Fausto
Een opera over wielrennen
ZATERDAG 15 AUGUSTUS 1992
„Fausto Coppi is een
man die tot het uiterste
is gegaan, over zijn ei
gen grenzen is gestapt.
Als wielrenner, maar
ook en dat is mis
schien nog wel belang
rijker geweest in de
liefde. Omwille van de
liefde heeft hij dingen
getrotseerd waaraan
99,9 procent van de
mensen niet eens zou
beginnen. En daar be
taal je een prijs voor.
Zegt George Brugmans,
theatermaker en wie-
lerliefltebber pur sang.
Brugmans schreef een
prachtig script voor
een Nederlandse opera
over de Italiaanse
campionissimo (1919-
1960). Komend week
einde is de première in
het Oostenrijkse opera
mekka Salzburg.
De meest beroemde
benen uit de wieier-
geschiedenis van Ita
lië en. samen met die
van Eddy Merckx, van
de wereld. De benen
van Fausto Coppi.
foto
sp aarnest ad archief
De opera Fausto. Vrouwen in het leven van Coppi, vrouwen in de enscenering. Links
zangeres Janny Pranger, rechts zangeres Astrid Serierse. In het midden cellist Vin
cent de Lange. foto joh an vigeveno
Polverici, 1988. Harry
de Wit (muzikant,
componist) en George
Brugmans (scenarioschrijver en
theaterproducent) vertoeven in
Italië. De Wit speelt er in een
stuk van Kafka, terwijl Brugmans
de lijd tussen voorstellingen en
repetities volkletst met anekdo-
over de Giro (Ronde) d'Italia,
derailleurs en de slaven van de
weg. „Nou moet ik even een pot
loodje pakken", denkt Harry, „En flink afzien,
it dit is een fantastisch idee. Een stuk over
wielrennen."
Wat is dat eigenlijk, afzien?Brugmans: „Af
ten, dat is zo hard fietsen als je kunt, en dan
nog een keer harder terwijl je denkt: over vijf
honderd meter ontplof ik; En vijfhonderd
er later denk je: ik ga nog een halve kilo
meter door." Brugmans grijnst, hij is van na-
e goed gebekt. „Dat afzien, dat hebben wij
gemeen met Coppi."
Augustus 1992„vier jaar na het opborrelen
-an het idee: de opera Fausto staat op het
punt in première te gaan.
De echte wielerheroïek is met de opkomst
van de tv als vrijwel allesziend oog tenonder
gegaan, beweert Brugmans. „Als Coppi een
solo reed van twee uur. dan was 'Het Grote
Publiek' daar niet bij geweest. De andere dag
kon er in de krant een homerisch verhaal ge
construeerd worden over de heldendaad die
deze man verricht had. Dat Fausto daar twee
uur in de hitte had rondgereden met snelhe
den van boven de... enzovoort... Mensen la
zen die kranten, waren voor of tegen Coppi,
lulden daarover in de kroeg op het dorps
plein. Wielrennen? Je had het over heel be
langrijke sociale structuren."
„Reed Eddy Merckx twee uur solo en die
was waarschijnlijk een veel betere renner dan
Coppi dan zat je twee uur lang naar die
ene man te kijken en dan verveelde je je
dood. Je kon dan technisch bewondering
hebben voor het feit dat die Belg dat pres
teerde, maar je had wel de hele tijd iets van:
mag ik nou even wat anders zien? Totaal
geen heroïek meer."
„Er zijn bepaalde renners die het lukt om
met die nieuwe media te spelen, maar dat is
een heel ander soort heroïek. Hinault en Le-
mond die samen, met de armen over elkaar,
op L'Alpe d'Huez komen... Dat is dan een
spelletje voor de massamedia natuurlijk. Dat
hadden ze heel goed begrepen. Maar daar
wordt over twintig jaar absoluut geen opera
over gemaakt, zoals nu over Coppi. Een echte
sportheld van nu is Magie Johnson; dat gaat
echter over heel andere dingen. We leven ook
in een heel andere maatschappij dan in de
jaren vijftig."
Brugmans verwijst naar de socioloog Benjo
Maso die over de veranderende rol die sport
in onze samenleving inneemt een heel mooi
boek heeft geschreven, Het Zweet der Goden.
George Brugmans: „Dat is ook het aantrekke
lijke van wielrennen. Niemand heeft ooit een
hele wielerkoers overzien, zelfs een renner
niet, want die rijdt of in het peloton, of in de
kopgroep, of voor de bezemwagen uit. Maar
niemand ziet de wedstrijd compleet. Het ver
haal achteraf is daarom een reconstructie.
Een wielerkoers levert altijd literatuur op. De
kranten zijn het ook gaan begrijpen. Journa
listen schrijven geen sec verslag meer. maar
van elke etappe een stukje literatuur. Het
heeft iets raars, wielrennen: iets ongrijpbaars.
Het is misschien alleen vergelijkbaar met de
marathon."
„Of Reinier Paping", zegt Harry de Wit, die
tot dan toe stil heeft toegehoord. „Ik kom uit
Ommen in Overijssel, het dorp van Paping.
Die beelden van toen krijg je nog steeds voor
je neus.
Brugmans: „Maar die deed dat maar één
keer. Alleen bij Coppi kwam de heroïek van
het wielrennen samen met alles wat Italië is.
Iedere dag, zeven dagen per week, 365 dagen
per jaar verschijnen daar twee sportkranten.
Zó dik... Negentig procent is uit de duim ge
zogen, dat kan niet anders. Latijnse cultuur.
Niet verwonderlijk dat voetbal, en wielren
nen zo langzamerhand volkomen afhankelijk
raken van hoe men in Italië en in iets min
dere mate Spanje, sport beleeft. In die lan
den zijn de mythen nog heel sterk."
-k
Coppi is de maat aller dingen in het wielren
nen. 's Werelds sterkste renner tussen 1940
en 1953, twee keer eerste in de Tour, vijf keer
aan het slot van de Giro in het roze. Tussen
1942 en 1956 houder van het werelduurre
cord. Een carrière met vrijwel louter hoogte
punten, ondanks de voortdurende competi
tie met zijn landgenoot Gino Bartali en de
Zwitser Ferdi Kübler.
Het in het Engels geschreven libretto
van Brugmans volgt Fausto's leven op de
voet. Brugmans schetst de banden van toe
wijding in het leven van de renner uit het
dorpje Castellania. De relatie tussen Fausto
en zijn broer die ook coureur was, de tragisch
om het leven gekomen (val in een wielerwed
strijd) Serse. Tussen Fausto en zijn mystieke
verzorger, de blinde bokser Bagio Cavanna.
Tussen Fausto en zijn rivaal Bartali.
Het drama kent drieërlei facetten. Serses
dood in de Ronde van Piemonte kondigt de
vergankelijkheid van het leven aan. Dan is er
de veel besproken affaire rond Giulia Locatel-
li, de echtgenote van Coppi's ploegarts. Zij is
de vrouw voor wie Fausto - tegen het advies
van iedereen om hem heen - scheidt van zijn
vrouw Bruna, geëxcommuniceerd wordt
door de paus, en de hoon van het naoorlogse,
dan nog zeer katholieke Italië over zich heen
krijgt. In die tijd was er verbazingwekkend
veel lef voor nodig om de in dat land
machtige publieke opinie te trotseren.
Tenslotte is er onvermijdelijk de tra
gische dood van Fausto. Hij neemt in decem
ber 1959 deel aan een grote jachtpartij (sa
men met onder anderen zijn vroegere rivaal
Raphael Geminiani) in Noord-Afrika en
wordt kort na terugkomst ernstig ziek. Coppi
blijkt malaria opgelopen te hebben. Hij over
lijdt 40 jaar oud pp 2 januari 1960.
Brugmans ziet in de trip van Coppi naar
Afrika een terugkeer naar de woestijn, een te
rugkeer naar de Sahara waar Fausto tijdens
de Tweede Wereldoorlog onder beroerde
omstandigheden in een kamp van de gealli
eerden had gezeten. De opera eindigt bij het
graf van Fausto, die naast Serse zijn uiteinde
lijke rustplaats vindt. Aan het graf halen zijn
twee vrouwen, zijn verzorger en zijn eeuwige
rivaal hun band met Fausto krachtig aan. Het
is alsof Coppi het eeuwige leven gegund is
juist omdat zijn leven zo'n tragisch verloop
heeft gekend.
„Nomen est omen", zegt Brugmans, ver
wijzend naar de Faust-legende. „Je heet niet
voor niets Fausto. Ik bedoel: je gaat die oor
log in, je komt in de woestijn terecht. Later ga
je vrijwillig terug naar de woestijn en dan le
ver je je leven in. Dus blijkbaar heb je een
soort deal gesloten met je zelf waarbij je be
paalt: ik ga over grenzen heen, en dus is dat
de prijs die ik moet betalen."
„Als je bovendien alle burgerlijke normen
in onze maatschappij trotseert, blijf je in je
eentje over. Als de paus weigert het peloton
bij de start van de Giro d'Italia te zegenen
omdat er een overspelige in rondrijdt, daar
betaal je voor. Dat betekent niet dat je gezel
lig met je vrouw en je kindje de rest van je le
ven kunt uitrijden. Je kunt je natuurlijk afvra
gen wat er gebeurd zou zijn als Coppi niet op
zo'n dramatische manier op zijn veertigste
aan de malaria zou zijn overleden. Dan zou
den we het nu niet zo over Fausto Coppi
hebben gehad. Flij had het goeie fatsoen om
op tijd te sterven zodat die mythe kon ont
staan. Dat klinkt een beetje cynisch, maar
daarmee is hij iets geworden dat nauwelijks
nog met Fausto Coppi alleen te
maken heeft. Het is iets dat nog
vreselijk leeft in Italië."
„Ik weet nog dat Bugno vorig
jaar een etappe won in de Tour
en dat er een grote foto van Cop
pi stond in die roze sportkrant,
de Gazetto della Sport, met als
tekst: Bugno wint de etappe van
Coppi. En nu, dit jaar, met Chi-
appuci naar Sestrières, wéér.
Coppi is de maat aller dingen.
Bartali leeft nog steeds. Is nog
steeds populair. De RAI heeft
hem op zijn hoge leeftijd een te
levisieprogramma aangeboden
dat hij als presentator gaat doen.
Hij leeft nu bij de gratie dat hij
degene was die met Coppi... En-
Dat is los komen te staan van de
vraag of hij een goeie wielrenner was. Mis
schien was hij wel de betere renner."
Brugmans ziet de keus voor de liefde als
het keerpunt in Coppi's leven. „Vóór die tijd
is hij een man die iets van zichzelf heeft weg
gestopt om de perfecte kampioen te worden.
Dan komt dat wat hij in zichzelf heeft ver
doezeld er uit op het moment dat hij kiest
voor de vrouw die altijd in het wit gekleed
was en net als Coppi legendarisch werd: La
Dame Bianca. Dat aspect wordt er door haar
uilgehaald."
'De dame in het wit' vergezelde Coppi als
een schaduw. Haar invloed was groot. „Zij
geeft hem reuzenkrachten", zei Fausto's ver
zorger Cavanna ooit. Brugmans: „Als Coppi
zich aan de codes van de wielerwereld had
gehouden was hij tachtig geworden met zijn
eerste vrouw Bruna, stinkend rijk. een gevan
gene van zichzelf."
„Er zijn heel veel mensen, misschien wel
bijna alle ambitieuzen, die karakterstructu
ren onderdrukken. Ze maken een tussenba
lans op in hun leven, analyseren zichzelf en
nemen zich voor bepaalde aspecten van hun
persoonlijkheid weg te cijferen teneinde iets
te bereiken. Iets van: als ik mij zo en zo ge
draag dan kom ik daar en daar. Fausto was te
interessant en te bijzonder om zich aan die
afspraak met zichzelf te kunnen houden.
De fascinatie, de gepreoccupeerdheid. Brug
mans; „Het heeft ook te maken met zelf fiet
sen. Vakanties in Italië. De manier waarop
daar met die mythe niet bewust maar toch
gespeeld wordt. Dat gaf genoeg aanleiding
om me met Coppi bezig te houden. Ik heb
zo'n vijf jaar geleden besloten, samen met
Hans de Wolf, een script te schrijven voor
een film. Later begon pas het verhaal met
Harry de Wit en groeide het idee om een
soort Medea-achtige tragedie te schrijven. Al
snel dacht ik echter: onzin, lariekoek. Waar
om zouden wij ons als broekjes wat weten
wij nou van drama met dat soort klassiek
materiaal gaan meten?"
„Omdat we onze research echter goed
hadden verricht was wèl een verhaal ont
staan dat zich als het ware zelf schreef. Op
een gegeven moment kreeg ik tijdens een au
torit een gestalt-switch, een dramatische in
geving: verrek, het moet een opera worden.
Het is een heel klassiek libretto geworden."
„Je duikt in het materiaal en je komt Ca
vanna tegen, een oude bijna blinde bokser
die magische kwaliteiten bezat zoals alle ver
zorgers in het wielrennen die van oudsher
bezaten. Zeker in die tijd konden verzorgers
hun renners maken en breken. Er waren nog
geen dopingcontroles en zij brouwden aller
lei drankjes. De renners kregen geheimzinni
ge olieljes toegediend. Natuurlijk moest je ta
lent hebben en kunnen fietsen... Maar ver
zorgers, ach...
„En dan Coppi zelf. Zo'n type renner komt
niet meer terug, dat staat vast. Daarnaast was
hij ook nog eens de eerste zakenman in het
wielrennen. Hij kon verschrikkelijk scherp
een firma als Campagnolo uitspelen tegen de
concurrentie om het hoogste contract te krij
gen. Greg Lemond trok de bedragen naar de
miljoenen, Coppi bracht ze als eerste in de
De try-outs van de opera Fausto zitten er op.
De Wit heeft prachtige muziek geschreven,
waarin je heen en weer wordt geslingerd tus
sen Verdi, Gershwin en Motown. Breekbare
zangpartijen op voor zijn doen onwaar
schijnlijk lyrische muziek, waarin de zangers
en zangeressen moeten werken onder de las
tige regie van Jan Ritsema. Die haalt een the
atergeintje uit: geen regie waarbij rollen wor
den uitgebeeld, maar een regie waarbij het
verhaal schetsmatig wordt verteld en de
kracht van het libretto voorop staat.
Brugmans: „De première komt nog. Dus je
mag ons in deze fase absoluut niet vragen
wat wij van Ritsema's aanpak vinden. Ik denk
dat het wel op zijn plaats valt. Het werk dat
Jan maakt, wat Discordia maakt, dat is altijd
kantje boord. Dat staat of valt
met heel kleine dingen."
„Misschien is het wel goed dat
Jan het in zijn regie sec aanpakt.
Anders was het wellicht een ver
schrikkelijke tearjerker, een
smartlap, geworden. Dan is het
veel te gemakkelijk om te gaan
zitten huilen."
De Wit: „Dat heb ik al achter
de rug. Thuiszitten met alleen
maar zo'n blad wit papiei
welijks
teen Coppi. De
aat Paolo Conti
i. Daar
plak-
'Lucht,
adem,
zangers.
Lyriek'
i pia
verde momenten van verschrik
kelijke angst op. Ik had geen elektronica
waarop ik kon terugvallen, geen orkestje dat
ik aan het werk kon zetten. Geen gekte. Niets.
Het stuk leek voor mij op een fiets, letterlijk
een fiets. Mijn enige kracht was er op te klim
men en weg te rijden. Uiteindelijk heb ik
praat. De ene keer een bergrit, dan een sprint
of massa-aankomst. Solo's noemden we op
een gegeven moment ontsnappingen."
De Wit: „Zo praten we ook over de groep.
Dat is het peloton. Als er iemand ontsnapt
moet de rest ook beseffen dat ze in het pelo
ton sterk moeten rijden om bij te blijven."
Brugmans: „Voor zangers is het moeilijk te
beseffen dat het om de tekst gaat. de kracht
van de tekst alléén; niet over het uitbeelden
van een rol. In de opera zie je hen samen met
de drie musici muziek maken in een regie die
niet meer over het uitbeelden van de rol gaat.
maar over het vertellen over de rol. Zo'n ope
ra wordt dan in het theater een soort archi-
tectonischeconstructie."
Er bestaat in Italië niet of na
venircultuur rond het fenc
Italiaanse chansonnier-advi
heeft een liedje over Bartali geschrevei
bleef het bij. Stripverhalen, speldjes
plaatjes, documentaires over Coppi.
Brugmans: „Paul Feld, de Nederlandse thea
termaker werkt voor volgend seizoen aan een
toneelstuk over Coppi. Verder is er nog nooit
wat mee gedaan. Een Belg schreef een boek
je, maar je zou toch verwachten dat er in Ita
lië een prachtige film over was gemaakt
„Dat wij het onderwerp aanpakten heeft te
maken met Nederland. In semi-intellectuele
kringen kun je het in Nederland over wiel
rennen hebben sinds Post, Raas en Knete-
mann. En over voetbal sinds het Ajax van
Cruyff. De Raleighs vormden de beste ploeg
van de wereld, vonden wij. Niet omdat ze het
hardst fietsten, maar omdat ze slimmer wa
ren. Alle studenten gingen opeens een race
fiets kopen. Jan Mulder schreef er stukjes
over, Koot praatte Bie over sport de oren van
zijn hoofd."
„Als ik een Italiaanse theatermaker vertel
dat wij met Coppi bezig zijn dan is het eerste
dat ik terug krijg iets als: dal kan
helemaal niet. Hoe kun je je als
intellectueel nu met wielrennen
bezighouden? In tweede instan
tie is 't: goh. wat een goed idee!
Maar 't is er niet zo opgelegd als
hier. waar je je in de kroeg kunt
vermeien over sport."
Na de première in Oostenrijk
gaat Fausto naar Nederland
(Amsterdam, Stadsschouwburg,
20 augustus), vervolgens naar
Engeland, en waarschijnlijk in
oktober naar de Verenigde Sta
ten. Tijdens een tweede spelperiode in 1993
volgt een groter opgezette internationale
toernee.
Manuel Llanes, verantwoordelijk voor de Ex
po in Sevilla, heeft George Brugmans intus
sen gebeld met een vraag. Of hij t
raatje' over tweevoudig Tour de Fr
Miguel Indurain wil maken...
voor zangers geschrevei
beperkte begeleiding. P
llo, slagwerk
lucht, adem
zangers. I
Brugm
*r>
CARPAL a
ro£.
De foto die in het katholieke naoorlogse Italië een schandaal veroor
zaakte. Bij de huldiging van Coppi als wereldkampioen 1953 stond Gi
ulia, 'La Dame Bianca', naast Fausto op het podium. foto archief
Fausto Coppi in karakteristieke
stijl: afzien hoort er bij.
foto sp aarnest ad archief
In 1956 verloor Coppi de klassie
ker 'Ronde van Lombardije' in de
eindsprint van Darrigade. Hij was
ontroostbaar.
foto sp aarnest ad archief
In 1952 won Coppi de Tour voor
de tweede keer. Hij reed zijn rivaal
Bartali in de rit naar Sestrières op
meer dan tien minuten.
foto sp aarnest ad arc hl [l