Op zoek
naar een
plek voor
'El Greco'
"V;
ilJDFJAARS
rX:XlT 'Oud worden komt van binnenuit'
Vijf procent 85-plussers
is gezond
Het kunstwerk zelf blijft er
onbewogen onder. Sinds 22 mei staat
het in het zuidelijk transept van de
Hooglandse Kerk en laat het zich
bewonderen. Maar de commotie
rondom de monumentale sculptuur
Hommage aan El Greco neemt toe.
Koortsachtig proberen zes Leidenaars,
die zich hebben verenigd in de
Stichting 'El Greco', gemaakt door de
beeldhouwster Irène Prinsen voor
Leiden te behouden. Daarvoor is een
bedrag van ongeveer 200.000 gulden
nodig.
Irène Prinsen: „Via via ken ik heel veel mensen. Als ze allemaal een klein bedragje
overmaken, komt die 6000 gulden wel bij elkaar." foto jan holvast
oordat de stich
ting echter über
haupt kan den
ken aan een permanente opstelling in
Leiden, moet eerst 6000 gulden worden
opgebracht, zijnde de huur voor 1993.
Want voor niets gaat de zon op, vindt
ook het College van Kerkvoogden dat
de Hooglandse Kerk beheert.
Hommage aan El Greco is een zeer
groot kunstwerk, dat geheel vervaardigd
is uit plaatstaal. De Leidse kunstenares
Irène Prinsen heeft met lasapparatuur
het lijdensverhaal van Christus in het
staal ingebrand. Het hoogtepunt, een
lijdende Christus aan het kruis, is aan
de achterwand te zien. Prinsen 'schil
dert' met de snijbrander en maakt het
vier millimeter dikke staal licht en door
zichtig. Op die manier wil ze de Spaan
se schilder El Greco in herinnering roe
pen, die in zijn schilderijen ook de sug
gestie van transparantie en stralende
schittering wist te bereiken.
De gemeente Leiden gaf de kunstena
res afgelopen voorjaar een presentatie
subsidie van 3000 gulden. Daarmee zou
zij tijd winnen om particulieren, bedrij
ven of musea te vinden die het kunst
werk zouden willen tentoonstellen of
kopen. De kerkvoogden van de Neder
lands Hervormde Gemeente stelden de
Hooglandse Kerk beschikbaar om de
Hommage te herbergen. De expositie
was officieel van 22 mei tot en met 19
september te zien, maar sindsdien is
het kunstwerk in de kerk gebleven.
Monumentaal
Al tijdens de opening van de expositie
in de Hooglandse Kerk raakte de Hom
mage bij enkele Leidenaars een gevoeli
ge snaar. Hein van Woerden, Frits
Bruins, Rianne van Schreven-Peters,
Egon Snelders, Akke Timmermans en
Koos Metselaar vonden dat het kunst
werk voor Leiden behouden moest blij
ven. Van Woerden licht toe: „Het heeft
zo'n prachtig monumentaal karakter.
Het is indrukwekkend, fraai geciseleerd,
expressief en het vertelt een verhaal.
Daarnaast vinden wij het gebruikte ma
teriaal ook bijzonder. In principe willen
we dat het in de Hooglandse Kerk blijft
staan. De ruimte is er buitengewoon
geschikt voor."
Inmiddels hebben de bewonderaars
van de Hommage een stichting opge
richt en vijftien particulieren en bedrij
ven een brief gestuurd. De stichting
heeft twee doelen: allereerst moet de
6000 gulden huur worden opgebracht
en vervolgens moet een grote actie star
ten die de benodigde twee ton moet
opbrengen.
Woordvoerder C. Jongejan van de
Kerkvoogdij zegt dat de Hommage wat
hem betreft in de kerk kan blijven: „We
vinden het een aanwinst voor de kerk
en het pastoraat is er zelfs erg enthou
siast over. Als de stichting jaarlijks de
huur kan opbrengen, mag het wat ons
betreft blijven staan tot het is weg-
geroest. En dat kan nog lang duren."
Jongejan vindt de gevraagde huur niet
hoog: „Het is niet zo dat het transept
nergens voor wordt gebruikt. Tijdens
hoogtijdagen scheelt het honderd zit
plaatsen. Bovendien veroorzaakt het
aanloop en trekt het vuil aan. Dus te
genover de inkomsten staan ook uitga
ven!" Jongejan heeft goede hoop dat de
stichting de benodigde 6000 gulden bij
een kan brengen.
Kopers
Ook Irène Prinsen hoopt daarop: „Zo
lang het in de kerk staat, kan ik het nog
aan allerlei mensen laten zien en ko
pers ervoor interesseren. Als het is op
geslagen, kan ik het niet tonen en dus
ook niet verkopen. Ik zou trouwens niet
weten waar ik die opslagruimte moet
vinden, want het atelier waarin ik het
heb gemaakt is alweer gevuld met een
nieuw groot kunstwerk. Andere ruimte
heb ik niet."
Prinsen wijst erop dat het kunstwerk
is getaxeerd op 2,5 a drie ton: „Omdat
ik het belangrijk vind dat het in Leiden
blijft, wil ik het voor twee ton aan de
stichting verkopen, dat is echt heel
goedkoop. Er zit namelijk twee jaar
werk in en de kosten van zuurstof en
gas zijn gigantisch. Het plaatstaal op
zich is niet eens de belangrijkste kos
tenpost." Verder zegt Prinsen dat het
kunstwerk, ondanks de omvang en de
prijs, niet onverkoopbaar is: „Er zijn an
dere contacten. Als de stichting er het
komende jaar niet in slaagt om het be
drag bij elkaar te krijgen, blijft het mis
schien niet in Leiden, misschien niet
eens in Nederland."
Mocht de Stichting 'El Greco' er niet
in slagen om de huur op te brengen,
dan overweegt Prinsen om zelf een
mailing op te zetten: „Via via ken ik
heel veel mensen. Als ze allemaal een
klein bedragje overmaken, komt die
6000 gulden wel bij elkaar."
G. Ligthart: „Uit onze gesprekken met ouderen
komt keer op keer naar voren dat zij hun zege
ningen tellen en niet hun kwalen."
foto loek zuyderduin
Met de gezondheid van ouderen is het niet zo slecht gesteld. Drie
kwart van hen heeft geen last van dementie, 40 procent woont nog
op zichzelf en vijf procent is kerngezond. Dat blijkt uit een onder
zoek van de Leidse universiteit onder duizend Leidenaars van 85
jaar en ouder
De meeste klachten die zij uiten betreffen slijtage van de gewrich
ten, aderverkalking en achteruitgang van oren en ogen. Bij een
kwart komt dementie voor; een probleem, omdat er zo weinig aan
kan worden gedaan. De resultaten staan vermeld in het eerste
nummer van de Leidse 85-plus Krant.
Vijf jaar geleden zijn de 1000 hoogbejaarden onderzocht; het
grootste onderzoek naar de gezondheid en het welbevinden van de
'oudste ouderen' dat ooit in deze regio is gedaan. Met vragen,
bloedtests en het laten doen van eenvoudige oefeningetjes (vari
ërend van rekenen tot kniebuigingen), is bekeken hoe de oudere
zich voelt en hoe gezond hij is. Onlangs heeft het ministerie van
wvc geld beschikbaar gesteld om het onderzoek nog eens vijf jaar
door te laten lopen; elk jaar worden 300 ouderen onderzocht. Het
langjarige onderzoek is ondergebracht bij het speciaal hiervoor op
gerichte Peilstation voor Ouderen. Om de ouderen van de resulta
ten op de hoogte te houden wordt de 85-plus Krant uitgegeven.
Onder leiding van professor D.L. Knook willen de gerontologen
G. Ligthart en G.Izaks de komende jaren kijken naar meer kanten
van het ouder worden dan alleen de medische. Ligthart: „Uit onze
gesprekken met ouderen komt keer op keer naar voren dat zij hun
zegeningen tellen en niet hun kwalen. Veel van hen accepteren hun
gebreken, omdat deze gecompenseerd worden door prettige din
gen zoals in het eigen huis kunnen blijven wonen. Lichamelijk on
gemak is te dragen mits er geestelijk en maatschappelijk wat tegen
over staat."
Volgens Ligthart moet gezondheidszorg voor ouderen 'daarom
meër zijn dan het verhelpen van kwalen. „Het is zinvoller met
praktische hulpmiddelen de zelfstandigheid van de oudere te ver
beteren. Als staar niet door een operatie kan worden verholpen,
moet ook de dokter verder kijken. Een loep als hulpmiddel bij het
borduren kan dan een goede oplossing zijn."
ouderen; 1993 is uitgeroepen Mevrouw Dorrepaal (92) doet nog zelf de tuin
tot Europees jaar van die
categorie mensen. Toch maar
Wonen op een boerderij betekende in
de Tweede Wereldoorlog dat er niet
echt honger hoefde te worden geleden.
Het geweld uit die jaren, staat haar nog
helder voor de geest. „De bombarde
menten en de dood van zo veel dorps
genoten, vergeet je nooit meer. Ook het
beeld van opgezwollen dode koeien in
de wei in Koudekerk staat me nog altijd
bij."
Het grootste verschil tussen vroeger
en nu is volgens de Zoeterwoudse de
instelling van de mensen. „Natuurlijk
was er vroeger grote armoede, maar
g mensen waren veel meer één. Gezinnen
a waren harmonieuzer, buren aardiger en
de sfeer gemoedelijker."
2 Bij de deur krijgt het bezoek nog een
o wijze raad mee. „Zorg voor de lichtjes
"ï1 in je ogen. Geniet van de dingen en
2 wees tevreden met wat je hebt. Het le-
2 ven is goed."
eens vragen of het eigenlijk wel
leuk is om oud te zijn en vooral
ook wat het geheim is van zo
lang leven. Dezelfde vraag
stelden medewerkers van de
Leidse universiteit die de
afgelopen jaren een uitgebreid
onderzoek deden naar het wel
en wee van de oudere
bevolking.
Om heel oud te worden hoef
je geen rare fratsen uit te
halen, volgens de Zoeter
woudse mevrouw Dorrepaal, die al 92
jaar op de aarde rondloopt. „Misschien
komt oud kunnen worden wel van bin
nenuit. Een gelukkige jeugd en innerlij
ke rust, dat telt meer dan bruin of wit
brood eten."
Tijdens zeven weken gedwongen rust
in het bejaardenhuis leek er even een
deuk te komen in de geestelijke stabili
teit van de oude dame. „Dan ga je te
rugblikken op je leven en je afvragen of
het wel juist is wat je hebt gedaan. Ge
lukkig weet ik nu weer dat dat absoluut
geen zin heeft. Je leven kun je niet ver
anderen."
Mevrouw Dorrepaal is wat lichaam
en geest betreft nog prima in orde. Ze
kreeg vorig jaar weliswaar een aanval
van spierreuma, maar met behulp van
medicijnen is ze daar weer bovenop ge
komen. Nu is ze weer kerngezond en
uiterst alert.
De oude dame woont al 62 jaar in een
huis aan de Hoge Rijndijk in Zoeter-
woude. Ze runt haar eigen huishouden.
In verband met de spierreuma heeft ze
verleden jaar zeven weken in een be
jaardenhuis gelegen. „En ik mocht van
de dokter alleen naar huis als ik gezins
verzorging nam. Dat ging me te ver,
maar ik heb nu wel voor drie uur per
week een hulp in de huishouding. Komt
mooi uit, want ik werk liever in de tuin
dan dat ik met een poetsdoek loop te
wapperen."
Een hulp in de huishouding is de ui
terste concessie die ze wilde doen, Ta
feltje Dek-Je wordt met een beslist ge
baar afgewezen. ,,Ik vind mijn eigen
eten veel lekkerder. Bovendien hebben
ze daar nooit eens kroten." Ze doet
haar eigen boodschappen, gaat elke
week naar haar kaartavondje, kijkt
graag televisie, en blijft vaak tot diep in
de nacht lezen in de twee kranten waar
op ze geabonneerd is. De tuin, een flin
ke lap grond, houdt ze zelf bij. „Maar
sinds ik reuma heb, ga ik niet meer on
der de struiken liggen. Daar laat ik het
vuil maar voor wat het is."
Mevrouw Dorrepaal woont haar hele
leven al aan de Hoge Rijndijk. Ze zag
het levenslicht in een boerderij een
stukje verderop. In 1930 verhuisde ze,
samen met moeder en zus, naar haar
huidige woning. Sinds de dood van
haar zus, nu een kwart eeuw geleden,
woont ze er alleen. „Nee hoor, ik voel
me niet eenzaam of alleen. Ik ben ook
nooit bang."
Twee wereldoorlogen heeft de Zoe
terwoudse aan zich voorbij zien trek
ken. Uit de Eerste Wereldoorlog herin
nert ze zich vooral het verbod van haar
ouders om met militairen te praten.
„Ons huis was ingenomen door militai
ren van de cavalerie. Overal zaten ze: in
de keujcen, de opkamer, de stal en het
deel. Overal. Mijn moeder moet doods
angsten hebben uitgestaan. Zeven jon
ge dochters en zo'n enorme groep mili
tairen".