoot een zwerm kleinere vogeltjes in paniek langs het huis. Als een pijl uit een boog dook de roofvogel recht op de achtergevel af. In een flits zag ik waarop hij het had gemunt: een vink. herken baar aan zijn witte vleugelstreep toen hij vlak voor het slaapka merraam opzij zwenkte en in de ligusterhaag dook. Op nog geen decimeter gevolgd door de roof vogel, met zijn smalle, gele po ten recht voor zich uitgestrekt. Hoe ik me ook in allerlei boch ten wTong met de kleine op mijn ami, ik kon niet zien hoe dit drama afliep. Had het vinkje het gered door in de haag weg te duiken? Of had de roofv ogel het gewonnen? Ik zaJ het nooit weten. Mijn hart klopte in mijn keel. Wal ik voor mijn ogen had gezien, daar kon geen Agathe Christie tegenop. Ik had voor het eerst van mijn leven een sperwer zien jagen. Het zijn miraculeuze jagers, de ze snelle, slanke, supervvendba- re vogeltjesvangers. Een naast familielid van de havik die jaagt op duiven, fazanten en vogels van dat formaat. Sperwers hou den het meer op kleinere soor ten zoals mussen, mezen, me rels en vinken: soorten waarvan er behoorlijk wat rondvliegen. Want zo zijn roofvogels wel: die jagen bij voorkeur op voedsel dat in overvloed aanwezig is. Maar dat zo'n superjager ook bij mij in de tuin zijn lunch na jaagt, daar was ik toch wel even beduusd van. Normaal leeft de sperwer in open, bosachtige streken waar hij of zij bij voorkeur langs de bosrand struint. Nu neemt het aantal roofvogels ook in het westen langs de duinrand lang zaam maar zeker toe. Maar de Haarlemmerhout, waar ik vlak bij woon, lijkt me toch nog niet de ideale omgeving voor een superjager als de sperwer. ton in t veld foto wim dijkman steenuil (47,4%), op de voet ge- cent zitten verder de kievit, boe- volgd door de bosuil (44,1%), renzwaluw, torenvalk, water- kerkuil (38,9%) en ransuil hoen, merel, roodborst, grutto (34,5%). Boven de twintig pro- en zanglijster. amsterdam theo van der kaal) In het hoog oplopende conflict tussen de bollensector en de rijksoverheid over het terug dringen van bestrijdingsmidde len adviseert het onafhankelijke 1MSA, het Instituut voor Milieu- en Systeem Analyse in Amster dam. „De bollensector is een be langrijke vervuiler," zegt bio loog Geert Posma van IMSA. „De sector weet dat er veel aan het milieu moet worden gedaan en voelt aan dat dit slachtoffers gaat kosten. De bloembollen sector moet er hard aan werken om de vervuiling terug te drin gen. Vrijwel alle bollenkwekers zijn hiervan doordrongen, maar er bestaat ook ontkenning van de problemen. Er zijn nog bol lenkwekers die niet begrijpen dat het allemaal zo erg is. Er zit ten toch kikkers in de sloot en er zijn vogels op het land, zeg gen ze." „De bollensector is een lastige sector. Niemand kan op dit ogenblik aangeven wat de stand van de problematiek is. Er wor den nu al minder bestrijdings middelen gebruikt, maar harde cijfers waaruit het effect op de kwaliteit van het oppervlakte water blijkt, zijn er nog niet. De bollenteelt is nu bezig met een plan van aanpak om de proble men op te lossen. De eerste stap is alle feiten op een rij te zetten: hoeveel kilo gif wordt er ge bruikt en hoeveel daarvan ver dwijnt er in het oppervlaktewa ter." Zo vraagt IMSA de bollenbe- drijven orn zelf aan te geven wat hun milieu-verantwoordelijk heid is en hoe zij daar inhoud aan geven. In de praktijk blijkt dan, zeker niet alleen in de bol lensector, dat bedrijven wel zeg gen zich verantwoordelijk te voelen voor het milieu, maar niet kunnen aangeven wat dat betekent. Ook de overheid wordt door IMSA kritisch aan de tand gevoeld. Posma „Als wij die vragen stellen krijg je onmiddellijk de dilemma's op tafel. Zo blijkt de overheid uiteenlopende strate gieën te gebruiken voor wat zij op milieugebied wil bereiken. Het hoogheemraadschap Rijn land verschuilt zich met zijn ei sen aan de bollensector achter de nota's over waterhuishou ding van provincie en rijk." „IMSA vraagt steeds maar de meetlat waarmee je milieusuc ces meet. Als ie het daar niet over eens wordt, blijft het ploe teren. Het is maar waar je naar kijkt: naar de watervlooien die sterven, naar het gevaar voor de volksgezondheid, de kwaliteits normen voor water of lucht of de vermindering van uitstoot van milieubelastende stoffen. Het is gebleken dat het terug dringen van alle bestrijdings middelen niet zoveel rende ment oplevert als uitsluitend het terugdringen van de meest schadelijke middelen.' Een ander voorbeeld van on begrip tussen bollensector en overheid is de composthoop. De overheid eist onder alle composthopen betonnen vloe ren. De bollenteler begrijpt niets van deze cis. want bollen- afval is volkomen droog. „Ac ceptcer je als overheid zo'n af wijking van de regels? zo luidt onze vraag dan," zegt Posma, „De overheid staat voor een enorm dilemma. Het aantal problemen is zeer groot en zeer gedetailleerd. Als buitenstaan der zijn wij in een positie om de dingen duidelijk te maken en ook harde boodschappen te brengen. Als je een bollenteler milieucrimineel blijft noemen, wordt hij boos en uiteindelijke volstrekt ongeïnteresseerd. Wakker schudden, zoals de milieugroepen doen, is hard no dig, maar er moet ook begrip zijn." „De andere weg is cijfers op tafel leggen en zaken onderzoo ken om dingen aan te tonen. Een fabriek kun je stilleggen, de bollensector niet. Onwillige werknemers in een fabriek kun je bijsturen of ontslaan. Bij de bollensector is dat laatste uitgc sloten. Daarom is het een lasti ge sector." Het onafhankelijke Instituut voor Milieu- en Systeem Analyse in Amsterdam adviseert in milieuconflicten en helpt bedrijven en overheden bij het ontwikkelen van milieumanagement. Onder directie van Wouter van Dieren, lid van de Club van Rome en destijds oprichter van Milieudefensie, is het nog jonge instituut uitgegroeid tot een particulier adviesbureau met 25 perso neelsleden. Voor driekwart werkt het instituut in opdraent van grote bedrijven zoals de Europese kunstmestindustrie en de Ne derlandse zeepfabrikanten Opvallend is dat er vrijwel geen technici in de staf zijn vertegenwoordigd. Wel natuurkundigen, chemici, biologen, bedrijfskundigen en psychologen, velen met een verleden uit de milieubeweging. Jonge bomen aan de Golfbaan in Noordwijk. Volgens Dirk de Rooij zou Noordwijk bij de aanplant van groen meer rekening moeten houden met weersomstandigheden. foto w/mdijkman

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 19