Pfrommer: kind met de kinderen Turk speelt nu alleen nog maar voor z'n plezier Mereuriusw Sport ZATERDAG 30 JANUARI 1993 REDACTIE HERMAN JOUSTRA AD ROB ONDERWATER CERT JAN ONVLEE Als schaatser heeft Leen Pfrommer nooit op de hoogste trede van het ere podium gestaan. Wel zorgde hij ervoor, dat Ne derland een lange reeks olympische, Europese en wereldkampioenen op de langebaan kent. In het verre verleden inspireerde hij Kees Verkerk en Ard Schenk al tot grote daden. Maar ook de aankomende generatie, met uit de Leid- se regio Jeroen Straathof en Martin Hersman, wijst hij de weg omhoog. Klein van gestalte, glimlach op het gézicht: Leen Pfrommer ten voeten uit FOTO LOEK ZUYDERDUIN De kans dat Rob Turk ooit terugkeert in de oranje selectie tafeltennis, is ui terst miniem. De Rijndij ker komt daar als num mer drie van Nederland wel degelijk voor in aan merking. Maar hij heeft er geen zin meer in. Turk speelt nu voor z'n plezier. Daarbij zitten ze bij de ta- feltennisbond ook echt niet op het 'enfant ter rible' te wachten. Hazerswoudenaar af geknapt op professioneel tafeltennis „Ik kan nog steeds aardig tafeltennissen, maar bewijzen hoef ik me niet n HAZERSWOUDE-R „Ik heb niet echt te klagen", lijkt tafeltennisser Rob Turk zijn re laas optimistisch te beginnen. Maar al snel blijkt niet alles ro- zegeur en maneschijn te zijn, hoewel zijn nieuwe club Peco- s/Oegstgeest hem goed bevalt. „Ik werk 25 uur per week part time en doe daarnaast aan tafel tennis. Het is niet de combina tie die ik altijd heb nagestreefd. Eigenlijk heb ik altijd proftafel tennisser willen worden. Maar dat is in Nederland absoluut onmogelijk." Hij heeft een paar pogingen ondernomen. „Bij Avanti en OKI. Maar de mensen van de club zijn onbetrouwbaar geble x ken. Als het op betalen a 1 kwam ging het een paar ma den goed en dan hield het eens op. Ik heb daar hele slech te ervaringen mee opgedaan Mijn laatste contract was bij OKI in Eindhoven. Je krijgt zo'n contract voorgelegd en je zet je handtekening er onder. Dan denk je dat zo'n overeenkomst wordt nagekomen. Mis. Ook de beloofde baan ging niet door. Bij Avanti heb ik destijds het zelfde meegemaakt. Nou ging het nog niet eens om bedragen dat je daarvoor naar de rechter stapt. Ik heb dus twee keer ver zuimd om dat te doen. Nu ben FOTO HENK BOUWMAN ik zover dat ik er niet meer in trap. Ik speel in Oegstgeest lou ter nog voor mijn plezier." De inmiddels 25-jarige Ha zerswoudenaar is afgeknapt op het topsportbeleid in Neder land. Net zoals waarschijnlijk (bonds)bestuurders op het 'en fant terrible' zelf zijn uitgeke ken. Want ook dat blijkt uit al les. De speler riep gedurende zijn loopbaan tot nu toe ook al tijd weerstanden op. hoewel hij zelf niet alle schuld op zich ital ken passeert de revue van Turk, die zeven jaar geleden op de Nederlandse titelstrijd vierde werd en zich onlangs weer als derde van ons land presenteer de. Turk is daarmee niet terug in de schijnwerpers gekeerd. Hij is juist weer terug bij af. Er zijn een paar dingen die hem dwars zitten en hem er toe verleiden morgen uit protest de wedstrijden van het wintercir- cuit te mijden en vanavond 'lek ker' naar een muziekconcert te gaan. „Waar de bond nu precies mee bezig is, weet ik niet. Ik stond in december in de halve finale van het NK. Toen kreeg ik een uitnodiging van de bond of ik als oud-international ik heb vijf jaar in het Nederlands team gezeten naar die wed strijden wilde komen kijken. Moest ik zeker naar mezelf ko men kijken? Vóór die kam pioenschappen stond ik zeven tiende op de nationale ranglijst. Een maand later met die der de plaats op zak en 52 van de 54 wedstrijden ongeslagen blijk ik op de nieuwe ranglijst nog steeds zeventiende te staan. Merkwaardig, niet? Een Casper Mol, die een heel jaar niet ge speeld heeft, staat nog steeds negende." Voor hij - gevraagd door ex- voorzitter Sjaardema - dit sei zoen naar Oegstgeest kwam, werd Turk ontslagen door OKI. „Toen al die beloftes, waar ik het in het begin al over had, niet nagekomen werden, heb ik in Rotterdam uit nijd twee partijen voor de club laten lopen. Ze wa ren veilig, maar ik vloog er uit. Tegelijkertijd werden alle kos ten (shirtjes e.d.) op mij ver haald. Waardoor ze konden zeggen dat ik geen geld meer kreeg." Turk viel in '88 ook in on genade bij bondscoach Jan Vlieg. Zijn halsstarrige houding tijdens de EK in Parijs brak hem op. „Ik werd uit het toernooi ge slagen door de Rus Mazonov, die van iedereen met 3-0 won. Volgens Vlieg verloor ik door een verkeerde tactiek, omdat ik niet naar hem geluisterd had. Hij beweerde dat dat de zoveel ste keer was en stelde me daar na niet meer op." Opstandig is de Rijndijker nog steeds, getuige zijn weigering om zijn kansen in het wintercir- cuit te verdedigen. Een terug keer in de tafeltennisploeg van Oranje acht hij gezien het verle den uitgesloten. Het lokt hem - die zich wel onrechtvaardig be handeld voelt - niet meer, zegt hij. ,,Ach, een tripje naar Italië of zo kan ik zelf ook wel regelen. Daar heb ik de bond niet voor nodig. En ze willen me kenne lijk niet meer." Oegstgeest wilde hem wel in lijven. Met Turk keerde de ploeg van trainer Sojinu na een half seizoen in de eerste divisie met speels gemak terug op het hoogste niveau. „Kijk ik kan nog steeds aardig tafeltennissen, maar bewijzen hoef ik me niet meer. Ik ben daarom ook niet meer zo agressief als vroeger, toen ik nog wel eens een spiegel van de wand trapte, scheids rechters uitschold. Verlies ik nu eens, dan zit ik er ook niet meer mee. Wat dat betreft voel ik me aardig thuis bij Oegstgeest. Ik vind het nog wel leuk om een beetje te sporten en als dat toe vallig op het niveau van de ere divisie kan is dat meegenomen. Ik kan nu vrij-uit spelen. Bij Oegstgeest heb ik vrienden. Naarmate het team meer pres teert. wordt mijn motivatie gro ter. We kunnen ons aan elkaar optrekken en zullen ons zeker handhaven." LEIDEN TIM BROUWER DE KONING Leen Pfrommer kun je uitteke nen. Klein van gestalte, glimlach op het gezicht dat voor een deel schuilgaat onder een onafschei delijke oranje puntmuts. Cor rect en de beminnelijkheid zel ve. En bovendien niet weg te denken van de ijsbanen in Ne derland en omstreken. De jeugd loopt met hem weg. Vraag het Jeroen Straathof uit Zoeterwoude, vorig jaar wereld kampioen bij de junioren. Vraag het Martin Hersman uit Sassen- heim, diens beoogde opvolger. Als coach van Jong Oranje zorgt vader Pfrommer goed voor zijn zonen en dochters. Samen met zijn vrouw Iet, die ook in de drukke wintermaanden aan de zijde van haar man staat. Wat verder opvalt aan de 57- jarige gewezen beroepsmilitair uit Apeldoorn is zijn trouw. Ruim twintig jaar geleden, in de hoogtijdagen van Ard en Kees- sie, stond de kleine coach Pfrommer aan de top. Zijn po gingen om Schenk ten koste van de lepe Verkerk op het hoogste internationale platform te krijgen, slaagden met glans. De wereldtitels van Harm Kui pers en Piet Kleine bewezen dat Pfrommer ook met andere schaatsers dan het gouden duo successen kon boeken. Maar de verzadiging sloeg toe. Niet eens zo zeer bij Pfrommer zelf als wel bij de buitenwacht, pZ die het tijd vond voor een nieuw gezicht. De kritiek op de gelouterde bonds- coach was niet van de Lh lucht, toen de vier Noorse S-sen Stensen, Sjöbrend, fJLj Storholt en Stensjemmet voor een revolutie op de langebaan zorgden. Met een korte slag en aerody- namische schaatspakken" namen zij een voorsprong op de voornamelijk uit Nederlanders bestaande concurrentie, die pas jaren later werd ingelopen. Pfrommer had dat moeten zien aankomen. Maar de groot ste kracht van de coach, zijn va derlijke voorzichtigheid, was te vens zijn voornaamste min punt. De behoudende aanpak van Pfrommer werd bijna spreekwoordelijk. Zo bestond hij het Ard Schenk op de Olym pische Spelen van 1972 in het Japanse Sapporo weg te sturen op een schema, dat hem bijna een halve minuut van de gou den medaille had kunnen af houden. Gelukkig was de lange schaatser zelf voldoende bij de pinken om zich niets aan te trekken van de fluwelen aanpak van zijn coach. Na al die jaren blijkt Pfrom mer nauwelijks veranderd. Uiterlijk niet. want. een en kele groef daargelaten, straalt zijn gelaat nog steeds dezelf de jeugdige beminnelijkheid van vroeger uit. Ook zijn be houdzucht heeft de tand des tijds doorstaan. Zo liet hij Falko Zandstra nog een jaar tje langer 'rijpen' in Jong Oranje. En op Pfrommers dringende advies koos Bar bara de Loor voor Jong Oran je en haar havo-opleiding, hoe graag vrouwen-bonds- coach Henk Gemser haar vol gende week ook had laten deel nemen aan de wereldkam pioenschappen voor senioren in Berlijn. Nu lijkt de Apeldoomer met al zijn voorzichtigheid beter op zijn plaats bij junioren dan bij volwassen schaatsers. Bart Veldkamp, overigens nooit te beroerd om ongevraagd zijn mondje te roeren, gruwde vorig jaar publiekelijk bij de gedachte dat Pfrommer wel eens de op volger van Ab Krook zou kun nen worden. Pfrommer hield zich wijselijk op de vlakte en hield uiteindelijk, net als Krook, zijn oude functie. Even leek hij nog in beeld als opvolger van Arie Koops als vrouwen-coach, maar toen die benoeming niet afkwam bleef de oud-militair op zijn post. Tijdens de trainingskampen met Jong Oranje is Pfrommer kind met de kinderen. Zeg maar Leen, zegt hij tot elke nieuwe lichting, waarvan de jongste vertegenwoordigers zijn klein kinderen hadden kunnen zijn. Vervolgens brengt hij hen de fij ne kneepjes van het schaatsen rijden bij; die verleert hij nooit meer. Maar ook aan de andere kant van de medaille, de maat schappelijke ontwikkeling van jonge sporters, besteedt hij ruimschoots aandacht. Als zijn pupillen een uurtje aan hun schoolwerk besteden, zit Leen met een schaatsboek in hetzelf de vertrek te studeren. Het mooiste moet nog komeg. Pfrommer is inmiddels zo ver groeid met de Nederlandse schaatsfamilie, dat hij zijn vrouw Iet meesleept naar menig trainingskamp. Haar betrokken heid eindigt niet bij het vast houden van de hand van haar echtgenoot. Want omdat er voor jonge topschaatsers niets gaat boven de vertrouwde Hol landse pot, schilt en kookt let Pfrommer in Inzeil de aardap pelen voor de vijftien leden tel lende Nederlandse schaatscom- mune. Want ook in het huishouden zijn er nu eenmaal regels waar van Leen Pfrommer. stipt als hij is, niet gemakkelijk afwijkt. ACHTERGROND LEIDEN GERT-JAN ONVLEE Indien aan de wens van de meerderheid van die twintig afdelingen van de KNVB wordt voldaan, gaat de voorgestelde her structurering niet door. Twaalf afdelingen, waaronder de KNVB Afdeling Leiden, sa men goed voor 52 procent van de leden van de KNVB, hebben zich inmiddels immers al tegen het voorstel gekant. Maar de afdelingen, noch het bestuur ama teurvoetbal van voorzitter Ad Lansink maakt de dienst uit. Het zijn de zestig afge vaardigden van alle afdelingen die op 27 maart gaan bepalen hoe de toekomst er uit ziet. Die afgevaardigden nu kennen binnen de KNVB-structuur een vrije rol. Van hen wordt natuurlijk wel degelijk verwacht dat zij de stem van hun afdeling in Zeist laten horen. Maar zij doen dat wel 'zonder last of ruggespraak'. Met andere woorden: als af gevaardigden tijdens de vergadering aanlei ding zien op het standpunt van de afdeling terug te komen, kunnen zij dat op persoon lijke titel ook doen. Op die afgevaardigden heeft het bestuur amateurvoetbal in Zeist haar hoop geves tigd. Zij zullen ervoor moeten zorgen dat de herstructurering, zoals die door het onder zoeksbureau Andersson, Elffers en Felix in de nota 'Op de Keper Beschouwd' is neer gelegd en door het amateurbestuur is omarmd, inderdaad werkelijkheid wordt. Tegen de wil van een meerderheid van de afdelingen in. Het gaat Zeist om de macht Als het aan het bestuur amateurvoet bal van de KNVB ligt, heeft de afde ling Leiden haar langste tijd gehad. En met de 90-jarige afdeling van voorzitter Diederik van der Veen Meerstad ook de andere negentien. Zij gaan op in acht districten van min of meer gelijke omvang. Tenminste, als dat bestuur zijn zin krijgt. Democratisch gezien zal het allemaal wel kloppen. Maar het blijft natuurlijk een merkwaardige situatie. Zoals het op zich al opmerkelijk is dat het amateurbestuur er toe is overgegaan de herstructurering in de ze vorm op de agenda van de buitengewo ne algemene vergadering amateurvoetbal te plaatsen. Als na het tellen der koppen blijkt dat een meeyierheid van betrokkenen tegen een bestuursvoorstel is, past het een bestuur om dat voorstel terug te nemen. Dat gaat al op voor de meest simpele plannetjes, laat staan voor verregaande voorstellen als de nu voorliggende herstructurering. Waarvan je je zelfs, zoals Van der Veen Meerstad dat doet, mag afvragen of niet gewoon een tweederde meerderheid op zijn plaats is. Het gaat per slot van rekening om het com pleet opheffen van afdelingen. Diederik van der Veen Meerstad. Voorzitter van een bedreigde afdeling. FOTO LOEK ZUYDERDUIN Het bestuur amateurvoetbal houdt er ech ter andere denkbeelden op na. Dat pres teerde het twee weken geleden om in het Belangen Advies Orgaan gewoon mee te stemmen over een advies aan zichzelf, waardoor de stemverhouding niet 8 voor en 12 tegen was, maar 16 voor en 13 tegen. „Reglementair juist," liet voorzitter Ad Lan sink deze week nog weten. Dat zal best wel Maar dat het onder de categorie 'laakbaar besturen' valt, moge duidelijk zijn. Nu hebben ze daar in Zeist toch wat mee. Het bestuur van de sectie betaald voetbal trachtte twee weken terug ook al op geheel eigen wijze ('stikken of slikken') haar zin door te drijven. Het kwam het bestuur on der leiding van Martin van Rooijen op een vervroegde aftocht te staan. Het bestuur amateurvoetbal heeft zich daartegen beter gewapend. Lansink, zelfde bloedgroep als Van Rooijen toch, is 'geenszins' van plan er een portefeuillekwestie van te maken „Mijn wereld stort niet in als het voorstel wordt afgewezen." Vraag is dan echter wel waarom lansink en de zijnen datzelfde voorstel koste wat kost door de strot van de oproer kraaiende ach terban willen duwen. Omdat het zo'n goed voorstel is wellicht? Omdat het bestuur het licht heeft gezien, maar die domme achter ban niet? Het vernietigende commentaar van be paald niet onverstandige afdelingsbestuur ders wijst in een andere richting. Sterker nog, zelfs een leek ziet in dat je geen beter functionerende organisatie, 'kortere lijnen' en 'meer betrokkenheid bij de KNVB krijgt door de afdeling Amsterdam tot en met Texel te laten doorlopen. Of I eiden met Den Haag en Rotterdam te laten samen gaan. Maar waarom dan wel? Waarom heeft het bestuur amateurvoetbal als opdrachtver strekker het onder/oeksburi Mii \1 I den kant van verregaande herstructurering op gestuurd? Waarom hebben lansink en de zijnen de kritiek trachten de weerleggen door het instellen van een drietal werk groepjes, voornamelijk bestaande uit voor standers van de voorstellen? En waarom staat datzelfde bestuur amateurvoetbal nog altijd zo pontificaal achter de plannen, als nu al duidelijk is dat de zogenaamd effi ciëntere werkwijze de gewone voetballer in Nederland aanzienlijk meer geld gaat kos ten (in de wel goed en goedkoop werkende afdeling Leiden komt het verschil per lid op meer dan tien gulden)? Het antwoord zal nooit door Zeist worden verstrekt. Maar ligt natuurlijk duimendik voor het oprapen. Nog even afgezien van de belangen van de Zeister professionals die in de nieuwe situatie serieus worden opge waardeerd, gaat het Lansink c.s. om de* macht. En daarom wordt nu dat politieke spel gespeeld. Het nu bijna twintig jaar be staande amateurbestuur wil eindelijk wel eens af van die autonome, en vooral eigen wijze afdelingen. Wil nu eindelijk eens plannetjes kunnen maken, zonder het gr vaar te lopen dat ze door die lastige afdelin gen worden afgeschoten. Vandaar dat het bestuur amateurvoetbal op 27 maart de confrontatie met de afgevaar digden wel aandurft. Hoewel, confrontatie7 Tweedekamerlid Lansink is politicus gr noeg om te weten hoe je aan een meerder heid komt. Kwestie van paaien. De eerste stap daartoe is inmiddels gezet. In het be stuursvoorstel vol losse eindjes, is ook zo'n eindje voor de afgevaardigden gereserveerd Over het aantal afgevaardigden dat in de nieuwe structuur werkzaam zal zijn. dient 'nader beraad' plaats te vinden. valt er te lezen. Logisch. Het bestuur heeft ze nu nog even nodig. En dan is het verstandig om pas na 27 maart te zeggen dat je het ook wel met dertig afgevaardigden afkan...

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1993 | | pagina 25