Biodiesel: niet te schoon om waar te zijn ZATERDAG 22 AUGUSTUS 1992 ZATERDAGS BIJVOEGSEL Amsterdams bureau de boer op met Oostenrijkse vondst Koolzaadolie als brandstof Richard Assink (rechts) en Bas Kerkhof over de schonere biodiesel: Comprimo moet straks een logische keuze zijn. FOTO United Photos De B jaap sluismeer methanol en katalvsator-materiaal. De diesel veelbelovend. Waar het nu od aan- die heeft de zeggenschap over zaken als BTW consument zaJ bii de oomD meebetalen aar De vondst komt uit Oostenrijk: koolzaadolie als brandstof. Een procédé dat ontwikkeld werd door het bedrijf Vogel Noot. Een paar voor delen boven het gebruik van gewone diesel: tien procent minder uitstoot van koolmo- noxyde, veertig procent minder koolwater stoffen, honderd procent minder zwaveldi- oxyde, een schonere verbranding en biolo gisch afbreekbaar. Een klein nadeel: tien pro cent meer uitstoot van stikstofoxyde. Maar voordelen genoeg dus. En dat zonder de in gewikkelde en kostbare aanpassingen die lange tijd nodig waren voor schone(re) die selmotoren. Comprimo verwierf het procédé in licentie en gaat er nu ambitieus de boer mee op. Kerkhof:Als. er straks fabrieken ko men, moeten wij hoog op het lijstje staan en zorgen dat we voor opdrachtgevers een logi sche keuze zijn." Proef gESLAAGD Het ingenieursbureau, gevestigd in een fon kelnieuw kantoor in Amsterdam 'Teleport', telt een kleine 3000 personeelsleden van wie er 1500 in Nederland werken. Het is eigen dom van Shell (36 procent), Stork (31 pro cent) en Ballast Nedam (32 procent). Omzet in 1991:287 miljoen gulden. Belangrijkste ac tiviteiten: het voor klanten bouwen van fa brieken. Daarbij wordt vaak gebruik gemaakt Biodiesel: het klinkt te schoon om waar te zijn. Bio wordt ge associeerd met groen en diesel met stank. Maar, zeggen Bas Kerkhof en Richard Assink van het Amsterdamse ingenieursbu reau Comprimo, biodiesel be staat, lijkt commercieel haal baar en leidt tot aanzienlijk minder vervuiling. Weereen poging om motoren schoner te krijgen. r methanol en katalysator-materiaal. De koolzaad-vezels die bij het procédé als rest- produkt vrijkomen worden als veevoer ge bruikt. Een ander restprodukt gaat in be scheiden hoeveelheden als meststof van de hand. Het project trekt wereldwijd de aan dacht. Deskundigen uit vooral Frankrijk, Duitsland en Italië willen met eigen ogen zien hoe de boeren in het gebied rond de in stallatie na het lossen van koolzaad hun trac tor bij één van de veertig tankplaatsen volg- ooien met biodiesel. Vogel Noot is blij met die belangstelling, maar laat niet het achter ste van de tong zien. Er zijn, zegt het bedrijf, reeds industriële spionnen gesignaleerd. -Mogelijkheden In Nederland, aldus Bas Kerkhof, wordt jaar lijks zo'n vier miljoen ton diesel verbruikt. Het is volgens hem een illusie om te denken dat die enorme plas op korte termijn kan worden vervangen door biodiesel. Het aandeel van de schonere nieuwkomer zal naar zijn verwachting op onge veer tweehonderdduizend ton uitkomen. Nog altijd een gewel dige hoeveelheid waarmee, zegt Richard Assink, in elk geval 'een enorm milieu-nadeel' relatief gemakkelijk kan worden wegge werkt. Daarbij tekent hij trou wens wel aan dat degene die 'bio' tankt wat vaker naar de pomp moet dan degene die op diesel veelbelovend. Waar het nu op aan komt is dat dat de commerciële kant van de zaak goed wordt aangepakt, zeggen de twee Comprimo-medewerkers. En daarbij komt de politiek nadrukkelijk om de hoek kijken. Kerkhof legt uit waarom: „De marktprijs van het koolzaad bepaalt mede de prijs van de biodiesel. Uitgaande van een prijs van 390 gulden per ton koolzaad komt de produktie- prijs van de biodiesel op dit moment uit op 90 cent per liter. Daar zit alles in. Het trans port naar de fabriek, de verwerking de perso neelskosten, de afschrijving van installaties, enzovoort. Aan de pomp gaat er vervolgens nog een bedrag bovenop die 90 cent; accijn zen, heffingen, BTW, de marge voor de pomphouder, dat soort dingen. Gewone die die heeft de zeggenschap over zaken als BTW en accijnzen." Zoals de politiek en dan vooral de Eu ropese ook de landbouwprijzen vaststelt. Want, zegt Richard Assink, boeren die kool zaad verbouwen worden vanuit Brussel ste vig gesubisdieerd. Valt die steun weg dan schiet de prijs omhoog. En dus ook die van de biodiesel. „Er zitten best nog de nodige haken en ogen aan het verhaal. Want eerlijk is eerlijk: je hebt die subsidies keihard nodig om biodiesel concurrerend te maken met ge wone diesel. Zonder EG-steun zou de liter- prijs wel eens op drie gulden uit kunnen ko men en ik denk dat je het verhaal dan verder wel kunt vergeten." Overigens bestaat er een grote kans dat de prijs van gewone diesel sel doet nu rond de ƒ1,14 per liter. Het is zaak binnen afzienbare tijd omhoog gaat. Er i dat de biodiesel ook op dat niveau uitkomt. En dan heb je het dus over de politiek. Want milieuwetgeving in de maak die bepaalt dat het zwavelgehalte verder omlaag moet. De van in eigen beheer ontwikkelde of via licen- 120 r OpbOUW dieSClpiïjS (1992) gewone diesel rijdt. Maar v verkregen technieken. Dat laatste is, zoals gezegd, het geval bij de biodiesel. Een 1^4 vondst van Vogel Noot dat succesvol proef- draaide met een kleine installatie en besloot tot de bouw van een biodiesel-fabriek, die jaarlijks vijftienduizend ton gaat produceren, i oo Onlangs leverde dit complex na een geslaag de proefperiode een eerste hoeveelheid af. Er is Oostenrijk veel aangelegen de biodiesel tot een succes te maken. Reden nummer één: het land beschikt niet over gas en olie en im porteert zo'n beetje alle energie. Tweede re den: de vracht-diesel is een milieu-griezel en verziekt de lucht langs de Autobahn. Met de koolzaad-variant slaan de Oostenrijkers twee vliegen in één klap: energie van eigen land bouwgrond en nog schoner ook. In het verleden zijn voortdurend pogingen gedaan om motoren schoner te krijgen. Technisch gezien bleek er heel wat te kun- op het commerciële vlak liep de zaak doorgaans spaak. In Brazilië reden VW- Kevers reukloos op alcohol. Maar de daar voor benodigde technische kunstgrepen ble ken te duur en het project strandde. De eer lijkheid gebiedt overigens te zeggen dat het gebruik van koolzaadolie geen wereldschok kende primeur is. Al heel lang was bekend motor er redelijk fris mee aan de praat te krijgen is. Mits die motor een kostba- aanpassing heeft ondergaan. Met de door Comprimo verworven techniek kan die aan passing achterwege blijven. En daarin schuilt het revolutionaire van de vondst. Bussen, schepen, vrachtwagens, tractoren, ze kunnen de biodiesel probleemloos tot zich nemen. Ook als er nog een restje gewone diesel in de tank klotst. De vrachtwagens van een Oos tenrijkse supermarktketen rijden er al mee. Net als de Steyer-tractor van menig boer. De Oostenrijkse regering overweegt de biodiesel dwingend voor te schrijven in door milieu problemen bedreigde winter- en watersport- gebieden. Vogel Noot werkt In Oostenrijk samen met een boerencorporatie die de proefinstal latie van koolzaad voorziet. De daaruit ge perste olie wordt van samenstelling veran derd en ondergaat een toevoeging van onder De produktieprijs van gewone diesel ligt, zoals het zwarte vlak aangeeft stukken lager dan die van biodiesel. Dat aan de pomp toch nog fors moet worden betaald komt door de accijnzen, BTW en marge voor de pomphouder. Is de overheid bereid de biodiesel minder te belas ten, dan kan deze nieuwe vondst concurrerend op de markt worden gebracht. ILLUSTRATIE PR het overige scoren de 'bio' en 'gewone' even hoog. Over de mogelijke toepassin gen zegt Bas Kerkhof: „Je zou het, net zoals de Oostenrijkers, kunnen gebruiken in gebieden die vanuit milieu-oogpunt kwetsbaar zijn. Bijvoorbeeld in de Waddenzee. Maar ook in de Randstad waar 's zomers nogal eens smog ontstaat. Het zou een stuk schelen als de bussen daar op biodiesel rijden. De meeste stoten nog steeds behoorlijke roetwolken uit. Net als trouwens vrachtwagens. Met biodiesel wordt die uitstoot stukken min der. Verder valt te denken aan de havens. Als daar iets mis gaat, is het moeilijk om de ver vuiling tijdig weg te werken. Terwijl biodiesel binnen drie weken volledig wordt afgebro ken. Om die reden gebruiken de slepers in de haven van Ham burg het nu al." In het verhaal van Kerkhof en Assink blijft één grote milieuver- pester grotendeels buiten beeld: de gewone 'personen'diesel. Ook die kan volgens het tweetal zonder enige moeite overscha kelen op het schonere alterna tief. Maar, zegt Assink, dat zit er voorlopig niet in: „Daar is ge woon niet voldoende koolzaad voor beschikbaar. Je zou giganti sche hoeveelheden moeten ver bouwen om al die particuliere rijders biodiesel aan te kunnen bieden." Al ziet Kerkhof voor de toekomst misschien een oplos sing: „Een massale import van diesel uit palmolie. Want ook daarmee loopt een dieselmotor een stuk schoner. Net als trou wens met olijf- en zonnebloem olie." Technisch gezien oogt de bio- Een vies doch vertrouwd beeld: de gevolgen van een gewone diesel. Bij het gebruik van biodiesel wordt de uitstoot aan zienlijk beperkt. FOTO United Photos De Boer'NILS VAN HOUTS consument zal bij de pomp meebetalen de daarvoor benodigde investeringen. De Oostenrijkse landbouwminister Franz Fischler ziet het subidieverhaal niet zo som ber in. Zijn redenering: je kunt als EG je geld beter besteden aan het betaalbaar maken van een produkt dat de milieulast verlicht dan aan het braak laten liggen van grond of het doordraaien van onverkoopbare groen- produkten. Plus nog een bijkomend argu ment: het verzachten c.q. verhelpen van de mede door de diesel veroorzaakte milieupijn kost nu al handen met geld. Belangstelling Het vertrouwen van Comprimo in de biodie sel is groot. Tegenover de ongetwijfeld forse investering die nodig was om het Oostenrijk se procédé binnen te slepen staat, zegt Bas Kerkhof, een lonkend toekomstperspectief. Kerkhof: „Waarom zou wat in Oostenrijk goed lijkt te gaan luk ken bij ons niet kunnen? Wat wij nu doen is het verhaal zo goed mogelijk naar buiten brengen in de hoop dat anderen en dan vooral de politici het ook op pikken en er mee aan de slag gaan. Dat zullen ze eerder doen als ze het gevoel krijgen dat er brede steun voor een dergelijk project bestaat. En ik denk dat die er is. De bereidheid om zich in te zetten voor een schoner milieu groeit en daar moet goed op worden ingespeeld." In Oostenrijk waren naar zijn zeggen de oliemaatschappijen aanvankelijk niet bijster enthou siast over de biodiesel. De nieuwkomer werd gezien als een bedreiging. Ten onrechte, vindt Kerkhof, want het marktaandeel zal beperkt blijven. Hij spreekt liever van 'een schone aanvul ling' en meent dat het juist ver standig van de oliegiganten zou zijn om tijdig aan te haken. In Oostenrijk is dat alsnog ge beurd. Oliemaatschappijen ne men er deel in de nieuwe fa briek en hebben ook een in breng in de distributie van de biodiesel. In Nederland ligt de zaak an ders. Daar stelt de oliebranche zich volgens Kerkhof 'ten on rechte afhoudend' op: „Wat de boer niet lust, dat eet-ie niet. Daar komt het helaas nog te veel op neer. De grote maatschappij en stellen zich doorgaans wat eenzijdig op. Ze kijken puur naar de prijs en laten andere, vaak zeer belangrijke zaken bui ten beschouwing Ze zouden best wat meer oog mogen heb ben voor het milieu-voordeel." Sterker nog. ze zouden het voortouw kunnen nemen en op dracht kunnen geven tot de bouw van fabrieken voor biodie sel. Maar er zijn meer mogelijk heden. Assinle „Grote produ centen van allerlei soorten olie, zoals Unilever of Cargill, stap pen er misschien wel in. En nu al bestaat er vanuit de land bouwsector grote belangstelling Ik weet zeker dat als het prijs- verhaal in orde komt, er vanuit die hoek zeker opdrachten voor de bouw van installaties gege ven worden."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 35