Kleur
alleen als
accent
Het functioneert
allemaal....
ZATERDAG 5 SEPTEMBER 1992
ZATERDAGS
BIJVOEGSEL
Deze zomer organiseerden liet Nederlands Architectuurinstituut
en het Fonds voor Beeldende Kunsten, Vormgevingen
Bouwkunst, een studiereis naar Japan.
De deelnemers: twintig geselecteerde architecten, zowel
gerenommeerde als jonge talentvolle ontwerpers. Onder hen Thijs
Asselbergs, stadsarchitect van Haarlem.
Donderdagavond 10 september geeft Asselbergs, samen met zijn
collega Maarten Kloos (directeur ARCAM Amsterdam) een
openbare lezing in de Academie van Bouwkunst Amsterdam.
Beide sprekers doen vanuit hun eigen vak- en interessegebied een
verslag van hun Japanreis. Daarbij gaat hun aandacht ook uit
naar 'gewone'zaken, zoals straatmeubilair.
Op verzoek van deze krant schreef Thijs Asselbergs een impressie
van de moderne Japanse architectuur, en stelde hij een aantal
van zijn in Tokio gemaakte foto's beschikbaar.
Concurrent Kirin maakt het aan de Kirirt
Plazal}.in het centrum van Osaka zo nog
bonter. De met krachtige gebaren en over
dreven details werkende Japanse architect
Shin Takamatsu ontwierp een uitermate in
trigerend sculptuur dat een dag- en nachtuit
straling heeft. Ook hier is het: café en restau
rant. De buitenzijde bestaat voornamelijk uit
vier glazen trappenhuistorens die 's avonds
een prachtig licht geven. Even krijg je het ge
voel dat de vier trappenhuizen gemaakt zijn
om alleen toegang te verschaffen tot het dak
waar per trappenhuis een glazenwassersin
stallatie is gevestigd.
Een andere topper staat op naam van Shoei
Yoh. Hij bouwde zijn vakantiehuis buiten Fu-
kuoka op het meest zuidelijke eiland van Ja
pan, hangend aan de berg. Twee grote beton
nen schijven houden vloer en dak overeind,
verbonden door grote trekkabels. De wanden
bestaan enkel uit glas. Je hebt een onwaar
schijnlijk uitzicht over de oceaan. Wanneer je
op het balkon staat dat zich uitspreidt over
de volledige breedte van het huis, weet je ze
ker dat als hier alle feestbezoekers genietend
van de ondergaande zon tegelijk omhoog
springen, zij zeker met balkon en al de ravijn
in storten. Of wanneer de reeds lang ver
wachte aardbeving (volgens de statistieken
om de zestig jaar) zich weer in Japan mani
festeert, is het balkon daar niet op berekend.
Maar een beetje ontwerper gedraagt zich
maar al te graag als trapezewerker die eigen
lijk geen vangnet nodig wil hebben. Anders
gezegd: bouwen in Japan is de zwaartekracht
misleiden. Aldus kunnen gebouwen zweven.
bakken bij voorbeeld, behoren
tot het permanente straatmeubi
lair. Men wordt geconfronteerd
met beschilderde, aan ijzer
draadjes opgehangen, bierblikjes
voor het aftippen van as en het
weggooien van peuken. Foto bo
ven rechts). En dergelijke blikjes
worden nog geleegd en terugge
hangen ook!
In Tokio berg je auto's op in pa
ternosters van twee wagens
breed en twintig hoog. Of in een
eenvoudige autolift waardoor je
twee voertuigen boven elkaar
kunt zetten. Het functioneert al
lemaal en moet bijdragen aan
het oplossen van een permanent
parkeerprobleem dat ook in deze
stad bestaat. Grappig genoeg
kent men ook in Tokio de anti-
parkeerpaal. Met dien verstande
dat er prachtig verchroomde uit
voeringen zijn met flexibele rub
berachtige voetjes Foto boven
links).
«THUS ASSELBERGS
ART TOWER MfTO. Een sculptuur van Arata Isozaki.
De dynamiek die
bij eerste binnen
komstvan Tokio
afstraalt is overweldigend.
Aan alles voel je dat een gigant
wordt aangedaan. De express
way's die het autoverkeer op on
geveer 20 meter boven de stad
voeren, wringen zich als spaghet
ti langs elkaar en trekken zich
niets aan van bestaande bebou-
wings- of waterstructuren. Drie
of vier viaducten gestapeld mid
den in bebouwde delen, zijn ab
soluut geen uitzondering. (Foto
linksonder).
Wie aandacht heeft voor het ont
werp van de openbare ruimte en
het gebruik daarvan, wordt vrij
snel geconfronteerd met een on
voorstelbaar fenomeen: er be
staat geen kleine criminaliteit in
de grote steden van Japan (al
thans: ik ben het niet tegengeko
men). Dat brengt een geheel an
der functioneren van die open
bare ruimte met zich mee. As-
Japanse toparchitecten spelen met grijs
Ba rijs speelt een belangrijke rol in
het werk van toonaangevende
Japanse architecten als Maki, Ito
en Ando. In talloze varianten tref je het aan.
Enerzijds door het materiaal zelf te laten
spreken: zink, beton, roestvrijstaal, verweerd
hout, plaatmateriaal, pvc-dakbedekking. An
derzijds doordat deze Japanse architecten in
hun kleurenpalet alles tussen wit en zwart ui-
t zorgvuldig hanteren. Echte kleur wordt
slechts als accent gebruikt. De majestueuze
sporthallen van Maki met grote vrije over
spanningen die zich als buitenaardse scho-
in het iandschap manifesteren, ontlenen
mede hieraan hun grote architectonische
kracht. Uitermate zorgvuldig gedetailleerd
met dakconstructies die de verfijndheid van
een vliegtuigvleugel hebben.
Maki is een absolute meester in het toepas
sen van materialen met verschillende textu
ren (glad, grof, glimmend, dof, geprofileerd,
enzovoorts) die vervolgens perfect van ver
houding met groot gevoel voor plasticiteit in
elkaar worden geschoven. Zowel zijn over
dekte sportcomplexen als musea en kantoor
gebouwen, hebben een tijdloze kracht die
wordt ontleend aan helderheid in het gebruik
van de materialen en de toegepaste construc
tie. Hoogtepunten in zijn recente werk zijn
Tokio Gymnasium, Hillside Terrace en Tepia,
Ook Ito kun je scharen onder de categorie
'grote estheten'. Kleur alleen als accent en
het materiaal en de details voor zich laten
spreken. In zijn recent gerealiseerde
Yatsushiro Muncipal Museum voegt hij daar
nog een element aan toe: dynamiek. De slan
ke schalen die het dak vormen krijgen extra
kracht doordat Ito zijn gebouw op een kunst
matige berg zet die de ondergrondse ruimte
van het museum vormt. Het kan dus bijna
niet slanker, het kan niet met minder materi
aal. Ragfijn en met groot gevoel voor schaal,
zuigt dit gebouw de naar binnen lopende be
zoeker als vanzelf op.
Ito is de meester van het niets. In het Glass
house en de T-building maakt hij vlakken,
glazen gevels die lijken te bestaan uit grote
horizontale stroken glas waarbij de achterlig
gende constructie op geraffineerde wijze
nauwelijks opvalt. De gebouwen gaan zwe
ven mede doordat hij de regels waarmee het
glas vastzit laat spreken terwijl de stijlen be
staan uit slechts een kitvoeg, dus vrijwel
Sejima, een jonge Japanse architecte die bij
Ito gewerkt heeft, hanteert dezelfde thema's
die zij van haar voormalige leermeester heeft
overgenomen.
In Seiyaku Women's Dormitory worden met
name in het interieur elementen opgenomen
gebouw werkelijk gebeurt. Ando is de absolu
te meester van de perfecte proportie en het
juiste licht. Zonder zichtbare problemen zet
hij een glasplaat met een oppervlakte van
minimaal tien vierkante kilometer vrijwel
rechtstreeks in de betonnen draagstructuur.
Minder subtiel maar wel een groot effect
bereikt de overschatte Arata Isozaki in Mito
(ten noorden van Tokio). De Art Tower Mito
is bedoeld als uitzichttoren bij het museum
en opgebouwd uit driehoeken die te zamen
een stijve constructie vormen. De prachtige
sculptuur die is ontstaan lijkt te dansen in in
de stad.
In de toren zijn op ingenieuze wijze een
trap en een lift ondergebracht. Door kleine
patrijspoortjes heeft men een uitzicht dat
overigens weinig interessant is. Dergelijke
sculpturale bouwsels met enkel een symboli
sche functie komen vaker voor in de moder
ne Japanse architectuur.
Hoogtepunt vormt misschien wel de strijd
die de twee grootste Japanse bierbrouwers
voeren, Asahi en Kirin. Asahi liet in Tokio aan
de rivier een gebouw neerzetten door de
Franse sterontwerper Philippe Starck. Het
werd een gebouw dat gelijkenis toont met de
kelkvorm van een bierglas. Bovenop het dak
is een driedimensionaal sculptuur geplaatst
van gigantische omvang, ontleend aan het
logo van de bierbrouwer: een geel vlammetje.
In het qua volume grote gebouw zijn een café
en een restaurant gevestigd om de zaken
partners van Asahi te kunnen ontvangen. Op
enige patrijspoorten na zijn geen ramen op
genomen in het gebouw.
die voortborduren op dit thema: zweven. Ge
bouwonderdelen als toiletten, lift, sanitair,
trappen worden zelfstandig opgevat en lijken
opgehangen aan een draagconstructie die de
zwaartekracht tart. De strakke vormgeving
geeft het interieur het uiterlijk van een as
semblageruimte voor chips. Verbijsterd ben
je vervolgens als je je realiseert dat het een
trainingscentrum voor jonge vrouwen be
treft. Ze delen gedurende maanden in twintig
groepen van elk vier vrouwen gezamenlijk
een slaapkamer. Hier wonen, wassen en stu
deren ze; gescheiden van hun mannen. Een
internaat voordat je bij de multinational te
rechtkomt die je volgens een nader in te vul
len carrièrepatroon verzorgt tot je pensioen.
Architectonische verschijningsvorm en pro
gramma (lees: gebruik) liggen hier ver uiteen.
Ook bij Tadao Ando overkomt je een derge
lijk gevoel. Eén van zijn meesterwerken, het
Children's Museum in Himeji doet geen en
kele poging kind en architectuur bijeen te
brengen. De bijna sculpturale architectuur
van Ando die zich voornamelijk baseert op
het gebruik van beton en glas, is zo sterk dat
de argeloze bezoeker nauwelijks meer aan
dacht hoeft te hebben voor hetgeen in het