7. Fotografen zonder grenzen ZATERDAG 15 AUGUSTUS 1992 ZATERDAGS BIJVOEGSEL Soms schuilt redding in een injectienaald, al lijkt het nog zo'n vervaarlijk voorwerp in de ogen van deze moeder en haar kind in het ziekenhuisje van Moyo in Oeganda. Foto graaf Eugene Richards (Verenigde Staten) verbleef er in 1991 een week lang. „Armoede en lijden zijn er dingen van alledag." Madagascar. Een vrijwel vergeten land voor de zuidoost-kust van Afrika waar generaties van kolonisten en dictators fortuin hebben gemaakt, maar de lokale bevolking nog in dezelfde armoedige omstandigheden leeft als voor duizend jaar. Fotografe Graciela Iturbide (Mexico) maakte deze pakkende plaat van de kinderzorg. „Ik ben zwaar onder de indruk van de extreme zachtmoedigheid van al die mensen die vragen me hen te fotograferen." Sebastiao Salgado (Brazilië) werd beroemd met zijn fotoreportage van een goudmijn in Brazilië waar duizenden schatgravers zich on der modderige omstandigheden afbeulen. In Campuchea legde hij de slachtoffers van het regiem van Pol Pot vast; miljoenen invaliden die blind of gehandicapped zijn omdat alle strijdende partijen zich schuldig maken aan hetzelfde kwaad: mijnen leggen. Salgado: „De recente geschiedenis van Campuchea is het grootste voorbeeld van het cynisme van de grootmachten."Een arts richt de operatielam pen op zijn patient in een veldhospitaal in Campuchea. De Derde Wereld ligt soms om de hoek. Artsen zonder Grenzen ope reert ook in de Parijs, waar kinde ren uit Mali onder deplorabels omstandigheden wonen in ver waarloosde nieuwe ghetto's (de zogeheten Goutte d'Or) in het 19e arrondissement. Fotograaf Jean- loup Sleff (Frankrijk): „Ik zal nooit de lach van kindertjes vergeten die hier loodvergiftiging hebben opgelopen." haritatieve instellingen hebben het in de jaren negentig m j hard te verduren. Na de val van de Berlijnse Muur, de af- takeling van het IJzeren Gordijn en de akkoorden tussen De Klerk en Mandela leek het er even op dat de wereld tot bezinning zou komen. Oorlog, hongersnood en vluchteling bleken evenwel niet uit te bannen. Albanië, Afghanistan, Bosnië-Herzegovina, Moldova, Somalië, Campuchea, Nagomo-Karabach, Soedan, Zuid-Afrika... De lijst van 'probleemgebieden' is schier eindeloos. Daar waar regeringen en de Verenigde Naties vaak al machteloos staan toe te kijken, helpt Artsen zonder Grenzen, ('Médecins sans frontières') al twintig jaar. Op dit moment proberen meer dan 150 uitgezonden artsen en verpleegsters namens Artsen zonder Grenzen in een achttiental landen een absoluut minimum aan gezondheids zorg in stand te houden in gebieden waar vaak al (tientallen) jaren oorlog heerst; zelfs als het staakt-het-vuren genegeerd wordt en de bevolking nog alleen maar kan proberen te overleven. De Nederlandse tak van Mécins sans frontières werd in 1984 opge richt en ontwikkelde zich krachtig. Idealisme en pragmatisme gaan hand in hand bij de vereniging. Vrijwilligers opereren namens Artsen zonder Grenzen op basis van anonimiteit, zonder betaling, in neutra liteit, zonder aanziens des persoons en met in achtneming van het medisch beroepsgeheim en de Rechten van de Mens. De laatste jaren hebben fotografen van naam en faam op uitnodi ging van Artsen zonder Grenzen het werk van dokters, verplegers, op bouwwerkers en anderen in beeld gebracht. Ze hebben naast de ope ratietafel gestaan als er in Campuchea benen moesten worden geam puteerd, maakten in Angola mee hoe niet alleen droogte en honger maar ook analfabetisme werden bestreden, zagen toe hoe kampen in 'Jordanië en Koeweit uitgroeiden tot toevluchtsoorden voor de slacht offers. van de Golfoorlog. En legden feilloos vast hoe zelfs temidden van de grootst mogelijke misère een sprankje hoop wonderen doet. In het Canon Image Centre (Leidestraat 79, Amsterdam), de belang rijkste fotogalerie in ons land, tonen tien fameuze fotografen vanaf dit weekeinde tot 10 september wat ze met eigen ogen en door eigen lenzen hebben gezien. Het werk van Jane Evelyn Atwood (Mozambi que), Bruce Gilden (Koerdistan), Zang Haier (Guatemala), Graciela Iturbide (Madagascar), Didier Lefevre (Sri Lanka), Eugene Richards (Oeganda), Sebastiao Salgado (Cambodja), Jeanloup Sieff (Frankrijk), John Vink (Thailand) en Hugues de Wurstemberger (San Salvador) spreekt boekdelen. Toch: in de tekst bij de foto's op deze pagina, hun verbale notities bij wat ze met de camera vastlegden. Om nog eens extra te benadrukken hoe hard charitatieve instellingen het te verdu ren hebben in de jaren negentig. Namelijk: in het Rijke Westen een verantwoording van hun werk ten opzichte van de publieke opinie. „Foto's van ellende in Afrika zijn helaas zo doodgewoon", verzucht fotografe Jane Evelyn Atwood (Verenigde Staten) na haar verblijf in Mozambi que. „De artsen twijfelden, ik ook. Het enige dat ik kan is zo goed mogelijk mijn werk doen in de hoop dat deze mensen niet worden vergeten." Twintig jaar 'Médecins sans frontières' In het kamp Shoklo in Thailand bouwen hulpverleners samen met de lokale bevol king en de vluchtelin gen tijdelijke opvang kampen. Niet alleen Cambodjanen zoeken een goed heenkomen in Thailand, ook de Karen een berg volk dat niet eens de vluchtelingenstatus geniet probeert zijn onafhankelijkheid te bevechten op de regering van het na- buiige Myanmar (Bir ma). Fotograaf John Vink (België): „Zou den ze alleen maar deugen als decor in een tv-serie". (Let op de tatouages op de bovenbenen). Een Koerd keert terug naar het kamp, hoog in het onherbergzame Kurdistan, brandstof voor de avondmaal tijd op de mg. Foto graaf Bruce Gilden (Verenigde Staten): „Daar zag ik de twee gezichten die de mensheid kan aanne men. Zowel het slechtste als het beste dat de mens zijn me demens kan aan doen."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 32