'Ich bin ein Berliner Bol' Overheidstaal ZATERDAG 7 NOVEMBER 1992 Afgelopen week traden enkele Nederlandse top- rockgroepen op tijdens de Berlin Independent Days. Vier dagen lang waren in een twaalftal Berlijnse clubs zo'n honderddertig verschillende rockbands en solisten te zien. In dat selecte gezelschap twee Haarlemse groepen: Gotcha! en Beatcream. Onze medewerker Peter Bruyn stapte met de muzikanten in de bus en voelde zich alsof hij weer op schoolreisje was. De taal van de overheid is meestal moeilijk. Dat komt doordat iedere officiële zin een lange weg moet gaan voordat hij in onze brievenbus komt. Een lange weg die juist de om gekeerd richting volgt van het verse-vis principe. Dat zal ik uitleggen. Op schoolreisje met Beatcream en Gotcha! nationaal ontmoetingspunt. Ik ben amper binnen als ik Iwan en Ruud van Gotcha! tegenkom. Handen en zakken vol blikken bier. Een Deense rockband die gesponsord wordt doorTuborg, deelt de blik ken uit. De groep trekt opeens opvallend veel geïnteresseerde journalisten. Ondertussen stelt Gotcha! elders in het ge bouw de spullen op voor een kort 'live' radio optreden. Unplugged', heet het weinig origi neel. Het Deense vocht heeft Iwans stem hoorbaar aangetast en ook in andere opzich ten gaat er nog wel wat fout. Maar het echte concert is 's avonds pas en de countryblues- versie van Kingdom Come klinkt in ieder ge val prachtig. Na afloop moeten de instrumenten naar Tacheles gebracht worden, een kilometer of wat verderop. Buiten heeft Ruud een mooi plan. Met Vincent op melodica en drummer Martijn als accordeonist wordt een spontaan straatconcert gegeven. Helaas blijft de op brengst steken bij tien pfennig. Dan begint in Tacheles het wachten tot het echte concert aanvangt. Beatcream heeft de hele middag vrijaf gehad en komt binnen, ge tooid met grote Russische legerbontmutsten. Voor twintig D-Mark gekocht van scharre laars bij de Brandenburger Tor. Aanleiding om tijdens het eten een gesprek over de zin van het dragen van hoeden en petten te voe ren. „Petten zijn nuttig," meent bassist An- dré. „Ze voorkomen dat je gedachten ont snappen." Dat is duidelijke taal. Duidelijker in ieder geval dan het proza waarmee Beatcream in de officiële BID-programmakrant wordt aan- gekondigd:„Pubertierende Beatcream frönen als Freunde emotionale Uberschëumens ex- zessiv einer gewissen physischen Rhythmik. die Körper und Seele in Wallung bringt." Ik lees de zin nog eens over. En nog eens. Wat er ook staat, een bijster swingende indruk maken de woorden niet. Net zo min als ik enig werkelijk gevoel van opwinding bespeur .ils Duitsers /eggen dat ze iets 'Ganz toll' vin den. Zowel de plaat van Beatcream als die van Gotcha! is in Duitsland op de markt gebracht. Beide groepen hopen met het Berlijnse op treden wat aandacht in de media te krijgen, zodat ze er binnenkort ook daadwerkelijk op tournee kunnen gaan. „Maar In het buiten land toeren is voor een Gotcha! ontzettend duur," legt saxofonist Joep uit „We staan met negen man op het podium." Om elf uur die avond staan ze er ook daad werkelijk. Ruud in z n Ajax-shirt, Joep als al tijd op blote voeten, Vincent in z'n rose on dergoed en Iwan met een Sid Vicious-kapsel en ditmaal weer opvallend goed bij stem. Wellicht speelt mee dat er in de kleedkamer al uren lang geen vol pilsje meer te vinden was. In ieder geval swingt het Duitse publiek. En chauffeur Henk, op een meter of zes van hel podium, kijkt zijn ogen uit. Dat zooitje ongeregeld dat hij naar Berlijn gereden heeft staat daar wel een prachtshow te geven. Direct na afloop, in de kleedkamer, zijn de drie broers Smeenk, Joep, Vincent en toet senman Pieter. euforisch. „Wat waren we goed. hè." Ze waren goed. Niets tegenin te brengen. Vincent, voorheen het rustpunt in de band, wordt de laatste tijd steeds uitgela- tener op het podium, geeft hij ook zelf toe:„Fk durf meer. Dat roze herenondergoed heb ik eens bij de Bijenkorf gekocht. Daarin voel ik mij iets tussen een hofnar en een boeddha. Zo kan ik al m'n frustraties kwijt." En Joep, over z'n motivatie om consequent op blote voeten op het podium te staan:,Als kind had ik al een hekel aan schoenen. Ik trok ze heel vaak uit. Ook 's winters en ging dan op m'n blote voeten de sneeuw in en zo. Dat mocht natuurlijk niet van m'n moeder. Daarom doe ik het nu. Zonder schoenen sta ik steviger in contact met de grond. Je kan er natuurlijk van alles over zeggen, maar in de grond is het iets heel serieus." Terwijl hij vertelt, lopen Joep en ik naar de benedenverdieping van het Tacheles-pand. Daar, in het café, speelt Beatcream. En weer kraait Haarlem de victorie. Een kort gastop treden van Iwan, een vocale bijdrage van Gotcha!'s Ro en het publiek in het uitpuilen de café vindt het allemaal prachtig. Dat moet gevierd worden. Echter, de twee Deense groepen waarmee Beatcream de kleedkamer deelt, blijken vrijwel al het bier reeds opgedronken te hebben. Na lang aan dringen van het management komt de zaal houder alsnog met een drietal volle kratjes. Het wordt laat, chaotisch en uitbundig. Als ik de volgende ochtend wakker word en m'n hoofd onder het dekbed vandaan steek, oogt de hotelkamer als een zwijnestal. Hunter S. Thompson's ultieme rock'n'rollverhaal 'Fear and Loathing in Las Vegas' schiet door m'n hoofd. De beschrijving van een uitstapje dat op een litanie van drank-, drugs- en gewel- dexcessen uitdraait. Vergeleken daarmee roept de buitenlandse reis van de twee Haar lemse bands eerder associaties op met de Wiener Sëngerknaben. De vloer van de hotel kamer die ik met Beatcream deel mag dan bezaaid zijn met notedoppen, fruitschillen, bierflesen en minder definieerbare substan ties, het schoonkrijgen ervan kan niet meer werk zijn dan even stofzuigen. De terugreis. De geschiedenis herhaalt zich. Weer veel bier dat snel op Is. Weer video kij ken, blowen of lezen: vooral Charles Bukowski is populair in de bus. In een weg restaurant worden de allerlaatste pfennigjes bijeen gescharreld om nog wat te eten te krij gen. En natuurlijk gaan er de geruchten: Dat Beatcream-zanger Paul-Peter en gitarist Jeroen den Hengst door twee voormalige Sta si officieres ontvoerd zouden zijn, bijvoor beeld. Of dat de Nederlanders het Duitse wegrestaurent in smeulende toestand achter zich gelaten zouden hebben. Niets van gelo ven. allemaal leugens en achterklap. Alleen het gerucht dat er een Duitse festival-organi sator in het gebouw is geweest die beide bands wel ergens samen in de openlucht zou willen laten spelen klinkt heel aannemelijk. Haarlem gaat rock'n'rollen in Berlijn. En mis schien is die ene opmerking die iemand maakt als we in de nacht van donderdag op vrijdag rond een uur of één Haarlem binnen rijden nog wel het meest karakteristiek voor de sfeer van de trip: „Jongens, als we d'r zijn. allemaal onder de banken duiken, hè." Wat het verse-vis principe is. blijkt zonneklaar uit de vol gende historie. Er is een man die vis verkoopt. Op de stoep voor zijn deur zet hij een bord met Heden verse vis te koop. Zijn linker buurman wipt even binnen en zegt dat te koop overbodig is. Niemand zal immers verwachten het voor niks te krijgen. Onze vishandelaar veegt de woorden 'te koop' weg. Vervolgens komt de postbode, die vraagt waarom er 'heden' staat, want nie mand verwacht gisteren of over drie weken. Daar zit wat in en onze held veegt ook 'he den' uit. Nu vraagt hij zich af of 'verse' wel licht ook overbodig is want het spreekt eigen lijk vanzelf: oude of bedorven vis wil geen mens kopen. Nu staat er enkel nog 'vis' op zijn reclamebord, als zijn rechter buurman komt: haal dat bord maar weg want het is al twee straten verder te ruiken dat hier vis ver kocht wordt. Kortom, goed schrijven is dikwijls een kwestie van schrappen. Bij de overheid gaat het noodzakelijk an ders. Iedere zin doorloopt daar een lang pro ces, maar meestal precies omgekeerd aan het verse-vis principe. De pas aangestelde amb tenaar schrijft: „De regering heeft het wets voorstel ingediend". Zijn collega, die hem het vak moet leren, voegt daar met ballpoint aan toe: „over euthanasie". Zo gaat de concept brief naar de bureauchef. Deze chef weet een beetje hoe moeilijk de minister het met de oppositie heeft, en hij last met vulpen nog iets in: „De regering heeft het wetsvoorstel over euthanasie waartegen de oppositie al veel bezwaren had aangevoerd, toch inge diend." Vervolgens komt de brief bij de di recteur. Deze beseft dat de zin nu wat cru klinkt tegenover de oppositie en voegt eraan toe: „die een uitgebreide studie van het pro bleem had gemaakt". Zo komt de zin bij de secretaris-generaal: „De regering heeft het wetsvoorstel over euthanasie waartegen de oppositie die een uitgebreide studie van het probleem had gemaakt, al veel bezwaren had aangevoerd, toch ingediend". De secretaris generaal weet hoe gevoelig dit onderwerp politiek ligt, hij weet ook dat de oppositie zo veel mogelijk te vriend gehouden moet wor den en wil dus de kamerdebatten niet als on belangrijk onder de tafel vegen. Vandaar dat hij bi) het woord 'probleem' erbij krabbelt, met zijn zilveren vulpotlood: „dat het parle ment nu al maanden bezighoudt". En zo luidt de zin dan: „De regering heeft het wets voorstel over euthanasie waartegen de oppo sitie die een uitgebreide studie van het pro bleem dat het parlement nu al maanden be zighoudt, had gemaakt, al veel bezwaren had aangevoerd, toch ingediend". Zo komt de zin uiteindelijk bij de minister op tafel. De minis ter voegt er, met zijn gouden pen, alleen nog twee komma's aan toe: voor 'waartegen' en voor 'die'. Het eindresultaat is dan: „De rege ring heeft het wetsvoorstel over euthanasie, waartegen de oppositie, dJe een uitgebreide studie van het probleem dat het parlement nu al maanden bezighoudt, had gemaakt, al veel bezwaren had aangevoerd, toch Inge diend". Een monsterlijke zin. Toch komen ze bij de overheid af en toe zo voor. Wie schrijft er zo afschuwelijk? Het antwoord is: niemand. Zul ke zinnen zijn het resultaat van aanslibbing doordat ambtenaren van laag tot hoog ermee bezig geweest zijn. Dat is geen excuus voor de ambtenaren, maar het maakt het wel een beetje begrijpelijk hoe zulke monsters kun nen ontstaan. Duitsland swingt. Het klinkt con tradictoir, maar is gewoon waar. De lokatie is een theater in een immens kraakpand. En hoewel hun histori sche band met marsmuziek steviger is dan die met de funk, staan er honderden Berlij- ners te swingen bij het Haarlemse Gotcha!. Natuurlijk voelen de muzikanten dat aan en dus schakelen ze hun hele funk-circus nog een versnelling hoger. Zanger Iwan, alias Loverman Ten en voor deze gelegenheid Lie- berman Zehn, likt de microfoon en roept: „lch bin ein Berliner bol." En verder gaat het weer: Once upon a time in the low... in the lowlands... Percussionist Vince, in de wandel gangen Vincent, stuitert in roze ondergoed over het podium. „Die Burschen müssen ja ganz stoned sein," zegt het Berlijnse meisje dat naast me staat. Dat valt wel mee. Voor Gotcha! is het gewoon de 'Avond van de Waarheid'. One of those nights. Dan, na een klein uur, heeft de laatste noot geklonken. Iwan heft zijn armen en lacht sardonisch naar de zaal:„Peaceen poep!" itr Het schoolreisje is vijfendertig uur eerder in Haarlem begonnen. Het Stationsplein, dins dagochtend even na zevenen. Chauffeur Henk wacht bij de lege touringcar en kan niet bevroeden wat hem de komende dagen te wachten staat. Eén voor één of in groepjes komen ze aan, de muzikanten van de Haar lemse rockgroepen Beatcream en Gotcha!. Musici bezitten wekkers die weigeren om vóór twaalf uur 's middags af te gaan, dus hebben de meesten gewoon de hele nacht doorgehaald. Daar was nog een reden voor Ruud. congaspeler van Gotcha!, is jarig. Bui ten, in de najaarskou, begint hij zich spon taan van drie lagen kleren te ontdoen om dan trots als een aap zijn mooiste cadeau te sho wen. Een shirt. Het nieuwe 'ondershirt' van Ajax. Er is bier meegenomen voor onderweg. En bier. En voor het geval dat we dorst zouden mogen krijgen ook nog bier. Met hooguit an derhalf uur vertraging vertrekt de bus. Een tussenstop in Amsterdam, waar twee andere rockbands worden opgepikt und dann geht's los. Er wordt geslapen. Er wordt gelezen. Er worden Ajax-liederen gelald. Er wordt ge dronken. Er wordt 'gameboy' gespeeld. Er wordt geblowd. We zijn ongeveer bij Hengelo als Gotcha'.-voorman Ro door het middenpad naar voren stommelt - „Ik ben zo lam als een banaan!" - en een afgrijselijke ontdekking doet: Het bier is op. De grens. Grappen over dope. Alle varian ten van het 'douane vindt coke'-verhaal ko men nog even voorbij. „Valt er eigenlijk hier nog wat te hakken?" roept Iwan en wappert met zijn neusvleugels. We staan inmiddels bij Imbiss am Tankstelle, waar de meest geest- verruimdende versnapering een Brötchen Bratwurst is. Chauffeur Henk heeft de zaak helemaal onder controle. 'Als je de tijger niet temmen kunt, ga dan met hem spelen' sprak de oude Chinese wijsgeer Pi Fun reeds. En Henk weet dat. Zen en de kunst van het buschauffeuren. Onder luid gejuich steekt hij een middenvin ger omhoog naar een passerende en scherp snijdende Amerikaanse legertruck. Henk is oké. daar is iedereen het over eens. Videootje kijken. Nieuw voorraadje bier in geslagen. Blowtje. Dutje. „Ajax!". En een uur of elf na het vertrek: Berlijn. ~fc De zaal, of beter het 'zalencomplex' waar Beatcream en Gotcha! spelen heet Tacheles. Een gigantisch gekraakt pand aan de Orani- enburgerstrasse in voormalig Oost-Berlijn en één van de in totaal twaalf clubs waar de Ber lin Independent Days zich afspelen. Eigenlijk is het een in punk-stijl vormgegeven yuppie tent. laat ik mij later door een Berlijner ver tellen. Dat is tekenend. De hippies, punks en andere alternative's die tien jaar geleden nog hun domein hadden in de thans geheel gere noveerde Westberlijnse wijk Kreuzberg, stor ten zich nu en masse op de veelal vervallen lege panden ten oosten van waar ooit 'De Muur' was. En de uit de hippie- en punkge neratie voortgekomen ondernemers spelen daar handig op in. Een voormalige groente zaak - 'Obst Gemüse' meldt de lichtbak bo ven de deur nog altijd - blijkt te zijn omge bouwd tot een trendy café. En het eerste wat opvalt als je in oostelijke richting de vroegere grenspost Checkpoint Charlie passeert, is een grote Benetton-winkel. Trendsetters verloo chenen zich niet. Terwijl de bands hun spullen uit de tou ringcar laden, besluit ik een uurtje of wat in m'n eentje op stap te gaan. Even weg uit de rock'n'roll. Als ik een gigantisch gekraakt ge bouwencomplex in de voormalige arbeiders wijk Penzlauerberg binnenstap om een paar vrienden op te zoeken, word ik door een wildvreemde uitgenodigd om aan een Hare Krishna-maaltijd deel te nemen. „Niet doen," adviseert een andere bewoner. „Dat eten daar is van dag tot dag alleen maar in kleur te onderscheiden: de ene dag bruin, de andere dag grijs." Hier, in wat ooit Oost Ber lijn was, wordt twintig jaar tegencultuur nog eens dunnetjes overgedaan. Terug in Tacheles, later op de avond, blij ken de Beatcreamers en Gotchaï's zich over de stad verspreid te hebben. Maar de op de toiletwanden gekalkte kreten bewijzen dat Beatcream nog wel even aan de pr heeft ge werkt: Check out our CD: People Stink' staat er. De plek is in ieder geval goed gekozen. 7tr -jt De volgende morgen bij de receptie van het hotel tref ik Arjen, de man die namens het gezamelijke management de belangen van Beatcream en Gotcha! behartigt. Het gerucht had mij al bereikt: De Beatcreamers zouden een wc gemold hebben. Het blijkt allemaal heel erg mee te vallen: een verstopping die niemands schuld was. Maar de rock'n'roll-ro- mantiek vraagt om verhalen als deze. En hij is ook al door de muzikanten van Gotcha! gebeld, vertelt Arjen. Die blijken na één avond Berlijn compleet door hun geld heen te zijn. Of hij even wat kan komen brengen. We stappen in een taxi naar het Haus der Wissenschaft und Kultur, een toonbeeld van zakelijke Oostblok-architectuur, waar met name de nog aanwezige Russische teksten op muren en deuren aan het verleden herinne ren. Dit is de zenuwknoop van de Berlin In dependent Days. Hier is de beurs ingericht, waar een hondeVdtal platenfirma's en pop- managements stands hebben. Hier wordt ge lobbyd en - hopelijk - zaken gedaan. Hoewel de BID vergeleken met andere internationale beurzen wat aan betekenis verloren lijkt te hebben, is het nog altijd een hectisch inter- FOTO PETER BRUYN Een spontaan straatconcert van Gotcha! in Berlijn. Van links naar rechts: Martijn, Ruud en Vincent.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 39