'Ik schrijf voor alle
rangen en standen'
Hommage aan Lindgren
Wie Bogarde leest gaat
verlangen naar echt boek
Cultuur Kunst
Voor Koomen is de
oorlog niet voorbij
Boeiend
orkestbeeld uit
de achterhoede
'Een hoofd vol fruit' heeft
diepgang van een piasgootje
DONDERDAG 3 DECEMBER 1992
22
Jos van Manen-Pieters, auteur streekromans:
LEIDEN INGE
,,Ik ben maar gewoon. Mis
schien had U gedacht dat ie
mand die zo kan schrijven iets
bijzonders moet zijn." Streek-
en familieromanschrijfster Jos
van Manen-Pietersen noemt
zichzelf een schrijvende huis
vrouw. Al drie miljoen exempla
ren gingen in 36 jaar over de
toonbank. Romans over liefde,
geloof en gewone mensen. On
langs vertelde ze over haar werk
in het Merenwijk-filiaal van de
openbare bibliotheek.
„Ik was een idealistisch, ro
mantisch wicht dat niets van
het leven af wist", zegt Van Ma
nen over haar debuutroman 'De
Tuinfluiter', die ze in 1955
schreef. „Als ik dat boek nu
weer lees, zie ik wat een groen
tje ik was. Die naïeviteit is in de
loop der jaren verdwenen. Hoe
ouder ik werd, hoe meer ik ben
gaan streven naar een eerlijke
weergave van menselijke pro
blemen."
Titels als 'Een mens die aan
jouw kant staat', 'Langs groene
oevers van hoop' en 'Een
scheepje van papier', zijn af
komstig uit gedichten die de
schrijfster in haar kindertijd ver
zamelde. Ze typeren de inhoud
van haar werk. En anders doen
de zoete, getekende afbeeldin
gen op de kaften dat wel. De
liefde is waar het allemaal om
gaat. „Liefde tussen ouders en
kind, tussen man en vrouw of
tussen vrienden maken dit le
ven leefbaar", vindt de schrijf
ster. „Ik kan daar niet over
theoriseren, maar ik kan het wel
weergeven in mijn i
Haar in totaal 28 boeken wor
den dan ook gretig gelezen door
dames op leeftijd. De ongeveer
35 aanwezigen tijdens haar
voordracht in de bibliotheek be
vestigen dat, hoewel Van Ma
nen zelf beweert geen duidelijk
lezerspubliek te hebben. „Ik
schrijf voor alle leeftijden, ran
gen en standen. Zowel voor
mensen met alleen een lagere
school opleiding, als voor uni
versitair gevormden. En voor
zowel niet-gelovigen als voor
streng-christelijken.
De eisen die ze aan haar boe
ken stelt zijn hoog. Van 'Bou
quet-reeks' romannetjes is ze
wars.„Die lees je op het strand
en gooi je later bij het oud pa
pier", zegt ze. Haar boeken val
len naar haar zeggen onder de
categorie 'literatuur' en moeten
voldoen aan strenge voorwaar
den. „Het boek moet vanaf de
eerste bladzijde boeiend zijn en
de aandacht van de lezer tot het
eind blijven vasthouden. Bo
vendien moet het gaan over
mensen met wie de lezer zich
kan identificeren."
Die personages probeert ze
zo realitisch mogelijk af te schil
deren. Ze zegt dan ook nooit
bang te zijn geweest om 'licha
melijke dingen' te noemen in
haar romans. „In de doorsnee
christelijke roman is nooit ie
mand ongesteld of incontinent.
Elke moeilijke situatie wordt
met een vrome lap weggeveegd.
Dat is verkeerd, want op die
manier eren wij God niet."
Schrijven doet ze in haar vrije
tijd. 'Eerst leven, dan schrijven',
zo luidt haar motto. Als flexibele
huisvrouw liet ze haar werktij
den bepalen door haar gezin.
„Toen de kinderen klein waren,
schreef ik 's avonds. Toen ze
niet meer in de leeftijd waren
dat ik ze om zeven uur in bed
kón stoppen, schreef ik overdag.
Ik heb ook nooit een werkkamer
gehad. Ik wilde me niet onttrek
ken aan het dagelijks leven van
mijn gezin. Nu deel ik mijn tijd
zelf in. Ik zeg altijd: als je maar
zorgt dat het eten op tafel staat,
dan merken ze er niets van."
Van de moderne techniek
'Alle verhalen van Astrld Lindgren': een in linnen gebonden feestuitgave.
JEUGDLfTERATUUR
Dezer dagen vierde de wereldberoemde Zweedse
schrijfster Astrid Lindgren (van Pippi Langkous.
maar ook van schitterende prentenboeken als
Tom te Tummetot en het inmiddels klassieke
jeugdboek De gebroeders Leeuwenhart) haar vijf
entachtigste verjaardag. Ter gelegenheid hiervan
bundelde uitgeverij Ploegsma een flinke greep uit
haar virtuoze vertellingen in het voorleesboek Alle
verhalen van Astrid Lindgren.
Afgezien van de pretentieuze titel de weer
slag van zo'n lange en produktieve schrij
versloopbaan laat zich natuurlijk nooit in een en
kele uitgave vangen kan hel boek als een wel
verdiende hommage aan Lindgren worden be
schouwd. In de achtendertig nu bijeengebrachte
verhalen wordt een breed overzicht gegeven van
haar schrijversschap; sterk wisselend van sfeer,
maar van een vrijwel constante kwaliteit.
Uiteraard passeren bekende Lindgren-verbaal-
heeft ze geen kaas gegeten, puter kan voor mij geen verhaal
Haar boeken worden nog steeds bedenken. Ik ga op mijn oude
geboren op een schrijfmachine, dag die rommel niet aanschaf-
terwijl de computer al lang haar fen. Ik heb alleen een klein
intrede bij vele schrijvers heeft beetje talent en daar moet ik
Van Manen: „Een com- het maar mee doen."
RECENSIE KOOS POST
Martin Koomen, 'In het web van Port
land". Uitgeverij Van Gennep, 29,50
De Tweede Wereldoorlog be
hoort voor Martin Koomen nog
altijd niet tot het verleden. Met
enige regelmaat verschijnen er
van zijn hand levensechte oor
logsthrillers die zich afspelen in
het toen bezette Nederland. De
zer dagen verscheen het zeven
de boek in de 'Portlandserie',
genoemd naar de belangrijkste
figuur in al die verhalen: Robert
Portland. Een markante per
soonlijkheid. Statig, stijlvol en
smetteloos. Maar achter die
facade schuilt de bewogen lei
der van een verzetsgroep. De
man wordt geadoreerd door
zijn voormalige assistent, luite
nant Pokkema.
In de zevende aflevering van
de serie ('In het web van Port
land') zit deze nuchtere, nogal
rechtlijnige Nederlander knar
setandend in Londen oude
kranten te lezen. Een saaie en
taaie klus voor iemand, die po
pelt ergens in Nederland in ac
tie te kunnen komen. Bijna jui
chend begroet hij dan ook het
verzoek van de groep-Portland
om naar Nederland over te ste
ken. Fokkema gaat graag, maar
hem wacht een ijzig koude dou
che. Hij maakte zich al geen il
lusies, maar desondanks is hij
verbijsterd bij het zien en bele
ven van de moedeloosheid, het
wantrouwen, de angst en het
gebrek aan hoop, die het leven
ILLUSTRATIE RUUD BRUIJN
figuren de revue als Michiel (van de Hazelhoevé),
Lotta (uit de Kabaalstraat) en Madieke (van het
Rode Huis), maar daarnaast maken ook minder
bekende personages als Niels Ukkepuk en Karin
Kordaat hun opwachting.
De in linnen gebonden feestuitgave, aan de
voorzijde opgefleurd met een kleurige illustratie
en voorzien van een handig leeslint, wordt beslo
ten met het definitief laatste verhaal dat de hoog
bejaarde Lindgren naar eigen zeggen schreef:
Kerstmis in Zweden, lang geleden, een nostalgi
sche, niet van humor gespeende herinnering aan
Lindgrens beleving van het kerstfeest anno 1913.
Alle verhalen van Astrid Lindgren is geïllu
streerd door de onlangs helaas overleden teke
naar Ruud Bruijn wiens karakterestieke 'ronde'
tekenstijl ook de voorplaat siert en Alex de
Wolf. Voor het leeuwedeel van de vertajingen te
kende Rita Tornqvist-Verschuur.
Naast deze kloeke uitgave liet Ploegsma nog
een beknopt, maar handig Lindgren-bibliogra-
fietje het licht zien. Voor slechts twee gulden
krijgt de koper een schat aan informatie over de
schrijfster, naar werk. de door haar gewonnen
prijzen en wat er van haar oeuvre op film en vi
deo is vastgelegd.
RECENSIE KEES HUGES
Orkestraal Verhaal, over muzikanten, hun instrumenten hun mu
ziek Auteur Niels Ie Large, uitgever J H Gottmer. Prijs 35.00
Niels la Large werkt zo'n vijfentwintig jaar als slag
werker bij net Koninklijk Concertgebouw Orkest.
Maar behalve zijn muzikale talenten blijkt La Large
ook een gave voor het geschreven woord te hebben,
getuige zijn zeer kundig en vlot geschreven boek 'Or
kestraal Verhaal'. Het is een boek waarin de schrijver
het orkest tekent vanuit zijn slagwerkersplek. In de
achterhoede dus. Een blik gericht op de dirigent en
de diverse instrumentengroepen.
Naast het feit dat La Large vanuit zijn positie ha
chelijke momenten van de diverse instrumentalisten
onder de loep neemt lekkende fluitkleppen, wei
gerende hobo-rieten, ontstemd rakende viool of
harpsnaren geeft het boek een helder beeld van
wat Voor een bedrijf zo'n orkest toch eigenlijk is. De
geschiedenis van het orkest wordt duidelijk geschetst
en de lezer kan de zich door de tijd wijzigende socia
le positie van de orkestleden volgen.
Geen boek vol flauwe of grappige anecdotes over
dirigenten of anderszins, maar een helder en zeer le
zenswaardig verhaal voor een ieder die geïnteres
seerd is in het wel en wee van een orkest in brede
RECENSIE PEER VAN 'T ZELFDE
Een Hoofd Vol Fruit, auteur Ad van Iter-
son; uitgever L. J. Veen 92. 24,90
Ad van Itersons tweede roman
is uit. Een hoofd vol fruit. Zijn
debuutroman noch zijn eerder
verschenen dichtbundel zijn
mij bekend, dus ging ik tegen
beter weten in af op de flap
tekst: 'Ad van Iterson beschrijft
in zijn verhalen listen en lusten
ten tijde van de verzorgings
staat'. Dat klinkt eigentijds (de
omslag, met een schilderij van
Gustav Klimt, is dat weer niet,
maar vooruit): een roman vol
calculerende burgers. Vervolg
flaptekst: 'In een Angelsaksisch
aandoende stijl...' Ik weet niet
wat ik me daarbij moet voor
stellen. Een bevriende An
gelsaks wist het evenmin, An
gelsaksisch georiënteerde ken
nissen konden me ook niet ver
der helpen. Misschien doelt de
flaptekstknutselaar op een on
derkoelde schrijftrant.
Slot flaptekst: toont hij dat
de Nederlanders het zachtmoe
digste volk op aarde vormen
wij keren het hoogste teder agio
aan onze medemensen uit
maar dat zij, in hun vergeefse
streven naar drama en heroïek,
veel onheil aanrichten'.
Zachtmoedigen, onheil
agio, de formulering, dat riekt
naar een gekunstelde bundel
bevolkt met gereformeerde
boekhouders.
Dat bleek bij lezing slechts
ten dele te kloppen, want alleen
in 'De neven' figureren twee au
teurs van leermethodes Boek
houden Administratie (in 'Ex
communicatie' wordt alleen
een boekhouder genoemd); één
hunner heeft 'een onberispelijk
protestants-christelijk voorko
men', beiden hebben een reli
gieuze verhouding tot dat boek
houden - zonder dat dat nader
wordt uitgewerkt, op wat neu
zelende opmerkingen na. In
hun gereglementeerde wereldje
doemt een buitenstaander op.
Ze heben hem weliswaar zelf
aangenomen, om een leerboek
te vertalen, maar de twee weten
niet bij welke rubriek ze hem
moeten onderbrengen en dat
verwart hen enigszins. De tijd
verstrijkt echter, de buiten
staander verdwijnt en zo komt
alles weer goed. Dat ongeveer is
het stramien van de meeste ver
halen in deze bundel: er is een
man, of een vrouw, of een com
binatie. Geen assertieve types,
bang voor heibel. Dan komt er
een ander bij en die aanwezig
heid maakt dat de eersten zich
ongemakkelijk voelen. In het ti
telverhaal, over een werkloze
academicus die archiefwerk
doet voor een culinair journalis
te, heet het: 'Zijn verschijning,
zijn blote bestaan kwam haar
opeens als ongepast voor'. Ac
tief ingegrepen wordt er echter
zelden. Meestal is dat ook niet
nodig, want de ander gaat zoals
hij gekomen is: zonder enig
misbaar. Slakken, naarstig ver
scholen in hun huisje, zo gedra
gen Van Itersons personages
zich; tot wezenlijk contact komt
het vanzelf niet. Dat is een triest
beeld van de verzorgingsstaat.
De bundel stemt ook om an
dere redenen triest: er is zoveel
tijd mee verspild. De karakters
komen niet tot leven, ze vermo
gen niet eenmaal de interesse
van de lezer op te wekken. Van
Iterson geeft hun de psychologi
sche diepgang mee van een
piasgootje en compenseert dat
nergens.
Niet met iron
beelden, dialogen en al hele
maal niet met een acceptabel
plot. De verteller registreert, op
nogal knullige wij/e, en gros
siert in gratuite uitspraken.
Bovendien: alle begin is
moeilijk maar een fatsoenlijk
eind aan een verhaal maken is
minstens zo lastig. Van Iterson
weet er duidelijk geen raad
mee. Ik heb stellig de indruk dat
hij per abuis niet zijn ma
nuscript maar zijn notitieboekje
bij de uitgever heeft ingeleverd,
met aanzetjes, ideetjes die nog
uitgewerkt moeten worden en
die best iets aardigs zouden
kunnen opleveren als Van Iter
son de geheimen van het schrij
versmetier doorgrond had.
Conclusie: men hoede zich
voor de listen van de ongetwij
feld zachtmoedige flaptekst
knutselaar.
Slotconclusie: weliswaar heeft
Van Iterson van drama geen
kaas gegeten, veel onheil heeft
hij gelukkig niet aangericht.
in het bezette land tekenen.
Martin Koomens verhaaltje is
eigenlijk heel simpel. De inmid
dels tot kapitein bevorderde
Fokkema moet de overtocht
maken om als lokaas te dienen
bij het ontmaskeren van een
verrader. Uit het feit dat hij van
af zijn eerste stap op vaderland
se bodem wordt gevolgd, blijkt
dat die verrader hoog in het ver
zet zit.
Fokkema moet zich in aller
hande bochten wringen om uit
Duitse handen te blijven. Daar
voor hult hij zich op een gege
ven moment zelfs in vrouwen
kleren. Je ziet het dan al van
verre aankomen: tijdens een
treinreis valt een Duitse officier
op hem en sleept hem mee naar
een restaurant met tal van an
dere nogal hitsige officieren.
Hoewel niet echt origineel, op
zichzelf best grappig. Maar
Martin Koomen waakt er zorg
vuldig voor dat de scène ner
gens uitmondt in oubolligheid.
De angst en het afgrijzen blijven
op de achtergrond altijd tast
baar aanwezig. Martin Koomen
mag dan komische effecten ge
bruiken, hij schrijft beslist geen
vrolijke verhalen. Zijn decor
wordt gevormd door een Ne
derland in diepgrauwe dagen.
Een tijd die geen enkel toen hier
levend persoon ooit zal kunnen
vergeten.
En ik heb het al eerder ge
zegd: het is Koomens grote ver
dienste dat hij die bittere bezet
tingsjaren zo herkenbaar gestal
te weet te geven.
RECENSIE WILFRED SIMONS
Dirk Bogarde, Jericho. Vert. Aneke God-
dijn-Bok. Uitg. Bzztóh. Prijs 34,50.
Wie op vakantie is, raakt hele
maal uit het wereldnieuws.
Sommige mensen vinden dat
heerlijk, anderen doen nog po
gingen om op de hoogte te blij
ven. Ik behoor tot het laatste
slag. Op vakantie aan de Cöte
d'Azur graasde ik af en toe de
kiosken af op zoek naar wat va
derlandse bladen, maar uitein
delijk moest ik mij tevreden
stellen met de Gazet van Ant
werpen („Tempeest teistert
Vlaanderen en met The Euro
pean. In die krant las ik een be
richtje onder de kop The House
buying people are on the move.
Uit dit artikeltje bleek dat
(voornamelijk Engelse) huisei
genaren in Toscane hun huisjes
massaal verkopen en zich daar
voor in de plaats een optrekje in
de Provence aanschaffen. De
aanstichter van deze volksver
huizing is de Engelsman Peter
Mayle, die twee boeken heeft
geschreven over die gezellige,
grappige en onbetrouwbare
Proven^alen, over de Proven-
Waalse keuken en over het heer
lijke mediterrane klimaat al
daar. Zowel Een jaar in de
Provence als de opvolger Tou-
jours Provence waren in Enge
land regelrechte bestsellers; in
het kielzog van Mayle hebben
nu ook andere Engelse schrij
vers de pen opgenomen.
De inmiddels 72-jarige Dirk
Bogarde is één van hen. Hij is
vooral bekend als filmacteur
(bijvoorbeeld Death in Venice),
maar sinds enkele jaren heeft
hij het acteren eraan gegeven;
nu schildert en schrijft hij alleen
nog. Tot nu toe heeft Bogarde
een handvol boeken geschreven
en een autobiografie in delen.
Zijn laatst verschenen roman,
Jericho, is in de Provence gesi
tueerd. Bogarde weet waarover
hij schrijft; hij heeft zelf jaren
lang in Grasse gewoond.
Toch vind ik dat Bogarde de
Provenwaalse natuur in Jericho
opvallend flets beschrijft. Hij
schrijft over de lichtgevende
rotswanden van de Ste-Baume,
over de uitbundige vegetatie en
over de zomerhitte, maar het
lijkt erop alsof hij er eigenlijk
met zijn gedachten niet bij is.
Hij roept er geen beeld van op.
Wat dat betreft kun je beter
naar Peter Mayle grijpen; als je
hem leest, ruik je de thijm en
parelen de zweetdruppeltjes je
op het voorhoofd.
Maar wie de natuurbeschrij
vingen overslaat, houdt nog al
tijd een spannende roman over.
Het verhaal begint op de och
tend dat William Caldicott
('schrijver van boeken die je op
het vliegveld achterlaat') een
pakje krijgt van zijn broer Ja
mes. In het pakje zit een briefje
en de sleutel van een huisje in
de Provence, dat 'Jericho' heet.
James schrijft dat hij zelf spoor
loos is verdwenen en dat hij niet
wil dat William hem zoekt,
maar dat hij hem zijn huisje na
laat ('de huur is drie jaar vooruit
betaald').
William laat het er niet bij zit
ten en besluit zijn broertje toch
te gaan zoeken. Alras blijkt dat
James een Franse echtgenote en
een mongools zoontje heeft,
waarvan William niets weet.
Maar er is meen een vreemd,
om niet te zeggen griezelig
seksueel seksleven met meer
dan een vleugje aids. Als ik over
dat seksleven zou uitweiden,
verklap ik de clou, maar ik vind
wel dat Bogarde ophoudt op het
moment dat hij echt sappig had
kunnen worden.
Ik moet zeggen dat Bogarde
kan schrijven; toen ik Jericho
las, kon ik het af en toe maar
met moeite wegleggen. Het is
typisch zo'n boek waarvan je
wilt weten hoe het afloopt. Toch
vind ik dat Bogarde wel een
beetje op Caldicott lijkt: ook zijn
romans laat je bij wijze van
spreken op het vliegveld achter.
Toen ik het uit had, haalde ik
mijn schouders op en dacht.
'Dit was het dan. Nu ga ik eens
een écht boek lezen.'
Als je de natuurbeschrijvingen overslaat is 'Jericho' van Dirk Bogarde toch een spannende i
FOTO KIPPA