Trein weer in trek M
REISBURO
LEIDEN
WlNTERVAKANTIE
WIJ BIEDEN U
DE GROOTSTE KEUS
WINTERSPORTVAKANTIES
IN ALLE PRIJSKLASSEN!
ANVR
VRIJDAG 23 OKTOBER 1992
A/L26
Met auto, bus, trein of vliegtuig naar de wintersport?
Jarenlang was er maar een alternatief: de trein. Wie niet met de auto naar de winter
sport ging, stapte in de Hotelplan- dan wel Bergland-expres, later samengevoegd tot de
huidige Alpen-expres. Pas met de introductie van de pendelbus een jaar of twaalf
geleden kregen de skiërs een derde mogelijkheid en nu zowel vliegvelden als vlieg
tuigen zodanig zijn uitgerust dat zelfs onder de slechtste weersomstandigheden kan
worden geland en opgestegen, is er warempel nog een vierde wijze van transport bijge
komen.
ROB VAN DEN DOBBELSTEEN
Niettemin blijft de auto het be
langrijkste vervoermiddel voor de
Nederlandse wintersporter. Herin
neringen aan files van ruim hon
derd kilometer tussen Nümberg
en München (zoals vorig jaar op
de eerste dag van de kerstvakan
tie) worden soepeitjes naar de
achtergrond gedrongen en ook
sneeuw, ijzel of mist lijken geen
belemmering te vormen. Van de
ruim 1 miljoen Nederlanders die
volgens de ANWB de komende
maanden naar sneeuw de trekken,
zet 70 procent zich blijmoedig
achter het stuur van de eigen wa
gen. De touringcar vervoert 20
procent, de trein ongeveer 8 en
het vliegtuig niet meer dan 2.
Vanwaar die voorkeur voor de au
to? Het ogenschijnlijke gemak
wellicht. In eerste instantie mag je
er tenslotte van uitgaan dat je met
je hele hebben en houwen van
deur tot deur rijdt. Geen gesjouw
onderweg, nooit in allerijl over
stappen met een baal bagage on
der de arm en (zo lang je tenmin
ste niet in een file belandt) geen
wachttijden op stampenddrukke
bus-overstapplaatsen tochtige sta
tions of deprimerende luchtha
vens. Bovendien lijkt de eigen au
to ook nog eens goedkoper dan
bus, trein en vliegtuig, zeker als er
naast de chauffeur nog eens drie
passagiers tussen de bagage wor
den opgevouwen.
Maar is dat wel zo? Is de auto in
derdaad de comfortabelste en
goedkoopste manier van vervoer
tussen de Lage Landen aan de Zee
en de besneeuwde Alpen? Of is de
trein goedkoper? Of de bus? En is
het vliegtuig niet sowieso het
comfortabelst? Of moet je dan
weer teveel sjouwen? Een over
zicht van het steeds uitgebreider
wordende arsenaal aan mogelijk
heden.
SNEL, ZORGELOOS
EN SUPERVOORDELIG
PER LUXE TOURINGCAR!
MET UW EIGEN AUTO
IN UW EIGEN TEMPO
NAAR DE WINTERSPORT!
SNEL, COMFORTABEL EN
OERGEZELLIG
MET DE TREIN!
Pelikaanstraat 25 - Leiden
Tel. 071 - 13 22 22 13 24 22
REISADVIESBURO
voor hoeft niet apart te worden betaald. Wel
kan het voorkomen dat de aansluiting te
wensen overlaat. Wachttijden van meer dan
een uur op een klein winters, vaak bitter
koud stationnetje zijn geen uitzondering.
VLIEGTUIG vanaf 600 gulden p.p.
Van het vliegtuig wordt tot nu toe door win
tersporters nauwelijks gebruik gemaakt.
Maar de belangstelling stijgt duidelijk. Re
den voor zowel Swissair als Tyrolean Air
ways om met speciale arrangementen voor
skiërs op de markt te komen. Aanvankelijk
deed Air France ook mee (met de lijn Am
sterdam Lyon), maar die vliegmaat
schappij haakte aan de vooravond van het
vorige winterseizoen plotseling en zonder
opgaaf van redenen af. Daarmee toch hon
derden vakantiegangers duperend.
Het grootste nadeel van het vliegtuig is ui
teraard de prijs. Een retourtje Amsterdam
Innsbruck per Tyrolean Airways (dat ook
vaak onder de vlag van de KLM vliegt) komt
op 600 gulden, een retourtje Amsterdam
Génève per KLM of Swissair op 670 gulden
en een retourtje Amsterdam Lyon per
KLM op 697 gulden. Daarbij moet worden
bedacht dat je dan nog slechts op het vlieg
veld bent. Voor verder transport wat ze
ker in de Franse Alpen nog een kostbare en
tijdrovende zaak kan zijn moet zelf wor
den gezorgd.
Aanvankelijk kampten de skiërs die in Oos
tenrijk (Innsbruck) of Zwitserland (Génève
en Zürich) met dezelfde problemen, maar
die kunnen sinds enkele jaren eenvoudig
worden ontweken. Wintersporters die met
Tyrolean Airways naar Innsbruck vliegen,
zijn dan wel verplicht een vakantie te boe
ken bij een reisorganisatie (Arke) die op het
vliegv eld zorgt voor de transfer naar de ge
kozen bestemming. Precies uit te rekenen
valt zoiets nooit, maar aangenomen mag
worden dat de prijs van een vliegticket in
zo'n geval nog aanmerkelijk goedkoper is
dan de eerder genoemde 600 gulden.
Nog eenvoudiger is het systeem dat Swis
sair heeft ontwikkeld onder de naam Alpen-
lift. Voor 698 gulden verzorgt de Zwitserse
vliegmaatschappij de retourreis van het sta
tion in of vlakbij de woonplaats tot aan het
station (dan wel busstation) in de winter
sportbestemming. Met andere woorden:
met één enkel ticket en voor een enkele
prijs, reist men bijna van deur tot deur. Wie
er bovendien nog wat extra geld voor over
heeft (16 gulden per collo), kan zijn bagage
vanaf Schiphol met de Fly-Rail-Bagage
dienst (melden bij de Swissair balie) naar
het gekozen ski-oord laten brengen. Ge
sjouw onderweg is in dat geval niet nodig
en de meeste Zwitserse hoteliers zijn gaar
ne bereid de bagage ook nog van het sta
tion af te halen.
Het maakt deze winter in prijs niet uit of
men naar Zurrich dan wel Génève vliegt.
Op beide vlieghavens is een station, zodat
ook de transfer naar de trein tot een mini
mum wordt beperkt. Zowel Tyrolean Air
ways als Swissair voert elke zaterdag 3 tot 4
vluchten uit. Vanwege de drukte in de lucht
moet enige vertraging niet worden uitgeslo
ten, maar gevlogen wordt er zo goed als al
tijd. Uitwijken naar München. zoals vroeger
bij mist en dergelijke nog wel eens gebeur
de, is er ook niet meer bij. Wie naar Oosten
rijk wil vliegen, kan de reis het beste boeken
via een ANVR-reisbureau: tickets voor de
vlucht naar Zwitserland kunnen worden ge
boekt bij Swissair Amsterdam, telefoon 0 20
-6 04 16 31.
AUTO vanaf ca. 150 gulden p.p.
De alternatieven voor de automobilist die
zich de laatste winters steeds weer sakke
rend vastreed in een file bij München, sta
pelen zich met het jaar op. Maar hij houdt
vast aan het oude stramien. Besneeuwde
wegen, gehannes met in elkaar geklitte
sneeuwkettingen, dikke mist, jengelende
kinderen op de achterbank niets lijkt
hem er toe te brengen over te stappen op
een ander vervoermiddel. Daar moet een
reden voor zijn, maar welke?
Comfortabel is de auto geenszins. In het
gunstigste geval ben je, gerekend vanuit
hartje Nederland, tien uur onderweg. In het
ongunstigste geval achttien tot twintig.
Daarbij moet worden bedacht dat zelfs de
grootse bolide niet echt veel ruimte biedt.
Rustpauzes na elke twee, drie uur rijden
zijn nodig, wil je niet gebroken op de plaats
van bestemming aankomen. Een voordeel
is weer, dat je kunt vertrekken op een tijd
stip dat jou het beste uitkomt en dat je met
de auto veel meer bagage kunt meenemen
dan met de bus, de trein of het vliegtuig.
Zeker als er boven op het dak ook nog een
zogenaamde skikist wordt geplaatst.
Dan de prijs van een autoretour. Echt goed
koop is dat al lang niet meer. De ANWB
heeft laatst een vrij realistische rekensom
gemaakt waaruit blijkt dat een auto-retour
tje wintersport (2.000 kilometer) moet wor
den begroot op 536 gulden. De kosten wer
den als volgt gespecificeerd: afschrijving 6,2
cent per kilometer (bij een auto van 30.000
gulden die 15.000 kilometer per jaar rijdt),
brandstof 14,4 cent, technisch onderhoud
4,9 cent en banden 1,3 cent, maakt samen
26,8 cent per wintersportkilometer.
Vaste kosten, zoals verzekering, wegenbe
lasting en een groot deel van de afschrijving
werden niet meegerekend (dan was het op
tellen pas gestopt bij 68,6 cent). Maar even
min is er in de opsomming sprake van de
prijs van sneeuwkettingen (al snel om en
nabij de 200 gulden), de steeds
meer in zwang rakende skikist
die op het dak van de auto
wordt geplaatst (ongeveer 1000
gulden, maar vaak ook veel
meer), de logies- en dinerkosten
als de rit in twee dagen wordt
gemaakt (per persoon al snel
125 gulden) en de toltarieven.
In Frankrijk bedragen die voor
bijvoorbeeld het traject Lille
Parijs Lyon Chambéry vice
versa circa 140 gulden), in Zwit
serland 41 gulden (de prijs van
het Autobahnvignet) en in Oos
tenrijk 22,50 gulden (als er ge
bruik wordt gemaakt van de Ar-
lbergtunnel) of 17,50 gulden (Felbertaum-
tunnel).
Met andere woorden: met die door de
ANWB berekende 536 gulden per autore
tour ben je er niet. Hetgeen inhoudt dat de
ritprijs bij een 'volle bak' (vier reizigers) in
het gunstigste geval al snel uitkomt op om
en nabij de 150 gulden per persoon, een be
drag dat bij een tweedaagse tocht oploopt
tot ruim 275 gulden.
DE BUS vanaf ca. 125 gulden p.p
Het aantal passagiers dat per buspendel op
vakantie gaat, liep aan het eind van de jaren
tachtig snel op. Daarna echter, was er van
een groeiende belangstelling geen sprake
meer en op dit moment is er zelfs sprake
van een ferme achteruitgang. Uit een on
derzoek dat door het NIPO werd uitgevoerd
in opdracht van Arke Reizen, een van de
grote touroperators op het gebied van bus
pendels, blijkt dat vooral jongeren beneden
de 25 jaar weinig zin hebben in vervoer per
pendelbus. De redenen die werden opgege
ven zijn velerlei, maar onder meer werd de
reis als te langdurig ervaren.
De pendelbus wordt vooral genomen om
de lage prijs, zo bleek tevens uit de enquête.
Niet minder dan zestig procent vond dat
het belangrijkste argument om voor de tou
ringcar te kiezen. Maar wat kost een bus
kaartje precies? De prijzen lopen enorm uit
een. Zeker als ook nog in ogenschouw
wordt genomen dat er in verschillende klas
sen kan worden gereisd: Tourist Class,
Comfort Class en Royal Class. Wie goed
zoekt en weinig geeft om enige luxe, kan bij
een zogenaamd 'Pappa en Mamma bedrijf
(de kleine busvervoerder) al voor een gul
den of 125 van Amsterdam naar Innsbruck
reizen (en terug). Waarbij dan wel moet
worden bedacht dat de passagier zelf voor
aansluitend vervoer naar de plaats van be
stemming moet zorgen.
Wie met de bus voor de deur van het hotel
wil worden afgezet en in Nederland zo
dicht mogelijk bij huis wil opstappen, is
echter meer kwijt. Zeker als hij zich ook nog
in een ruim bemeten Royal Comfort stoel
dan wel slaapbüs wil laten vervoeren. Zo
maar wat prijzen: Nederland Oostenrijk
per comfort bus kost tussen de 170 en 220
gulden, Nederland Zwitserland idem dito
en Nederland Frankrijk (Skibus de Fran
ce) 219 gulden. De toeslag voor een Royal
Class-stoel bedraagt ongeveer 55 gulden en
wie slapend per nachtpendel naar de Alpen
wil, komt op rond de 30 gulden extra uit.
Die prijzen kunnen lager uitvallen als bij de
touroperator tegelijk logies wordt geboekt.
Een voordeel van veel buspendels is, dat ze
op vrijdagavond vertrekken en als ze niet
in een file belanden, wat 's nachts zelden
gebeurt zaterdagochtend op de plaats
van bestemming arriveren. Experts achten
het onverstandig (je bent moe en moet nog
wennen aan de hoogte), maar je zou dus al
op zaterdagmiddag kunnen gaan skiën, wat
een kleine verlenging van de vakantie bete
kent.
Een nadeel ten opzichte van de eigen auto
is weer dat er ten aanzien van bagage enige
beperkingen bestaan. Je kunt niet meene
men, wat je wil. De richtlijn is: 1 koffer, 1
paar ski's, 1 paar skischoenen en handba
gage. Extra stukken (een snowboard bij
voorbeeld) kunnen in principe worden ge
weigerd. In de praktijk evenwel gaan ze zo
goed als altijd mee, zolang de passagier zijn
wensen maar van tevoren bij het reisbureau
bekend heeft gemaakt.
DE TREIN vanaf 87 gulden p.p.
De trein maakt na een sterke terugval een
comeback. Zodanig zelfs dat de vraag het
aanbod overtreft. Reden dat de spoorwegen
op zondag een extra Alpen-expres naar
Oostenrijken Noord-Italië hebben ingezet.
In die trein, die op dinsdagavond weer te
ruggaat, kun je voor 87 gulden plaatsne
men. Een goedkopere manier om naar de
Alpen te rijden (en terug naar Nederland) is
er niet. Maar er schuilt een addertje onder
het gras. Zo goed als alle hotels en apparte
menten hebben op zaterdag hun wisseldag.
Wie op maandag arriveert en op een dins
dag weer wil vertrekken, moet maar zien
dat hij ergens nog een kamer vindt. Niet
onmogelijk natuurlijk zeker niet in het
laagseizoen maar ook niet eenvoudig.
De voordelen van vervoer per rail hoeven
nauwelijks te worden uitgelegd. Het is rede
lijk comfortabel (zeker als je wat meer wilt
betalen), treinen hebben nauwelijks last
van weersomstandigheden, komen nooit in
een file en rijden zo goed als altijd op sche
ma. Als je wilt, kan je bovendien - vanuit 's
Hertogenbosch - ook nog eens voor 580
gulden extra je eigen auto meenemen naar
Innsbruck.
De 'normale' Alpenexpres vertrekt enkele
uitzonderingen aan het begin en het einde
van het seizoen daargelaten elke vrijdag
avond van Den Haag CS, Utrecht CS, Eind
hoven en Venlo naar Oostenrijk, Italië,
Zwitserland en Frankrijk. Er zijn vijf reismo
gelijkheden: Standaardklasse (6 personen
per compartiment), Toeristenklasse (vier
personen per compartiment toeslag 50
gulden per retour), Ligrijtuig6 (zes perso
nen per compartiment, ontbijt bij de prijs
inbegrepen - toeslag 100 gulden per re
tour), Ligrijtuig4 (4 personen per com
partiment, ontbijt bij de prijs inbegrepen
toeslag 200 gulden per retour) en, alleen
voor passagiers die naar Oostenrijk reizen,
Slaaprijtuig (2 of 3 personen per comparti
ment dat is voorzien van onder meer een
eigen was- en toiletgelegenheid toeslag
420 gulden bij 2 personen en 240 gulden bij
3 passagiers).
De prijzen (Standaarklasse) voor een retour
woonplaats Oostenrijk lopen vrij sterk
uiteen. Terwijl het er niet toe doet waar
vandaan je uit Nederland vertrekt, is het
wel van belang waar je in Oostenrijk moet
zijn. Het prijsverschil tussen een ticket naar
Wörgl en naar Ischgl bedraagt voor de zon-
dagavondtrein bijvoorbeeld
ruim 60 gulden. Om toch een
indicatie te geven: Nederland
Innsbruck vice versa, kost op
vrijdag 257 (hoogseizoen) of 182
(laagseizoen) gulden en op zon
dag respectievelijk 162 en 87
gulden. Voor Ischgl gelden de
volgende prijzen: zondag res
pectievelijk 224 en 149 gulden
voor de zondageditie en 283 en
208 gulden op vrijdag. Voor kin
deren tot en met 11 jaar geldt
een korting die in sommige ge
vallen meer dan 100 gulden kan
bedragen. Kaartjes voor de Al
pen-expres die naar Zwitserland
en Frankrijk rijdt (alleen op vrijdag) zijn res
pectievelijk ongeveer 30 tot 50 gulden duur
der.
Natuurlijk kan er ook nog met de 'normale'
dagtrein naar de sneeuw worden gereisd.
De prijzen wijken niet echt veel af van die
van de Alpen-expres, maar er moet normaal
gesproken wel veel meer worden overge
stapt. Wat vooral voor de Frankrijkgangers
een litanie van ellende is. De transfer in Pa
rijs van het Gare du Nord (aankomst) naar
het Gare de Lyon (vertrek) is zeker voor een
skiër die zijn eigen materiaal mee heeft een
ramp. De eenvoudigste manier is nog om
een taxi te nemen, maar punt een is het op
de standplaats altijd dringen geblazen en
punt twee zijn ze behoorlijk aan de prijs. De
metro (die in dit geval een vrij omslachtige
route volgt) is dan nog het beste en zeker
goedkoopste alternatief.
Het grootste nadeel van reizen per trein
trouwens. Je moet ook als je met de Al
pen-expres naar Oostenrijk rijdt bijna al
tijd overstappen. Soms zelfs drie keer. Niet
zelden dient voor de laatste etappe dan ook
nog de bus te worden genomen, maar daar-