7 'Nog jaren schipperen' ZATERDAG 5 SEPTEMBER 1992 Gapende gaten en smalle noodtrappetjes. De metamorfose van het station duurt tot in 1996. De reizgers zijn inmiddels gewend aan de ongemak- De afgelopen maanden concentreerde het werk zich aan de achterkant van het station, ken die de verbouwing met zich meebrengt. Het moet een station worden van nationale allure. Het 'visitekaartje' van Leiden, als het ware. Een 'transparant higH-tech gebouw, sprankelend, vol mooie kleuren, heldere vormgevingen plezierige looproutes'. Wie nu langs half afgeknabbelde muren, gapende gaten en over smalle noodtrappetjes loopt, kan zich daar nog weinig van voorstellen. De metamorfose duurt lang, tot in 1996. Treinreizigers en NS-personeel moeten de ongemakken nog jaren voor lief nemen. Momentopname in een bouwput. De eerste chirurgische ingrepen zitten er op voor het Leidse sta tion. Vorig jaar april verdwenen de wachtkamers op de perrons, werd een nieuwe tunnel onder het oude gebouw ge graven en gingen de rails een stuk omhoog. Pilaren die de overkapping op haar plaats hielden zijn weggehaald en vervangen door een stalen draagconstructie. 'Inleidende werkzaamheden', die reizigers en personeel veel overlast bezorgden. Stof, herrie, een hoop gedrang. En dan te beden ken dat een deel van de werkzaamheden 's Reizigers gewend aan ongemakken verbouwing station nachts plaatsvond om veel van de problemen te voorkomen. Fijn voor reizigers en perso neel, minder leuk voor de slapende patiënten in het aangrenzende Academisch Ziekenhuis. De afgelopen maanden was het wat rusti ger. Het werk concentreerde zich bij de ach teruitgang aan het Terweepark, waar het ze ker zomers vrij stil is. Maar die rust is van korte duur. Als de komende maanden de brede tunnel onder de perrons wordt gebouwd is het weer duwen en trekken geblazen tijdens de och tend- en avondspits. Dan moeten er af en toe trappen worden opgetild om enorme beton nen platen naar binnen te schuiven, gaat de achteruitgang tijdelijk dicht en persen alle reizigers zich over een enkele noodtrap naar de perrons. De reizigers, die in het begin wel even moesten wennen, lijken inmiddels gewend aan de ongemakken. De afgelopen bouwpe riode zijn er naar schatting zo'n tien officiële klachten ingediend. Een lage score, meent NS-medewerker Roel van Milligen. „Er is een aantal mensen geweest dat vuil aan de kleding had of een gescheurde pantalon. Bouwvakkers wilden in het begin nog wel eens gewoon aan de gang gaan tussen de reizigers in. Dan vlogen de lasvonken over het perron." Incidenten die tot het verleden behoren, verzekert Van Milligen. De voormalige loket - tist is vorig jaar juni door de NS aangesteld om dit soort zaken te voorkomen. De 'bouw- pastor', zoals collega's hem noemen, moet de bouw in goede banen leiden. Hij helpt reizi gers en personeel door de moeilijke tijden heen. „Zorgen dat er geen ongelukken ge beuren en dat het zielaeverzuim onder het personeel niet hoog oploopt." Onbegrip Technische kennis van zaken heeft Van Milli gen niet, maar dat ziet hij niet als een gemis. „Ik denk daardoor juist veel meer in het straatje van de reiziger die er ook geen ver stand van heeft. Alhoewel ik het afgelopen jaar natuurlijk wel het nodige heb geleerd De stoomleiding van het AZL wordt in 1995 overbodig. Na de sloop ervan wordt op deze plek de laatste hand gelegd aan de nieuwbouw van het station. Hier verrijzen de kantoortjes van onder meer de perronopzichter en de stationchef. 'Bouwpastor' Roel van Milligen voor de fietsenstalling in aanbouw, aan de achterzijde van het station. „Ik zorg ervoor dat er geen ongelukken gebeuren met de reizigers en het ziekteverzuim onder het personeel niet hoog oploopt." FOTO'S wim dijkman over prefab-platen en trogbruggen." De bouwpastor verspreidt elke week een A4-tje onder de werknemers op en rond het station waarin hij tekst en uitleg geeft over dit soort zaken. „Die weten ook van nul, dus dat soort vaktaal kun je niet gebruiken." Reizi gers worden op de hoogte gesteld via een 'in fo ruit' naast de loketten. Posters maken de forensen attent op tijdelijke regelingen en noodvoorzieningen. „In het begin was er veel onbegrip," zegt de 'bouwpastor'. Zo dachten minder fre quente bezoekers nog wel eens dat het sta tion verzakte door alle sloopwerkzaamheden. De op- en afstap naar de treinen werd vorig jaar ineens een stuk groter. „Op zich een lo gische gedachte. Onder de perrons is per slot van rekening een nieuwe tunnel gegraven. Maar het zit precies andersom: de sporen zijn verhoogd, waardoor de afstand naar de treinen vergroot is. Een lastig probleem, vooral voor mensen die niet zo goed ter been zijn. We hameVen er bij de conducteurs voortdurend op dat ze die buitengewone ho ge afstap omroepen voordat het station wordt bereikt. Helaas kunnen we er verder niet veel aan doen." Personeel klaagde in het begin over het ve le lawaai. Drilboren en sloophamers wilden nog wel eens een stevige hoofdpijn veroorza ken. En dus verzocht Van Milligen de twee bouwmaatschappijen (Strukton en Articon, beide dochterondernemingen van de NS) om de luidruchtigste karweien 's nachts te kla- Tot nu toe verloopt alles volgens plan. Af gezien van dat ene ongeluk in januari, waar bij een bouwvakker onder een heipaal achter het station werd verpletterd. („Heel tragisch. De vader bestuurde de bouwkraan, de zoon lag onder de heipaal.De bouw ligt op sche ma, het personeel heeft zich niet massaal ziek gemeld en de reizigers klagen mondjes- Van Milligen: „Dat we zo mooi op schema liggen is voor een groot deel te danken aande overkapping van het station. Is het slecht weer dan is dat niet of nauwlijks van invloed op het werk. Als het regent, kan het beton storten gewoon doorgaan. Verder hebben we ook het geluk gehad dat de winter heel zacht is geweest. Krappe tunnel De komende weken wordt er gewerkt aan de bouw van de nieuwe reizigerspassage. Een 16 meter brede gang die in de toekomst vol doende ruimte moet bieden aan de meer dan 30.000 passagiers die het station dagelijks aandoen. De oude tunnel is 9 meter breed en vanwege de werkzaamheden voor de helft af gesloten voor de reizigers. „Veel te krap dus. Reizigers die moeten overstappen naar Utrecht missen hun aansluiting wel eens. Ze komen in de tunnel, in het gedrang, vast te zitten. Daar is weinig aan te doen, omdat de treinen naar Utrecht niet een paar minuten later kunnen vertrekken. Ze rijden over een enkel spoor en moeten zich daarom precies aan de tijden houden." Het hoogtepunt in de bouw van de nieuwe tunnel vormt de installatie van het dak. Dat wordt gemaakt met acht betonnen platen, die elk zestien meter lang zijn en 250.000 ki logram wegen. In het weekeinde van 13 en 14 november worden ze stuk voor stuk het sta tion ingeschoven, vanaf de achterzijde. Een klus die het treinverkeer twee dagen lang zal ontregelen. Van Milligen: „Er is een heel in genieus schema opgesteld, waarbij telkens één perron toegankelijk blijft. Internationale treinen zullen dat weekeinde omrijden via Gouda." NS-lokettisten en winkeliers verhuizen lij delijk naar een plekje In de nieuwe tunnel zo dra die klaar is, begin 1993. Volgend jaar zo mer begint de verbouwing van de voorkant van het station. „Dat wordt twee jaar lang schipperen, daama krijgt ledereen zijn defi nitieve plaats toegewezen." De trap naar de sporen 1 en 2 krijgt in die tijd ook een andere plaats. „Hoe dat er uit gaat zien weten we nog niet." De NS moest in haar schema rekening houden met de nieuwbouwplannen van het AZL De stoomleiding van het ziekenhuis, die vlak achter het station loopt, wordt pas in 1995 afgebroken. Na de sloop van de grote gekleurde buizen wordt op deze plet de laatste hand gelegd aan het nieuwe station. Hier verrijzen de kantoortjes van onder meer de perronopzichter en stationschef. ..Oor spronkelijk ging de NS er vanuit dat alles in 1995 klaar zijn. maar door die stoomleiding wordt het wat later. Maar van de bouw van die kantoortjes zullen de reizigers geen last hebben." Van Milligen is ervan overtuigd dat Leiden In 1996 over een schitterend station beschikt. „Weet je dat er ook een heel groot restaurant bijkomt? Daar gaat 50 man personeel aan het werk. Gelukkig hebben we hier niet veel last van junks, zoals in Amsterdam en Rotterdam. Dus ik denk dat het allemaal heel mooi wordt."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 41