'Asielzoekers introduceren' Ergernis over sluipverkeer Oosterstraat SKIL wil drie jongerencentra Leiden Sloop oude garage in Gerrit Doustraat Bloemenverkoper staat weer in de zaak na roofoverval DINSDAG 1 DECEMBER 1992972 Leiden kreeg de vredesprijs omdat het vluchtelingen zo zorgvuldig introduceert. De pastoraal buurtwerkster in de oostelijke binnenstad is daar ver baasd over. Het kan nog heel wat beter, meent zij. foto hielco kuipers Verschillende leefgewoonten brengen onderlinge spanningen in wijk Buurtwerkers en bewoners in de oostelijke binnenstad (Pan- cras-oost/Noordrijnevest) vin den dat Vluchtelingenwerk Lei den (WN) asielzoekers beter moet 'introduceren' en begelei den in de wijk. Daardoor zou den conflicten met andere wijk bewoners voorkomen kunnen worden. De oostelijke binnen stad telt zes opvanghuizen voor asielzoekers. WN-coördinatrice L. van Blijswijk zegt dat zes huizen misschien wel veel lijkt, maar neerkomt op zo'n 20 asielzoe kers in een wijk met in totaal 3.500 inwoners. Ongeveer tien procent is van niet-Nederlandse afkomst. „Pancras-Oost is een wijk met veel buitenlanders. Al snel wordt iemand door zijn af wijkende huidskleur als asiel zoeker aangemerkt, maar dat is in veel gevallen onterecht. Het zijn er helemaal niet zo veel." Isolement De hoeveelheid aan nationali teiten en daarmee gepaard gaande verschillende leefge woonten brengen de nodige on derlinge spanningen met zich mee. Over en weer is weinig be grip voor elkaar. De WN zou door een betere introductie van asielzoekers hierin verandering kunnen brengen, zeggen buurt werkers en bewonersorganisa ties. Betere contacten tussen beide partijen zou de asielzoe kers bovendien uit hun isole ment halen. Leiden kreeg onlangs van de Carnegie-stichting een prijs voor de goede opvang van asiel zoekers. Als reden hiervoor werd in het jury-rapport onder meer genoemd de 'zorgvuldige wijze van introductie in straat en buurt door Vluchtelingen werk'. Verder wordt het sprei- dingsbeleid genoemd waardoor in Leideft 'in vergelijking met andere steden weinig sprake is van spanningen tussen au tochtonen en allochtonen'. Gespannen verhouding J. Dijkens, pastoraal buurtwerk ster in de oostelijke binnenstad, is verbaasd over deze conclusie. Volgens haar is de gespannen verhouding tussen allochtone en autochtone bevolking een van de grootste problemen van Pancras-Oost/Noordrijnevest. „Je moet die problemen niet bagatelliseren." „Vlak bij mij in de buurt zijn twee huizen met asielzoekers", zegt M. Schaap, lid van de be wonerscommissie in Noordrij- nevest. „Toen ze hier kwamen wist niemand wat voor mensen het waren. Van een introductie was helemaal geen sprake. De bewonerscommissie heeft, bij mijn weten, ook nooit informa tie gekregen over de komst van asielzoekers." Ze vertelt het verhaal van een gezin, dat door het verleden met veel psychische problemen kampt. Een van de kinderen van dat ouderloze gezin zou soms 's nacht op straat worden gezet. „Laatst belde dat jochie bij mij aan omdat hij er thuis niet in mocht. Ik heb stad en land af moeten bellen om hulp te vin den. De WN zie je weinig, je moet ze echt roepen willen ze komen." Vluchtelingenwerk informeert alleen de directe buren over de komst van asielzoekers, zegt L. van Blijswijk van de WN. Zij krijgen te horen welke nationa liteit de nieuwe buren hebben en uit hoeveel personen het ge zin bestaat. Ook wordt hun ver teld wat vluchtelingenwerk voor deze mensen doet en waar de organisatie voor vragen of op merkingen bereikbaar is. Andere cultuur Of het nut heeft meer buurtbe woners over de komst van asiel zoekers in te lichten, betwijfelt de WN. „Waarom dat niet wordt gedaan? Je kunt ook zeg gen: waarom wel?. Dan weten mensen dat er asielzoekers in hun straat wonen, nou en? Dat lost problemen tussen buiten landers en Nederlanders niet op. Als je ziet dat ergens buiten landers wonen kun je je toch zonder informatie wel voorstel len dat die mensen een andere cultuurhebben?" Van Blijswijk vraagt zich ver der af of asielzoekers, vlak na de aankomst in een nieuwe woon omgeving 'wel toe zijn' aan aandacht van omwonenden. „Als straatbewoners kennis wil len maken met asielzoekers moeten ze op die mensen af stappen. Je kunt ze aanspreken in een winkel of zo. Laten ze dat maar doen." Het gezin dat door buurtbe woonster Schaap wordt ge noemd is volgens de WN een geval apart. „Ook andere in stanties buigen zich over deze situatie, wij alleen kunnen zo iets niet aan", zegt van Blijswijk. „Bij het genoemde gezin wordt er alles aan gedaan om dat goed te begeleiden." K. Walle, wijkmedewerker van de Stichting Welzijn, maakt zich zorgen over de terughoudende opstelling van de WN. „Ik heb in een gesprek met de WN een keer voorgesteld dat ze perio diek in de buurt langs zouden komen om de situatie te bezien. Toen werd me gezegd: als het Limburgers waren zou je dat toch ook niet doen? Maar dat volgens mij een verkeerde ver gelijking. Ik maak me een beetje zorgen over de manier waarop Vluchtelingenwerk met signalen uit de buurt omgaat". Bewonerscommissie P. van Iterson van de WN ziet, net als collega Van Blijwijk wei nig in een uitgebreide introduc tie van asielzoekers. „Als ergens een Turks gezin gaat wonen wordt de bewonerscommissie toch ook niet ingelicht?" Buurthuiswerker V. Kokke van de Pancrat denkt dat de be geleiding van asielzoekers beter kan als buurtwerkers, wijkhuis- meesters en bewonerscommis sies deze bewoners rechtstreeks kunnen benaderen. De WN houdt de adressen van asielzoe kers/vluchtelingen geheim om hun privacy te waarborgen.Als er vaste begeleiders in de wijk zijn kloppen ze sneller met hun problemen bij ons aan." Vrachtwagens komen er bijna niet meer, maar de Ooster straat wordt door busjes en personenwagens nog regel matig als sluiproute richting industrieterrein De Waard gebruikt: „En daar is in de buurt nog steeds veel ergernis over. Een aantal bewoners praat zelfs al over het opbre ken van de straat of het strooien van nagels. En in dat soort situaties moeten we niet komen", aldus een be woonster van de Zeeheldenbuurt gistermiddag tijdens wijkoverleg met de gemeente. Jarenlang was de Zeehelden buurt de enige toegangsmoge lijkheid naar het industrieter rein. Daaraan kwam een einde toen in 1976 de Sumatrabrug bij de Lage Rijndijk werd geopend. Maar bewoners van de Zeehel denbuurt klaagden ook daarna nog regelmatig over sluipver keer dat hun buurt als toegang gebruikte en zich daarbij niet aan de maximum snelheid hield. Dat valt de laatste tijd ex tra op, nu de buurt een 30-kilo- meter zone is geworden. „Er staat een bord en er lig gen drempels, maar het helpt niet. Voor vrachtwagens is het verboden en die zie je ook niet zo vaak meer. De meeste bedrij ven hebben ook toegezegd via de Lage Rijndijk te rijden. Maar veel klanten en busjes van bij voorbeeld aannemers rijden nog steeds door onze buurt", al dus een van de aanwezigen. Dé oplossing voor de bewo ners is het ophangen van een rood-witte balk over de weg heen. Daar zouden alleen per sonenauto's onderdoor kunnen en busjes en vrachtverkeer niet. Ambtenaar K. Cusell zegde de bewoners toe, dit idee met de afdeling verkeer door te nemen. In het zuiden en noorden van Leiden moeten jongerencentra komen. Dat vindt de stichting Sociaal Kultureel Werk in Lei den (SKIL), die de club- en buurthuizen in deze stad be heert. Volgens SKIL-directeur C. Schouten zijn jongeren niet altijd via de eigen buurthuizen in de wijk te bereiken. „Ze zoeken elkaar graag op. Ze pendelen nogal tussen de ver schillende accommodaties, waardoor ze dus vaak niet in hun eigen wijk zijn te vinden." Hij verwacht dat de jongeren beter bereikt kunnen worden, als er naast 't Stathuys in de Breestraat, twee jongerencen tra in het zuiden en noorden van de stad bij zouden komen. Of die een geheel eigen pand moeten krijgen, is nog een on derwerp van discussie. Ook de vraag waar de jonge rencentra precies gevestigd moeten worden, is volgens Schouten nog niet duidelijk te beantwoorden. De gemeente voelt er wel voor in het nog niet gebruikte buurthuis aan het Broekplein in de Me- renwijk een jongerencentrum onder te brengen. Maar SKIL vindt dat geen goede plaats. Schouten: „Er zijn te veel wo ningen in de buurt. Omwo nenden maken er bezwaar te gen, zij verwachten lawaai van brommers. In de Merenwijk verdelen we nu de jongerenac- tiviteiten tussen het Broek plein en 'Op Eigen Wieken' aan het Valkenpaa". Als er in het zuiden van de stad een jongerencentrum moet verrijzen, is de Stevens hof een goede kandidaat, valt uit de woorden van Schouten op te maken. Het buurthuis daar doet al het een en ander aan jongerenwerk. Het is vol gens de SKIL-directeur overi gens niet nodig dat daar a la minute een centrum verrijst. „In de wijk wonen vooral ge zinnen met jonge kinderen en ouderen." De SKIL werkt haar ideeën uit in een beleidsplan voor het jongerenwerk in Leiden. Een werkgroep binnen SKIL gaat dit de komende maanden ge stalte geven. SKIL bracht deze zomer al een algemene nota uit, waarin het jongerenwerk globaal werd beschreven. SKIL stelde onder meer voor om het jongerenwerk in één aparte organisatie onder te brengen. leiden Een gedeelte van het voormalige au tomobielbedrijf in de Gerrit Doustraat wordt momenteel gesloopt. De werkzaamheden gaan vooraf aan een grootscheepse sanering van de bodem, die ter plekke zwaar verontrei nigd is met olie. Sloop is noodzakelijk om sa- neringsapparatuur op de binnenplaats te kun nen rijden. Het schoonmaken van de grond begint in januari en neemt naar schatting zo'n vier maanden in beslag. foto wim dijkman NAGERECHT Kennelijke staat In 'kennelijke staat' was de man in april vorig jaar op het Kort Rapenburg aangetroffen. Dat ontkende hij gisteren ook niet voor de Leidse kantonrechter mr. H. Morshuis. Wel het ver haal dat de rechter hem voor hield. „Ik lees hier dat u ook op een fiets of bromfiets zou zijn gestapt", verklaarde Morshuis luid en we hoorden ook nog iets over een gladde band die het voertuig had gehad. Dat was allemaal wat veel, vond ook de verdachte. Ook de offi cier had haar twijfels. Haar werd duidelijk dat het op de ac ceptgiro, die de man voor de overtreding had gehad, om een ander feit ging. Ook het verhaal van de rechter hoorde bij dat tweede feit. Maar daarvoor stond de verdachte hier van daag niet. Die had alleen een dagvaarding voor die dronken schap. Het bleek een vergissing van de officier van justitie in Den Haag. Dus kon de officier gaan eisen. „Ja, kennelijke staat van dron kenschap op de openbare weg kan een overtreding zijn. Als er overlast is. En hier is blijkbaar sprake geweest van behoorlijke overlast. Ik eis nog een keer de boete van 50 gulden die u toen ook kon betalen." De rechter kon zich daar wel wat bij voor stellen. „Overlast was er. U bent zelfs voor uw eigen veiligheid naar het bureau gebracht. Er hadden ongelukken kunnen ge beuren. 50 gulden." Rood Ook bij een andere zaak was de justitiële administratie niet he lemaal op orde. Een jonge vrouw had vorig jaar augustus in Katwijk op de kruising Cal- laoweg en Rijnstraat het rode licht genegeerd. „Ja, dat klopt", zo sprak ze. „Want hét bleef zo lang op rood staan." En sterker nog, ook had ze al eens de boe te van 100 gulden per giro over gemaakt. „Maar justitie zegt het geld nooit ontvangen te heb ben. Het is niet ook niet geresti tueerd." Zoals immers altijd ge beurt, wanneer een acceptigiro te laat wordt betaald. Toch koos de officier van justi tie nog voor een veilige weg, terwijl ze de papieren in keek die de rechter haar overhandig de. „Ik zal geen hogere boete ei sen, omdat u nu voor de rechter staat. Dus nog maar eens de boete van 100 gulden. We ko men er dan wel achter of die is betaald." Maar rechter Mors huis was het daar niet mee eens. „U hebt uw best gedaan", zo vond hij. „U hebt contact ge zocht met justitie en zij kunnen het niet achterhalen. Ik ga er vanuit dat u rechtsgeldig be taald hebt. Ik wil u niet twee keer voor een overtreding laten betalen. Waarop ze kon gaan. Een andere vrouw erkende eveneens in Katwijk door rood te zijn gegaan. Nu op de krui sing Callaoweg en Zeeweg. „Ik ben er geweest, ik heb betaald. Maar het is teruggestort." De officier wilde, net als de rechter weten, of de vrouw dan geen tweede acceptgiro had gehad met een hoger bedrag erop. „Dat durf ik niet te zeggen sprak de dame die het allemaal niet zo bijhield. Waarom ze dan de eerste keer niet betaald had? „Nou, feestdagen, denk ik." Waarop nog maar eens een boete van 130 gulden werd ge- eist. „U beseft dat dat een be drag is tussen het te laat betaal de en hetgeen u hier kon krij gen", zo legde Morshuis nog maar eens uit. Mogelijk als pleister op de wonde van de veroordeelde. Tussentijds Een man die op de kruising Rijnzichtweg-Rhijngeester- straatweg in Oegstgeest het ro de licht zou zijn gepasseerd, was daar zelf nog niet zo zeker van. De overtreding was gecon stateerd in juni van het vorig jaar. „Pas een half jaar later kreeg ik een brigadier aan de te lefoon, die me er vragen over stelde. Nou, ik wist het niet meer, het is dan te lang geleden, ik kon het me niet herinneren." Maar wel had de man gereden in de auto, waarmee de overtre ding was gepleegd. „Een lease auto", zo antwoordde hij beves tigend op een vraag van de rechter. „En het zou kunnen zijn dat ik er mee gereden heb." De officier kon wel bedenken, waarom de politie mogelijk la ter met de man contact had op genomen. „Bent u soms tussen tijds verhuisd?" Ja, dat was hij inderdaad. De rechter had ver volgens ook nog vragen over een van de adressen waarop hij 'zoveel hoog' woonde. Maar volgens de man kon over het adres zelf geen misverstand bij het bezorgen van justitiële post zijn ontstaan. De officier van justitie eiste daarom nog maar eens het oorspronkelijke boete bedrag. „Want u bent wel ver antwoordelijk voor het kente ken.". En het stond vast dat daarmee de overtreding was ge pleegd. Waarop ook de rechter zich in die eis van honderd gul den kon vinden. Verwaaid Een jeugdige man had in juli van het vorig jaar in Warmond de bromfiets bereden. Alleen was het op die Oranje Nassau- laan kwart voor vier 's nachts. En het voertuig had geen ver lichting. „U kon 20 gulden beta len", deelde de rechter mee, „waarom hebt u dat niet ge daan?" „Nou", zo sprak de knaap luchthartig, „ik dacht: het verwaait, het verjaart. De of ficier zei dat zo'n verjaring pas na twee jaar een feit is. „U hebt dus sinds die tijd in spanning geleefd. Nu wordt u extra be boet. Als u de schikking en de giro niet betaalt." Waarop er een geeltje bovenop kwam. Het was tenslotte aan rechter Mors huis aan te leggen waarom. „Ja, omdat u voorkomt moet er nog eens politie, een ambtenaar, een officier, een griffier en een rechter aan te pas komen", al dus Morshuis. Gelet op de rust waarmee hij het uitsprak kost zoiets niet alleen geld, maar ook fikse tijd. Dan mocht de jongen eigenlijk met 45 gulden nog blij zijn. emiel fangmann Vandaag staat B. Heemskerk (35) weer 'gewoon' in zijn bloemenboetiek aan de Churchilllaan in Leiden Zuid-West. Het leven gaat nu eenmaal door. Maar afgelopen zaterdag rond vier uur nam hij op deze plek in gedachten afscheid van vrouw en drie kinderen. Tot twee keer toe had hij gepro beerd het pistool uit de hand van een roofover valler te krijgen en beide keren was hij daarin niet geslaagd. In plaats van te schieten, nam Heems kerks belager echter de benen. „Vermoedelijk omdat hij nooit had gedacht dat ik zo fel zou tegenstribbelen", aldus Heemskerk, die zondag en zijn vrije maandag heeft gebruikt om de zaak zo veel mogelijk 'van zich af te pra ten'. „Dat ik weer begin, heeft niets met stoerheid te maken. Ik ben geen superman. Ik beef af en toe nog als een rietje en ik zit onder de kalmeringsta bletten. Slapen gaat ook moeilijk. Ik lig maar te malen. Maar het is net als met mensen die be trokken zijn geweest bij een verkeersongeluk met dodelijke afloop, zonder dat ze zelf schuld heb ben. Als die niet direct weer in hun auto stappen, rijden ze nooit meer." „Ik denk alleen wel dat ik me voortaan een stuk minder op m'n gemak zal voelen. Het is toch ei genlijk wat. Tegenwoordig moeten klaarblijkelijk ook bloemenkoopmannen een stuk ijzer paraat houden." Jublileum In januari wil Heemskerk, die al van kinds af aan in de bloemen zit, het tienjarig bestaan van zijn winkel vieren. De zwartste bladzijden uit de ge schiedenis van zijn bedrijfje staan volgeschreven met de gebeurtenissen van zaterdag. Het drama begon om 15.55 uur. Een naar schatting 35-jarige man met kortgenipt donker haar kwam binnen met een bos chrysanten die hij uit een emmer voor de winkel had gehaald. Hij betaalde precies gepast. Direct nadat Heemskerk het geld in de kassala had gestopt, kwam de man voor de bloe menverkoper staan en duwde hem naar het hal letje achterin de winkel. Hij had het pistool al te voorschijn gehaald. Ter hoogte van het halletje greep Heemskerk naar de gewapende arm. „Ik wist een ding zeker: als ik uit het zicht van alles en iedereen zou raken, is het afgelopen met me." De roofovervaller wist zich echter los te rukken en sloeg Heemskerk met het pistool op zijn sche del. De hoofdwond is later behandeld in het AZL Ondanks de klap op zijn hoofd, deed Heemskerk een nieuwe poging om zijn belager te ontwape nen. De twee kwamen door de heftige worsteling in eerste instantie in het keukentje, nog verder achterin de zaak terecht en vervolgens weer in de winkel. Daar kwam op dat moment een trouwe klant van Heemskerk, Hans genaamd, binnen. „Ik heb gevloekt en gescholden omdat hij niets deed. Maar ik ben niet kwaad op hem. Hij is zich rot ge schrokken van dat pistool." Hans haalde 'Richard van de kapsalon' die naast de bloemenboetiek is gevestigd erbij. Toen die binnenkwam begon hij direct te gillen: „Laat dat pistool los." Heemskerk: „Ik was toen helemaal in de war. De roofovervaller had name lijk tegen Hans gezegd dal het allemaal maar een grapje was. En had Richard het soms legen mij. was het inderdaad een grap en moest ik dat pistool loslaten? Ik wist niet eens of ik het wel vast had." Veel tijd om hierover na te denken, kreeg Heemskerk niet. De overvaller stoof de zaak uit en rende de hoek om. langs de met krantrn dk'In geplakte snackbar, de Comelis Schuytlaan in. IX» bos chrysanten lag nog op de balie. „Een vastigheidje", antwoordt Heemskerk op de vraag of hij de overvaller zou herkennen. „Ik ruik hem al van verre, tsjonge wat rook-ie naar de alcohol. Had zich zeker eerst moed in gedron ken." LEIDEN Stad vasN chteilinig-em

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 13