'Drugs helpen
niet tegen een
gebroken hart'
r
'92
HERFST
Geluid(s)hinder
ZATERDAG 17 OKTOBER 1992
'Wat is er mooier dan dat mensen verliefd worden door mijn
muziek? Laatst stond ik in een boekwinkel in een boekje te
bladeren. Staat er een man naast me met een prachtige
vrouw. Zij is zwanger. Ze kijken me aan en komen naar me
toe. Ik wacht op de onvermijdelijke vraag 'Ben jij Willy
DeVille?'. Zegt-ie, wijzend op de buik van zijn vrouw: "Weet je
wel dat jij daar verantivoordelijk voor bent? Ze bedreven de
liefde terwijl ze mijn platen draaiden. Dat is toch
onbetaalbaar?' De romantische inborst van Willy DeVille.
De romantische inborst van Willy Deville
THEO HAKKERT
Niet alles wat er blinkt aan Willy
DeVille is goud, maar zijn siera
den hebben wei die glans. Een
deel van zijn tanden ook, en dan is er natuur
lijk de gouden keel die van Willy DeVille een
van de beste rhythm and blues-zangers van
de laatste decennia maakt. Bovendien geldt
hij als de meest stijlvolle en elegante onder
de popsterren. Lang, slank, gesoigneerd. Zijn
snorretje is een streep in Renaissancestijl.
Een gentleman in Amsterdam. Ver weg van
de stad waar hij woont met vrouw, drie hon
den, drie katten, vijfentwintig zijden pakken
tweehonderd paar schoenen. De stad ook
aar hij zijn kersenrode Chevrolet uit 1963
zijn Cadillac Tallyson van zeven meter
heeft gestald. Ver weg van zijn zo geliefde
New Orleans, waar bij nader inzien de muzi
kale wortels van deze Newyorker bleken te
'iggen.
„New Orleans is de enige stad waar je naar
oe kunt als je een banneling in Amerika
bent. Ik hou niet zo van de bullshit van Los
Angeles en de bullshit van New York. In Cali-
fornië zijn de mensen me te grijs. In New
York waren alleen de jaren zestig en het eind
van de jaren zeventig aardig. Al moet ik zeg
gen dat ik op die punkperiode rond '78 posi
tiever terugkijk dan een tijd geleden. Toen
gebeurde er tenminste iets. Nu is het er
dood. New York is voorbij. New Orleans, daar
moet je zijn. Er is veel muziek, veel kunst,
lekker eten, leuke mensen. Een mooie, kleine
stad. Een beetje Amsterdam-achtig. Er zit
veel traditie. Ik sta op het punt een huis te
kopen in het French Quarter."
Willy DeVille (39) stamt uit New York, waar
hij net in de tijd dat ook in Amerika de punk-
en new-wave-golf aanspoelde, furore maakte
met zijn band Mink DeVille. Abusievelijk
werd de groep bij de punk ingedeeld. Eigen
lijk speelde DeVille ook toen al de muziek die
hij nu nog speelt: rhythm and blues door
spekt met invloeden van rock, soul en Latin.
Zijn grootste successen boekte hij in Euro
pa, met name in Nederland en Frankrijk. De
debuutsingle 'Spanish stroll' haalde de top-
10. Platen als 'Coup de grace', de beste uit
zijn beginperiode en 'Miracle', die hij maakte
met Dire Straits-gitarist Mark Knopfler, wer
den in Europa goed verkocht.
Zijn nieuwe plaat 'Backstreets of Desire'
kwam uit op een Frans label. Ondertussen
heeft hij de sociale smeltkroes New York ver
ruild voor de muzikale smeltkroes New Or
leans, waar hij liefdevol is opgenomen in het
kringetje New Orleans-muzikanten waar ook
Dr. John en de Neville Brothers deel van uit
maken.
Op 'Backstreets of Desire' heeft hij een
scherp, politiek getint nummer over drugs
opgenomen: 'Chemical warfare'. Het staat er
plompverloren tussen de liefdesliedjes die we
van deze notoire romanticus gewend zijn.
Willy DeVille: „Drugs helpen niet
tegen een gebroken hart. Ze
nemen hooguit voor een paar
uurtjes de pijn weg"
FOTO CPD DIRK DE JONC
„'Chemical warfare' is een lied vol observa
tie. Ik geef geen oordeel in de zin van: dit is
slecht en dit is goed. Ik vertel wat ik zie. En
wat ik zie is een Amerikaanse president die
zegt dat er al een tijd een oorlog tegen drugs
wordt gevoerd, terwijl er nog steeds elke dag
mensen op straat creperen. Ik zie die oorlog
niet. Wat is de echte drugsoorlog eigenlijk, de
presidentiële oorlog of de oorlog dat drugs
mensen doden? 'Chemical warfare' slaat na
tuurlijk ook op de angst voor het gebruik van
chemische wapens tijdens de Golfoorlog.
Terwijl je in Amerika net zo goed aan de an
dere 'chemische oorlog', die van de drugs,
dood kunt gaan. Het is gewoon een zooitje,
daar gaat het nummer over."
„Maar pas op, er zit ook een humoristische
kant aan het lied. Het staat tussen liefdeslied
jes die welbeschouwd zelfs serieuzer van
toon zijn. Want, laten we eerlijk zijn, wat is
nou ernstiger dan een gebroken hart? Het is
gek; liefde kan je van een drugsverslaving af
helpen, maar drugs helpen niet tegen een ge
broken hart. Ze nemen hooguit voor een paar
uurtjes de pijn weg. Er is een oud gezegde dat
luidt: 'het enige wat een oude junkie kan hel
pen is verliefd worden'. Ik weet dat dat waar
is, want het is me zelf overkomen."
Wat de vraag opwerpt of hij nog gebruikt?
Malicieus lachje. „Wat heb je bij je? Laten
we het er op houden dat ik niet meer zo
overmatig gebruik. Het leven is me te dier
baar om weg te gooien op die manier. Ik hou
te veel van muziek, ik hou te veel van het le
ven. Wat je juist in de problemen brengt is
dat je van het leven wilt genieten. Je begint er
aan omdat je in het leven wat te kort komt. Je
rolt al je problemen op in een bal. Als je leven
'vol' is, hoef je er niet aan te beginnen. Tenzij
je op zoek bent naar iets extra's. Zo begint
het gewoonlijk. Je mist iets en grijpt naar iets.
Het hangt ook van de dag af. Soms word ik
wakker en voel ik me meteen al niet lekker.
Maar het is normaal dat je je niet altijd even
lekker voelt. Daar moet je dan maar aan wen
nen, in plaats van iets te pakken."
Muzikaal heeft DeVille de zaken al sinds
enige tijd in eigen hand genomen, wijs ge
worden door enkele slechte ervaringen met
platenmaatschappijen. Want het begon dan
allemaal wel zo voortvarend in 1977 met de
legendarische producer Jack Nitzsche achter
de knoppen: in de jaren daarna bleef de
doorbraak in de Verenigde Staten uit en was
DeVille totaal afhankelijk van zijn loyale Eu
ropese publiek.
„Mijn eerste plaat in '77 kostte 100.000
dollar. Dat was veel geld voor die tijd. Mira
cle', de plaat die ik maakte met Mark Knop
fler, kostte meer dan een half miljoen dollar.
En "Victory Micture' nog geen 25.000 dollar.
Niets dus. Liefdewerk oud papier, maar de
plaat werd wel goud. Ik heb het niet zo op
platenbonzen. 's Avonds kom je ze tegen op
feestjes en vinden ze je plaat te gek; de vol
gende ochtend bel je ze op en kennen ze je
niet. Willy Who?"
„Maar de man van het Franse FNAC-Iabel
waar ik mee sprak, begon met de vraag of ik
de dubbel-cd met oude opnamen van Robert
Johnson al had gehoord en wat ik er van
vond. Welke platenemployé begint er nou
over Robert Johnson? Een prima kerel dus. Ik
heb nog een tijdje de kat uit de boom geke
ken. Ze gaven me alle artistieke vrijheid die ik
nodig meende te hebben. Nu ben ik hun be
langrijkste artiest. Ze zetten alle geld op mij.
Bovendien sta ik in direct contact met de
man aan de top, zonder dat ik vijf miljoen
keer word doorverbonden en nog de verkeer
de aan de lijn krijg. Zij vertrouwen mij, ik ver
trouw hen."
Hij drukt een peuk uit, neemt een slok
wijn. Hij zwijgt. Einde gesprek. En dan, bij
wijze van toegift, zegt hij opeens: „Mijn tek
sten zijn vreselijk belangrijk. Elke dag moet ik
het podium op voor duizend mensen en die
teksten zingen. Ik moet ze menen. Ze zijn net
zo belangrijk als de muziek. In mijn geval
waarschijnlijk zelfs belangrijker. Als ik niet
achter mijn eigen teksten sta, kan ik ze niet
elke dag zingen. En als ik niet kan zingen, ga
ik dood."
Tournee: donderdag 22 oktober: Amsterdam
Paradiso, vrijdag 23 oktober Utrecht Vreden-.
burg, zaterdag 24 oktober: Maastricht Sport
hal Randwijck, zondag 25 oktober Groningen
Oosterpoort
FOTO United Photos De Boer OLAF KRAAK
Onze taal
De vraag wat beter is,
geluidh inder ofgeluidsh i nder,
krijgt iedere taalkundige vroe
ger of later voorgeschoteld.
Moet er een -s- tussen of niet?
Hetzelfde probleempje zit in
woorden als spellingverande
ringen spellingsverandering
en doodkisten doodskist. Nie
mand kan er antwoord op ge
ven en daarom zeggen de mees
te woordenboeken, dat het alle
bei goed is.
Het is merkwaardig gesteld met
zo'n tussenklank in samenge
stelde woorden. Want in de
meeste gevallen weten we feilloos hoe het
moet. We spreken zonder te hoeven naden
ken van zonsverduistering, zonnescherm,
zonwering, straatverlichting, stratemaker,
rundvlees en rundergehakt. Niemand komt
op het idee om er bij voorbeeld zonneverdui-
stering van te maken, of stratevertichting, of
rundervlees of rundgehakt. Blijkbaar weten
we in al die gevallen precies hoe het moet.
Terwijl het toch beslist niet eenvoudig is.
Soms moet er een -s- tussen, soms -er-, soms
-e- en soms niks. Vergelijken we schaapher
der en schapevlees, zonwering, zonnescherm
en zonsverduistering, rundvlees en runderge
hakt, dan lijkt de systematiek ver te zoeken.
Menigeen heeft dan ook de moed laten zak
ken, en zich er bij neergelegd dat er geen en
kele regel is. In twijfelgevallen gewoon een
woordenboek raadplegen. Maar juist omdat
er zo weinig systematiek in zit is het pro
bleempje van de geluidhinder/ geluidshinder
niet op te lossen. Het is te begrijpen dat de
woordenboeken in zo'n geval de beide moge
lijkheden goed rekenen.
Toch is f.r de laatste jaren wel een klein
beetje systematiek ontdekt Zo staan naast el
kaar jagerslatijn en straaljagerpiloot, duikers
helm en duikerklok, diamantslijperswerk
plaats en punteslijperdoosje, portiersloge en
portiergreep, molenaarsknecht en schake-
laarverbinding. Althans in deze groep woor
den blijkt het zo te zijn dat als het eerste ge
deelte een persoon aanduidt (met -er, -ier of
-aar), we een tussen-s gebruiken. Noemt het
eerste gedeelte niet een persoon, dan gebrui
ken we geen -s-.
Zulke vondsten geven weer moed om verder
op zoek te gaan. En inderdaad blijkt er bij
nauwkeurige beschouwing toch wel enige re
gelmaat te zijn. Maar over de geluidhinder
moeten we het antwoord voorlopig nog
schuldig blijven. En juist in dit geval is er
nogal veel discussie over geweest, namelijk
bij de behandeling van de Wet Geluidhinder
in de Tweede Kamer in 1975 en 1976. Er is
toen zelfs een motie ingediend om er alsnog
'Geluidshinder' van te maken. De motie werd
overigens verworpen, al weet ik niet precies
op welke gronden. Zo blijft er voorlopig nog
onduidelijkheid bij handelsmaatschappij/
handelmaatschappij,doodkist/doodskist,
tijdverschil/tijdsverschil,reddingboei/red
dingsboei en inkoopprijs/inkoopsprijs.
Aardig in dit verband is een berichtje in het
tijdschrift 'Onze Taal' over het Vondelpark.
Bij de aanleg van dat park in de vorige eeuw
heette het nog Vondelspark. Menige Amster
dammer sprak dan ook nog lange lijd van het
Vondelspark. maar na verloop van tijd werd
Vondelpark (zonder -s-) toch beschaafder ge
vonden. Niemand weet nog waarom. Ook in
de naam van het Rembrandtplein heeft ja
renlang een -s- gezeten: Rembrandtsplein.
Het kan vreemd lopen: toen het plein voor
het eerst zijn naam kreeg, heette het Rem
brandtplein; nadien is het lange tijd Rem
brandtsplein geweest maar tegenwoordig
heet het weer Rembrandtplein.
Je vraagt je af of er nog meer straatnamen
een -s- verloren hebben in de laatste tijd.