Meisjes vroegen Sint om vrijer ;en Sint om vrijer Lee Miller gevoelig en veelzijdig Cultuur&Kunst Combinatie van een lach en een traan Dichtbundel 'Zonder vrienden kan ik niet' ten bate van Aidsfonds 'De schoonheid deugt niet, toch heb ik er mijn hart aan verpand' Lakenhal verguld met zilveren spiegel Voorschotense Eugenie Boer beschrijft legenden van de goedheiligman Sinterklaas is niet meer de enige die cadeautjes geeft. De kerstman is zijn geduchte concurrent. Een reden voor kunsthistorica Eugenie Boer om met haar boek 'Sint Ni- colaas, een levende legende' het imago te redden van de gulle gever en kindervriend uit Spanje. Uitgangspunt voor haar boek vormde zestien grote wandschilderingen van Jan Dunselman in de Amsterdamse Nicolaaskerk. Gisteren werd het eerste exemplaar aangeboden aan het bestuur van deze kerk. ?genden van de goedheiligman redactie annemiek ruygrok (CHEF) Eugenie de Boer: „Het zou jammer zijn als Sinterklaas vergeten zou worden. Hij was immers degene die men sen eeuwenlang stimuleerde tot vrijgevigheid en tot het verrassen van anderen." foto hielco kuipers VRIJDAG 20 NOVEMBER 1992 voorschoten inge ruigrok „Door het zien van die schilde ringen begrijp je waarom wij het Sinterklaasfeest op deze manier vieren", vertelt Eugenie, die zich al sinds haar studietijd bezig houdt met Sinterklaas. „Allerlei voorvallen uit het leven en de legenden van Sint Nico- laas staan daar afgebeeld." Dat juist deze kerk, die gebouwd werd in 1887, gewijd is aan de heilige Nicolaas, vindt Eugenie niet zo verwonderlijk. „Amster dam is een havenstad en Nico laas was onder meer de patroon van schippers en kooplieden. Sint Nicolaas is daardoor de pa troonheilige van de stad gewor den." Kerken Aan de muurschilderingen van twee stroken met elk een lengte van zestien meter werd in 1918 begonnen. Drie jaar heeft Dun selman eraan gewerkt. De schil der voorzag verschillende ker ken, waaronder die in Leids- chendam, in het begin van deze eeuw van decoraties. „Het duurde wel even voordat ik uit gezocht had waar Dunselman zijn ideeën voor deze schilde ringen vandaan haalde, welke legendes hij kende", vertelt Eu genie Boer. „In Nederland wor den sinds de middeleeuwen le gendes over heiligen verzameld en gebundeld. Er bestaan ver schillende legendes over Nico laas." In het boekje, dat wordt uit gegeven door de Stadsuitgeve rij, staan de zestien onderdelen van de wandschilderingen in kleur afgebeeld en zijn ze van uitleg voorzien. Drie inleidende hoofdstukken vertellen iets over de geschiedenis van het Sint Ni- colaasfeest in Nederland. Het boekje is eigenlijk een vervolg op verschillende artikelen die Eugenie Boer schreef voor het tijdschrift 'Ons Amsterdam' en laat zien waar onze typisch Ne derlandse Sinterklaastradities vandaan komen. Suikerhart „Vroeger was Sint Nicolaas ook de steun en toeverlaat van jon ge meisjes die zonder vrijer dreigden te blijven", vertelt de kunsthistorica. „Ze smeekten Sint Nicolaas om een vriend en stuurden een suikerhart naar diegene die ze op het oog had den als toekomstige geliefde. Hieraan danken wij het hart van suikergoed of marsepein en de vrijer gemaakt van speculaas." Ook uit kunsthistorisch oog punt zijn de muurschilderingen volgens Eugenie Boer van be lang. „Tijdens de reformatie is veel religieuze kunst verloren gegaan. Later is dat slechts mondjesmaat weer aangevuld. Deze reeks schilderingen is daar een wel een zeer omvangrijk voorbeeld van. Ze geven inte ressante informatie over de fi guur van deze heilige." Het sinterklaasfeest is een eeuwenoude aangelegenheid die geworteld is in de legenden die vanaf de zesde eeuw ont staan zijn. Waarom het sinter klaasfeest alleen in Nederland wordt gevierd, weet Eugenie Boer niet. „In Frankrijk is Sint Nicolaas wel bekend als een heilige, maar het feest wordt daar niet echt gevierd. Alleen in het noorden krijgen kinderen op zes december snoep en klei ne cadeautjes. Nergens ter we reld wordt het zo gevierd als in Nederland. Hopelijk blijft dat zo. Het zou jammer zijn als Sin terklaas vergeten zou worden. Hij was immers degene die mensen eeuwenlang stimuleer de tot vrijgevigheid en tot het verrassen van anderen." theater recensie conny van der zande II Colombaioni Spel Carlo Colombaioni en Alerto Vitali Gezien: 19/11, schouwburg. Leiden Het clownsduo II Colombaioni bevestigt de regel dat het bij theater boven alles draait om de wisselwerking tussen de makers en het publiek. De twee Italianen dwingen het passieve televisie-publiek om mee te doen door er diverse malen op te wijzen dat theater geen eenvoudige soap-serie is. Maar niet alleen met woorden, ook door hun daden zorgen zij ervoor dat het publiek aan hun lippen hangt. In hun acts be spotten zij diverse vormen van vermaak zoals acrobatiek, to neel, melodrama en ballet. In hun meesterlijke persiflage op de 'Hamlet' proberen zij met den haag mariska freriks Een boekje met gedichten over vriendschap ten bate van het Aidsfonds. Dat is de bedoeling van 'Zonder vrienden kan ik niet', de gedichtenbundel die tekstschrijver en acteur Jan-Si- mon Minkema en gedichten schrijver Henk van Zuiden heb ben samengesteld. Grootheden en minder bekenden hebben belangeloos hun gedichten en liedteksten 'uitgeleend' om daarmee een financiële injectie aan het Aidsfonds te schenken. Op een CD, die gratis bij het boekje wordt geleverd, staan bekende 'vriendennummers' van onder anderen Koen Wauters (Clouseau), Robert Long, Herman Brood en Henny Vrienten. De samenstellers, twee vrien den, hebben beiden veel men sen in hun omgeving die aan aids lijden of hebben mensen bezems de vijand te doden. Gewapend met schoonmaak artikelen trekken zij het be roemde 'to be or not to be' in het absurde. Hoewel zij zich clowns noe men is er van rode, ronde neu zen of geschminkte gezichten geen spoor te bekennen. Ook de vaste verdeling die binnen clownsduo's gebruikelijk is, ontbreekt. Geen melancholie ke clown en domme clown in een meester-knecht verhou ding, maar twee domme, slob berig geklede maatjes. Door hun meeslepende manier van theater maken lijken zij nog het meest op acteurs van het commedia dell'arte, het Itali aanse straattheater waarin im provisatie een belangrijke rol speelt. Vrolijkheid is troef, maar soms krijgt de spottende toon een bittere lading. De scène gekend die daaraan overleden zijn. „Je merkt dat iedereen di rect mensen nodig heeft als ze ernstig ziek worden", zegt Van Zuiden, die tevens werkzaam is als buddy. „Zonder vrienden kun je dus niet. Vandaar dat we een bundel hebben samenge steld over allerlei soorten kame raadschap." Minkema en Van Zuiden schrijven in hun voorwoord dat ze hopen, naast de hulp die dit geld misschien mogelijk maakt, ook een steentje te kunnen bij dragen aan verandering van mentaliteit. Het gedicht 'Sorry dat ik besta' van Annie M.G. Schmidt is daarvan misschien een voorbeeld: 'Maar over veertig jaar, wie weet, staan er liedjes op de hit parade. Niet alleen maar over hij en zij, maar ook over hij en hij. Liedjes over hem en hem zon- 'vakantie in Tsjernobyl' heeft een sarcastische ondertoon. Het gegeven mag dan mis schien wat gedateerd zijn, de scène is zeer indringend. We zien een man met een gasmas ker slapend op een kist. Als hij wakker wordt blijkt dat dat masker een deel van zijn per soonlijkheid is geworden. Dit is niet alleen een verwijzing naar de trieste gevolgen van de kernramp, maar ook naar het commedia dell'arte. In deze vorm van theater geven mas kers namelijk de belangrijkste karaktereigenschappen van het personage aan. Door de verwijzingen naar actuele situaties en andere vormen van theater krijgt de uiterlijke vrolijkheid een meer waarde. De combinatie van een lach en een traan maakt de clownsact van II Colombaioni tot een bijzondere ervaring. der aarzeling of rem Dan speelt elke musicus, dan zingt iedere romanticus heel gewoon zo is het dus: Ro meo en Julius'. In het boek staan veel bekende teksten van gedichten en hits. De teleurstellende conclusie van popgroep Het Goede Doel, dat vrienschap een illusie is, in het lied 'Vriendschap' staat er ook in afgedrukt. Net zoals hol bekende lied van chansonnier Jacques Brei 'Voir un ami* pleu- rer', maar dan vertaald en ge zongen door de Belg Johan Ver minnen (Een vriend zien huilen kan ik niet). In het boekje staan ook enkele gedichten die niet eerder gepubliceerd zijn. Zonder vrienden kan ik niet: 101 liedteksten en gedichten over vriendschap. Samengesteld door Jan-Simon Minkema en Henk van Zuiden. ISBN 90 6481 179 2 29,90 (inclusief CD). Duitse Dansprijs Hans van Manen essen De Nederlandse choreograaf Hans van Manen krijgt de Duitse Dansprijs 1993. Van Manen krijgt de prijs omdat hij de danswereld in Duitsland volgens de Duitse beroepsvereniging voor danspedagogiek de afgelopen twintig jaar sterk heeft beïn vloed. Aan de prijs is geen geldbedrag verbonden. Van Manen zal de prijs op 23 januari volgend jaar in het Aaltotheater in Es sen overhandigd krijgen tijdens een ballet-gala-avond. Bij die gelegenheid zullen ook optredens te zien zijn van het Nationaal Ballet en het Nederlands Danstheater. Eerdere prijswinnaars waren John Neumeier (1988), Marcia Haydee (1989) en Kon- stanze Vernon"( 1991). lezing Voorleesavond van Armando Gehoord 19/11, Sociëteit de Burcht, Leiden. Een voorleesavond met gele genheid tot vragen stellen, zo had Armando zijn optreden aangekondigd. Maar al spoedig bleek dat het eigenlijk omge keerd was; Armando las vóór en na de pauze drie stukjes en kreeg daarna een spervuur van vragen te venverken. Vriendelijk en bereidwillig richtte hij zich tot iedere vragensteller, maar of de antwoorden het publiek nu zoveel wijzer maakten valt te betwijfelen. Iemand vroeg 'of je een volk verantwoordelijk kunt stellen voor zijn daden.' (Daarmee werden natuurlijk 'de Duitsers' bedoeld). De vraag stellen is hem eigenlijk al beantwoorden, of: het antwoord hangt af van degene die antwoordt en is geen waarheid voor de eeuwig heid. Zo ging het met de meeste vragen: ze waren zo algemeen dat ook het antwoord wel in de zelfde trand moest uitvallen. Overigens toonde het publiek zich uiterst betrokken. „De schoonheid deugt niet en toch heb ik mijn hart eraan verpand" las Armando voor' uit De straat en het struikgewas. Geknik, her kenning in de zaal. Toen hem werd gevraagd of hij dat wilde toelichten, zei hij dat de schoonheid zich meester maakt van het immorele en het kwade: „De Muur was ook mooi." Onder die schoonheid komt hij niet uit: „Ik bewonder Matis se: zon door een raam, een vre dige plant in een vensterbank. Ik vind het prachtig, ik benijd het. Maar het ligt helaas niet op mijn weg." Veel bijval kreeg Armando ook toen hij begon over 'het schuldige landschap': donkere bosranden die getuige waren van martelingen, vernederin gen, moorden. De bomen wa ren erbij, maar blijven onbewo gen: ze spreken niet over wat zij gezien hebben: „Natuurlijk zijn ze niet werkelijk schuldig, ik noem dat zo." Waarom worden zoveel vra gen gesteld aan een man die zegt zelden over zichzelf en over zijn werk na te denken? Mis schien kwamen al die vtagen wel voort uit een wanhopjg po gen iets te weten te konyen over een man die ondanks zijn openhartigheid een zwarte doos is, een spiegel. „Ik geef ant woord op vragen die niet ge steld zijn en stel vragen waarop geen antwoord mogelijk is", zei hij tot slot. Hoe waar. leiden Het Stedelijk Museum De Lakenhal heeft op de nationale kunst- en antiekbeurs PAN in Am sterdam een prachtige zilveren toiletspiegel uit de 18de eeuw gekocht. De 56 centimeter hoge spiegel is vervaardigd door de belangrijkste Leidse zil versmid in die tijd, Hendrik Fortman (1715-1807). Hij werd gemaakt in 1750 en is uitgevoerd in de Daniël Marot-stijl, de Hollandse variant van de Franse Lodewijk XlV-stijl. De kostbare aankoop is mede mogelijk gemaakt door financiële steun van de Vereniging Rembrandt die zich inzet voor be houd van belangrijke kunstwerken voor Nederland se musea. De spiegel wordt, samen met andere topstukken uit de zilvercollectie van De Lakenhal, vanaf vandaag tentoongesteld in het museum. foto de lakenhal Stedelijk Museum toont vergeten fotografe amsterdam franqoise ledeboer De Amerikaanse fotografe Lee Miller maakte in 1932 het zelf portret dat haar op een over zichtstentoonstelling in het Ste delijk Museum toont als de ver pletterende schoonheid die vele mannenharten veroverde. Het resultaat van haar fotografische arbeid tussen 1929 en "1964 blijkt zeer veelzijdig: naast de puur esthetische foto's als haar zelfportret zijn er ook de huive ringwekkende foto's te zien die ze in 1945 in de concentratie kampen Dachau en Buchen- wald nam. De kwaliteiten van het werk van Miller (1907-1977) zijn pas in de tweede helft van de jaren tach tig in volle omvang duidelijk ge worden. Een van de oorzaken van deze vergetelheid lag in haar eigen afweer tegenover het verleden. Niemand weet precies waarom, maar Miller wilde in haar laatste levensjaren ineens niets meer van haar werk we ten. Wellicht was dit voor haar de enige methode de herinne ring aan de afschuwelijke oor logsbeelden terug te dringen. In vakkringen kreeg ze zelfs de reputatie dat haar foto's van sterk wisselende kwaliteit of zelfs amateuristisch waren. Pu- blikaties van haar zoon Antony Penrose en Jane Livingston en tentoonstellingen uit haar enor me archief tonen Miller juist als een professionele vakvrouw die met een zeer gevoelige blik heeft gekeken naar alle beelden die de moeite van het fotografe ren waard waren. Haar carrière begon in de ja ren twintig in New York. Het toeval wilde dat zij daar in 1927 voor een aanstormende auto werd weggetrokken door Conde Nast, de uitgever van het mode tijdschrift Vogue. Dank zij hem en haar schoonheid werd ze fo tomodel, een bestaan dat ze al in 1929 vaarwel zei om in Parijs leerling, model en geliefde van de beroemde surrealist Man Ray te worden. In de foto's uit haar Parijse ja ren is de invloed van het surrea lisme duidelijk zichtbaar. Ze fo tografeerde Charlie Chaplin on der een lamp met tentakels die uit zijn hoofd lijken te groeien en bij Tanja Ramm lijkt het als of haar afgehakte hoofd onder een glazen stolp ligt. Net als de surrealistische schilderkunst zijn deze foto's fascinerende ontdekkingsreizen naar de ver beeldingsmogelijkheden van het onderbewuste. Een van haar vele liefdesaffai res leidde tot een breuk met Man Ray en in 1932 keerde ze terug naar New York om met haar broer Erik een fotostudio op te zetten. Haar opdracht- werk in deze tijd bestond uit commerciële, portret- en mode fotografie. Miller kende veel beroemdhe den en heeft gelukkig velen van hen vereeuwigd. Zo komen we in het Stedelijk een aantal ma len Picasso tegen, maar ook in dringende portretten van Jean Cocteau, Colette, Joan Miró, Re- né Magritte, Paul Delvaux, Max Ernst en Mariene Dietrich. Haar foto's van de enorme vernielin gen tijdens de Tweede Wereld oorlog en de beelden uit de concentratiekampen steken er door de aard van de onderwer pen schril bij af en blijven daar door makkelijker in de herinne ring achter. De foto van de slor dig op elkaar gegooide hoop lij ken in Dachau uit april 1945 is er bij voorbeeld een om nooit te vergeten. De overzichtsexpositie in het Stedelijk Museum toont echter aan dat ook de rest van haar visuele erfenis nooit meer in vergetelheid moet raken. De expo&itie In het Stedelijk Museum (Paulus Potterstraat 13, Amsterdam) duurt tot en met 13 december, dagelijks van 11.00-17.00 uur. Picasso met een metalen sculptuur, een foto uit 1954 van fotografe Lee Miller.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 21