Droomhuis
gekocht?
'Shanties' herleven in Amsterdam
Kunstenaars Rijksakademie
naar Kavallerie-kazerne
Cultuur&Kunst
Massale house-party
'Echo's uit de bodemloze put'
MHJBELREN
LEIDERDORP
NA ÉÉN RONDJE MEUBELPLEIN WOON JE VEEL MOOIER.
Informatie 071-41 65 85
VRIJDAG 14 AUGUSTUS 1992
Onder de naam 'Rave Festival'
wordt op zaterdag 5 septem
ber opnieuw een groot mu
ziek- en dansfeest gehouden
op de Maasvlakte. Deelne
mende groepen zijn onder an
deren: Holy Noise, V-Room,
Rigor Mortis, Private Produc
tions, Incubus alsmede diverse
surprise-acts waaronder Mo
dem Dance Show en Erotic
Action. Tot de gecontracteerde
dj's behoren Per, Paul, Gizmo,
Zoefff, Remo en Mac de Hey.
In twee enonne tenten, uitge
rust met diverse danspodia,
kunnen 21.000 mensen te
recht. Er wordt gezorgd, zeg
gen de organisatoren, voor een
indrukwekkende lichtshow en
een geluidsinstallatie van 175
kw.
Het muziek- en dansfeest
begint om negen uur 's avonds
en duurt voort tot de volgende
middag twaalf uur. Het terrein
op de Maasvlakte is bereikbaar
door vanaf Rotterdam de bor
den Europoort Maasvlakte,
Havens 9000 te volgen. Verder
zullen er bussen rijden vanaf
Rotterdam CS. De eerste bus
sen rijden vanaf 21.00 uur en
zullen tot 01.00 uur 's nachts
een regelmatige pendeldienst
onderhouden. Na 01.00 uur is
er een onregelmatige dienst.
Buskaartjes zijn te koop bij
MidTown Rotterdam en bij or
ganisatiebureau Rige in Spij-
kenisse. In juli van dit jaar trok
een vergelijkbare super-hap
pening op de Maasvlakte - de
Euro Rave '92 - meer dan
15.000 mensen en werd daar
mee de grootste commerciële
houseparty die ooit in Neder
land is gehouden.
beeldende kunst
recensie nicole roepers
Expositie: inkttekeningen van Frederick
Franck. Te zien: tot 31/8, Galerie Amber,
wo. t/m zo. van 11.00 tot 17.00 uur;
Hooglandse Kerkgracht 8, Leiden.
Veel galeries zien de zomer
maanden als een goede gele
genheid voor het tentoonstellen
van werk uit stock. Het zijn
veelal rommelige tentoonstel
lingen waar grote hoeveelheden
objecten naast elkaar gepresen
teerd worden, maar die over het
geheel genomen een aardige in
druk van de soort galerie geven.
Zo toont Galerie Amber aan de
Hooglandse Kerkgracht tot en
met 31 augustus werk dat repre
sentatief is voor haar beleid.
Op de begane grond is het
specialisme van de galerie ge
presenteerd: oude kunst uit
Zuidoost Azië. Japanse rolschil-
deringen, keramiek en beelden
uit China en Japan, en enkele
hedendaagse potten en kruiken
uit Nepal, die volgens een oude
traditie door dorpsbewoners
vervaardigd worden en geen
onderdeel uitmaken van de toe
ristenindustrie.
Op de eerste verdieping een
overbekende exposant van de
galerie: Frederick Franck, de in
Nederland geboren Amerikaan
die bekend is door verschillende
publicaties van zijn werk waarin
de theorie van 'de Japanse wer
kelijkheidsbeleving gecombi
neerd met een westerse werk
uitvoering' centraal staat.
Nu, echter, zijn niet de be
kende schilderijen en tekenin
gen van Franck te zien, maar
één project: Echoes from the
bottomless Well (Echo's uit de
bodemloze put). Dit project uit
1985 bestaat uit een serie inkt-
tekeningen gecombineerd met
teksten, citaten, aforismen of
oude (Zen)wijsheden.
Zoals de vlotte penseelstreek
doet vermoeden, zijn de teke
ningen in een snel tempo ver
vaardigd. Zeer snel zelfs: Franck
raakte naar aanleiding van een
brief van een stervende vriendin
in een soort trance, waardoor
hij binnen twee dagen en nach
ten 144 tekeningen maakte, die
hij voorzag van in het hoofd op
geslagen uitspraken en citaten.
Na de 144ste tekening was het
papier op.
Het aardige van deze serie is
de flirt met een oosterse wijze
van inkttekeningen, iets wat
veel minder naar voren komt in
zijn andere werk. Deze snel op
gezette schetsen ademen daar
door een zekere mate van oor
spronkelijkheid uit. Door toe
voeging van de citaten ontstaan
dikwijls ronduit komische en
ontnuchterende combinaties.
Zoals de tekening van een oli
fant en klein insect, waar de vol
gende wijsheid aan werd toege
voegd: 'Het oneindig kleine, is
even groot, als het oneindig
grote'. Of de afbeelding van
twee skeletten, waarbij één een
bosje bloemen in de hand heeft
met het oorspronkelijk Japanse
citaat: 'Wat betreft de huid, be
staat er een groot verschil tus
sen, een man en een vrouw,
maar het skelet, (is) zo mense
lijk'.
Tropenmuseum: afdeling Indonesië
Amsterdam Het Tropenmuseum in Amsterdam krijgt een aparte
afdeling voor de kunstcollectie uit Indonesië. De permanente
opstelling wordt geplaatst in de ruimte waar zich nu nog de tex-
tielcollectie bevindt. Volgens een woordvoerder van het muse
um vindt de reorganisatie, die een half miljoen gulden kost, niet
vóór 1994 plaats. Het Tropenmuseum, dat indertijd werd opge
richt als koloniaal museum, beschikt over een collectie van
90.000 voorwerpen uit de voormalige kolonie. De totale collectie
bestaat uit 140.000 items. Toen het museum zich in de jaren ze
ventig ging richten op de tropen, verdwenen de meeste Indone
sische topstukken naar het depót.
Première Folkloristisch Danstheater
Amsterdam In de Stadsschouwburg in Amsterdam gaat op 8
september 'Rhapsodie in dans' van het Folkloristisch Dansthea
ter in première. Het centrale thema in deze voorstelling zijn rap
sodieën, muziekwerken die op basis van volksmelodieën werden
gecomponeerd. Choreografen uit alle windstreken zijn gevraagd
hun gedanste versie van deze muziekwerken te tonen. Zij laten
zien door welke volkselementen de rapsodieën zijn geïnspireerd.
Het geheel is een ouderwets vrolijke en veelkleurige voorstelling,
aldus het Folkloristisch Danstheater.
The Bob Color in Magnifiosi
usse In het jongerencentrum Magnifiosi in Lisse wordt van
avond, na een korte zomerstop, de aftrap gegeven voor het nieu
we seizoen. The Bob Color is de eerste groep die voor een live
optreden het podium zal betreden. Het zevental is inmiddels be
roemd en berucht in de regio en belooft ook in Lisse weer voor
een overdonderend spektakel te zullen zorgen. De deuren van
Magnifiosi gaan om 21.00 uur open. Kaarten zijn aan de zaal
verkrijgbaar. Zaterdag 15 augustus is de eerste swingavond van
het seizoen. D.J. Edwin zal dan de plaatjes aan elkaar draaien.
foto patrick kort
Zeemanslied is meer dan 'Daar was laatst...en 'Ketelbinkie'
Het Amsterdamse Scheepvaartmuseum staat dit
weekeinde op zijn kop. Dan brengen 13 koren uit
binnen- en buitenland, waaronder de Leidse
groep Tussen de wal en het schip' zeemansliede
ren ten gehore tijdens een speciaal georganiseerd
Zeeliederenfestival. Want wie dacht dat het zee
manslied alleen nog in het repertoire van een
kleuterklas voorkwam ('Daar was laatst een meis
je loos'), of slechts nog in de Rotterdamse havens
wordt gezongen ('Ketelbinkie') vergist zich. Het
genre leeft nog wel degelijk, zij het dat de liederen
tegenwoordig hoofdzakelijk aan wal worden ge
zongen. In Nederland, maar ook in Duitsland,
Engeland en de Verenigde Staten houden tiental
len zanggroepen zich bezig met het edele zee
manslied, of shantie.
Zeeliederen werden, de naam zegt het al, ge
zongen tijdens het harde werk op zee. Niet alleen
ter verstrooing, want de liederen hadden wel de
gelijk een functie, vertelt Joost Schokkenbroek,
conservator van het Scheepvaart Museum, en sa
men met Elisabeth Spits verantwoordelijk voor de
organisatie van het festival.
„De liederen werden vooral gezongen om de
activiteiten op zo'n schip te ondersteunen. Een
voorzanger gaf het thema en de maat aan en
zong een bestaande tekst, of improviseerde. Door
de maat en de melodie konden de matrozen bij
voorbeeld tijdens het hijsen van de enorme zeilen
hun voetstappen aan elkaar aanpassen. Die zei
len wogen vele honderden kilo's, dus als daar
tientallen mensen ongecoördineerd stonden te
sjorren, schoot je niet erg op."
Soorten
Er zijn drie soorten shanties, bijvoorbeeld de
'haalliedjes', die gebruikt werden tijdens het ge
zamenlijk trekken aan de touwen. De 'gangspil
liedjes' dienden om het werk te verlichten bij on
onderbroken en vaak lang aanhoudende inspan
ningen, zoals het ophalen van het anker, en ten
slotte de zeemansballaden, waarin in de vrije
tijd gebeurtenissen aan zee of aan wal werden
bezongen.
Door de vaak eeuwenoude teksten krijgt de
aandachtige luisteraar een aardig beeld van het
leven op de inmense zeilschepen van die tijd. Bij
geloof, smokkelaars en piraten, hoeren, trouw en
ontrouw; alle hoogte- en dieptepunten in het le
ven van de zeeman werden uitgebreid bezongen,
zij het niet altijd even fijnzinnig.
'Ons stuurman heeft er een vrouwtje getrouwd
En je moest eens weten hoe het hem rouwt
Want kousen stoppen dat kan ze niet
En eten koken een groot verdriet
Joost Schokkenbroek, conservator van het Scheepvaart Museum, samen met Elisabeth Spits (rechts) verantwoordelijk voor de organisatie van het Zeeliederenfestival:
„Veel mensen kennen de liedjes nog van vroeger." foto roland de bruin/cpd
O stuurman, kom eens met die fles
een geef ons de man een borrel of zes'
Het idee om in het Scheepvaartmuseum een zee
liederenfestival te organiseren, ontstond tijdens
de schepenmanifestatie Sail 1990. Er waren ter
opluistering van het gebeuren wat koren opge
trommeld die oude zeeliederens ten gehore
brachten. Die sloegen zó aan bij het publiek, dat
Spits en Schokkenbroek op een idee gebracht
werden. Spits: „Veel mensen kenden de liedjes
nog van vroeger en die riepen weer een hoop
emoties op. Er ontstond een hele leuke sfeer, en
die willen we met het festival in het ook museum
bereiken. Daarnaast is het natuurlijk mooi mee
genomen dat zanggroepen liedteksten kunnen
uitwisselen. Het is belangrijk dat de shanties voor
het nageslacht bewaard blijven."
Zeeliederenfestival, 15 en 16 augustus, Scheep
vaartmuseum, Kattenburgerplein 1 Amsterdam.
Overleden John Cage 1912-1992
amsterdam sandra jongenelen
Zo'n tien jaar geleden werd de
Rijksakademie van Beeldende
Kunsten in Amsterdam nog met
sluiting bedreigd. Het toenmali
ge ministerie van CRM vond dat
de uit 1870 daterende, kunstin
stelling moest worden opgehe
ven. Nu, anno 1992, bestaat de
Rijksakademie nog steeds, zij
het in een andere opzet en in
een nieuwe behuizing. Sinds ju
li zetelt het instituut in de voor
malige Kavallerie-kazerne aan
de hoofdstedelijke Sarphati-
straat. In december wordt het
nieuwe complex van architect
Koen van Velsen (1952) officieel
geopend.
Janwillem Schrofer (1945) is
directeur van de Rijksakademie
van Beeldende Kunsten en de
drijvende kracht achter de reor
ganisatie en de verhuizing. Tien
jaar geleden werd hij aangesteld
om een plan op te stellen over
de toekomst van de kunstoplei
ding. Uit zijn koker kwam het
plan om van de Rijksakademie
een 'instituut voor praktijkstu
die' te maken. De onderwijs-in-
stelling, waar beeldende kunst
werd onderwezen, en waar pro
fessoren de dienst uit maakten
moest op de helling.
Wat er sinds 1986 voor in de
plaats is gekomen, is volgens
Schrofer uniek in de wereld. In
het gloednieuwe onderkomen
legt hij uit waar het nieuwe in
stituut voor staat. „Mensen die
hier binnen komen hebben een
of andere vorm van kunston
derwijs achter de rug en één tot
drie jaar in de praktijk gefunc
tioneerd. Het zijn dus geen stu
denten. De kunstenaars komen
hier omdat ze zich gedurende
een periode heel bewust met
hun vak willen bezighouden.
Dat kan op allerlei gebied: schil
deren, tekenen, beeldhouwen,
fotografie en grafiek. Ooit heeft
iemand tegen me gezegd, dat
de ontwikkeling die een kunste
naar hier in twee jaar door
maakt, gewoonlijk 8 tot 10 jaar
kost."
Om te kijken of een kunste
naar in aanmerking komt voor
een plaats aan de Rijksakade
mie, wordt het werk en het
werkplan dat ieder afzonderlijk
moet opstellen, beoordeeld.
Jaarlijks nodigt de Rijksakade
mie 30 kunstenaars uit, die in
de regel twee jaar blijven, waar
door er per jaar ongeveer 60
kunstenaars aan het instituut
zijn verbonden. Ongeveer de
helft is afkomstig uit het buiten
land. De gemiddelde leeftijd ligt
tussen de 25 en 35 jaar. De ani
mo voor een plaats op de
Rijksakademie is groot. Vorig
jaar vroegen bijna 2000 mensen
informatie aan terwijl 500 kun
stenaars zich daadwerkelijk
aanmeldden.
Alle kunstenaars werken indi
vidueel in een eigen atelier.
Daarbij worden ze bijgestaan
door kunstenaars van naam als
Mariene Dumas, Auke de Vries,
Armando en Peter Struycken,
die individuele adviezen geven
ovei het werk.
De drie lagen van de acade
mie de theorie, de werkplaat
sen en de ateliers zijn op het
nieuwe complex duidelijk zicht
baar. De 15 werkplaatsen bevin
den zich in de voormalige paar-
destallen van de oude Kavalle
rie-kazerne. De 60 ateliers lig
gen daarboven en in de emaast
liggende manege. Op de bin
nenplaats heeft architect Van
Velsen een nieuw gebouw ge
plaatst waar de bibliotheek
(22.000 boeken), de diatheek
(80.000 dia's) en de staf zijn on
dergebracht. Via vier loopbrug
gen heeft Van Velsen een ver
binding gelegd met het oude
geböuw. In het kazerne-gebouw
zijn ook ateliers gevestigd, waar
kunstenaars hun werk kunnen
presenteren. In de zomer bie
den de ruimtes bovendien
plaats aan de genomineerde
kunstenaars voor de Prix de Ro
me, die er drie maanden kun
nen werken.
utrecht rob van der hilst
Ten gevolge van een hersen
bloeding is hij dan in New York
overleden, net voor zijn tach
tigste verjaardag: John Cage,
qua uiterlijk een uiterst broze
man, wat zich ook in zijn zach
te, bijna omfloerste spreken af
tekende, maar een man die wel
de schepper was van een
hoogst oorspronkelijk muziek-
oeuvre. Een kunstenaar van to
nen die thuis hoort in het Ame
rikaanse componistenrijtje
Charles Ives, Aaron Copland,
Leonard Bernstein, en door wie
in deze twintigste eeuw de
klassieke muziek werd verrijkt
met nieuwe, werkelijk fantasti
sche compositievormen en ook
nieuw instrumentarium.
Cage's 'prepared piano' is in
de serieuze muziek een begrip.
Typerend voor John Cage: hij
beschouwde de westerse mu
ziekcultuur, met zijn min of
meer gesloten pakket van com
positievormen, instrumenten
en speeltechnieken absoluut
niet als eindpunt, maar eerder
als springplank. Bijvoorbeeld
door naar vorm en materiaal
verschillende voorwerpjes aan
te brengen
tussen piano
snaren, her
schiep hij de
piano tot een
mysterieus
éénmans-
slagwerk en
schreef er
aparte mu
ziek voor.
Een van
Cage's be
langrijkste
compositiele
raren in Los
Angeles, de
geboortestad
van de com
ponist, was
niemand
minder dan Arnold Schönberg.
In verband met de 'Anschluss'
van Oostenrijk bij nazi-Duits-
land was de 'vader' van de
Tweede Weense School naar
Amerika gevlucht en poogde
daar een nieuw bestaan op te
bouwen.
Maar nadat autodidact Cage
een tijdje met de ernstige
Schönberg had opgetrokken,
verklaarde deze hem niets te
kunnen leren. Schönberg be-
Cage niet zo
zeer als com
ponist, als ex
ponent van
de typisch
Europese
muziek-
schep-
pingstraditie,
maar als een
soort van-
uitvinder. Een
man die de
schepping
beschouwt
als een kolos
saal platform
waarop je alle
mogelijke en
onmogelijke
fantasieën los kunt laten. Dit
heeft Cage zijn leven lang ge
daan.
John Cage homo ludens,
speelmens dus? Dat werd ge
materialiseerd in de meest fan
tastische muzikale vormen.
Zoals zo veel twintigste eeuwse
muziek in het licht staat van de
ritmiek (Stravinsky, Bartok,
Schönbewrg, Webern en vele
anderen), zo vormde dat ook
voor Cage het uitgangspunt
van zijn werk als componist en
uitvoerende. In 1939 vulde hij
het slagwerk aan met elektri
sche klankbronnen: test-gram
mofoonplaten en radio-ont
vangsttoestellen.
Klankbandmontages intro
duceerde hij vanaf de jaren vijf
tig, toen zijn naam als groot
Avantgardist naar Europa was
overgewaaid. Een studie van
oosterse filosofieën, vooral van
het Zen-boedisme, leidde tot
de introductie van toevalsope
raties, gebaseerd op het Chine
se 'Boek der Veranderingen' (I
Ching). Later introduceerde
Cage computer-technieken in
zijn muziek.
Geen uitvoering van Cage's
muziek, de esthetische waarde
en gestalte ervan, kan dezelfde
zijn dan de voorafgaande, vond
de componist.
John Cage speelde op een
fantastische manier met de
muziek, met het leven en ook
met de dood. De laatste keer
dat wij elkaar ontmoetten, twee
jaar geleden, sprak hij er over.
Heel licht, heel vrolijk zelfs,
want de dood hoort nu een
maal bij het menselijke leven.
Heel echt John Cage dus.