DE
De vergeten bloesem van Leiden
'Iedere dag is een feestdag'
Regio
Inbreker het leven gered
TIJD
VAN
TOEN
MAANDAG 30 NOVEMBER 1992
Boek over het agrarische centrum dat de stad ooit was
Tot 1930 (het jaar waarin deze foto werd genomen) werd er in een houten loods op de Boommarkt in groente
het in die dagen een drukte van belang. Op de achtergrond van de foto is het Leids Volkshuis zichtbaar.
Concurrenten
In 1902 werd de Leidsche Tuin
ders Patroons Vereeniging op
gericht. Een club die zich aan
vankelijk alleen bezighield met
het transport van groente en
fruit naar Haarlem, maar al snel
plannen had om een veiling te
beginnen. Een jaar daarna was
het zo ver. Eerst in de open
lucht aan de Oude Vest, later in
een houten loods aan de Boom-
markt. Een plek die tot 1930 zou
worden gebruikt. Gedurende
een gedeelte van deze periode is
er nog een tweede veiling ge
weest op de Houtmarkt. Na veel
gekonkel en gekibbel gingen de
concurrenten in 1928 samen
onder toepasselijke naam 'De
Eendracht'.
Burgemeester Van de Sande
Bakhuyzen was in 1930 dolblij
toen het nieuwe veilinggebouw
tussen de Lammenschansweg
en de Zoeterwoudseweg open
ging. In zijn toespraak sprak hij
over een 'wijs besluit'. Eindelijk
waren de bewoners van de Apo-
thekersdijk en het Galgewater
verlost van de drukte voor hun
huis, waardoor ze op marktda
gen nauwelijks hun woningen
konden verlaten.
De veiling deed het vanaf het
begin aan goed. De omzet in
het eerste jaar bedroeg ruim
een miljoen gulden, wat in het
topjaar 1976 opliep tot 27,5 mil
joen gulden. Vanaf 1982, toen
voor de eerste keer een verlies
werd genoteerd, ging het berg
afwaarts. De groenteveiling kon
de laatste tien jaar van haar be
staan niet opboksen tegen
mammoetconcerns in Aalsmeer
en Bleiswijk. In 1988 werd de
veilingklok voorgoed stilgezet.
Geschiedschrijving
Leidenaar D. Smit nam na de
sluiting van het veilinggebouw
het initiatief om tot de ge
schiedschrijving van de veilin
gen in Leiden te komen. Het be
stuur van Coöperatieve Groen
te-, Fruit- en Bloemenveiling
vereniging Leiden en omstre
ken' stelde geld beschikbaar
waarmee 'De Tuin van Holland'
kon worden gemaakt. Het boek
is binnenkort verkrijgbaar als
deel 7 van de 'Leidse historische
reeks'.
'De tuin van Holland' is geen
werkje dat op alle vragen ant
woord geeft. Zo is bij voorbeeld
en fruit gehandeld. Op de Rijn was
FOTO GEMEENTEARCHIEF LEIDEN
onbekend gebleven hoe en
waardoor aan een staking onder
tuinders in 1920 een einde
kwam. Maar het boek maakt
wel duidelijk dat Leiden vroeger
een van de grootste tuinbouw-
dorpen in Zuid-Holland was.
Een aspect dat tot heden volle
dig werd overschaduwd door
publikaties over Leiden als La-
kenstad.
'De tuin van Holland' (ge
schiedenis van tuinbouw en
groenteveiling in Leiden), door
J.G. Endhoven, M.H. Hoogland
en J.K. Moes (mmv P.J.M. de
Baar, J.N. Gaykema, R.C.|. van
Maanen en D. Smit); Leidse
historische reeks deel 7; 88 blz;
24,95 gulden.
Wie de bijnaam 'Tuin van
Holland' hoort, denkt niet
onmiddellijk aan Leiden.
Dat Leiden vanaf de mid
deleeuwen tot zeer recent
een belangrijk agrarisch
centrum was, is in de ver
getelheid geraakt. Ruim
vier jaar na sluiting van de
groenteveiling aan de Vei
lingkade worden herinne
ringen opgehaald in een
boekje over de 90-jarige
geschiedenis van de tuin
bouw- en groenteveiling in
de Sleutelstad.
Lang voor er in de stad groen
ten werden geveild was Leiden
al een belangrijk tuinbouwcen
trum. De huidige binnenstad
bestond in de twaalfde eeuw
voor een groot deel uit boom
gaarden. Vandaar de bijnaam
'Tuin van Holland'. Rondom de
Haarlemmerstraat en de Lange-
brug werden volop appels, pe
ren en noten geteeld voor de
grafelijke dis van bij voorbeeld
Floris V.
Rond 1400 werd de tuinbouw
verplaatst naar omliggende ge
meenten als Oegstgeest en Lei
derdorp. Leiden had de grond
hard nodig voor woningbouw.
De bevolking groeide in korte
tijd van 6000 naar 14.000 inwo
ners, de graven trokken boven
dien weg naar Den Haag.
Na het beleg van de Spanjaar
den waren bijna alle boomgaar
den in de buurt verdwenen. Een
letterlijk verschroeide aarde
bleef over, die in snel tempo
weer moest worden bewerkt om
voldoende voedsel voor de Lei-
denaars te produceren.
De bevolking groeide explo
sief na 1574. Het gedrang in de
Leidse grachten, waar groente
en fruit in bootjes aan de man
werden gebracht, werd steeds
groter. Kooplieden vlogen el
kaar geregeld in de haren en
opstoppingen waren aan de or
de van de dag.
Echtpaar Barning-De Vries 60 jaar getrouwd
Hun woning in het Lambertus-
hof hangt vol schilderijen. Schil
deren is altijd de grootste hobby
geweest van de bruidegom.
Vandaag (maandag) zijn Cor en
Ida Barning-de Vries zestig jaar
getrouwd. Sinds vier jaar woont
het paar in een ruime flat op de
hoek van het Levendaal, nadat
een lawaaiige onderbuurman
hen had 'verdreven' uit een ge
renoveerde woning aan de Ko-
revaarstraat. „Hier wonen we
tegenover mijn geboorteplek
aan de Jorissteeg", wijst Cor
Baming.
Het echtpaar trouwde jong.
„Ik was zestien, we wisten niets,
er was geen voorlichting", zegt
mevrouw Baming nuchter. Hun
eerste kindje kwam dood ter
wereld. Later volgden drie
zoons en een dochter, en zes
kleinkinderen. „Afgelopen don
derdagnacht is ons eerste ach
terkleinkind geboren, Niels",
vertelt mevrouw Baming met
trots. „Nee, we vervelen ons nog
geen moment. Ik puzzel bij
voorbeeld graag, we zitten op
een kaartclub."
Het echtpaar zegt het in deze
tijd beter te hebben dan ooit,
want 'iedere dag is een feest
dag'. De bruidegom rijdt nog
auto. „Over twee jaar weer keu
ring. We gaan vaak naar de kin
deren toe." Leiden is natuurlijk
veranderd, zegt de bruid, die in
de Hansenstraat ter wereld
kwam. ,,'s Avonds uitgaan, er
gens gezellig koffie drinken bij
een strijkje, dat kan niet meer,
nu het allemaal bars zijn gewor
den. Waar zijn Rex, Zomerlust,
Zomerzorg, Bellevue?"
Schilderen is centraal blijven
staan bij de bruidegom. Cor
Baming hanteert het penseel
sinds zijn achttiende - 'mijn
eerste heb ik nog' - en geeft op
zijn 82ste nog cursussen aan
ouderen in buurthuis De Linde
in de Herenstraat. „Met enorm
veel plezier. Nee, ik heb er nooit
mijn beroep van gemaakt, je
kon er niet van leven", verklaart
de schilder, die ook oudere
Leidse kunstbroeders als Rose-
meier, Pasman en Roelandse
goed heeft gekend en nog regel
matig in de Lakenhal of het
Haagse Mauritshuis is te vin
den. Baming is als enige Leide
naar (ere) lid van de amateurs
schildersclub 'Pictura' in Kat
wijk, zo wijst hij op twee zeege
zichten in de huiskamer.
Oorspronkelijk, begin jaren
dertig, was de bruidegom ban
ketbakker. „Maar toen ik trouw
de werd ik ontslagen, omdat ik
te duur werd." Daarop schoolde
hij zich om tot huisschilder.
„Dat ben ik gebleven, behalve
in de oorlog, toen ik me aan te
werkstelling in Duitsland kon
onttrekken door beroepsmusi
cus te worden, accordeonist en
organist." Hij laat niet onver
meld dat schildermateriaal toen
niet te betalen was. „Weet je
waar ik penselen van maakte?",
wijst Baming. „Van mijn hoofd
haar. En wé schilderden op
Lancasterrolgordijnen."
Voor de foto poseert het dia
manten paar bij een werk uit
1933, waarop een boerderij -
'die is er nog' - en de Petruskerk
te zien zijn. „Genomen vanaf de
Lorentzkade." Hoewel er ook
een abstract werk van eigen
hand in huis hangt, zegt Bar-
ning dat de moderne kunst aan
hem is voorbijgegaan. Hij geeft
de voorkeur aan dorpsaanzich
ten, portretten, natuurland
schappen, stillevens en repro-
dukties van bekend werk. „Zo
wel olieverf als waterverf." In de
regio moeten zo'n duizend
schilderijen van hem hangen.
„Ik verkocht vroeger tegen ma
teriaalkosten. „We staap ook op
braderieën zoals de Luifel-
baan", zegt de bruid. En haar
man schildert nog op verzoek.
„Bijvoorbeeld boerderijen, als
het buiten niet te koud is, dan
maak ik zo even een schets."
„De moderne kunst is aan mij voorbijgegaan."
FOTO JAN HOLVAST
Ida en Cor Baming-de Vries poserend bij een werk uit 1933.
aan het werk en begon het
hoofd van zijn model te schet-
Dit mocht niet lang duren, want
de tsaar stond spoedig weer op
en begon opnieuw te ijsberen,
om zich ten slotte weer in zijn
stoel te posteren. Daarna open
de hij de conversatie en vroeg
De Moor „Is de Schilderkonst
niet moeijlyk myn Heer, en wert
er geen groot gedult vereischt
geduurende deszelfs oefening?
waarop de schilder ant
woordde: „Ja Sire, het gedult
eens heiligs schiet noch som-
tyds tekort, vooral als het voor
werp dikmaals opreist, of veel
beweeging maakt met het hoofd
en met de handen."
De keizer leek tevreden met dit
antwoord 'zonder eens acht te
slaan, dat de eerste woorden
des konterfyters een hoflyk ver-
wyt aan dien Vorst inhielden...'
Hij koos daarop een ander ge
spreksonderwerp en vroeg De
Moor, die op het punt stond
een tweede maal in het huwelijk
te treden, of hij een jonge of een
oude vrouw zou trouwen. Toen
de schilder antwoordde dat zijn
keus op een oudere vrouw van
zijn leeftijd was gevallen gaf de
tsaar hem groot gelijk.
Weyerman sluit zijn verslag
over de ontmoeting af met de
mededeling dat zijn herinnering
over het gebeuren niet verder
gaat. Carel de Moor zou hem
immers 'veele jaren geleeden'
zelf verslag hebben gedaan van
zijn ontmoeting met de tsaar.
De schilder bewoonde toen een
buitenverblijf bij Warmond. Hij
was. zoals verschillende andere
Leidse fijnschilders, in goede
doen geraakt.
Weyerman beschrijft De Moor
als een vrolijke innemende man
die weliswaar tot ridder verhe
ven was en in contact kwam
met buitenlandse vorsten, maar
zich ook mengde onder een
voudige mensen. De Moor ken
de ook geen weerzin tegen een
voudig ambachtelijk werk: van
af 1704 maakte hij voor twaalf
gulden per jaar de schilderijen
van het stadhuis schoon. De
Moor overleed in 1738, waar
schijnlijk te Leiden.
BURGERLUKE STAND
LEIDEN
Geboren Timo Joran, zv. R. van der
Veen en I M. Faase Parvati. dv. D. van
de Wijngaard en M. Bhujel Fabozio
Carlo Alessio Maria. zv. G.H.T.M. Prin
sen en M.L.P.G. Cappuccilh Willem
Alexander, zv. W. Rietkerken en E.M. Si
mons Daphne Renée Cibilia Huberti-
na, dv. A.P. van der Gaagen C.H. Vrolijk
Lisa Jeanette, dv. B.W. van Gelsdorp
en H. Beekman Maren, dv. H.A. Hooy-
donk en I. Stavleu Nema, dv. M. Gué-
rm en H.M. Borst Bram, zv. R. van
Delft en M. Ros Joep Joris, zv. A A.M
van der Zanden en J.M. Kapteijn Ma-
riélla Phylicia, dv. R.P. de Water en F.R.
Cameron Pieter Everardus Hendrikus,
zv. P.A.H. de Leeuwen M.T.M. Bosman
Nora. dv. P.G.T.M. Scheer en A.J.E.M.
Duijm Max Christian, zv. A.A.M. van
den Ingh en J.M. Witteveen Gabnêl
Etienne Glen, zv. P.J. Hartevelt en C.
Schepen Vivianne Elise, dv. A. Raven-
sbergen en M.J.T. Duiiaart Roy Petrus
Robertus. zv. Q.H.A. van Nobelen en
Y.M. Plesman Christiaan Ferdinand,
zv. H.C.M. Timmerman en I.C.J.M
Raadsen Jan Willem, zv. W. van Wijn
gaarden en M P. Perfors Sara. dv
H.P.W Janssen en J. Schonenberg
Brenda, dv. H.P.W. Janssen en J Scho
nenberg» Paul. zv. R J van der Waart
en H. Heerdink» Kees Cornells, zv T
Hoek en P C. Houwer Tamara, dv. E.J.
Hendrix en D. Plug Tessa Manenel. dv.
J.A.A.F. Caspersen I.M.L. Verhaegen
Jan Joris. zv. T.H. Scheer en S. van
Goch Nick, zv. R de Winteren J van
Duijn Serkan, zv. R.T.E. Weel Rai-
monda. dv. R.T.E. Weel Yildinm. zv.
R.T.E. Weel Stefame Johanna Hendn-
ka. dv. C.S.M Guidemonden A.M .C.
Nulkes Johanna Wilheimma, dv. M.
Messemaker en D. Rovers Lisa Regma.
dv. J de Wolf en C.J.M Seijsener Cin
dy. dv. L.E. Meiier Maartje Jannetie.
dv. C. Guijt en M.J. Schenk Renzo. zv
R Kruit en M.J. Stigter Joost, zv
P.C.T. van Dam en H.A M. Kerkvliet
Lieke, dv. H.C.M. Bergman en P M F.
Hulsebosch Maaike Wietske Wilhelmi
na, dv. E D. Matters en A W. Ramak
Max, zv. J.C. van der Ploeg en W.J.M.
van der Eist Nicky, dv. P.J.C. Jansen
en W.G.M.P. Kersten Jeffrey Anthony,
zv. A. Siera en A. Kornelisse Tessa, dv.
P.M.G. Versteeg en C.H. Slootweg»
Bram Gerardus, zv. G.A. Timmer en
G.J.M. Broekhuis Emma Katrine, dv.
Ph. Rhebergen en C.S.M. van Strien
Naomi, dv. M. Knol en J.M Langeveid
Jennifer Meiany. dv. A. Onderwater en
A Jansen Joost Remier Russen, zv
B.G. Gouioozeen I.W. Lamboo» Mau-
rits, zv R Akkerman en E. de Graaf
Bob. zv. B. van der Wal en H.E.M. Roe
landse Okkie Alexandra, dv. J A. Kok
en E R Y de Groot Dirk, zv P M Re
mennk en E.M. Bolhaar Fionn Thomas
Vijgeboom Sanne Joftlie Maria, dv R
Verhoork en 0 M.J C van Ste«jn Da-
mftlleAntonia Lidwma, dv. H B Veen-
hof en CM. van der Meer FalcoCorne
lis Wilhelmus, zv. F.L.J. Cam.nada en
A M. Brouwer Chiara, dv M. Martigna-
no en A. Scarpan David Tom, zv. 0
Stapperen M C. Labrujere.
Gehuwd W.G. van der Mark en M J.M.
van Dijk L.C F Altewischer en M A E
van Silfhout H.H. Walcott en I M Tuit
si«J.A.S BoomgaardtenS.J BijlR
Neuteboom en M. Anker
Een getuige heeft in de nacht
van zaterdag op zondag het le
ven gered van een 25-jarige
Leidse inbreker. De getuige
hoorde rond vijf uur glasgerin
kel in een pand van de rijks
universiteit aan de Kloksteeg
en belde de politie.
Deze ontdekte na enig klim
werk een gigantisch bloed
spoor in de tuin. De inbreker,
die snel werd gevonden, had
een slagaderlijke bloeding op
gelopen en zou volgens een
woordvoerder van de politie
zeker zijn doodgebloed als hij
geen hulp had gekregen, letter
is een tweede inbreker aange
houden, een 29-jarige man uit
Oud-Beijerland. Geen van bei
den heeft iets kunnen buitma
ken
LEIDEN De jongerenafdeling van het COC houdt op 6 december
een bijeenkomst over het boek 'Meer dan vriendinnen' van Anne
Kersten. Het gesprek in het LHW aan de I^ngegracht gaat over ver
halen van lesbische vrouwen. De bijeenkomst begint om 20 J0 uur.
at sommige schil-
M derspas na hun
dood de eer krijgen
die hun toekomt,is een bekend
verschijnsel. Het omgekeerde
kan ook voorkomen. Zo is de
Leidse fijnschilder Carel de
Moor nauwelijks bekend bij het
grote publiek. Namen als Gerrit
Dou en Frans van Mieris klin
ken in elk geval al een stuk ver
trouwder als we het over de fijn
schilders hebben.
Toch deed Carel de Moor in zijn
tijd zeker niet onder voor Dou
of Van Mieris en misschien was
hij zelfs beroemder. Een tijdge
noot, de Leidse schilder Van der
Sluis, prees zich in 1702 geluk
kig dat hij in de tijd van De
Moor en Willem van Mieris
mocht leven. Ook de achttiende
eeu wse kunstenaarsbiografen
Houbraken en Weyerman zijn
vol lof over De Moor. Weyer
man bijvoorbeeld suggereert
dat het uitdrinken van de zee
net zo moeilijk is als 'de heerly-
ke Konsttafereelen, van dien be
ruchte Historie en Konterfyt-
schilder, te willen beschryven'.
De Moor werd in 1655 geboren
als zoon van een kunsthande
laar die uit Antwerpen afkom
stig was. Hij zou in de leer ge
weest zijn bij maar liefst vier
schilders, onder wie Gerrit Dou
en Frans van Mieris. Omstreeks
1694 richtte hij met enkele col-
legas de Leidse Tekenacademie
op, die wij tegenwoordig ken
nen als 'Ars Aemula Naturae'.
Intussen had hij een naam op
gebouwd als historie- en por
tretschilder, twee genres waar
mee hij belangrijke opdrachten
in de wacht sleepte. Het zal een
hele eer voor hem geweest zijn
toen hij van het stadsbestuur de
opdracht ontving voor een
schilderij voor het Leids stad
huis. Het betrof een schoor
steenstuk, bedoeld voor de
schepenkamer, waarin was
voorgesteld hoe Brutus zijn
zoons laat onthoofden. Het
stuk, dat De Moor in 1687 vol
tooide, is verloren gegaan bij de
stadhuisbrand van 1929.
Zelfportret
Als portretschilder kreeg De
Moor zelfs internationale erken
ning. Zo bestelde de groother
tog van Toscane een groot
kunstverzamelaareen zelf-
Portret van Carel de
Moor uit de zelfpor-
trettengalerij van de
Galleria degli Uffizi,
Florence.
portret van De Moor (zie afbeel
ding) voor zijn portretgalerij in
Florence. In deze galerij hingen
zelfportretten van schilders als
Rubens, Van Dijck en Rem
brandt. Volgens Houbraken
werd de schilder in 1702 voor
zijn portret beloond met een
gouden medaille en een keten.
Keizer Karei VI verhief hem zelfs
in 1704 tot ridder als dank voor
geleverde portretten.
De toonaangevende portret
schilder in Europa was in die
tijd Antony van Dijck. Veel
schilders, zoals ook De Moor,
volgden zijn aristocratisch por
trettype na. In het werk van De
gen. De Moor nam de opdracht
aan en 'verrysde uyt Leyden na
's-Gravenhaage', waar de tsaar
zetelde.
Weyerman vertelt dan hoe De
Moor na zijn aankomst in Den
Haag werd geleid naar een
groot keizerlijk vertrek. Nadat
De Moor daar geruime tijd had
gezeten trad de tsaar binnen en
begon wat heen en weer te
wandelen door het vertrek. De
schilder liet hem maar begaan,
want hij vond het niet gepast de
tsaar te verzoeken te gaan zit
ten. Toen deze laatste dan ein
delijk in een stoel plaats nam.
zette De Moor zich onmiddelijk
Moor is echter ook de invloed
van de Leidse fijnschilders te
zien: de fijne gladde schilder-
trant, de boogvormige boven
kant en het kleine formaat. Ook
het hier getoonde zelfportret
toont deze mengeling van inter
nationale en Leidse invloed.
Qua formaat is het werk echter
vrij groot.
Een lastige klant
Hoe het Carel de Moor verging
bij het portretteren van op
drachtgevers wordt verteld door
de bio'graaf Weyerman. Zo doet
hij verslag over een ontmoeting
tussen De Moor en tsaar Peter
de Grote, die zichzelf en zijn
vrouw Catharina door de Leidse
schilder wilde laten vereeuwi
Carel de Moor en het portret
van tsaar Peter de Grote