Gezagvoerder El Al had geen andere keus
Niet duidelijk wanneer
motoren precies afbraken
Onzekerheid over slachtoffers is het ergste
Vliegramp
Al 130 schadeclaims ingediend
PINSDAG 6 OKTOBER 1992
2
Ook 48 uur na de vliegramp in de Bijlmermeer blijft de
prangende vraag: had de gezagvoerder van de El Al Jum
bo de keus om zijn vliegtuig richting IJsselmeer te sturen,
ver weg van bewoond gebied? Had de verkeerstoren de
vlieger de opdracht kunnen en moeten geven om zijn
toestel ergens anders te laten crashen? Volgens de Lucht-
verkeerbeveiliging op Schiphol is het antwoord op beide
vragen: nee. De vlieger is volgens de verkeersleiding op
geen enkel moment voor die keus geplaatst. Tot vlak
voor de crash had hij het toestel onder controle en volgde
hij nauwgezet de standaardprocedures in noodsituaties.
Er was geen aanleiding om een kamikaze-crash op een
braakliggend stuk grond of in het IJsselmeer te maken.
Toen het vliegtuig onbestuurbaar raakte, hielden alle op
ties op om alsnog die keus te maken. Een reconstructie
van de vlucht van LY 1862.
SCHIPHOL BILL MEIJER
18.21 uur: Het El Al vrachtvlieg
tuig stijgt op voor een vlucht
naar Tel Aviv. De Boeing 747 F
vertrekt van Zwanenburgbaan
(01 Links) in noordelijke rich
ting. De normale vertrekproce-
dure wordt gevolgd, de zoge
noemde standard instrument
departure. In verkeersleidersjar
gon op Schiphol wordt gespro
ken van de Pampus-procedure.
Het vliegtuig buigt meteen na
de start in oostelijke richting af
en vliegt over Amsterdam rich
ting Muiden.
18.22 uur: De vertrekverkeers-
leiding op Schiphol merkt dat
het vliegtuig traag klimt. Op
zichzelf is dit geen ongewoon
verschijnsel. Wel moet het feit
aan het volgende verkeersge
bied worden gemeld. Er gelden
bepaalde voorgeschreven hoog
tes bij de overdracht van het
vliegtuig aan het volgende ver
keersgebied, in dit geval Am
sterdam Radar Control.
18.26 uur: Het vliegtuig pas
seert al klimmend de grens van
de bebouwde kom van Amster
dam.
18.27 uur: De Jumbo passeert
het draaipunt Pampus op enke
le kilometers pal zuid, en zet
koers naar het zuid-oosten.
Daarbij komt het toestel over
Muiden, Muiderberg en Naar-
den.
18.28 uur: Boven Naarden, zo'n
28 kilometer ten oosten van
Schiphol, geeft de gezagvoerder
een Mayday Call, een melding
dat het vliegtuig in nood ver-
De Jumbo van El Al nadat hij zon
dag vanuit New York was aange
komen op Schiphol. Luttele uren
later zou het vrachtvliegtuig aan
zijn catastrofale laatste vlucht be
ginnen. FOTO ANDRE RAN Jl
keert. De Jumbo vliegt op dat
moment op 5.000 voet, zo'n
1.500 meter hoogte. De vlieger
meldt brand in motor 3, de bin
nenste motor aan de rechter
vleugel. Even later meldt hij
soortgelijke problemen met
motor 4, de buitenste motor
rechts. Hij verzoekt de verkeers
toren om te mogen terugkeren
naar Schiphol. De vlieger krijgt
opdracht een rechterbocht te
maken, die hem naar de Kaag
baan (06) moet leiden. Een
vliegtuig met motorproblemen
aan stuurboordzijde kan vol
gens deskundigen uit veilig
heidsoverwegingen het beste
een bocht over stuurboord ma
ken. Inmiddels is het toestel
weer overgedragen aan de na-
deringsverkeersieiding op
Schiphol.
18.29 uur: Op Schiphol wordt
alarm gegeven. Brandweerwa
gens en speciale bluswagens
van de luchthavens nemen po
sities in langs de Kaagbaan. Het
toestel heeft inmiddels beide
motoren verloren. De gezag
voerder meldt vervolgens dat hij
op de Buitenveldertbaan wil
landen. Hij legt niet uit waarom.
De verkeersleiding vermoedt
dat deze baan voor hem het
dichtst bij ligt. De vlieger wordt
er op gewezen dat hij in dat ge
val met sterke wind in de rug
tailwind) zal landen. Vliegtui
gen landen en stijgen in de regel
tegen de wind in. De vlieger
meldt tevens dat hij nog te hoog
zit om meteen een landing te
maken. De verkeerstoren vraagt
hoeveel mijl hij denkt nodig te
hebben alvorens hij op de juiste
hoogte zit. De vlieger antwoordt
12 mijl.
18.30 uur: Op Schiphol krij
gen de hulpdiensten de melding
dat de vlieger een landing zal
pogen op de Buitenveldertbaan.
De brandweerwagens worden
naar deze baan gedirigeerd. De
Jumbo komt weer boven de be
bouwde kom van Amsterdam
en zet opnieuw een rechter
bocht in om een extra cirkel te
draaien om hoogte te verliezen.
18.31 uur. Het vliegtuig vliegt
in noordelijke richting tussen
Amstelveen en Schiphol door.
18.32 uur: Opnieuw zet het
vliegtuig een rechterbocht in.
Daarbij komt hij boven Durger-
dam om vervolgens in zuidoos
telijke richting over het IJssel
meer richting Pampus en Mui
derberg te vliegen. De vlieger
loost brandstof om zijn lan
dingsgewicht te verminderen.
18.33 uur: De gezagvoerder
lijkt tot op dit moment het
vliegtuig onder controle te heb
ben. Er is volgens de verkeers
leiding voor hem op dit mo
ment geen reden te veronder
stellen dat hij zal neerstorten.
Geen aanleiding dus om koers
te zetten naar onbewoond ge
bied of het IJsselmeer.
18.34 uur: De gebeurtenissen
volgens elkaar in razend snel
tempo op. De situatie verslech
tert drastisch. De gezagvoerder
meldt vlak na het inzetten van
de finale bocht, die hem op de
aanvliegroute naar de Buiten
veldertbaan moet leiden, dat hij
ook problemen met zijn flaps
heeft. Hij slaagt er niet in op de
aanvliegroute van de Buitenvel
dertbaan te komen. Tot twee
maal toe geeft de toren de
noodzakelijke koerswijziging
door. Vermoedelijk zijn de vleu
gel en de flaps door het afbre
ken van de motoren bescha
digd. De moeilijkheden met de
flaps, die extra draagkracht (lift)
aan de vleugel geven, wijzen op
problemen met het hydrauli
sche systeem.
18.35 uur: Bijna meteen na
deze melding meldt de gezag
voerder besturingsproblemen.
De laatste woorden van de vlie
ger aan de verkeerstoren luid
den: Going down, going down'.
Uit deze voorlopige recon
structie valt, volgens Th. Croon,
hoofd naderingsverkeersleiding
op Schiphol, op te maken dat
de vlieger en de dienstdoende
verkeersleider juist hebben ge
handeld. Ondanks het feit dat er
sprake was van een abnormale
situatie zijn de instructies voor
een dergelijke noodsituatie tot
de letter gevolgd. De vlieger had
tot pakweg anderhalf minuut
voor de crash het toestel onder
controle, zo leek het althans
voor de verkeersleiding.
Woordvoerder G. Knook van
de Luchtverkeersbeveiliging:
,,Hij stond tot dat moment niet
voor de morele keuze het vlieg
tuig elders te laten crashen, ver
weg van bewoond gebied. In de
situatie tot anderhalf minuut
voor de crash ging hij er ver
moedelijk van uit dat hij Schip
hol zou halen. Toen eenmaal
besturingproblemen optraden,
had hij geen keus meer."
Op de vraag of de verkeerslei
ding het El Al toestel niet weg
van bewoond gebied had moe
ten sturen, antwoordt Croon
„De vlieger is het beste in staat
de situatie te beoordelen. Hij
weet wat hij wel en niet kan met
zijn toestel. Bovendien is de
Luchtverkeersbeveiliging niet
bevoegd het vliegtuig op te dra
gen koers te zetten naar bij
voorbeeld het IJsselmeer. Dat
laat de internationale regelge
ving inzake noodsituaties met
vliegtuigen niet toe."
Voorzitter B. Baksteen van de
Vereniging van Nederlandse
Verkeersvliegers verklaart dat
het heel goed mogelijk is dat de
piloot niet wist dat hij beide
motoren had verloren. Bak
steen: „Je krijgt wel een melding
dat je motorvermogen weg is,
maar geen indicatie dat de mo
toren eraf zijn gevallen. En
vanuit de cockpit kun je slechts
een klein stukje van beide bin-
Piloten worden getraind om
te vliegen met een toestel waar
van twee motoren zijn uitgeval
len. Baksteen: „Maar ze oefenen
niet in het vliegen met een
vliegtuig die twee motoren is
kwijtgeraakt en daardoor zijn
balans verliest".
SCHIPHOL «BILL MEYER
Er bestaat grote onduidelijkheid
over het moment waarop de
twee rechtermotoren van het
rampvliegtuig zijn afgebroken.
Volgens de eerste lezing van de
Rijksluchtvaartdienst (RLD)
zouden ze vlak na de brandmel
ding boven Naarden zijn afge
broken. Toch meldt de gezag
voerder pas na een volledige
kring rond Amsterdam te heb
ben gedraaid, zes minuten later,
dat hij problemen met kleppen
en besturing heeft. Twee minu
ten later stort hij neer. Het mo
ment van afbreken is van groot
belang voor het verdere onder
zoek en voor de vraag of het
verantwoord was boven dicht
bevolkt gebied te cirkelen.
De officiële RLD-lezing over
het vroege tijdstip van afbreken
berust op de vindplaats van de
motoren: in Naardermeer en
Naarderbos. Niet valt uit te slui
ten echter dat het vliegtuig pas
enkele minuten voor de crash,
tijdens het trekken van een
scherpe rechterbocht richting
Muiden, de motoren verloor. Ze
zouden daarna enkele kilome
ters verderop ook de buurt van
Naarden terecht kunnen zijn
gekomen.
Voor deze tweede versie pleit
de communicatie tussen ver
keerstoren en gezagvoerder. Bij
het uitzenden van zijn noodsig
naal boven Naarden meldt hij
brand in één motor. Daarna
meldt hij het uitvallen van beide
motoren. Over besturingspro
blemen spreekt hij geen mo
ment. Volgens de chef van de
verkeersleiding, Croon, is de
toon van de gezagvoerder tij
dens zijn cirkel rond Amster
dam om hoogte te verliezen, ui
terst zakelijk.
Pas zes minuten na de eerste
brandmelding zegt hij met be
sturingsproblemen te kampen.
Die zouden veroorzaakt kunnen
zijn door het afbreken van twee
motoren. Volgens Croon ver
dwijnt de zakelijke toon van de
piloot op dat moment en wordt
duidelijk dat hij plotseling in
een catastrofale situatie ver
keert. Het vliegtuig stort twee
minuten later neer.
Croon acht deze laatse versie,
na de banden van de verkeers
toren opnieuw te hebben be
luisterd, de meest waarschijnlij
ke. „Het is echter niet meer dan
een logische veronderstelling.
Verder onderzoek moet uitwij
zen op welk moment beide mo
toren er werkelijk zijn afgeval
len."
Zou bekend zijn geweest dat
het vliegtuig al in een vroeg sta
dium twee motoren is kwijtge
raakt, dan rijst de vraag of de
gezagvoerder verantwoordelijk
handelde door met een zeer
kreupel toestel over de bebouw
de kom van Amsterdam te vlie
gen.
Daarbij moet echter de aante
kening worden gemaakt dat de
gezagvoerder vermoedelijk op
geen van beide momenten
heeft kunnen zien dat hij twee
motoren kwijt was. Bovendien
melden de meters in de cockpit
slechts storingen en verlies aan
vermogen. De verkeersleiding
kan niet geweten hebben dat de
motoren eraf waren, omdat vol
gens Croon de gezagvoerder dat
nooit heeft gemeld.
Verzekeraars stellen gezamenlijk bureau in
DEN haag GPD-ANPkan worden gesteld. Onderzoek zal moeten uit
wijzen of de Israëlische luchtvaartmaatschappij
El Al, vliegtuigbouwer Boeing, motorleveranciers
Pratt Witney of eventueel anderen aansprake
lijk kunnen worden gesteld voor het ongeluk.
Zoals gebruikelijk is in de vliegtuigwereld, is
ook El Al verzekerd tegen de schade die de neer
gestorte Boeing 747 in de Bijlmer heeft aange
richt. zegt J. Jonker, directeur van de Nederlandse
Luchtvaartpool, een samenwerkingsverband van
Nederlandseverzekeringsmaatschappijen.
„Maar het is lang niet zeker of El Al schuld
heeft", aldus Jonker. „Als wordt geconcludeerd
dat sprake is van overmacht, kan zelfs helemaal
niemand aansprakelijk worden gesteld." Voor
welk bedrag El Al is verzekerd, kan lonker niet
zeggen. Hij zei er vanuit te gaan dat de maat
schappij een „afdoende verzekeringsdekking
heeft lopen".
Bij verzekeringsmaatschappijen zijn al tenminste
130 claims ingediend voor schadevergoeding. Het
gaat om een vergoeding voor vernielde auto's,
huisraad en 'persoonlijk leed'. In het opvangcen
trum in de Bijlmermeer hebben de verzekerings
maatschappijen samen een bureau ingesteld
waar getroffenen hun schade kunnen melden.
De verzekeraars verwachten dat zij door een
centrale aanpak de schades snel en efficiënt kun
nen registreren en afwikkelen. Zodra het rampge
bied wordt vrijgegeven, gaan experts van de geza
menlijke verzekeraars de schade opnemen. Het
Verbond van Verzekeraars waagt zich nog niet
aan schattingen van de omvang van de schade.
Of onverzekerde mensen ook een schadever
goeding kunnen claimen, is nog onduidelijk.
Daarvoor is het nodig dat een partij aansprakelijk
AMSTERDAM FRED V
Zachtjes huilend komt het jongetje aan
de hand van zijn moeder de sporthal
Bijlmermeer uitlopen. Hij kijkt bang en
mateloos droevig: de ogen van zijn moe
der zijn gezwollen.
Ze zijn de hele nacht op geweest, na
dat ze uit hun flat in Kruitberg waren
weggevlucht. Eerst doelloos door de Bijl
mer zwalkend, daarna opgevangen in
het jongerencentrum Kwakoe en vervol
gens weer door naar de sporthal bij het
politiebureau. De stadsbus met het op
schrift 'Gereserveerd' brengt ze naar een
tijdelijk onderdak.
Woordeloos loopt het gezelschap naar
de stadsbus die met draaiende motor
wacht. De camera's van de wachtende
journalisten lopen, fototoestellen klik
ken, een enkeling stelt een voorzichtige
vraag. Maar de ellende is zo duidelijk dat
woorden oneindig zinloos lijkt. Sommi
gen die de brandende flats Kruitberg en
Groeneveen hebben kunnen ontvluch
ten hebben familieleden verloren, ande
ren zijn op zoek naar misschien verloren
vrienden. In de sporthal keren verzeke
ringsmaatschappijen voorschotten uit,
waarvan de slachtoffers tenminste kleren
en eten kunnen kopen.
De onzekerheid onder de betrokkenen
die de dag na de ramp met het vracht
vliegtuig door de Bijlmermeer lopen is
martelend. „Misschien wel het ergste",
zei minister-president Lubbers die net
als koningin Beatrix naar het rampge
bied was gekomen.
Zeker is dat er honderden zijn achter
gebleven in de ineengestorte, geblakerde
flat. Maar niemand weet precies hoeveel
en wie. Na een dag lang zoeken hebben
de hulpverleners nog maar een tiental li
chamen uit de resten van beton en ver
wrongen metaal opgegraven.
Er zijn zoveel onzekerheden; de moe
der van de ambtenaar op het stadsdeel
raadkantoor woonde in het deel van
Groeneveen dat gespaard is gebleven,
maar ze hèeft sinds zondagavond niets
meer van haar gehoord. „Misschien is ze
in paniek weggevlucht en heeft ze ergens
onderdak gekregen. Maar misschien is
dat ook niet zo."
In de wijde omgeving zijn mensen op
zoek naar een teken van of een bood
schap over hun bekenden die in Kruit
berg of Groeneveen woonden, of wie
misschien in de jongerensociëteit op be
zoek waren, onderin het gebouw. Elke
Bijlmerflat heeft zo n soos beneden,
Koningin Beatrix tijdens haar bezoek aan de Bijlmermeer.
waar het zeker op zondagavond druk
kan zijn.
Soms barst achter een van de vele
dranghekken waarmee de politie de
plaats van de ramp heeft afgezet opeens
iemand in huilen uit en wordt met troos
tende woorden door omstanders wegge
leid. De politie heeft Kruitberg en Groe
neveen afgegrendeld met blauwe ME-
bussen, ijzeren hekken en tientallen
manschappen in blauw gevechtstenu.
De wapenstok wordt los in de hand ge
dragen: na de beschamende taferelen
van zondagavond, toen een tienduizend-
koppige sensatiezoekende meute zich
een weg naar de brandhaard baande en
wegen versperde, heeft het gezag de
touwtjes aangehaald.
Het straatbeeld in de Bijlmer wordt
bepaald dodor hulpverleners. Overal
Heilsoldaten, verplegers, mariniers, le
den van de Stichting Speur- en Redding
honden. En zoveel agenten, dat ze bij
bosjes, in gezelschappen van zes of acht
over straat lopen. Velen hebben zichzelf
t in de Bijlmer gemeld en zijn, zei hoofd
commissaris Nordholt trots „vrijwillig in
dienst getreden."
Het was bizar en eerloos, de manier
waarop horden sensatiezoekers van bin
nen en ver buiten de stad hamburger
in de ene hand, milkshake in de andere
lachend, drinkend en soms vernielend
zich aan de ramp kwamen verlustigen.
Maar de berichten van plunderingen
worden althans in de winkelcentra
Kraaiennnest en Ganzenhoef niet beves
tigd. „Het was maar op kleine schaal",
zegt een speelgoedwinkelier op Ganzen
hoef.
Keihard waait de wind over de gras
vlakte tussen de flats Kruitberg, Groene
veen en Kikkenstein. Regen striemt de
brandweerlieden die in hun zwarte en
oranje pakken in de weer zijn bij de
puinhopen. Het sombere weer maakt de
Bijlmer nog onherbergzamer, de atmos
feer nog desolater. Ondanks de miljoe
nen liters bluswater en de dichte regen is
de hitte op de plaats waar de Boeing zich
in de flat boorde en tienduizenden liters
brandende kerosine door de opengere
ten betonwanden naar binnen spoot nog
steeds zo groot dat er niet werkelijk kan
worden gezocht naar lichamen. Aan
grenzende delen van de flat zijn onbe
gaanbaar omdat ze op instorten staan,
meldt brandweercommandant Ernst.
Soms vat opeens een bel onaangeroer
de brandstof vlam en laaien de vlammen
weer op uit de puinhopen. Een ding is
zeker, zegt premier Lubbers tijdens een
persbijeenkomst in het stadsdeelkan
toor: „Hierin kan eigenlijk niemand nu
nog in leven zijn."
Aan hulpverleners en reddingsmatriaal
was geen gebrek, vertelde minister Da-
les. Ze roemde de algemene inzet en
hulpvaardigheid van de reddingsbriga
des. Ze zag er een bewijs in dat haar be
leid om de hulpverlening te decentralise
ren een goede beslissing is geweest. „Ik
ben net binnen geweestzegt een blo
zende jonge avonturier met camera. „Ik
heb er een zien liggen, een lijk. Een
mooie plaat: zo met een verkrampt
handje onder het puin en de flat op de
achtergrond.."