Donkersteeg is net zo
duur als Kalverstraat
'Sparring-partners
van de ondernemer'
Stand van Zaken
Twijfels over juistheid CBS-cijfers fietsverkoop
het Ambacht
WOENSDAG 19 AUGUSTUS 199216
Winkelruimte in Leiden prijzig
Monopoly-liefhebbers zullen het met weemoed lezen,
maar de Kalverstraat in Amsterdam is niet langer de
duurste winkelstraat van Nederland. Hoog Catharijne in
Utrecht en het Rotterdamse Stadhuisplein zijn de hoofd
stedelijke promenade ruim voorbijgestreefd als het gaat
om de huur per vierkante meter. De Donkersteeg in Lei
den is ongeveer even duur als de Kalverstraat, waarmee
Leiden in de top-10 van dure winkelsteden staat.
taald voor panden in het mid
dengedeelte bij de Hema, ter-
wijl het gedeelte bij de Haven
het goedkoopst is.
De Kalverstraat is nog wel de
duurste straat van Amsterdam,
zo valt uit het overzicht van de
Al-lokaties in Nederland op te
maken. Daar wordt winkeliers
per jaar 1250 tot 1600 gulden
per meter in rekening gebracht.
In de chique P.C. Hooftstraat lo
pen de prijzen uiteen van 600
tot 1000 gulden en het Mono-
poly-vakje Leidsestraat doet in
werkelijkheid 900 tot 1200 gul
den per meter.
GPD/ERIC
Winkelruimte in Nederland is
duur, zo blijkt uit het vijfde jaar-
hoek 'Wie Wat Waar in de De
tailhandel' van uitgeverij Poly-
services in Doorwerth. Een ab
solute toplocatie is de Haagse
Spuistraat, waar de huurprijs tot
2200 gulden per vierkante me
ter per jaar kan oplopen. In Lei
den is de Donkersteeg het
duurst. Daar moet voor een
vierkante meter 1200 tot 1500
gulden per jaar worden betaald.
Naast de Donkersteeg kent
Leiden nog drie zogenaamde A-
1 lokaties, plaatsen waar de
hoogste huren worden ge
vraagd. Dat zijn de Haarlem
merstraat (700-1400), de Maars-
mansteeg (600-700) en de Bree-
straat (400-600). De grote prijs
verschillen in de Haarlemmer
straat zijn te wijten aan de leng
te van de 'kilometer koopple-
zier'. Topprijzen worden be-
Leiden
Amsterdam behoort niet meer
tot de allerduurste steden.
Naast Leiden hebben ook ande
re provinciesteden als Arnhem,
Breda en Apeldoorn veel win
kelstraten waar de huur boven
de duizend gulden uitkomt. De
nieuwe toppers zijn Den Haag
(maximum 2200 gulden), Rot
terdam en Groningen (tot 2000
gulden). In Leiden is de 1500
gulden voor de Donkersteeg
voorlopig het maximum.
Directeur Ton Keijser van Po-
Iyservices zegt in de gids dat
een verschuiving merkbaar is
van de grote naar de middelgro
te steden. Landelijke winkelke
tens kijken steeds nadrukkelij
ker naar plaatsen vanaf 25.000
inwoners, „enerzijds omdat de
grote plaatsen zo langzamer
hand vol zitten, anderzijds door
de huurprijzen".
Zeker wanneer de huurprij
zen de 2000 gulden gaan nade
ren, wordt het voor winkeliers
steeds moeilijker nog voldoende
omzet te draaien om winst te
maken, aldus Keijser. De huren
op toplocaties in kleinere ste
den liggen, ondanks de op
waartse druk van de laatste ja
ren, nog steeds op een aanmer
kelijk lager niveau, zo consta
teert hij. De laatste twee maan
den stabiliseren de prijzen zich
zelfs, zowel in de grote als in de
middelgrote steden.
Een beeld dat wordt bevestigd
door een woordvoerder van
Menno Smitsloo bedrijfsmake-
laardij, een van de grote bemid
delaars bij de verhuur van win
kelruimte in de Leidse regio.
„Zowel bij de A-1 locaties als bij
de goedkopere plaatsen ligt het
nu even wat moeilijker," con
stateert hij. „Deze ontwikkeling
komt niet onverwachts, de prij
zen moesten zich een keer sta
biliseren."
Verschraling
H. Zuiderwijk van Frisia Make
laars uit Den Haag klaagt in de
gids over de verschraling van de
binnensteden. Grote internatio
nale concerns drukken nu hun
stempel op gerenommeerde
straten als de Kalverstraat en de
Lijnbaan. Die ketens moeten
draaien met grote omzetten, en
dus lage winstmarges. Dat leidt
doorgaans tot 'ramsj'-artikelen.
Schoenenzaken en goedkope
kledingboetieks bepalen daar
nu het beeld, omdat speciaalza
ken het niet kunnen bolwerken.
Ook de Leidse Haarlemmer
straat toont dit beeld.
Het 'naar de stad gaan' zal
daardoor voor de consument
geen enkele verrassing meer
opleveren, omdat je overal de
zelfde winkels aantreft. „Een
zorgelijke ontwikkeling die op
den duur de vitaliteit van de
stadscentra kan aantasten",
vreest Zuiderwijk. Daar staat te
genover dat juist zaken in de
kleding- en schoenenbranche
het de laatste maanden wat
moeilijker hebben. Volgens
Keijser staan de omzetten in die
branches onder druk. „Maar de
schaarste aan A-l locaties blijft
voorlopiggrooL"
Switch werft
nu ook vast
personeel
Het Leidse uitzendbureau
Switch breidt haar activitei
ten uit tot de werving en se
lectie van vast personeel.
Daarmee is de aan het Ra
penburg gevestigde bemid
delaar het eerste commercië
le arbeidsbureau van Leiden.
Switch bezit hiervoor de ver
eiste vergunning in het kader
van de nieuwe Arbeidsvoor-
zieningenweL Het uitzend
bureau blijft zich overigens
richten op mensen die niet
uit zijn op een vaste aanstel-
ling.
NMB wordt ING
De Leidse filialen van de NMB
Bank zijn tot 9 september
naamloos. Op die datum wordt
de folie met de tekst 'Hier gaan
we naam mee maken' verwij
derd van de lichtbakken op de
gevels aan de Breestraat, het
Schuttersveld en het Vijf Mei
plein. Vanaf 9 september heet
de NMB de ING Bank, de Inter
nationale Nederlanden Bank.
De wijziging is een gevolg van
de fusie tussen de NMB Post
bank Groep (waar de NMB
Bank onderdeel van was) en de
verzekeringsmaatschappij Na
tionale Nederlanden, vorig jaar
maart. De nieuwe financiële in
stelling die toen ontstond kreeg
de naam Internationale Neder
landen Groep (ING Groep). Nu
wordt ook de naam van de bank
aangepast.
De tweewielerbranche heeft goed ge
boerd in de eerste vijf maanden van dit
jaar. Volgens voorlopige cijfers van het
Centraal Bureau voor de Statistiek zou
de geldomzet in de eerste vijf maanden
van dit jaar zijn gestegen met ruim 11
procent. Fietsenhandelaren in de Leidse
regio zijn echter minder enthousiast.
„Mijn informatie is anders," zegt een
woordvoerder van tweewielercentrum
De Molen in de Leidse Merenwijk. „Mijn
omzet is ongeveer gelijk gebleven." Ook
bij Theo's Tweewielershop in Noordwijk
is geen sprake van forse groei. „De cijfers
zijn hetzelfde als vorig jaar en daar mop
peren we niet over."
G. van Dam van de gelijknamige zaak
aan het Noordeinde in Leiden denkt dat
het CBS onvoldoende kijkt naar wat de
detailhandelaren nog in voorraad heb
ben. De cijfers van het CBS noemt hij
dan ook 'overdreven'. „De eerste maan
den van dit jaar zijn niet slecht geweest,
maar in de tweede helft van '92 verwacht
ik zelfs minder te verkopen."
Volgens een woordvoeder van het CBS
zijn de cijfers van de Voorburgse tellers
wel degelijk betrouwbaar omdat ze zijn
gebaseerd op landelijke verkoopcijfers
van de detailhandel. Alle bedrijven met
meer dan twintig mensen in dienst
weegt het bureau mee. Onder de kleine
re bedrijven wordt een 'representatieve
steekproef gehouden. „Het is best mo
gelijk dat een aantal handelaren minder
heeft verkocht," zegt een woordvoerder.
„Maar het is moeilijk om zicht op de
ontwikkeling te krijgen als je een paar
willekeurige winkels in een regio belt."
Eigenaar Bezemer van De Fietsenwin
kel in Alphen aan den Rijn lijkt die woor
den te bevestigen. „Dat klopt wel die ho-
gére omzetcijfers. Ik heb minder ver
kocht, maar omdat mensen vooral duur
dere fietsen kopen heb ik toch een hoge
re omzet."
Accountantsorganisatie BDO CampsObers in Leiden
„Wat ik het meeste doe op een werk is de boel
uitzetten, zeg maar de indeling van een ruimte maken,
zoals de wanden stellen en de deuren afhangen, de
deuren passend maken in het kozijn. Als je in een oud
pand bijvoorbeeld op zolder een kamer maakt, dan
gebruik ik in het nieuwe kozijn het liefst een oude deur
uit een slooppand. Zo behoud je zo veel mogelijk de
sfeer van een oud huis.
Ik doe ook wel ander timmer- en onderhoudswerk,
maar mijn hart gaat uit naar het restaureren van oude
panden, om die van onder tot boven helemaal op te
knappen. Ik zorg ervoor dat iets dat honderden jaren
geleden door iemand is gemaakt, weer werkt.
Natuurlijk voeg je bij een restauratie moderne dingen
toe. Dat is niet erg, als je het aanzicht van een pand
maar bewaart. Ik doe alles, een nieuw dak erop, een
schouw restaureren, onderdorpels maken, kozijnen en
vloeren en soms sta ik ook kleine stukjes te metselen.
Mooi is om moer- en kinderbinten, de dragende
balken in een pand, weer in het zicht te brengen.
Vroeger werden die vaak betimmerd en als je ze weer
tevoorschijn haalt vanonder een oud plafond zijn ze
vaak beschadigd en verrot. Soms moet je er dikke lagen
behang of verf vanaf halen en op de plaats van de
grotere rotte delen moet je nieuwe stukken inzetten.
Onder de binten zitten sleutelstukken, houten
versieringen. Soms is er nog maar een van over in een
pand maar die kun je dan namaken.
Sommige mensen denken dat ze door
mechanisatie en arbeidsverdeling zijn
verdwenen, maar ambachtslieden bestaan
nog steeds en ze maken een breed scala aan
produkten. Wat maakt hun arbeid zo
bijzonder? Daarover vertellen
ambachtslieden uit Leiden en omgeving in
deze rubriek. Vandaag E.H.C.M. (Emanuel)
Verhagen (29), timmerman bij Krul
Timmerwerken aan de Hogewoerd in Leiden,
gespecialiseerd in restauratie- en
onderhoudswerk.
Ik heb een opleiding fijnhoutbewerken gedaan en dat
werk doe ik nog steeds graag. Neem bijvoorbeeld een
rond raam, waarvan de lijst eromheen gerepareerd
moet worden. Met een beitel en een guts maak ik dan
profielen, waarmee ik dan het bestaande lijstwerk kan
aanhelen, zeg maar een stukje erbij maken. Daarna kan
de schilder het verven.
Ik heb een eenmansbedrijf, maar om grotere
projecten aan te pakken werk ik samen met andere
eenmansbedrijven. Mijn bedrijf heet Krul omdat
iedereen mij zo noemt - kijk maar naar mijn haar. En
krullen hebben natuurlijk ook te maken met timmeren.
Ik heb verschillende panden in de binnenstad gedaan,
soms alleen, soms met anderen. Op de kop van de
Spilsteeg heb ik twee panden helemaal opgeknapt, de
Auberge Frangaise in de Kloksteeg heb ik gedaan en het
gebouw Molensteeg 23. Dat pand is helemaal uit elkaar
geweest, acht maanden zijn we daar met twee mensen
bezig geweest.
Na de LTS heb ik cursussen gedaan via het
leerlingwezen, dan werk je en leer je tegelijk. Ik heb het
vak geleerd in een meubelfabriek in Waddinxveen,
waar interieurs voor jachten worden gemaakt: deuren,
banken, kajuitbedden, alles maakte ik daar. Na twee
jaar was ik het zat, toen ben ik in de metaal gaan
werken en daar heb ik zo'n beetje alles gedaan: lassen,
draaien, timmeren, onderhoudswerk aan panden.
Daarna ben ik voor mezelf begonnen.
Al doende leer je in het werk wat ik doe. Iemand
vraagt je bijvoorbeeld een zolder af te timmeren en dan
moet er een stukje gemetseld worden. Dat doe ik dan
maar zelf, als je er iemand voor moet laten komen
duurt het weer zo lang. Maar als er een muur helemaal
afgebroken en weer opgebouwd moet worden laat ik
dat door een metselaar doen."
Tekst Eric Jan Wetetings
Foto Hieko Kuipers
„We zeggen niet dat we geen
multi-national als klant willen
hebben maar we zijn gewoon
meer georiënteerd op de groep
daaronder: het familiebedrijf
van klein tot groot kleine
beursfondsen en non-profitor-
ganisaties", zegt Martin Toet,
belastingadviseur bij BDO
CampsObers. Vertaald naar de
Leidse situatie betekent dat vol
gens Toet dat hij niet zo snel op
JVC zal inzetten maar eerder
toeleveringsbedrijven van deze
Japanse kanjer voor BDO
CampsObers wil interesseren.
Hij en registeraccountant Ron
van Eijk hebben de dagelijkse
leiding van het kantoor in lei
den. Sinds 1 augustus is de
Leidse vestiging, in het kantoor
gebouw naast Holiday Inn, een
feit. Van hieruit moet de Leidse
markt worden bestreken, als
mede de Duin- en Bollenstreek.
Er werken nu nog 15 mensen,
allen afkomstig van het Alphen-
se en het Haagse kantoor, maar
Toet voorspelt dat dat aantal op
korte termijn zal verdubbelen.
De officiële opening volgt op 8
oktober.
BDO CampsObers mag dan
niet direct bij multi-nationals
aankloppen, de organisatie is
zelf een kanjer. In Nederland
telt zij 18 vestigingen, met 900
werknemers. Ook op Curagao is
zij vertegenwoordigd. BDO
CampsObers, van origine een
Brabantse maatschap, maakt
deel uit van BDO Binder, die
wereldwijd 445 kantoren ver
deeld over 63 landen heeft
staan en waar 16.000 mensen
werken.
Tegen deze achtergrond is het
grappig wat Toet en Van Eijk
over klantenwerving melden.
Toet heeft zich voorgenomen
om in het circuit van Rijnsburg-
se Boys de naam BDO CampsO
bers veelvuldig te laten vallen.
Van Eijk noemt onder meer
Aiecto, waar zijn zoon over drie
jaar wellicht met de hockeystick
rondrent. „Dan laat ik een bord
bij de ingang zetten." Toet: „Je
kunt nog zo veel adverteren
maar meer dan naamsbekend
heid win je daar niet mee. Het
binnenhalen van klanten is heel
andere koek."
De aversie tegen dikdoenerij
is terug te vinden in het vesti
gingsbeleid van BDO CampsO
bers. Toet gruwt alleen al van
het idee van een kantoor met
vijfhonderd tot duizend werk
nemers. „Van een persoonlijke
band met relaties komt dan
niets terecht. De klachten zou
den niet van de lucht zijn. Zo
van: zie je die kolos daar, het
schijnt dat daar m'n accountant
zit."
M. Toet (links) en R. van Eiik t
countantsorganisatie een deel heeft gehuui
waar duizend mensen werken."
hun ac
tiever geen kolossen
FOTO •HIELCO KUIPERS
Uitgangspunt bij BDO is dat
een kantoor in een grote stad
circa honderd medewerkers
mag herbergen. In middelgrote
steden ligt de grens bij zestig.
Behalve persoonlijker, zegt Van
Eijk, is de organisatie daardoor
ook flexibeler. „We hebben
stafafdelingen, wer-
daardoor minder bureau
cratisch en factureren bij voor
beeld zelf."
Van Eijk en Toet gaan bij
BDO CampsObers door voor
'het tandem'. Niet alleen omdat
ze zo goed met elkaar overweg
kunnen, maar vooral omdat re
gisteraccountant Van Eijk en
belastingadviseur Toet ondanks
hun verschillende disciplnes als
een twee-eenheid willen opere
ren. „Dat is veel minder van
zelfsprekend dan misschien wel
lijkt zegt Toet. Van Eijk: „Een
ondernemer ervaart een ac
countant dikwijls als een nood
zakelijk kwaad. Ze zien elkaar
alleen als de jaarrekeningen
moeten worden gecontroleerd.
De belastingadviseur daarente
gen levert de ondernemer bij
wijze van spreken direct geld
op. Wij proberen met z'n twee-
doorlopend door de onder-
oper
nemersbril te kijken."
Hij vervolgt: „Dikwijls werken
een accountant en een belas
tingadviseur volkomen langs el
kaar heen. We willen verder kij
ken dan die stoffige cijfers van
dat ene jaar en ook adviseren
over bij voorbeeld verzekerin
gen, milieu, logistiek, opvol-
gingsproblematiek, prognoses
en belastingplanning. Een ac
countant die een keer per jaar
bij de directie over de jaarreke
ning komt praten, ziet het func
tioneren van zo'n bedrijf niet.
Wij willen ons gezicht ook op de
bedrijfsvloer laten zien. Alleen
dan kunnen we klankbord en
sparringpartner van de onder
nemerzijn."
De Leidse vestiging voldoet
volgens de twee aan de belang-
rijskte voorwaarden: het kan
toor staat net buiten de stad en
aan de snelweg bovendien.
BDO CampsObers had ook eni
ge tijd een aantal opties op
plekken aan de Schipholweg.
„Maar het grootste minpunt
daar blijft het parkeren. Als je
ziet hoe de mensen onze kanto
ren in- en uitvliegen. Ze zijn
hier meer niet dan wel. Vandaar
ook die plek aan de rand van de
stad."
FOTO» HIELCO KUIPERS