P 'Ze hebben een brok ziel uit mijn lichaam gehaald' O Coupé polder leerzaam voor milieu experts Leidse camping in Bollenstreek moest sluiten amping Duinschoten, een oase temidden van bollengrond nabij S het Oosterduinsemeer (in de volksmond beter bekend als het Como- meer) ligt er nu verlaten bij. Vijftien Leidse families hadden er vele gelukkige jaren, honderden jongeren genoten er van hun kampvakanties op een van de mooiste plek jes in het kustgebied. Zakelijke overwegin gen verstoorden de mooie droom. De Stichting Beheer Leids Volkshuis vond dat de camping niet genoeg geld opbracht en rekende uit dat de verkoop van de grond een mooie prijs (de ex-bewoners noemen 1,4 miljoen gulden) kon opleveren. Een be drag dat bijzonder goed van pas komt in het welzijnswerk. „Begrijp me goed, ik heb er wel begrip voor dat die grond wordt verkocht, maar de manier waarop stuit me tegen de borst. Er werd al jarenlang over gesproken, al zolang dat je eigenlijk niet meer gelooft dat het er nog van komt. En toen kwam ineens die vriendelijke overval in februari, een brief waarin werd aangekondigd dat per 1 okto ber de huur werd opgezegd. Je staat natuur lijk niet lekker meer op een camping als je weet dat dat staat te gebeuren. De huurders werden op hoge kosten gejaagd omdat ze plotseling een andere standplaats voor hun stacaravan moesten gaan zoeken, je bent elders al gauw 2000 gulden meer kwijt. Maar een tegemoetkoming in de kosten kon er niet af', zegt Seijn. Hoewel bijna een jaar geleden al werd ge zegd dat er een koper was voor de grond, lijken de ontwikkelingen rond het camping terrein te zijn gestagneerd. „Ik wil toch wel heel erg graag weten wat er gaat gebeuren. Voor zover ik weet, is het bestemmingsplan nog niet eens gewijzigd en dat is toch nodig als de grond wordt verkocht voor de bouw van woningen of een hotel, dat lijkt de de enige manier om er 1,4 miljoen gulden voor te krijgen." Hoewel het proces onomkeerbaar is, lijkt het Seijn niet meer dan redelijk dat hij, 25 jaar beheerder van het terrein, op de hoogte wordt gesteld. Gerard Seijn, voormalig chef gemeentereiniging, maakte met zijn organi satietalent de camping tot het kleine para dijs dat het ooit was. De recreatieruimte, het toiletgebouw, de beplanting, de verlich ting, het werd allemaal door Seijn en de zij nen geregeld, aangeplant of opgebouwd op een terrein waar vroeger niets was. De grond werd ooit door een weldoener aan het Leidse Volkshuis geschonken om de minder bedeelden in staat te stellen op goedkope wijze vakantie te houden. Gerard Seijn heeft zich al die jaren voor groepen jongeren en gehandicapten ingezet. „Ik wil mezelf niet op de borst slaan, maar een be taalde beheerder had ze jaarlijks meer dan een ton gekost. Ik werkte hier voor een gra tis standplaats. Geeft niet, want ik had er enorm veel plezier in. De geestelijke rijk dom die ik in Noordwijkerhout heb opge daan is niet in geld uit te drukken." Rotprijs De caravan van Seijn is inmiddels verkocht. „Voor een rotprijs van 2000 gulden, met in ventaris. Ik had geen zin om elders te gaan staan." Het hechte groepje Leidse families werd in de streek versnipperd. Aan het be gin van dit jaar overwogen de bewoners nog zich te verzetten, maar ze hebben zich uiteindelijk toch maar bij het onvermijdelij ke neergelegd. De zorgvuldig aangelegde tuintjes verwaaien nu in de wind. „Het is hard aangekomen bij de mensen. Een mooie plaats, waar je al zo lang staat en waar je zoveel van jezelf hebt ingestoken, vind je elders niet zo makkelijk terug. Ande re campings zijn duurder en ook veel zake lijker", zegt Seijn. De voormalige gemeente ambtenaar heeft zich inmiddels met veel inzet gestort op andere activiteiten. „Ik ben er inmiddels wel overheen. Ik heb genoeg te doen, als bestuurder van een woningbouw vereniging, als organisator van transporten hulpgoederen naar ziekenhuizen en kinder tehuizen in Polen en Roemenië. De mensen daar hebben onze hulp nog steeds hard no dig." „En ik heb nu de tijd om de vrienden in het buitenland eens op te zoeken. Mijn vrouw zegt, het is eigenlijk wel leuk om eens wat anders te gaan doen. Maar de nare nasmaak van Duinschoten blijft toch be staan. Ongelukkige ex-huurders, een ten tenkamp - van de zomer hebben we het laatste kamp gehouden - dat verdwijnt, ver nietiging van waardevolle voorzieningen, in ruil voor 1,4 miljoen gulden. Van dat bedrag kun je leuk rente trekken, als het intact blijft. Ik heb toch het idee dat dat geld straks elders wordt aangewend. En dan vraag je je af of het allemaal wel nodig was geweest. De Leidse politiek heeft zich er in ieder geval weinig aan gelegen laten liggen. Een minderwaardige afwikkeling, een beetje onmenselijk eigenlijk." „Je hoeft geen tranen bij dit verhaal te tekenen, maar het zit me nog steeds niet lekker wat er er met 'onze' camping Duinschoten is gebeurd. Je kunt wel zeggen dat er een brok ziel uit mijn lichaam is gehaald. Er is een leegte achtergebleven". Voormalig campingbeheerder Gerard Seijn (66) is er de man niet naar om lang bij de pakken neer te zitten, daar heeft hij een veel te positieve levensinstelling voor. De verbanning dit najaar van het Noordwijkerhoutse paradijs Duinschoten in februari van dit jaar is echter toch hard aangekomen. Bewoners van Duinschoten bleven verslagen achter na het bericht over de sluiting van hun camping. Rechts voormalig beheerder na het bericht G. Seijn. •archieffoto Alphense belt leidt tot nieuwe visie op bodemverontreiniging AAP RIETVELD atijn houdt zich al heel lang bezig k lï met milieuproblemen. „Maar door dit project is onze visie op de aanpak van bodemverontreiniging hele maal veranderd", zegt de man die vijf jaar projectcoördinator was bij de sanering van de Coupépolder. „En we zijn tot het besef gekomen, dat vervuiling een integraal on derdeel is van ons milieu. We moeten er mee leren omgaan." Een onderzoekscommissie onder voorzit terschap van D66-coryfee Maarten Engwir- da besteedde zowat het hele jaar 1992 aan de Coupépolder. Hoe kon een vuilstort die alleen bestemd was voor onschuldig, niet verbrandbaar afval het schoppen tot de top-10 van Nederlandse gifbelten? Wat was er mis gegaan en wie waren de schuldigen? Burgemeester Paats ondervond de mees te schade van het onderzoek. Hij kwam er slecht af in het eindrapport en er waren raadsleden die vonden, dat hij de eer maar aan zichzelf moest houden en dat hij moest opstappen. De PvdA peilde zelfs onder de leden of zij vonden dat de burgemeester moest verdwijnen. Maar in april sprak de meerderheid van de gemeenteraad uit, dat Paats mocht blijven. Voor Satijn is het maar de vraag of 'on vergeeflijke fouten' van individuen of over heidsinstanties hebben geleid tot het ont staan van gifbelten als de Coupépolder. „Niemand was in die tijd goed op de hoogte van de milieurisico's van het storten van chemisch afval. Er was ook geen alternatief, want dertig jaar geleden was er geen poli tiek draagvlak voor grote investeringen in nieuwe verbrandingsinstallaties. Het werk aan de Coupépolder heeft ge leid tot een nieuwe methode van het sane ren van vervuilde bodems. Tot vijf jaar gele den waren milieudeskundigen altijd ge fixeerd op de bron van de vervuiling. Die moest worden weggenomen. „Maar met die strategie waren we in de Coupépolder hopeloos vastgelopen. De bron van vervui ling is daar zo groot, dat je die nooit hele maal in beeld krijgt. Je kunt bovendien de bron niet wegnemen, want je kunt er ner gens mee naar toe." In Alphen heeft Iwaco zich ook niet in de eerste plaats bekommerd om de bron van de vervuiling. De milieudeskundigen richt ten hun aandacht om te beginnen op wat er uit die bron kwam. Hoe de vervuiling zich' verspreidde en welke risico's dat mee bracht. Satijn: „Het meest acute gevaar was verontreiniging van het oppervlaktewater. Dat gevaar is afgewend. Voor de onderkant hebben we een monitoringsysteem be dacht. Als uit peilingen blijkt dat teveel ver vuiling in het grondwater terecht komt gaan we pompen." De bovenkant van de belt is weer een ver haal apart. Daar dampen soms giftige gas sen uit. Niet in al te hoge concentraties ove rigens. „Je moet niet in die belt gaan gra ven, want dan loop je onacceptabele risi co's", zegt Satijn. „Maar ik zou er geen moeite mee hebben daar te gaan golfen." De Coupépolder en andere grote bodem verontreinigingen zijn problemen voor tientallen en misschien wel honderden ja ren, weet Satijn. Dat de gifstoffen hun weg vinden naar het grondwater is niet te voor komen. „Het kan 10 jaar duren, het kan 20 jaar duren, maar eens komt de verontreini ging in het water en dan moet je gaan pom pen. Hoe lang je daar dan aan vast zit? Daar kan ik geen antwoord op geven. Het wegsij pelen van de verontreiniging gaat ten min ste 25 tot 50 jaar door, maar het kan ook 500 jaar of langer zijn. Als je denkt dat je daar iets zinnigs over kan zeggen hou je je zelf voor de gek." Het probleem is te vergelijken, aldus Sa tijn, met het bemalen van de polders. „Bij het droogleggen van de polders hebben we ook geaccepteerd, dat we tot in lengte van jaren moesten blijven pompen. Zo is het met bodemverontreinigingen ook. Het is bij de huidige stand van de techniek onmoge lijk grote locaties als de Coupépolder op te ruimen. En aan de onderkant dichtmaken kun je die stort ook niet. De onderkant van de stortplaats moet je zien als een vergiet. En ik kan niet bij de gaatjes om ze dicht te stoppen. Onderzoek kan nog nieuwe me thoden opleveren om de vervuiling in de stortplaats vast te houden. Daardoor zou het oppompen van verontreinigingen uit de diepe ondergrond overbodig worden." Wat het afgelopen jaar een bron van ergernis was voor burgemeester Paats van Alphen, was voor milieukundig adviesbureau Iwaco in Rotterdam een bron van kennis en inzicht. „Ik heb er veel van geleerd, ja", zegt Bert Satijn van International Water Consultants over de Alphense stortplaats Coupépolder. De gifbelt in de Coupépolder was voor milieukundig adviesbureau Iwaco in Rotterdam een bron van kennis en inzicht. foto ben de bruijn

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 33