Kamer ontloopt keuze vóór behoud bossen 'Onze jongens' moeten Servië eens aanpakken Het sprookje van Wöltgens: werk wordt hobby Feiten &Meningen DONDERDAG 3 DECEMBER 1992 2 i wae-K l L PAT ZE. TOT Pie. fAAfc BEHOZ&J Vcie qêêM 7 IP^KA i VAM Htr <T gotew \7<.12jJ£(ETy JAHXO,0 klJtA VM(2- STAAM HOG) /V1E££ (qOlCveRS^FPEfl- iJICOT/WÊ.' UÊ^S|A^W<9- \6fei«ajt In de discussie over militaire interven tie om een einde te maken aan de ge vechten in Bosnië wordt vaak gewaar schuwd dat daarvoor honderdduizen den militairen nodig zijn en dat dat bij na zeker ten koste zou gaan van een groot aantal slachtoffers. Nu ik de grondmacht van de Verenigde Naties en de aard van de oorlog in Bosnië heb gezien, ben ik daar niet zo zeker van. Bosnië is nu effectief verdeeld. De Ser viërs hebben bijna alle grondgebied veroverd waar ze de etnische meerder heid vormen. Dat had nooit mogen ge beuren. maar het is niet anders. Nu de strijdmacht al beschikbaar is, inclusief steun vanuit de lucht, zouden de VN beslissend kunnen optreden en waar schijnlijk een wapenstilstand kunnen opleggen. Natuurlijk zijn de militaire bevelheb bers zich bewust van de grilligheid van regeringen en de breekbaarheid van de publieke opinie. Zij springen, terecht, voorzichtig om met de levens van hun mannen. Maar zij hebben ter plaatse al de strijdmacht die verdere Servische expansie kan tegenhouden en de kwetsbare islamitische gemeenschap pen beschermen. Ondersteuning vanuit de lucht zou de kwcurte hezpgp- len. Er zijn vergelijkingen gemaakt met Libanon en Noord-Ierland, maar er zijn belangrijke verschillen. Het zuiden van Bosnië wordt beheerst door de HVO, de belangrijkste Bosnisch-Kroati sche strijdmacht, en door islamitische strijdkrachten. Militair, etnisch en eco nomisch gesproken is het al een ander land dan het noorden van Bosnië. De mensen zijn er vriendelijk tegen de VN-macht. die zij beschouwen als be schermers en mogelijke bondgenoten. Zij zullen op dit moment de VN niet aanvallen en Servische infiltranten on middellijk herkennen. In het Kroatische en islamitische Bos nië kan het gevaar daarom liggen in het niet harder aanpakken van de Ser viërs. Als de Kroaten en islamieten de VN-troepen zien toekijken terwijl de Serviërs oprukken en wreedheden be gaan, zouden zij zich plotseling tegen degenen kunnen keren die zij nu be schouwen als hun redders. Wat de Servische kant betreft, heeft ge- neraal-majoor Philippe Morillon, de Franse commandant van de multina tionale strijdkrachten in Bosnië, uitge legd dat de Serviërs ook goede redenen hebben om hun opmars nu te stoppen. Zij beheersen wat zij beschouwen als 'hun' grondgebied. De winter begint standigheden buiten leven. Servië moet ook zijn andere front in de gaten houden, vanwege de dreiging van on rust in Macedonië. Een oorlog op twee fronten zou het verlies kunnen beteke nen van recent geboekte winst in Bos nië. Wanneer er een stevig staakt-het- vuren wordt aangeboden, waarom dan niet terugtrekken nu het nog kan? Een recente aanval van een Kroatische 'brigade' misschien 500 man ten oosten van Mostar, waarbij zes dorpen afbrandden, was een grote slag voor de Servische moraal. Nu kan het de tijd zijn om te stoppen. Maar de Servische strijdkrachten drin gen nog steeds verder binnen in het zuiden van Bosnië, waarschijnlijk om dat niemand ze tegenhoudt. De Kroaten liggen om de beurt in de front linie ik heb geen behoorlijk gebouw- de verdedigingsposities gezien om dat er niet genoeg wapens zijn. Nie mand beweert dat de VN de Serviërs terug zou moeten dringen, of Servië zelf zou moeten bedreigen. Maar een vastberaden stellingname door de machtige, goedbewapende VN-troe pen kan de Serviërs van schrik laten stoppen. Als de plaatselijke krijgsheren en de afvallige, geïsoleerde militaire groepen de instructies uit Belgrado ne- oprpn hphhpn Hp VN ppnnpp macht om daarmee af te rekenen. De burgeroorlog in Bosnië is een half slachtige zaak. Geen van beide partijen durft een geregelde veldslag te riskeren omdat zij, als een verkleinde versie van de Britse en Duitse zeemachten in de eerste wereldoorlog, vrezen dat ze de oorlog in een achternamiddag verlie zen. De Serviërs hebben niet de oplei ding, niet de discipline, niet de energie of de moed voor een gevecht van man tegen man met iemand die over gelijke wapens beschikt, laat staan met ie mand die beter is bewapend. De Ser viërs van vandaag zijn niet Tito's parti zanen. Het zijn dronken bullebakken. De Bosnische Kroaten en islamieten zijn zelfs tot nog minder in staat en hebben te kampen met een gebrek aan wapens en munitie. De strijdmacht die de VN in Bosnië hebben, is volgens de maatstaven van de burgeroorlog kolossaal. Vijf batal jons, die nu de 16.000 troepen naderen en die worden geleid vanuit een inter nationaal hoofdkwartier in Kiseljak. De Britten en Spanjaarden bevinden zich aan de Kroatisch-islamitische kant van de linie, de Fransen en Canadezen aan de Servische kant en een multinationa le groep bij Sarajevo. De grootste groep zijn de Britten, 2400 schoven basis bij Vitez, met 1200 voer tuigen, waaronder met zwaar geschut. Wanneer heeft iemand ooit een geco ördineerde beweging gezien van meer dan een handvol Servische tanks? En waar zijn er, afgezien van Sarajevo, be hoorlijk gecontrueerde loopgraven? De Serviërs bombarderen af en toe een is lamitisch dorp of lossen een schot op een tank en trekken zich dan weer te rug. De Bosniërs en Kroaten hebben dan misschien meer troepen dan de Serviërs, maar minder wapens. Ze kla gen dat zij geen zware wapens hebben, afgezien van een enkel stuk artillerie, luchtafweergeschut en zelfgemaakte pantserwagens, stalen platen op een vrachtwagen gemonteerd. De Serviërs vertrouwen op het voor deel van zware conventionele wapens. De Kroaten en islamieten blijven in de verdediging. In plaats van gebruik te maken van de nacht, wanneer de Ser viërs geen voordeel hebben van het be reik van hun zware wapens, houden de Kroaten het met het invallen van de duisternis voor gezien en zetten ze het opeen zuipen. Misschien is de tijd gekomen om ze met de ijzeren vuist te laten kennisma ken. vfrtai inc.-1 til itif nifmantsvfrorift vlucht weg uit Sarajevo zij woont Minister Bukman en staatssecretaris Gabor van land bouw, natuurbeheer en visserij hebben geen hart voor het bos. In plaats van de bedreigde bomen te hulp te snellen, breken zij ze verder af met het schrijven van veel, nietszeggende nota's. Bovendien laten zij alle aanslagen van agrariërs op de bossen maar toe. haarlem theo van der kaau enjanpreenen Vrij vertaald kwam daar de kri tiek op neer, die de Tweede Ka mer deze week als een zure re gen op de hoofden van Bukman en vooral van Gabor liet neerko men. Gabor werd te laks ge noemd en te passief. Hij laat zonder tegen te stribbelen kor tingen toe op 'zijn' Natuurbe heer, alsof hij nu al door de bo men het bos niet meer ziet. Kortom, Bukman en Gabor zou den zich hebben aangepast aan de kwaliteit van de bossen, die er in Nederland slechter dan ooit voor staan. Dat bleek half oktober uit de jaarlijkse inven tarisatie. Het aantal zieke bo men is in één jaar verdubbeld en beslaat nu 34 procent van het totale bestand. Het percen tage vitale bossen daalde in het zelfde jaar van 52 naar 42 pro cent. Sommige bossen zijn zelfs helemaal verdwenen. Sinds 1984, toen de jaarlijkse inspec tie werd ingevoerd, is nimmer sprake geweest van zo'n drama tische verslechtering. Toch hebben Bukman en Gabor de afgelopen maanden weinig of niets gedaan dat echt hout snijdt. Er zijn maatregelen aan gekondigd voor na het jaar 2000. Op korte termijn veran dert echter niets. Maar dat is niet alleen hun schuld. De par tijen (inclusief het CDA) die nu over het CDA-duo heenvallen, treft evenveel blaam. Zij ontlo pen de keuzen, die hun door buiten-parlementaireinstanties al vaak zijn aangereikt. Berg mest De Vereniging Natuurmonu menten en de stichting Natuur en Milieu pleiten voor het dras tisch inkrimpen van de veesta pel. Uit tal van onderzoeken is immers gebleken dat koeien, varkens en kippen de grootste vervuilers zijn. Zij produceren een gigantische berg mest met daarin onder andere ammo niak, die de lucht ingaat en ver volgens als zure regen op het land valt. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhy giëne heeft in 1989 vastgesteld dat de zure regen voor 35 pro cent wordt veroorzaakt door de landbouw. Dat is veel meer dan bijvoorbeeld verkeer (10) en in dustrie (5). In het rapport 'Zorgen voor morgen' (1988) staan tal van (nog te nemen) maatregelen. Mest moet worden geïnjecteerd in de bodem om te voorkomen dat de ammoniak in de lucht te rechtkomt. Het overschot aan mest moet naar mestfabrieken om te worden verwerkt tot compostkorrels. Bovendien moeten er zogenoemde mest banken komen, die er voor zor gen dat mest van provincies waar veel koeien, varkens en kippen zijn te vinden (bijvoor beeld Noord-Brabant) wordt verplaatst naar gebieden waar minder mest wordt geprodu ceerd. Opkopen Van het inkrimpen van de veestapel is echter nog altijd geen sprake. De symptomen worden bestreden, aan de kwaal wordt niets gedaan. Natuurmo Het verziekte bos in het Noordhollands Duinreservaat bij Castricum. foto martijn de jonge numenten en Natuur en Milieu worden met hun adviezen het bos ingestuurd. Dat zal waar schijnlijk ook gebeuren met de Bosraad, het belangrijkste ad viesorgaan van de regering op het gebied van bomen. Vorige week stelde de raad voor de vele miljoenen van de mestfabrieken maar liever te steken in de bos sen. Dat geld komt beschikbaar als de veestapel wordt inge krompen, als er dus geen mest overschot meer wordt geprodu ceerd en als er dus geen mestfa brieken meer nodig zijn. Eerder adviseerde Natuurmonumen ten de overheid al de mestquota van de boeren op te kopen (zo dat ze minder mest mogen pro duceren) met het geld dat an ders in alle andere maatregelen wordt gestoken. Bukman en Gabor moeten op hun ministerie eens durven kie zen voor een ander accent: soms gaan de belangen van na tuurbeheer boven die van de landbouw. Met die keuze (vóór de bossen en dus voor inkrim ping van de veestapel) mogen echter niet alleen Bukman en Gabor worden opgezadeld, maar alle kamerleden. Zou het ministerie van land bouw, natuurbeheer en visserij nu besluiten dat het nodige vee weg moet, dan zal het departe ment van economische zaken fel protesteren. Het meeste vee wordt immers geëxporteerd. Een keuze vóór de bossen zal dus pijnlijk zijn, maar over de prijs daarvan liet niemand zich deze week in de Tweede Kamer uit, laat staan dat men bereid is die te betalen. WIM STEVENHAGEN ene probleem de ernst van het andere. De sociaal-democraat illustreert die stelling door erop te wijzen dat rijke landen aan arme lan den niet het recht kunnen ont zeggen te streven naar een wel vaartsniveau dat de rijke landen al hebben bereikt. Doen ze dat toch, dan moeten ze niet ver baasd zijn dat de armere landen bijvoorbeeld de 'groene longen' der aarde wegkappen of hun schaarse geld aan bewapening uitgeven. Wöltgens bepleit dus een nieu we verdeling van de last, zoda nig dat elk land zich deel van de elite kan voelen en zich niet meer zo nodig hoeft te bewij zen. Dat kan door een nieuwe ideologie, een denken dat onge lijkheid afwijst en 'genoeg' pre fereert boven 'meer'. Welvaart moet volgens Wölt gens welzijn worden. Het ver vullen van de behoefte om te overleven, gevrijwaard te zijn van honger en ziekte en een ei gen plek te hebben, is van veel groter belang dan vergaande materiële behoeften. Als de eerste levensbehoeften voorrang krijgen, moeten we volgens Wöltgens ook af van het wat hij noemt 'leven in onwaar heid'. Onwaar zijn economische groeicijfers waarin de minpun ten van onze samenleving (zoals kosten van criminaliteit Wöltgens in de Tweede kamer. foto cpd roland de bruin of verkeersongelukken) niet zijn opgenomen. Onwaar zijn prij zen van produkten waarin niet de kosten zijn opgenomen die moeten worden gemaakt om die produkten (bijvoorbeeld koelkasten) na gebruik te ver werken op een voor het milieu veilige manier. De werkelijkheid moet onder ogen worden gezien. Net als de arbeiders aan het einde van de vorige eeuw moesten leren dat het schouderklopje van de baas geen waardering uitdrukte, maar een bevestiging van hun onderdrukking. Voor Wöltgens betekent dit ook dat zaken als winst en de berekening van de arbeidsproduktiviteit als basis voor de loonontwikkeling, in een heel ander daglicht komen te staan. "Valse' prijzen maken winst tot een vals signaal en lokken ver keerde geldstromen uit. Als ar beidsproduktiviteit bepaalt hoe veel de lonen kunnen stijgen, dan leidt dat tot uitstoot van zieken, gehandicapten, oude ren, lageropgeleiden en minder heden. Wöltgens stelt voor om genoe gen te nemen met een lagere arbeidsproduktiviteit, waarbij iedereen kan werken, ook oude ren, zieken, gehandicapeten. Tegelijk zal werk moeten wor den beschouwd als een vorm van behoefte-bevrediging. Werk dat verder gaat dan wat noodzakelijk is voor het eigen levensonderhoud, moet gezien worden als vrijq-tijdsbesteding en die hoeft per se financieel te worden beloond. Werk wordt een hobby. In dit beeld is ook geen plaats meer voor grote inkomensver schillen, meent Wöltgens. Ze zijn zelfs ongewenst. Ze zijn im mers een uiting van het feit dat mensen met tegenzin meer werk doen dan ze zouden moe ten. Bovendien leiden inko mensverschillen weer tot een opwaartse druk in de economie, terwijl de economische groei juist gestabiliseerd moet wor den of zou moeten dalen om het einde van de wereld te voor komen. Wöltgens begint en eindigt zijn vandaag verschenen boek met de val van de muur tussen West- en Oost-Berlijn. Hij verzet zich tegen de conclusie die daaruit veelvuldig is getrokken, namelijk dat het socialisme heeft afgedaan en de liberaal- democratische staat het enig zaligmakende model is gewor den. De PvdA'er keert zich ook tegen de inhoud van de liberaal-de mocratische staat, waarin de burger binnen een aangegeven kader zelf maar moet uitmaken hoe het leven wordt ingericht en. waarin de politiek er niet meer toe doet; waarin de poli tiek vervalt tot een show, vooral voor de spelers zelf, ver van de burger af en uitgaande van 'winnaars' en 'verliezers'. Voor Wöltgens heeft de politiek wel degelijk een opdracht. Een taak die hij als 'moreel onderne merschap' omschrijft. De om bouw van de verzorgingsstaat wabrvoor zijn sprookje de lei draad vormt. Thijs WöltgensLof van de poli tiek. Uitgever Prometheus. Prijs f24,90. Thijs Wöltgens, PvdA-fractielei- der in de Tweede Kamer, heeft een sprookje. Een verhaal dat hij erg graag aan zijn kleinkin deren zou willen vertellen. Ei genlijk is het meer een nieuwe ideologie van de sociaal-demo cratie. Maar die woorden zullen zijn kleinkinderen, en niet al leen zij, niet begrijpen. Thijs wil naar een samenleving van gelijken. Gezag wordt daar bij weer ontleend aan de capa citeiten die iemand heeft. En niet meer aan de omvang van het eigen bezit of de houding die iemand aanneemt. De basis voor zijn denkbeelden vindt de PvdA-voorman in het naderend einde van de wereld. Dat einde wordt in de ogen van Wöltgens veroorzaakt door de manier waarop de wereld nu bezig is het milieu kapot te ma ken, de levensvoorwaarden te ondermijnen. Deze 'ecologische kwestie' acht Wöltgens veel fun damenteler dan de 'sociale kwestie' die door de sociaal-de mocraten aan het einde van de vorige eeuw op de agenda werd gezet. Niettemin ziet Wöltgens een verband tussen beide. Hoe gro ter de ongelijkheid in de verde ling van de welvaart in de we reld is. des te meer versterkt het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 2