Een fenomeen:
de Biobus
'92
Nostalgie (3)
HER
FST
ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1992
ZATERDAGS
De nozem is ecltt iets van de ja
ren vijftig. Volgens het woor
denboek is het een stoer gekle
de, van vetkuif voorziene en
door sociale onlustgei'oelens be
heerste branieschopper, die zich
's avonds met enig machtsver
toon in gezelschap van lotgeno
ten op straat vertoonde. Het zal
wel zo zijn. Maar let op de ver
leden tijd. Je hoort er nu bijna
niemand meer over. Misschien
bestaan er nog nozems, maar
dan worden ze niet meer zo ge
noemd. Het woord 'nozem'is
daardoor hard op weg uit onze
taal te verdwijnen.
Natuurlijk is het nog wel bekend
bi) degenen die die tl|d meege-
maaki hebben maar er is intus
sen een nieuwe generatie gekomen die het
woord niet meer gebruikt en ook veelal niet
kent. Een van de lezers nam de proef op de
som cn vroeg ha.it «In. htct \an /.-u-ntu-n
naar de betekenis van 'no/em' Ze kreeg als
antwoord. ..Ik geloof dat het een soort mon
ster of ramp is." Hoe komt zo n meisje daar
bij? Ze had een buurman wel eens het woord
'nozem' horen gebruiken tegen zijn zoontje
van anderhalf als die lastig of eigenwijs de
box uit wilde.
Daarmee is nozem een mooi voorbeeld van
het soort woorden dat ik verzamel bijna ser
geten woorden die in de jaren vijftig volop in
gebruik waren en algemeen bekend, maai
die daarna biet of nauwelijks meer gebruikt
worden en zodoende niet meer gekend wor
den door de volgende generatie
Iemand anders schreef mij: ..Mijn dochter
werkt als bijverdienste bij een oude mevrouw
in de huishouding. Toen die haar vroeg ook
het bovenlicht een goeie beurt te geven,
poetste ze extra de lamp. niet wetende dat
het de glazen ruit boven de deur was." Bo
venlicht is weliswaar niet typisch voor de ja
ren vijftig want het bestond ai veel langer,
maar het is wel weer een woord dal toen nog
gekend werd en door jongere mensen van nu
niet meer.
Heel wat lezers hebben me dergelijke woor
den toegestuurd Zo veel dat ze onmogelijk
allemaal In een aflevering van deze rubriek
/ouden passen Twee weken geleden ben Ik
begonnen bij de A en gekomen tot losse
melk. luiwagen, manchester broek en man
gel. Vandaag gaan we verder De woorden die
voor het laatst in de jaren dertig gangbaar
waren en daar heb ik er ook een heleboel
van ontvangen komen een andere keer
aan de beun Maar nu eerst het vervolg van
dtjaraa vtjftHtyrt
„De melk kookt over" (gezegd van een vrouw
of meisje van wie de onderrok of onderjurk
onderaan zichtbaar was), melkkoker, messe-
legger, mica nntjes. nkMl RtOdfyt OM
houtje-touwt je jas), moorddadig (- heedijk.
prachtig), nachtspiegel, nozem, nylons, olie
man. oliestel, overschoenen, papieren gulden
en rijksdaalder, perronkaanje ptoycoat, pi
lobroek. pindastel. plusfour (ook wel drollen
vanger genaamd), pook kat hel pook), prin
cesscbonen (ook wel herebonen genaamd.
sperziebonen), radiobode. rassendiscrimina
lie. reiziger handelsreiziger, vertegenwoor
diger), regeringsbrood, rookstoei. scharen
sliep, schillenboer, (grote) schoonmaak, sla
gersjongen. slagersnvind (voorop een trans
portfiets). slipover, sokophouder, spekzolen.
step-in, stille (niet geüniformeerde politie
agent. stilletje kamerstoel, kakstoel), stoof,
teenager, toverlantaren, treeft je roostertje
op pootjes onder hete pannen), twin set
truitje met bijpassend vestje), traploper, trek
pot. uitdragerij, vestibule, vliegende Hollan
der. vliegenkast, vliegenvanger lljmstrook
waarop vliegen bleven kleven), vloeibiok
van onder gebogen schuitje met vloeibiad
bekleed; ook vloetrol genaamdi vloeitje i
vloeibiad voorin een nieuw schrift), vodden
man. voetenbankje, vriJgezeUenknoop. was
bord, weckglazen. weck pot. wecktoestel.
werkster, witkiel, wolletje gebreid extra
hemd voor in de winter), wonderolie, wrin
ger. zaliger (zaliger gedachtenis), zeepkiop
per. zed vloerbedekking), zuiveringszout,
zus (als aanspreekvorm voor een onbekend
meisje), zweminrichting.
En als aanvulling op de eerste lijst van twee
weken geleden bebop en dressoir.
We werden als trouwe bio
scoopbezoekers vroeger na
tuurlijk wel eens gek van die
kraai. Hoe goed het doel ook was. als na een
overdaad aan sigarettenreclames die vogel
op het doek verscheen werd er gezucht en
gekreund in de zaal. De tegenzin waarmee
een gulden uit de broekzak werd opgediept
was fris gespeeld. Want tegelijk was het film
pje van 'Bio' ook weer een vast gegeven, iets
gezelligs.
Het dreigende geluid van de collectebus
sen klonk achterin de zaal en het licht ging
aan. Op het witte doek schreeuwde de kraai:
„Dat gaat zo maar niet! Dat kost duiten!"
Beetje agressief beest, die vogel. Later kregen
we die filmpjes die eindigden met een zin die
we nu nog steeds allemaal kennen: „En weet
je wat ik nou het leukste vind?" Nou. dat wis
ten we allemaal allang. Dat hij kon zwemmen
en z'n ouders niet. Of dat er een hele berg
collectebussen weer keurig overeind kwam.
Als je geen munten in je broekzak had, pakte
je de collectebus aan. hield je duim en wijs
vinger boven de gleuf en je schudde even.
Want de buurman hield je in de gaten, zeker
weten.
ledereen scheen dus te 'morren' in de bio
scoop als de Biobus voorbij kwam. Maar toen
de bioscoopbond zeven jaar geleden een on
derzoek deed naar het effect van de filmpjes,
bleek dat een verrassend grote meerderheid
van de bezoekers vond dat 'die bus' zo lang
mogelijk moest blijven, omdat ze zo herken
baar was en hogelijk werd gewaardeerd. Bio
scoopbezoekers schijnen zich niet zo te erge
ren aan de onderbreking van Bio.
Verandering
Dus de Bio-bus is er nog steeds. Niet meer bij
elke voorstelling, maar vier weken in de zo
mer en vier weken in de winter, rond kerst.
Dan gaat het licht aan, worden de bussen
doorgegeven en kunnen we weer lekker ver
trouwd flauwe grappen maken en 'morren'.
Er is wel eens overwogen om tijdens de pau
zes bij de uitgang te collecteren, maar dat
schijnt aanzienlijk minder op te brengen.
Mensen willen zo snel mogelijk naar buiten.
Het psychologisch effect van die bus in je ei
gen handen zou verloren gaan. Want je hebt
mooi wel het idee dat je hele omgeving Tsss
zal gaan laten horen als je de Bio-bus aan je
voorbij laat gaan. En ongemerkt een rood
hoofd krijgen is er dan niet bij. het licht is im-
De collecte heeft altijd iets 'dwingends'. Si
mon Steenstra, public-relations-medewerker
van Bio, ontkent dat ook niet. „Maar de men
sen moeten geld vinden en dat is ook een be
langrijke reden om het licht aan te doen. Dat
het oneerlijk zou zijn is niet waar. Ie hoort de
laatste jaren mensen heel openlijk zeggen dat
'ze niks geven dit keer'. En het publiek is
mondiger geworden, het maakt zijn eigen
keuzen wel, licht of geen licht"
De filmpjes zijn in de loop der jaren erg
veranderd. Vroeger sprak een klein zielig
meisje met een rammelende collectebus van
af het doek; „Dit kunt u ons toch niet weige
ren...?". Nu is de tendens om de bioscoop-
gangers te laten zien wat er precies met hun
geld gebeurt. Steenstra: „Er wordt dus onder
zoek mee gepleegd op het gebied van kinder-
revalidatie en dat onderzoek heeft in de loop
der jaren enorm veel opgeleverd: vroegbe-
handelingsmethoden, de bio-car om kinde
ren mobiel te maken en ademhalingsonder
steuning. We hebben in Nederland echt een
naam op te houden wat dat gebied betreft.
Want mede dank zij 'Bio' is er hier een grote
Een foto uit de oude doos: voorleesuurtje voor bleekneusjes in de gezonde buitenlucht van Bergen aan Zee. foto archief bio kinderrevalidatie
Begrip 'vakantieoord'zet zich stevig vast
Het mag dan al enige tientallen jaren 'Bio Kinderrevalidatie'
heten, in de bioscoop blijft het 'Bio Vacantieoord'. Ja, van die
filmpjes met die kraai, die het licht in de bioscoop aandraaide en
dan streng toekeek of je wel voldoende in de collectebus gooide.
Vijfenzestig jaar geleden begonnen bioscoopondernemers met het
inzamelen van geld vooreen huis waarin zwakke, misdeelde
bleekneusjes zes weken vakantie konden houden. Om aan tester
ken. Dit 'Bio Vacantieoord' in Bergen aan Zee is allang verkocht,
want zo bleek zijn de neusjes niet meer de laatste decennia. En de
huidige naam zegt al waarvoor het geld van de
bioscoopbezoekers nu is bestemd.
voorsprong in kennis opgebouwd".
In 1927 begon het. Bioscopen rezen in de
jaren twintig als paddestoelen uit de grond;
honderdduizenden mensen kwamen naar de
stomme film kijken. Exploitanten van de
filmzalen kregen zo veel verzoeken van in
stellingen om in de pauze van de voorstelling
te mogen collecteren dat de Nederlandse
Bioscoopbond uiteindelijk zélf maar een
goed doel uitzocht en er een fonds voor op
richtte met bioscoopondernemers als be
stuur: Kinderen uit sociaal zwakke gezinnen
met vakantie laten gaan en laten 'aanster
ken'. Want kinderen uit de arbeiderswijken
in de grote steden waren maar al te vaak
bleekneusjes, die wel wat gezonde lucht en
extra voeding konden gebruiken.
Omschakeling
Eerst werden deze kinderen met het geld on-
'De Blo-Kraal', een op het netvlies gebrand
symbool. foto bio kinderrevauoatie
dergebracht in diverse vakantiekolonies in
het land. Maar al in de beginjaren dertig kon
van de collecte-opbrengsten in Bergen aan
Zee het huis 'Russenduin' worden gekocht
van een plantage-eigenaar uit Indië. Dat huis
deed tientallen jaren dienst als vakantiekolo
nie voor duizenden kinderen. Zestig tot ze
ventig kinderen per keer verbleven er zes we-
keh. En het was niet alleen maar pret maken.
Daar zorgden onder meer de dokter met zijn
weegschaal en zijn wekelijkse onderzoekjes
en een heilgymnast wel voor. En het strenge
regime: Vroeg naar bed. vroeg uit de veren,
gezond eten, veel bewegen.
Halverwege de jaren vijftig kwamen er
steeds minder stadse bleekneusjes. Maar uit
de bioscopen bleef het geld stromen. Het mi
nisterie van volksgezondheid stelde in 195fi
voor poliopatiëntjes te gaan verplegen in
'Russenduin'. In 1960 kwam het huis gereed
voor die speciale verzorgingstaak. In de twee
tussenliggende jaren was echter heel snel het
inzicht gekomen dal poliopatiëntjes het bes
te thuis bij hun ouders verpleegd konden
worden. Dus kwamen er dat jaar zes kinde
ren naar 'Russenduin', waaronder geen enkel
kind met polio.
Steenstra. „Om het huis nog enigszins vol
te krijgen plaatsten we er de jaren daama he
le gezinnen in. die ons werden 'toegescho
ven' door de sociale diensten. Daar was dan
wel grote behoefte aan, maar zo schoot het
'Bio-Vacantieoord' zijn oorspronkelijk doel
helemaal voorbij. Omdat we intussen al in
Arnhem waren gestart met een kinderrevali
datiecentrum en de naam van de stichting
was veranderd is uiteindelijk in 1967 het huis
in Bergen aan Zee verkocht. Aan een sekte. Ik
geloof de Moon-sekte. Die zit er nu nog
steeds."
Er is dus geen 'vakantie-oord' meer. In
•1960 werd de naam Bio Vacantieoord veran
derd in Blo Kinderrevalidatie en bestond de
stichting uit het Rio-revalidatiecentrum voor
kinderen, de Bio-mytylschool en vanaf 1970
de Bio-orthopedische werkplaats. De ortho
pedische werkplaats is op de commerciële
toer gegaan met een soortgelijk bedrijf uit
Arnhem, het revalidatiecentrum is gefuseerd
met de 'lohannastichtlng' en met het cen
trum 'KJimmendaal'. De fondswervende
stichting Bio-Kinderrevalidatie. die nu 65 jaar
bestaat heeft een kantoor op bet terrein van
het revalidatiecentrum 'Groot Klimmen daal'
m Arnhem.
Steenstra: „De samenwerking tussen blo-
scoop- en filmwereld en een hulpverlenings
instelling is uniek in de wereld. „Per jaar ha
len we in de bioscopen tussen de vier en vijf
ton op. Dat is voor het huidige werk van Bio-
kinderrevalldatie uiteraard niet genoeg. Het
werk wordt voor een ander belangrijk deel
mogelijk gemaakt door mensen uit de wereld
van de bioscoop en de film. Heel vaak gaat
de opbrengst van een filmpremière naar de
rekening van de stichting. Cineasten als Bert
Haanstra maken de Bio-filmpjes geheel be-
langelooa".
Buitenland
In de loop der jaren is zo veel kennis opge
bouwd dat Bio als experiment in samenwer
king met bet Rode Kruis nu ook een project
In net buitenland heeft aangepakt. Bio-kin-
derrevattdade Kuurde een aantal mensen uit
naar Belize, het voormalige Brits Honduras,
een klein landje In Midden-Amerika Om
daar drie jaar lang de plaatselijke bevolking
te onderrichten in het behandelen van kinde
ren met een handicap.
Steenstra: ..Een kleinschalig project, dat nu
redelijk succesvol is overgenomen door de
regering van Belize. Onze inbreng was om de
mensen daar zelf 'sterker' te maken, kennis
te geven. Het was een geslaagde proef, maar
het is niet de bedoeling dat we nu telkens de
grens over gaan. Er zijn voldoende fondsen
voor projecten in het buitenland. Onze prio
riteiten liggen nog steeds op onderzoek in ei
gen land. Dus die bus zaJ de komende jaren
nog vaak rammelen in de bioscopen.
Van het begrip 'Bio-Vacantieoord' komt de
stichting dus nooit meer af. „We kunnen nog
zo veel moeite doen, in de bioscopen hoor je
bij de eerste beelden van onze filmpjes altijd
weer 'Hé. daar heb je 't Bio-Vacantieoord
weer"', zegt Simon Steenstra. En dat het echt
een begrip is merk je ook wel eens zo maar
op straat: als er iemand tegen een ander
roept „Schiet nou toch eens op. Je bent niet
In 't Bio-Vacantieoord!"