Tweede ongeluk in
historie Martinair
1992 Rampjaar voor luchtvaart: 18 ongelukken, 1300 doden
Vliegramp
Achtste vliegramp met veel Nederlandse slachtoffers
Telefoon bij
reisbureaus
roodgloeiend
Reputatie DC-10 matig
Aanwijzen vooronderzoeker moeilijk
DINSDAG 22 DECEMBER 1992
Vliegtuigen
naderen Faro
vanuit zee
HAARLEM RONALD FRISART
Het vliegveld van Faro ligt pal
aan zee, ongeveer vier kilome
ter vari het stadje. Het luchtha-
ventje ligt in een moerasachtig
gebied vol schorren, slikken en
kanaaltjes. Vliegtuigen nade
ren de landingsbaan vanuit
zee. Het verkeersgebouwtje
was tot twee jaar geleden bui
tengewoon krakkemikkig,
maar is tegenwoordig sterk ge
moderniseerd.
Vanuit Faro (spreek uit:
Faroe) Is het per auto alleen
bereikbaar over een niet al te
best onderhouden tweebaans
weg. Dat Weggetje werd giste
ren onmiddellijk afgesloten om
ambulances ongehinderd
doortocht te verlenen. De ver
binding over de weg met de
hoofdstad Lissabon is naar Ne
derlandse begrippen zeer
slecht. Automobilisten doen er
een uur of vier over om de
ruim 200 kilometer via een
tweebaansweg te overbruggen.
Slechts de laatste tientallen ki
lometers voor de Portugese
hoofdstad kan gebruik worden
gemaakt van een vierbaans-
weg. Die omstandigheden ma- Faro geldt niet als het be- vertegenwoordigd door
ken het vervoer van gewonden langrijkste toeristenoord aan consul honorair. Faro is reeds
naar Lissabon per ambulance Portugals populaire zuidkust, lang een uitvoerhaven voor
ondoenlijk. Vandaar dat daar- Wel is het het administratieve produkten als zuidvruchten,
voor gisteren legerhelikopters en bestuurlijke centrum van de wijn en kurk.
zijn ingezet. Algarve. Zo is Nederland er
'The other Dutch airline' actief op velerlei markten
SCHIPHOL WIM BANK
De vliegramp in Portugal is het tweede ongeluk waarmee
de luchtvaartmaatschappij Martinair in haar 34-jarig be
staan wordt geconfronteerd. In 1974 vloog een DC-8 van
Martinair op Sri Lanka tegen een berg. Daarbij kwamen
191 mensen om het leven.
populaire vakantiebestemmin
gen rond de Middellandse Zee.
Anno 1992 is Martinair actief
op velerlei markten. Naast het
vakantievervoer, inmiddels ook
op verre bestemmingen in het
Verre Oosten, de Verenigde Sta
ten en Midden-Amerika, zijn er
het vrachtvervoer en de verhuur
van toestellen met bemanning
in de rustige wintermaanden
wanneer er minder vakantie
gangers zijn.
Door de spreiding van activi
teiten is de chartermaatschappij
minder gevoelig voor verande
ringen in de conjunctuur. Zo
kon Martinair ten tijde van de
Golfoorlog, toen het vakantie-
vervoer dramatisch afnam, zijn
toestellen inzetten voor
Martinair is, met een omzet die
in 1992 voor het eerst boven 1
miljard gulden uitkomt, de
tweede luchtvaartmaatschappij
van Nederland. Zelf profileert
de maatschappij zich als 'the
other Dutch airline", de tegen
hanger van de KLM.
Martinair werd in 1958 opge
richt door Martin Schroder. Met
zijn latere concurrent John
Block begon de oud-lucht
machtvlieger op 24 mei van dat
jaar zijn bedrijf dat zich bezig
hield met reclamevluchten en
rondvluchten. De jonge maat
schappij groeide snel en specia
liseerde zich aanvankelijk in het
vervoer van toeristen naar de
van Amerikaanse manschappen
en materieel naar het Midden-
Oosten. Dat is mede mogelijk
omdat de vloot flexibel is opge
bouwd. Een aantal van de toe
stellen kan in korte tijd worden
omgebouwd van vracht- in pas
sagiersuitvoering en omge
keerd.
De vloot bestaat momenteel
uit drie Boeing 747's, drie DC-
10's, twee Airbussen van het ty
pe A310 en vijf Boeing 767's.
Daarnaast heeft Martinair een
dochter op Lelystad die zich on
der andere bezighoudt met
vliegopleidingen en rondvluch
ten nog eens twaalf kleine toe
stellen in gebruik.
In de jaren zestig deed ei
genaar/oprichter Schroder zijn
bedrijf van de hand om verder
te kunnen groeien. De aandelen
zijn thans in handen van de
KLM, Nedlloyd en enkele ban
ken. Schroder bleef wel direc
teur van Martinair.
DEN HAAG «ANP/AFP/Rtr
Dit jaar is voor de internationa
le luchtvaart uitgedraaid op een
regelrecht drama. De Antony
Ruys van Martinair is al het
achttiende vliegtuig dat dit jaar
neerstort. In totaal vielen bijna
1300 doden. Een overzicht van
een rampjaar
Januari 1992: In de Franse Vo
gezen stort een Airbus A-320
van Air Inter vlak voor de lan
ding neer; tientallen doden.
April 1992: Een Kenyaans
luchtmachttoestel stort in Nai
robi op een flatgebouw; 55 do
den.
Juli 1992: Een vliegtuig van de
Indonesische luchtvaartmaat
schappij Mandala stort op weg
naar Ambon neer; alle 70 passa
giers komen om.
Juli 1992: Een Airbus A-310 van
Thai International Airways ver
ongelukt in de Himalaya in de
buurt Kathmandu; 113 doden.
Juli 1992: Tientallen mensen
vinden de dood als een vracht
vliegtuig neerstort in de buiten
wijken van de Georgische
hoofdstad Tbilisi.
Juli 1992: Een vliegtuig van de
Yemenitische luchtmacht komt
in een zandstorm terecht en
stort in de woestijn van Aden
neer; 58 doden.
Juli 1992: Een Chinees lijntoe-
stel, een Yak-42, komt bij het
opstijgen in Nanjing niet van de
grond en vliegt in brand; 106
i komen om het leven.
Als een gesneefde vogel ligt de DC-10 uitgebrand en gebroken op het vliegveld van Faro.
Augustus 1992: Honderdvijftig
kilometer ten noordoosten van
Moskou stort een Russische
Toepolev-134 neer; 82 doden.
September 1992: Een Hercules
C-130 van de Nigeriaanse lucht
macht stort neer in een moeras
gebied drie minuten na het op
stijgen in Lagos; 163 doden.
September 1992: Een Airbus A-
300 van Pakistan International
Airlines stort neer boven Nepal.
167 doden, onder wie 12 Neder
landers.
Oktober 1992: Een Boeing 747-
vrachtvliegtuig van El Al stort
neer op twee flatgebouwen in
de Bijlmermeer; 43 doden.
Oktober 1992: Ten westen van
Java stort een toestel van de
Indonesische maatschappij
Merpati Airlines bij hevige re
genval neer; 31 doden.
November 1992: Een reclame
helikopter stort in de Chinese
stad Yuanyuang neer in een
mensenmenigte; 33 mensen ko
men om.
November 1992: Een toestel
van de Vietnamese luchtvaart
maatschappij verongelukt op
zijn vlucht van Ho Chi Minh-
Stad naar Nha Trang; 30 doden,
onder wie één Nederlander.
November 1992: Een vliegtuig
van de Cubaanse maatschappij
Aerocaribe vliegt in de Domini
caanse Republiek tegen een
berg en ontploft; 34 doden.
November 1992: In Guilin in
Zuid-China stort een Boeing
737 van de Chinese luchtvaart
maatschappij CAAC bij de lan
ding neer; 141 doden.
December 1992: Een Fokker F-
27 van de Zaïrese maatschappij
Scibe-air stort in het oosten van
Zaïre neer; 34 doden.
December 1992: Een DC-10
van de Nederlandse charter
maatschappij Martinair maakt
op het vliegveld van het Zuid-
portugese Faro een mislukte
landing; voorlopig dodental 54.
Tenerife nog steeds triest record in aantal doden
DEN HAAG ANP
Het ongeval met de DC-10 van Martinair
is de achtste vliegramp in de geschiedenis
van de Nederlandse burgerluchtvaart in
de afgelopen zestig jaar, waarbij een groot
aantal Nederlandse slachtoffers is geval
len. Met de ramp op Tenerife in 1977
voert Nederland de trieste ranglijst van
doden in één vliegongeval aan.
14 juli 1935: Een Fokker F22 van de ICLM
stort neer op Schiphol; zes doden.
14 november 1938: Een DC3 van de KLM
stort neer op Schiphol; zes doden.
23 augustus 1954: Een DC6 van de KLM
verongelukt boven de Noordzee bij IJmui-
den; 21 doden.
6 oktober 1982: Een Fokker Fellowship 28
van de NLM komt ter hoogte van Moer
dijk in hevig noodweer terecht en stort
neer; 22 inzittenden komen om het leven.
27 maart 1977: Op het vliegveld van Te
nerife botst een Boeing 747 van de KLM
tijdens het taxiën op een soortgelijk toestel
van de Amerikaanse maatschappij Pan-
Am; 582 doden.
7 juni 1989: Op Vliegveld Zanderij in Pa
ramaribo verongelukt een DC8 van Suri
nam Ariways als gevolg van gebrekldge
communicatie tussen de cockpit-beman
ning en de vliegleiding; 174 passagiers,
onder wie 23 Nederlandse voetballers van
Surinaamse afkomst, komen om.
4 oktober 1992: Een Boeing 747-vracht-
vliegtuig van de Israëlische maatschappij
El Al boort zich in de flats Groeneveen en
Kruitberg in de Amsterdamse Bijlmer, na
dat het toestel kort daarvoor de twee rech
ter motoren is verloren; 39 flatbewoners
en vier inittenden van het vliegtuig komen
De NBBS verkeert nog in het
ongewisse over het lot van zes
passagiers die via de Leidse
reisorganisatie hadden geboekt
voor Faro. Vanmorgen vroeg
was duidelijk dat er in elk geval
één van de NBBS-reizigers bij
de ramp is omgekomen. Van 19
mensen staat vast dat ze onge
deerd zijn gebleven. .Afgaande
op de informatie die we nu heb
ben, concluderen we dat van de
resterende 17 mensen er nog
eens elf ongedeerd zijn geble
ven. Van zes reizigers hebben
we nog niks gehoord", aldus
een NBBS-woordvoerder. In to
taal hadden 37 personen (36
volwassenen en een baby) een
reis naar de Algarve geboekt.
„De telefoon heeft roodgloeiend
gestaan", aldus NBBS-directeur
M. van het Kaar, net als overi
gens woordvoerders van de an
dere reisorganisaties wier klan
ten in het ramptoestel zaten.
Gistermorgen heeft de NBBS
direct contact gezocht met de
familie van alle passagiers. Ve
len belden zelf. „Sommigen wa
ren echt volstrekt in paniek.
Vragen over passagiers die via
ons naar Cuba zijn vertrokken
of met een andere maatschappij
naar London zijn gegaan, zijn
niet ongewoon", aldus Van der
Kaar.
De NBBS heeft, net als een
aantal andere reisorganisaties,
gisteren een afgevaardigde naar
Portugal gestuurd om lopende
zaken te regelen. „In de eerste
plaats moet die persoon na
tuurlijk zo veel mogelijk de
slachtoffers helpen. Maar er zijn
bij voorbeeld ook mensen die
gewoon met vakantie willen en
ons vragen de bagage voor hen
op te snorren."
Ambassade
nauwelijks bij
ramp betrokken
De Nederlandse ambassade be
slist zelf wat voor maatregelen
er moeten worden genomen als
Nederlanders in den vreemde
bij een ramp zijn betrokken. De
mate waarin de ambassade zich
daarmee bezighoudt, is afhan
kelijk van de rampzalige ge
beurtenis zelf.
In het geval van het ongeluk
met de DC-10 van Martinair
laat de ambassade de hulpverle
ning en afhandeling over aan de
organisaties die daarbij zijn be
trokken. „De ramp met de DC-
10 is een zaak van Martinair, de
vliegveldautoriteiten en de reis-
verzekeraars. De ambassade
helpt waar nodig, maar in eerste
instantie is het een zaak van de
betrokken organisaties zelf', al
dus Dagmar Bergsma van de af
deling voorlichting van het mi
nisterie van buitenlandse zaken.
.Ambassadeur Nieman is wel
aanwezig op de plek van de
ramp. Hij bekijkt hoe de hulp
verlening verloopt en verleent
hand- en spandiensten. De am
bassade komt pas in actie als
reizigers die ongedeerd zijn
spoorslags naar Nederland wil
len terugkeren maar geen pa-
Cieren meer hebben. De am-
assade zorgt dat ze die krij
gen." „In geval van oorlog ligt
de zaak anders. Dan komt de
ambassade wel in actie omdat
er, op bijvoorbeeld een reisor
ganisatie na, niemand zich met
in het nauw geraakte Nederlan
ders bezighoudt. De maatrege
len die de ambassade neemt,
bijvoorbeeld de evacuatie van
Nederlandse toeristen, zijn ech
ter afhankelijk van het land en
de ernst van de situatie. Daar
zijn geen vaste richtlijnen
voor", aldus Bergsma.
DEN HAAG GPD
De DC-10 heeft een matige re
putatie. Dit vliegtuigtype van
het Amerikaanse bedrijf Mc
Donnell Douglas werd in 1969
in produktie genomen. Er zijn
445 exemplaren gebouwd.
Sinds 1974, toen een toestel van
Turkish Airlines kort na de start
neerstortte bij Parijs bestaan er
twijfels over de kwaliteit van het
hydraulische systeem van de
DC-10.
Bij het ongeluk in Parijs raak
te kort na vertrek een vrachtluik
los. Het sloeg door een laad-'
vloer en beschadigde een hy
draulische leiding. De vloeistof
in het systeem stroomde weg en
het vliegtuig werd onbestuur
baar. Naar aanleiding van dat
ongeluk werden de laadvloeren
van de DC-1 O's verstevigd.
In 1987 werden op last van de
Federal Aviation Administration
overal ter wereld alle DC-10-
toestellen aan de grond gehou
den, nadat in enkele vliegtuigen
haarscheurtjes in het metaal
van het staartvlak waren ont
dekt. Verder onderzoek wees uit
dat vooral toestellen van vijftien
jaar en ouder, met meer dan
40.000 vlieguren, waren aange-
De drie-motorige DC-10 de
derde motor in het staartvlak
geeft het toestel zijn karakteris
tieke vorm is sinds 1989 niet
meer in produktie. McDonnell
Douglas introduceerde drie jaar
geleden de opvolger, de twee-
motorige MD-11. Na de ramp
van gisteren heeft Martinair nog
twee DC-1 O's. Die worden in
1995 ingeruild tegen drie MD-
1 I's
Maij vraagt Raad voor de Luchtvaart advies
DEN HAAG JAN KUYS
HAAGS REDACTEUR
Het aanwijzen van een onaf
hankelijk onderzoeker voor de
vliegramp in het Portugese Faro
blijkt minder gemakkelijk dan
het lijkt. Minister Maij-Weggen
(verkeer) heeft de Raad voor de
Luchtvaart gisteren advies ge
vraagd. Is dat binnen, dan kan
de minister de zogenoemde
vooronderzoeker benoemen.
Na de Bijlmerramp is de plaats
en functie van de vooronder
zoeker onderwerp geweest van
een diepgaande discussie. De
vraag werd gesteld of de Rijks
luchtvaartdienst vanwege zijn
betrokkenheid bij het ongeluk
(de luchtverkeersleiding valt on
der de dienst, red.) wel de juiste
instantie was om het onderzoek
te leiden. Het parlement heeft
door in te stemmen met de
nieuwe Luchtvaartongevallen
wet gekozen voor een onafhan
kelijk onderzoeker. In die wet is
expliciet geregeld dat de minis
ter de Raad voor de Luchtvaart
advies moet vragen. De Lucht
vaartongevallenwet is inmiddels
door Tweede en Eerste Kamer
aangenomen, maar kan volgens
een woordvoerder van het mi
nisterie formeel nog niet wor
den toegepast. De wet bevat
ook een leeftijdsgrens voor de
voorzitter van de Raad voor de
Luchtvaart. De huidige voorzit
ter is, aldus het ministerie, te
oud en een nieuwe voorzitter is
nog niet benoemd.
Door de Raad voor de Lucht
vaart toch om advies te vragen,
handelt Maij volgens het minis
terie „op grond van de oude,
feitelijk nog van toepassing zijn
de Luchtvaartrampenwet, maar
in de geest van de Luchtvaart
ongevallenwet". Het onderzoek
naar de toedracht van de vlieg
ramp gebeurt overigens door
een team dat onder leiding staat
van een Portugese vooronder
zoeker. In dit team zitten drie
mensen van het Bureau Onge
vallen van de Rijksluchtvaart
dienst. Deze drie rapporteren te
zijner tijd aan de Nederlandse
vooronderzoeker, die op zijn
beurt verslag uitbrengt aan de
Raad voor de Luchtvaart. Ver
wacht wordt dat Maij nog van
daag de Nederlandse vooron
derzoeker zal benoemen.