Rust rond tuincentrum in Lisse
p.5*
'Belastingen niet hoog'
Stand van Zaken
Onderzoek ministerie
financiën krijgt kritiek
NIJMAN
Onrust koerswisselingen lastig
WOENSDAG 23 SEPTEMBER 1992
19
rfdacnt willem spie roux
Administratie en inkoop worden centraal geregeld in Utrecht
Na enige turbulente maanden is het Lissese tuincentrum
Overvest in rustiger vaarwater terechtgekomen. Finan
ciële moeilijkheden van de vorige eigenaar Jaap Kooy
leidden tot veel negatieve publiciteit en onrust onder het
personeel. Uiteindelijk bleven 27 van de 52 personeelsle
den over.
K.F. Segers: „Als de zon schijnt gaan de mensen rommelen in de tuin."
FOTO JAN HOLVAST
ZAKELIJK
Onder deze titel verschijnt elke
week op deze pagina een over
zicht van kort zakelijk nieuws
uit de regio's Leiden, Alphen
en de Duin- en Bollenstreek.
Stuur uw berichten voor deze
rubriek naar het Leidsch Dag
blad, Postbus 54, 2300 AB Lei
den, t.a.v. 'Zakelijk'.
PRM
LEIDEN Op 1 oktober opent
het nieuwe bureau voor tekst en
PR-adviezen PRM praktische
communicatie' zijn deuren in
Leiden. Het bedrijf richt zich op
kleine en middelgrote bedrijven
en instellingen in Noord- en
Zuid-Holland. PRM organiseert
ook studiedagen. De eerste
vindt plaats op 27 oktober in
het gebouw van het Leidsch
dagblad aan de Witte Singel.
Verdere inlichtingen verschaft
de oprichter van het bureau H.
Mos, Coomhertstraat 20, 2332
AR Leiden, tel. 071-760874
Wolfslag
LEIDEN Wolfslag totaalkan
toor houdt deze maand vier da
gen open huis in haar Leidse
vestiging aan de Lammen-
schansweg 14ld. Drie van de
vier dagen zijn gewijd aan de
thema's milieu, overhead pro
jectie en dicteren. De open da
gen zijn op 23, 24, 25 en 26 sep
tember.
Ambacht
REGIO Het hoofdbedrijf
schap Ambachten heeft een
voorlichtingsfilm uitgebracht
over ambachtelijke beroepen.
De titel luidt 'Dat wil ik! Met
mijn handen, met mijn hoofd.'
De film is gemaakt voor kinde
ren van 10 tot 12 jaar. Verdere
inlichtingen over verhuur ver
schaft het Hoofdbedrijfschap
Ambachten, Postbus 940, 2270
AX Voorburg.
lisse eric jan weterings
Officieel werd Overvest op 1 ju
ni de nieuwe eigenaar van
(voorheen) Jaap Kooy's tuin
centrum, al zo'n vijftien jaar een
begrip in de Bollenstreek en in
de Leidse regio. Overvest is een
'gigant' in de branche, met ze
ven vestigingen in het zuiden
en midden van het land. Hoe
wel het huidige personeelsbe
stand geheel bestaat uit jaap-
Kooymensen, waait er nu toch
een heel andere wind door het
bedrijf, verklaart bedrijfsleider
K.F. Segers.
De administratie en de in
koop worden vanaf 1 juni cen
traal geregeld vanuit Utrecht,
het hoofdkantoor van Overvest.
„Dat scheelt een hoop perso
neel, ruimte en kosten," zegt
Segers. „Je koopt centraal nu
eenmaal goedkoper in, waar
door de prijzen omlaag kunnen.
We hoeven nu minder in voor
raad te hebben, omdat we da
gelijks verse aanvoer hebben.
Die ruimte komt ten goede aan
het verkoopoppervlak."
PR-functionaris M. Faas voegt
daar aan toe dat Kooy er een
ruim personeelsbeleid op na
hield. „Op iedere hoek moest
wei iemand staan." Dat is ook
historisch een beetje zo ge
groeid, verklaart ze. „Kooy be
gon met een kleine kas en
bouwde daar steeds een stukje
aan vast. Nu hebben we de ge
legenheid allerlei tussenwand-
jes weg te halen, waardoor een
meer open ruimte ontstaat."
Door de perikelen rond de over
name maakte het centrum een
paar moeilijke maanden door.
Voor de overname was er een
grote uitverkoop waardoor nog
een redelijke omzet werd ge
haald, maar de verkoop van
duurdere artikelen liep sterk te
rug. Faas: „Mensen kopen geen
grasmaaier meer, want die zaak
staat er over een week niet meer
denken de mensen dan. Terwijl
het overigens de fabriek is die
de garantie geeft."
Deze zomer herstelde het
tuincentrum zich. De kwartaal
cijfers voor juni, juli en augus
tus zijn ongeveer gelijk aan die
van vorig jaar. „Daarbij werden
we dit jaar wel geholpen dooor
een warme zomer," verklaart
Segers. „Als de zon schijnt gaan
de mensen rommelen in de
tuin, ze kopen nieuwe planten,
tuinmeubelen en andere acces
soires." De laatste tijd begint de
markt voor tuinmeubelen ver
zadigd te raken. Faas: „Die din
gen zijn tegenwoordig zo goed,
die gaan tien, vijftien jaar mee".
Jaap Kooy was in de regio be
kend om de baanbrekende ac
ties die hij in zijn tuincentrum
organiseerde. Als eerste in Ne
derland introduceerde hij een
kerstdorp, een kas vol met
kerstspullen. Daarnaast organi
seerde hij een bruidsshow en
een fuchsiade. Die laatste acti
viteit trok 25.000 bezoekers. De
nieuwe bedrijfsleiding wil deze
activiteiten voortzetten.
De kerstshow opent dit jaar al
op drie oktober, om de drukte
te spreiden. „Misschien een
beetje ongelukkige dag in ver
band met de 3 oktoberviering in
Leiden," zegt Segers, „maar dat
is een datum die voor alle Over-
vest-filialen geldt. Dat kunnen
wij niet zelf vaststellen." Tegen
over de grotere doelmatigheid
en de lagere prijzen staat dus
ook een kleinere beslissingsbe
voegdheid voor het plaatselijke
management. Voor Jaap Kooy
was dat een reden om zich niet
aan een landelijke organisatie te
binden, ook al is de laatste jaren
sprake van een duidelijke con
centratietendens in de branche.
„Hij deed wel aan gezamenlijke
inkoop, maar hij heeft zich
nooit bij een centrum als Intra-
tuin willen aansluiten." zegt
Faas. „Dan heb je geen zeggen
schap meer over je eigen assor
timent."
dem haag/leiden
breod» filippo. gpd
Het onderzoek van het ministe
rie van financiën naar mogelijk
verzwegen rente-inkomsten van
bedrijven en instellingen stuit
op veel kritiek. Volgens be
roepsorganisaties levert het on
derzoek niets op en kan het veel
goedkoper. Het ministerie zou
zich beter kunnen richten op de
ontduiking van de vennoot
schapsbelasting.
Volgens woordvoerder G. van
den Ham van het ministerie is
er wel degelijk een reden voor
het onderzoek. „Sinds 1987 ge
ven de banken aan de belas
tingdienst door hoeveel rente
de particuliere rekeninghouder
krijgt en dat levert de fiscus zo'n
zeshonderd miljoen gulden per
jaar op." Voor het ministerie re
den genoeg om 1500 bedrijven
en instellingen steekproefsge
wijs te onderzoeken. Eind de
cember wordt het resultaat be
kendgemaakt.
De Nederlandse Orde van Ac
countant-Administratie Consu
lenten verwacht weinig proble
men voor bedrijven. Directeur
P. Legerstee: „De middelgrote
en grote ondernemingen moe
ten hun boekhouding laten
controleren door een accoun
tant. Ik verwacht dat onze leden
hun rente-inkomsten netjes op
geven." Bij sommige van de
70.000 verenigingen en stichtin
gen zou echter wel wat loos
kunnen zijn. omdat de meeste
niet-gesubsieerde instellingen
hun financiële gegevens niet
door een accountant laten con
troleren. Wettelijk is dat ook
niet verplicht.
Volgens voorzitter J. Dijkman
van de Nederlandse F ederatie
van Belastingadviseurs kunnen
de onderzoekers zich beter con
centreren op de verenigingen
en instellingen die geen ven
nootschapsbelasting betalen.
Zijn voorstel: „Vraag aan de Ka
mers van Koophandel een lijst
met nieuwe bedrijven en instel
lingen. Vergelijk die met de ge
gevens van de belastingdienst
waarop de bedrijven en instel
lingen staan die vennoot
schapsbelastingbetaling beta
len. Elke vereniging of stichting
die niet op de InrijM «OOI
komt. onderwerp je aan een na
der onderzoek."
N. de Vries, docent belasting
recht aan de Rijkuniversiteit
Leiden, beaamt dat stichtingen
en verenigingen heel goed kun
nen worden gebruikt om de
vennootschapsbelasting te ont
duiken. Onder het Mi Ml
een wetenschappelijke stichting
wordt bijvoorbeeld in werkelijk
heid een adviesbureau gerund.
Als de dekmantel goed is, komt
de fiscus daar zelden achter, al
dus De nes
IVoce*-sturing en -regeling
zijn van die zaken die om
!Nijinan Elektrotechniek
vragen
raag >lr urtpj>r""l> hurr aan
tpmi~kir2s3l<mw.fa»a2j
ELEKTRS TECHNIEK
De enthou»ia*te experts
„Het leuke van het restauratiewerk in dit
dat je met een heleboel materialen werkt en dat je met
heel veel culturen te maken hebt. Wij zijn bijvoorbeeld
het enige museum in Nederland met marmeren
sculpturen in de collectie. Die zijn vaak incompleet, of
ze zijn al in de Renaissance gerestaureerd. Vaak werden
toen dingen verkeerd gedaan, neuzen en handjes
bijvoorbeeld werden bijgemaakt naar de smaak van de
tijd. Toch is ook veel werk heel goed gedaan en
bovendien is het al 400 jaar oud. Je moet dus zeer
zorgvuldig te werk gaan voor je ingrijpt. Dat doe ik niet
op eigen houtje, dat wordt uit-en-te-na besproken met
de betrokken conservator.
Ik werk veel met ouderwetse materialen. Als van een
houten voorwerp iets ontbreekt, dan maak ik er het
liefst iets in hout bij. Om kleinere gaatjes in
bijvoorbeeld hout of aardewerk te herstellen gebruik ik
een ouderwets vulmiddel van beenderlijm, krijt en
pigment. Dat kan ik in elke gewenste kleur maken.
Op dc foto ben ik bezig met een Egyptische valkenkist,
dat ding is duizenden jaren oud. Die probeer ik zoveel
mogelijk terug te restaureren naar het oorspronkelijke,
door de oude verbindingen tussen de planken met pin
en gat te herstellen. Momenteel ben ik bezig met het
aanvullen van stukken hout die aan de onderkant zijn
afgebroken, zodat de kist weer kan staan. De laatste
stukjes vul ik met zelfgemaakt vulmiddel. Daarna wordt
de kist niet-meer overgeschilderd, anders lijkt het net
een nieuwe kopie.
Sommige mensen denken dal ze door
mechanisatie en arbeidsverdeling zijn
verdwenen, maar ambachtslieden bestaan
nog steeds en ze maken een breed scala aan
produkten. Wat maakt hun arbeid zo
bijzonder? Daarover vertellen
ambachtslieden uit Leiden en omgeving in
deze rubriek. Vandaag J.P.M. (Jan) Sloos (46),
restaurator bij het Rijksmuseum van
Oudheden. Hij is werkzaam in de
dependance aan de Papengracht. „Ik werk
hier meestal alleen, maar dat vind ik geen
enkel probleem. De meeste restaurators zijn
individualisten."
Tegenwoordig wordt veel met kunststoffen gewerkt, die
gebruik ik ook wel. Als ik metaal restaureer gebruik ik
veel kunstharsen. Dan kan zowel bij brons, ijzer, goud
als zilver. Soms heb je combinaties van metalen,
bijvoorbeeld een ijzeren zwaard, waar goud en zilver
ingelegd is. Ijzer is ons grote zorgenkind. Het roest, dat
is een gegeven. Iets dat nonderden jaren in de grond
heeft gelegen is vaak één bonk roest, dat kun je dan
alleen fixeren om de oorspronkelijke vorm terug te
krijgen.
Tegenwoordig heb je een opleiding voor restaurator,
die had je in mijn tijd nog niet. De opleiding is
vakgericht, je doet keramiek, textiel, en zo zijn er nog
een heleboel disciplines. Ik ben toevallig in dit vak
gerold. Eerst was ik graveur en daarna werkte ik op een
tekenkamer. Toen ik hier kwam had ik dus al veel
praktische vaardigheden onder de.knie. De rest heb ik
hier in het museum geleerd.
Bijna alle musea in Nederland hebben een enorme
restauratie-achterstand. Bij ons is het ijzer, bij een
ander papier en bij weer een ander museum weer iets
anders. Er is nu een 'deltaplan', waarbij het ministerie
geld beschikbaar stelt om restauraties te kunnen doen
aan dingen die je anders over twintig jaar kwijt bent.
Zowel in technieken als in materialen is de afgelopen
jaren een enorme vooruitgang geboekt. Ook de norm is
aangescherpt. Nu moeten tentoongestelde voorwerpen
er optimaal uitzien, vroeger was hei voldoende als iets
werd bewaard. Wat wel en niet kan bij een restauratie is
een kwestie van ervaring, maar je moet vooral eerlijk
zijn. Het is makkelijk zat om de boel te belazeren, want
maar heel weinig mensen kunnen mijn werk echt
beoordelen. Maar als je bij dit werk de boel belazert,
dan belazer je toch vooral jezelf."
tekst: eric jan weterings
leiden emc jan weterings
Bedrijven uit de Leidse regio en
uit de Duin- en PüOeuMlBCfc
vinden de onrust op de interna
tionale valutamarkten lastig,
maar erg veel nadeel hebben ze
er nog niet van ondervonden.
Ook de lage dollarkoers geeft
nog weinig problemen. De
meeste produktiebedrijven die
exporteren hebben zich op een
of andere manier op de geld
markt ingedekt tegen de risico's
van koerswisselingen. Pas als de
dollarkoers aan het einde van
het jaar nog steeds erg laag is,
verwachten veel bedrijven pro
blemen te krijgen.
Woordvoerders van internatio
naal opererende bedrijven in de
regio noemen de onrust op de
valutamarkten eveneens lastig,
maar op langere termijn ver
wachten zij geen problemen.
De sterk wisselende koersen
maken het moeilijk om winst-
voorspellingen voor de korte
termijn te maken, maar over
een langere periode kunnen de
plussen en minnen van ver
schillende valuta tegen elkaar
worden weggestreept.
Bierbrouwer Heineken is een
van de giganten uit de regio
waar momenteel druk wordt ge
cijferd. Heineken heeft over de
hele wereld plaatselijke werk
maatschappijen en is actief in
ongeveer 150 landen. „Het is
moeilijk om in een paar woor
den een helder beeld te schet
sen, omdat er zo ontzettend
veel verschillende valutastro
men binnen het bedrijf lopen."
zegt een woordvoerder.
Inkoop van grondstoffen ge
beurt vaak in plaatselijke valuta,
maar de verkoop gaai meestal
in dollars. De lage dollarkoers
levert geen problemen op. Aan
de hand van de te verwat hten
omzet en de te verwachten
koers dekt hel bedrijf zich in
door dollars tegen termijncon
tracten te kopen en te verkopen.
Daarmee wordt de opbrengst
van verkochte produkten 'vast
gezet'. Veel bedrijven beperken
op deze manier hun nsico,
maar als de dollar lang blijft da
len biedt deze strategie geen
soelaas meer.
„Dan moeten we de prijs ver-
bofn af pmpa mm dm i
I rn lagen- opbrengst en een la
gere omzet.' verklaart een voor
lichter van Heineken. Om de
onzekere dollarkoers volgend
jaar op te kunnen vangen koopt
de bierbrouwer momenteel
'put-opties'. Daarbij wordt al
leen een ondergrens van de dol
larprijs vastgelegd. Zodra de
koers boven het afgesproken
minimum komt gelden geen
beperkingen meer.
Leids kamerlid en hoogleraar Vermeend:
foto: hielco k
leipen ewc jan wetewngs
De belastingdruk in Nederland
is helemaal niet zo extreem
hoog als vaak wordt beweerd.
Dat stelt Ieidenaar W. Ver
meend in zijn recent versche
nen boek 'de achterkant van het
belasting- en premiebiljet. Over
de werkelijke druk van de loon-
en inkomstenbelasting en de
sociale premies, en hoe het an
ders kan'. De sociale premies
vindt de auteur wel erg hoog in
vergelijking met het buitenland.
Vermeend is vooral bekend
als Tweede-Kamerlid voor de
Partij van de Arbeid. Daarnaast
is de belastingexpert in deeltijd
hoogleraar aan de universiteit
.in .ruilingen I erder werkte
hij als fiscaal-jurist op de Leidse
universiteit.
In de loon- en inkomstenbe
lasting en de indirecte belastin
gen (btw) neemt Nederland in
vergelijking met andere landen
hooguit een middenpositie in.
Vermeend doet die bewering op
basis van studies van de Oeso,
rapporten van andere interna
tionale organisaties en een
computermodel van het minis
terie van financiën.
Hi t tupt.tni-f (00 procent) in
de loon en inkomstenbelasting
is volgens Vermeend alleen in
thconc hoog. Maar vier procent
van alle belastingplichtigen valt
er onder, terwijl deze groep
meer dan andere belasting
plichtigen profiteert van aftrek
posten. belastingvrije sommen
W. Vermeend: ...'Belastingen niet boog'
en vrijstellingen. Een groot pro
bleem is dc druk van sociale
premies (AOW. WAO/A'S W.
Ziektewet en WW). Hoge sociale
lasten betekenen dat een zeer
hoog verschil ontstaat tussen
bruto loonkosten en netto
loon. Deze zogenaamde 'wig' is
funest voor de arbeidsmarkt.
Arbeid moet dus 'goedkoper'
worden, bij voorkeur via belas
tingmaatregelen. Ook bepleit
Venneend strengere straffen bij
gebleken misbruik van sociale
voorzieningen.
Prot. dr. WAF.G. Vermeend.
'De achterkant van het hela*
ting en premleblljet. Over de
werkelijke druk van de loon-
en Inkomstenbelasting en de
sociale premies, en hoe het an
der* kan.' Uitgeverij (rouda
Oiiinl bv 1992.