'Die cafégesprekken gaan nergens over...' Zoeklicht op de oorlog Ik wil niet alleen de oever van je rivier zijn Cultuur&Kunst Imam Shaafi: een Egyptisch kerkhof met een tram erdoor DONDERDAG 10 SEPTEMBER 1992 24 Geerten Meijsing zet kunstbroeders in hun hemd net uit Juan Goytisolo: uitbundig leven temidden van de dood. foto jerry bauer Enige tijd geleden besprak Irene van "Beveren op deze pagina de verzamelbundel Nueva Espaha. Spaanse verhalen van nu (Meu- lenhoff 1992). In haar recensie verbaasde zij zich erover dat er in de hedendaagse Spaanse lite ratuur zoveel schrijvers zijn waarvan wij nog nooit hebben gehoord. Tot deze in Nederland onbekende schrijvers behoort ook Juan Goytisolo. Van hem zijn nu bij Meulenhoff zes es says verschenen onder de naam Gaudtin Cappadocië. In feite is dit een afgeleide van het ope ningsessay, dat Speurtocht naar Gaudi in Cappadocië heet. In deze bundel richt Goytiso lo zijn blik op de islamitische wereld. Door de ligging en de geschiedenis van hun land moeten de Spanjaarden wel in deze landen, talen en culturen geïnteresseerd zijn. Allereerst richt die belanstelling zich na tuurlijk op het buurland Marok ko, maar Goytisolo schrijft ook over Turkije en Egypte. Ik ver moed dat deze landen in Spaanse ogen nabij zijn zij weten zich er door de Middel landse Zee aan verbonden. Goytisolo weet precies waarover hij schrijft. Of het nu over de traditionele Turkse worstelge- vechten gaat, over derwisjen, Is- tanboel, over de dodenstad van Cairo of over de populaire heili genverering in Marokko, hij do cumenteert zich uitstekend. Sterker nog: hij controleert ter plaatse of de documentatie klopt. Als dat niet zo blijkt te zijn, noteert hij gretig aanvullin gen en wijzigingen. Doordat Goytisolo vanuit een sterk Spaans perspectief schrijft, zijn zijn beschrijvingen sterk en zwak tegelijk. Hij is degelijk en lijkt betrouwbaar, maar als niet- Spanjaard kreeg ik toch het on behaaglijke gevoel dat me iets ontging. Meermalen vermoedde ik dat Goytisolo antwoorden geeft op vragen die Spanjaarden bezighouden vragen die ik niet ken. Dit maakt het lezen tot een frustrerende aangelegen heid: iets dat blijkbaar belang rijk is, ontgaat de lezer, al leest hij nog zo precies. Dit leidt na een paar essays tot een zekere desinteresse. Uiteindelijk vraagt de lezer zich af: waarom moet ik dit eigenlijk weten? Het is jammer dat deze ge dachte de lezer uiteindelijk moet bekruipen, want de on derwerpen op zichzelf zijn boei end genoeg. Goytisolo schrijft indringend over de vele islami tische culturen en haalt onder werpen naar boven waarover ik in Nederlandse kranten, reis- en essaybundels nooit iets heb ge lezen. Van de dodensteden in Cairo bijvoorbeeld wist ik niets. Eigenlijk zijn dit immense kerk hoven met grafhuisjes, waar aanvankelijk alleen een oppas ser woonde die het graf schoon en netjes hield. Door de Egypti sche overbevolking en de toe vloed van vluchtelingen uit de Sinaï-woestijn veranderden de ze kerkhoven in levendige stadswijken. Door één van hen. Imam Shaafi, loopt zelfs een tram. Goytisolo houdt niet op zich te verbazen en beschrijft de wijk in geuren en kleuren: de cafés, de winkels, de,slagerijen, autosloperijen en garages: uit bundig leven temidden van de dood. Spanjaarden associëren de is lamitische culturen met de tijd dat hun land onder Moorse overheersing stond. Nederlan ders denken dan eerder aan de Turken en Marokkanen van om de hoek. Ik denk dat er behoefte is aan een Nederlandse essay- of fïctieschrijver, die over het zelfde schrijft als Goytisolo, maar die antwoorden geeft op vragen over de Islam die ons bezighouden. Tot dan moet Goytisolo volstaan. De Leidse hoogleraar Frits van Oostrom heeft een nieuw boek over de Nederlandse literatuur in de middeleeuwen het licht doen zien. Middeleeuwse literai re kunst was meestal literatuur- in-opdracht. Van Oostrom be kijkt in dit boek hoe de verhou ding tussen schrijvers en hun opdrachtgevers was. Wat was precies de invloed van vorsten en vorstinnen op het literaire werk van die periode? Deze maand verschijnt in de Verenigde Staten de Engelse vertaling van Van Oostroms veelgeprezen boek 'Het woord MEINDERT VAN DER KAAY Frits van Oostrom, Aanvaard dit werk, Over Middelnederlandse auteurs en hun publiek, Ultg. Prometheus. LA Law is al vele jaren een van de best bekeken televisie-series. Niet alleen in ons land, maar vooral ook in de Verenigde Sta ten. Dat is niet zo vreemd, want LA Law is een perfecte menge ling van drama en realiteit. De rechtzaken mogen dan flink ziin aangedikt, het zijn situaties clie dag en dagelijks voorkomen, tenminste in de Amerikaanse rechtswereld. Maar uiteraard gaat het er in de dagelijkse prak tijk niet altijd zo hectisch toe als op het advocatenkantoor van McKenzie Brackman. Het aardi ge van een boek over een tv-se- rie is dat al lezend de persona ges vorm krijgen, ornaat je ze nerkent van de televisie. Dat is ook het geval met De Flying Doctors, zoals het boek in een wat merkwaardige sa mentrekking van Nederlands en Engels is getiteld. De populaire serie, in ons land door ae Vara uitgezonden, is een stuk zoet- sappiger dan LA Law. De popu lariteit is niet in de laatste plaats gestoeld op de woeste natuur, die een belangrijke rol speelt van het gezelschap in Coopers Crossing. Laat u niet misleiden door de ondertitel 'de love-story van Geoffrey en Kate', want in dit boek gaat het om een dubbe le moord, die uiteraard voor veel opwinding zorgt daar midden in de woestenij. JAN VAN DER NAT Julie Robitaille, LA Law; advocaten, ambities, processen, Uitg. La Rivière Voorhoeve. Spanning bi) de Flying Doctors, de lo ve-story van Geoffrey en Kate, Uitg. La Rivière Voorhoeve. Vroeger verschenen de boeken van Geerten Meijsing (Joyce Co) stilzwijgend voor een handjevol liefhebbers, maar sinds hij in 1988 de AKO-Literatuurprijs won met 'Veranderlijk en wisselvallig' trekt elk nieuw boek van hem de aandacht. Zijn nieuwste boek met de dubbelzin nige titel 'De grachtengordel' is een steen door de ruiten van de literaire cafés van de hoofdstad, waar 'het' im mers allemaal gebeurt: roddel en achterklap. Hij kwam, zag en overwon. Meijsings wederwaardigheden zijn thans geboekstaafd, wat hem getuige het wegblijven bij de presentatie van het boek van beschreven kunstbroeders niet in dank is afgenomen. 'Boulevard-literatuur', 'een schoftenstreek', 'een produkt van een verwrongen geest', 'rancuneuze laagheid', zijn en kele van de reacties van schrij vers achter de personages in het boek, waarin onder anderen op treden. Kaspar Christiaans (Kes- ter Freriks, nog steeds be vriend), Albert Zeggers (A.F.Th. van der Heijden), Storm (Bou- dewijn van Houten), Joost Bier man (Jeroen Brouwers), Oke Oudt (Oek de Jong), Jeroen Jon kers (Joost Zwagerman), Judith Cohen (Jessica Durlacher), Mat- thèse (P.F. Thomése) en Leo de Wolff (Meijsings uitgever Theo Sontrop). Meijsing vindt niet dat hij zich door het schrijven van dit boek zelf schuldig maakt aan roddel en sensatiezucht: „Ik vind het onderwerp zeer legi tiem. Bovendien heeft de para dox: de sociale status van de kunstenaar en geld moeten ver dienen mij altijd al beziggehou den. Ook in vroeger werk. In 'De grachtengordel' gaat het niet om de personen, maar om de schrijverslevens die erin gete kend worden. De onderlinge verschillen, ook in succes." Heeft Meijsing de tijdsgeest willen vastleggen voor het nage slacht, zoals Willem Paap dat honderd jaar geleden deed met zijn boek Vincent Haman? Meijsing: „Het boek is een weergave van een inwendig conflict van de hoofdpersoon. Maar het personage alleen was een beetje smal. Ik vond dat ik daar meer personages tegen over moest stellen met andere invalshoeken over de schrijverij. Toen kwam vanzelf het idee over die generatie. Het literaire klimaat heeft zich de laatste ja ren enorm veranderd. Dat ge zeur over 'de grote drie' (Reve, Mulisch, Hermans) moet nu maar eens afgelopen zijn, want sinds het eind van de jaren ze ventig wordt er veel beter ge schreven. Verscheidenere en betere romans: een nieuw elan. Afgezanten daarvan spelen in dit boek een rol." Onmenselijk Kunst en leven. Schrijven en geld. Dat is het dilemma: „Je kunt geen kunstenaar zijn als je ook een baan daarnaast hebt, want zoals de Haarlemse schil der Kees Verwey altijd zei: je moet 't hem wagen. Maar dat boven jezelf reiken heeft even zeer financiële consequenties. Je mag je alleen maar met kunst bezighouden. Je herschept de werkelijkheid. Dat is bijna Faus tiaans: alles en iedereen ten dienste van de schrijverij. Het heeft iets Mephistofeliaans, de duivel lacht erbij in zijn vuistje. Mensen zeggen dat ik mijn ziel heb verkocht, maar van schil ders die hun maitresse schilde ren en het schilderij ophangen in een galerie wordt niets ge zegd. Mijn artistieke geweten is groter dan mijn menselijke ge weten. Op die scherpe rand speelt het zich af. Die pijn moet je voelen. Een pact met de dui- Geerten Meijsing: 'De grachtengordel' - 'rancuneuze achterklap', 'schoftenstreek'? foto lex van rossen vel. Een eis die de kunst stelt. Je wordt onmenselijk." Meijsings boek verraadt wel een enigszins paranoïde gevoel. Meijsing ver weg in Italië, en de anderen die de litaire poet binnen de grach tengordel verdelen. Alsof je erbij moet zijn om succes te hebben. Meijsing: „Ik wil er vooral niet bij zijn. Het lijkt mij noodzake lijk voor een schrijver om af stand te nemen tot de wereld die hij beschrijft om aan die be ïnvloeding van je confraters - buiten brieven - te ontkomen." Maar hij heeft er wel een boek over geschreven: „Mijn kunste naarsziel moest gezuiverd wor den van het kleinzielige aspect van die schrijverij van die jon gens onder elkaar. Een schrijver hoort achter zijn bureau te zit ten. Die cafégesprekken gaan werkelijk nergens over. Niet over je stiel, het ambacht, dra ma, compositie. Niets dan ja loerse geheimhouding. Het is kleine praat." de Cariben, de Dirianen, de Ni- quirano's niet waren uitge moord? De Spanjaarden zeiden dat zij ons moesten beschaven, ons uit de barbaarsheid moes ten halen. Maar op barbaarse wijze heersten zij over ons, de cimeerden zij ons. In enkele ja ren maakten zij meer mensen offers dan wij ooit in de hele ge schiedenis van onze gewijde feesten hebben gedaan", zo haalt Belli via Itza, de indiaanse, Vervolgens valt Belli de machthebbers van de modeme tijd aan. Zij doet dat met de ogen, mond en wapens van La- vinia, in wie gemakkelijk de schrijfster zelf is te herkennen. Net als haar hoofdpersoon is Belli opgegroeid in een be schermd milieu. Haar ouders waren rijk en stelden haar in staat te studeren in Spanje en de Verenigde Staten. Deson danks raakte zij in 1970 betrok ken bij de strijd van de San dinisten tegen de dictatuur van de wrede Somoza in Nicaragua. Dat verzet leidde in 1979 tot de val van Somoza, die werd opge volgd door een Sandinistische regering onder leiding van Da niel Ortega. Op welke manier Belli bij het verzet is beland, is niet bekend, zoals ook niet wordt uitgelegd welke rol zij in die strijd heeft gespeeld. Gezien de vele over eenkomsten tussen haar en haar geesteskind Lavinia is het echter duidelijk dat 'De be woonde vrouw' grotendeels een autobiografie is. Aangenomen mag ook worden dat Belli even veel moeite had met het ma chismo van veel Sandinisten als Itza en Lavinia dat hadden met het gedrag van de mannen in hun tijd. Of zoals Lavinia zegt: „Ik wil niet alleen de oever van jouw rivier zijn." Belli weet ook die stelling te betrekken zonder de lezer te overvoeren. Integendeel. 'De bewoonde vrouw' is spannende literatuur vol idealisme, die on danks het ingewikkelde thema gemakkelijk is te lezen. RECENSIE CASPER MARKESTEUN 'Waar zijn mijn ouders?' door Jan Banen, met tekeningen van Juliette de Wit Uitg. Zwijsen, 16,50. 'Luchtalarm' door Hans van de Waarsen- burg, met tekeningen van Klaas Verplanc ke Uitg Zwijsen, 16,50 'Het levende lijk' door Thomas Ross. met tekeningen van Danny Juchtmans Uitg. Zwijsen, 16,95 Bij uitgeverij Zwijsen is het in de Zoeklicht-serie oorlog. Tus sen de andere boekjes die het vignet 'makkelijk lezen' hebben, zitten negen deeltjes in de serie 'oorlog', bedoeld voor kinderen met leesmoeilijkheden vanaf tien jaar. Ze zijn op de achter kant voorzien van één, twee of drie asterisken die het leestech nisch niveau (onder andere het aantal woorden per zin en de gemiddelde woordlengte) aan geven. De inhoud van de ver haaltjes behoort niet kinderach tig te zijn, zodat kinderen met leesproblemen geen knullige verhaaltjes hoeven te lezen. Dat goede teksten het lezen erg kunnen stimuleren, hoeft geen betoog. Jan Banen giet in Waar zijn mijn ouders? de hele Tweede Wereldoorlog in vijfendertig bladzijden. Dat is niet mogelijk natuurlijk. Toch is het nog een aardig boekje geworden, iets waaraan de illustraties van Ju- liëtte de Wit veel bijdragen. Hans van de Waarsenburg heeft in Luchtalarm (drie aste risken) een twaalfjarige hoofdfi guur Evert, zodat de doelgroep zich in ieder geval met een leef tijdsgenoot kan identificeren. Verder ziet de auteur geen kans om meer te maken dan een op pervlakkig oorlogsverhaaltje van dertien in een dozijn. Het is jammer dal de volwassen illu straties van Klaas Verplancke niet meer de moeilijke begrip pen ondersteunen en dat lastige woorden niet wat vaker her haald worden. Een fout als 'Hoe komt jij hier?' mag in zo'n boek je niet voorkomen. Een prachtig verhaaltje levert Illustratie van Klaas Verplancke uit 'Luchtalarm'. Anke de Vries met Een vriend als vijand. In weinig woorden weet zij veel te vertellen dat in houd heeft. In kort bestek (vijf endertig pagina's) emoties los maken zonder melodramatisch te worden en zonder het in dit genre nogal eens gebruikelijke heldendom te etaleren, is zon der meer knap. De Vries laat zien dat gewone menselijjcheid in zo iets vies als een oorlog kan bestaan. De Duitse soldaat Hans heeft door dat bij Ben thuis op de boerderij een joods meisje verborgen wordt. De vrouw van Hans is ook joods. Zij zit met haar kind in een kamp. Daarom en omdat hij oorlog haat, helpt Hans. Het slot is als het laatste woord van het boek: 'Ijskoud.' Engelse vliegtuigen doorzeven een Duit se vrachtauto. In die auto zit, o noodlottig toeval, Hans. De eni ge die ervan ondersteboven is, is Janna, de zus van Ben. Zij heeft net daarvoor met Hans het joodse meisje helpen ont snappen. Een man zegt: 'Trek het je niet aan. meisje. Het is maar een mof.' Inderdaad, geen kinderachtig verhaal, en heel Het accent in de serie Wacht woord, ook door Zwijsen uitge geven, ligt op het element span ning: science fiction, griezelen en detectives zijn als genre in de serie verschenen. In de laatste categorie breidde de bekende Nederlandse thiller-auteur To- mas Ross (van onder andere Walhalla en De Moordmagna- ten) zijn aantal detectives voor kinderen uit naar twee. Ross' eerste: Help, ze ontvoeren de ko ningin viel op door de originele plot. Daar is in zijn nieuwste, Het levende lijk (een 9+ boek) veel minder sprake van. Een lijk door laten gaan voor iemand anders om zo verzekeringspen ningen op te strijken, blinkt niet echt uit door oorspronkelijk heid. Een onsterfelijke geest die via het sap van een sinaasappel het lichaam van een vrouw binnen dringt. Het zou het begin kun nen zijn van een sprookje. In werkelijkheid heeft de Nicara guaanse schrijfster Gioconda Belli voor deze opvallende vorm van reïncarnatie gekozen om twee totaal verschillende tijd perken in één persoon te laten samenkomen. Itza is de geest, het symbool van verzet van de indianen vijf eeuwen geleden tegen de Span jaarden. De 'bewoonde' vrouw, Lavinia, is een guerrillastrijd ster, die zich tegen overheersers in het huidige Latijns-Amerika keert. Onder invloed van de in diaanse verandert Lavinia gelei delijk van een jonge architecte uit een gegoede familie in een revolutionair. Met het bij elkaar brengen van twee generaties rekent Gio conda Belli af met de 'moorde naars' van toen en nu. Allereerst worden de Spanjaarden veroor deeld: „Wie zal zeggen hoe dit hele gebied er nu uit zou heb ben gezien als de Chorotega's,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 24