'Hartstikke geinig dat Jansen me belde'
Marciano Vink wil slagen bij Ajax
Betaald voetbal 1992- '93
WOENSDAG 12 AUGUSTUS 1992
De wondere wereld van Willem. Hij is
waarschijnlijk de enige trainer in Nederland die
de contractbesprekingen met zijn werkgever
aan zijn vrouw overlaat. Voetbal beheerst zijn
hele leven. Maar er zijn grenzen. Voor zijn twee
'donderstenen' van vier en anderhalf zou
Willem van Hanegem bijna Feyenoord hebben
laten schieten. Want voor die apen moet en zal
hij voldoende tijd overhouden. Daarnaast heeft
hij zijn principes en die zet hij voor niets of
niemand overboord. Geld heeft voor hem nog
nooit geteld. En ambities als oefenmeester heeft
hij niet.
Ook straks niet, als hij dat 'papiertje' in z'n zak
heeft. Daarmee is en blijft hij een bijzonder
nummer in de jungle van het betaalde voetbal,
waar wordt geknokt om elke vakature. Bij
Feyenoord wordt hij voor het eerst als
trainer/coach betiteld. Tot zijn eigen vreugde,
want het etiket 'praatpaal' was hij zat.
„Praatpalen," sprak hij ooit, in het begin van
zijn toen nog ongediplomeerde trainerscarrière,
„praatpalen staan langs de weg. Ik werk met
voetballers en die jongens wil ik beter laten
spelen. Daarvoor sta ik hier."
Het geven van interviews is nooit zijn grootste
hobby geweest, zal het nooit worden ook.
Journalisten? Het zijn voornamelijk 'mafkezen',
vindt hij, die te vaak domme vragen stellen.
Maar Willem is de kwaadste niet. Zo af en toe
kruipt hij op zijn praatstoel en toont hij z'n
diepste zieleroerselen.
19
Willem van Hane
gem, terug in De
Kuip, krijgt evenals
Coen Molijn en Wim
Jansen van Feye-
noord-voorzitterJo-
rien van de Herik een
videoband met de
hoogtepunten uit dse
historie van de club.
Willem van Hanegem, een bijzonder nummer in de voetbaljungle
ROTTERDAM MARCEL VAN DER KRAAN
GPD-VERSLAGGEVER
„Willem jr. lijkt het meest op m'n vrouw.
Willem is vier jaar en de oudste. Boy is an
derhalf en lijkt meer op mij. Hij heeft ook
van die donkere ogen, kan hij vreselijk mee
zitten loeren en observeren. Toen Gullit een
keer bij mij thuis was, heeft Boy twee uur
lang op de grond uit z'n ooghoeken naar
hem zitten kijken. Ja, die kleinste is een
dondersteen. Die kruipt niet, die loopt niet,
hij vliegt. Hij is anderhalf maar klimt bo
venop de schutting. Het mag niet, maar in
wezen lig ik dan dubbel.
Die apen zijn gek op vis. Mag van mij,
worden ze sterk van. Zo klein als ze zijn, ze
19( vreten zo allebei een broodje haring op.
Kom ik niet meer bij. Ik trek veel met ze op,
dag en nacht. Fietsen, wandelen, bood
schappen, alles doen we samen. Daar ge
niet ik van. In de voorbereiding op dit sei
zoen ging ik met Feyenoord in trainings
kamp, gingen zij met hun mueder drie we
ken naar de Canarische eilanden. Het was
de eerste keer dat we echt zonder elkaar
waren. Na twee dagen had ik Willem jr. aan
de telefoon. Hij vond er geen zak aan. Hij
miste me, zei met een heel zielig stemmetje
dat ik hem moest komen ophalen. Toen
had ik het even niet meer zo naar m'n zin."
Privéleven
De andere zijde van Willem van Hanegem.
Van vedette tot voetbaltrainer, van voetbal
trainer tot vader al is het niet de eerste
keer. Zijn privéleven was hem zelfs zoveel
waard, dat het een discussiepunt vormde
bij de contractbesprekingen met Feye
noord. Van Hanegem wenste niet ten koste
van alles zijn rentree in het betaalde voetbal
te maken, ook al heette de werkgever Feye
noord.
„De tijd die ik met deze job kwijt ben, be
tekent een aderlating in de privésfeer. Voor
mijn gezin houd ik voor het eerst aanzien
lijk minder tijd over. Dat kun je accepteren,
maar tot een bepaalde hoogte. Ik probeer
met allerlei zaken rekening te houden, dus
ook met m'n gezin. Dat was een belangrijk
punt. Met de exacte invulling van het con
tract heb ik me trouwens niet eens be
moeid. Dat heb ik aan Marian overgelaten."
Kleurrijk
De 'Kromme', hard voor talenten op het
trainingsveld, een zacht mens voor z'n om
geving. In de Kuip, zo ontdekte hij, na al die
jaren nog razend populair. Niet alleen om
dat hij met Feyenoord in 1970 de Europa
Cup en in 1974 de UEFA Cup won. hij was
kleurrijk en anders dan anderen. Dat is-ie
dus eigenlijk nog.
„Ik wil plezier hebben in m'n werk en ik
leef met de dag. Het zal me een zorg zijn of
ik nu bij de amateurs werk of bij Feyenoord.
Als ik het maar naar m'n zin heb. De mees
te trainers zijn te veel met zich zelf bezig. Ik
zit niet te rékenen en te prakkezeren hoe ik
bij die en die club moet komen, als ik straks
m'n diploma coach betaald voetbal heb.
Dat zou een heel verkeerd uitgangspunt
zijn, al weet ik dat de meesten wel zo den
ken."
De carrièreplanners. Hij verafschuwt ze.
„Wie ambitieus is en voor zichzelf lijnen
uitstippelt, moet heel veel van zichzelf over
boord gooien en mensen beschadigen om
er werkelijk te komen. Zo werkt het over het
algemeen. Die stijl past mij niet."
De mensen die hem dierbaar zijn wenst
hij al helemaal niet gekwetst te zien. „Geert
Meijer, met wie ik samen de training en de
coaching doe, wordt door een groot deel
van de media overgeslagen. Dat doet zeer
bij mij. Hij werkt zich de zenuwen voor
Feyenoord, is dag en nacht met de club be
zig. In de aanloop naar dit seizoen klopte
iedereen bij mij aan voor een interview.
Dan had ik vaak de neiging om 'nee' te zeg
gen. 'Zoek maar een ander' kapte ik het dan
af. Ga naar Meijer, die heeft net zo veel
recht op publiciteit.'
Jij hebt nu eenmaal een groot voetbalverle
den bij Feyenoord.
Van Hanegem: „Zeker. Maar ik vind dat dat
niet uitmaakt. De pers heeft ook niet aan
die historische band gedacht toen ik hier
nog niet rondliep als trainer. Bij de ama
teurs van Holland kwam er nooit iemand
aan de deur bellen met de vraag 'Goh, Wil
lem, heb je tijd voor een interview, want je
hebt zo'n mooi voetbalverleden.'
Dat zit je dwars?
Van Hanegem: „Helemaal niet."
Maar elke journalist krijgt dat op z'n bord. Is
het toch vervelend geweest dat Nederland je
vergat?
Van Hanegem: „Nee, echt niet. Ik vond het
juist lekker rustig dat ik uit de publiciteit
was. Ik vond het alleen maar irriterend dat
opeens de telefoon weer roodgloeiend
stond. Dan kunnen jullie wel roepen dat dat
rancune van mij is, maar dat is een misvat
ting. Ik heb nog nooit rancune gekend. Ik
vind het alleen verdomd vervelend dat ie
dereen weer komt aanzetten op het mo
ment dat ik wél werk heb. Bij Holland zag ik
echt geen kip. Ja, God, zei men dan, dat is
niet zo interessant. Nou, dan vind ik dat ik
nou ook niet zo interessant ben. Niet inte
ressanter dan toen in elk geval".
Marco van Basten zegt regelmatig dat hij
'schijt heeft aan de pers'.
Van Hanegem: „Dat mag hij best zeggen, is
zijn goed recht. Er is niet één journalist op
wie hij zit te wachten."
Maar jij toch ook niet?
Van Hanegem: „Nee, ik ook niet. Alleen
Van Basten kan het zich permitteren om
dat hardop te zeggen. Ik ben financieel niet
onafhankelijk, dus kan ik het me niet ver
oorloven om me zo uit te sprekèn. Al voel ik
mij geestelijk wel weer onafhankelijk, want
geld interesseert me echt geen drol. Maar
Van Basten kan, gelet op zijn enorme ver
diensten, makkelijker dan ik zo'n houding
aannemen.
Waarom denk je dat Wim Jansen jou bij
Feyenoord heeft gehaald?
Van Hanegem: „Omdat we allebei hetzelfde
over voetbal denken. Vroeger waren we dag
en nacht met elkaar bezig over voetbal. We
raakten samen niet uitgepraat. Ik denk dat
dat voor hem de reden is geweest om mij
terug te halen. Daarnaast weet hij dat ik de
zelfde gedachten heb over de club. Het
laatste is misschien nooit zo duidelijk ge
weest en ik heb ook nooit zo naar buiten
gedragen, maar ik vond het doodzonde dat
Feyenoord kapot ging. Niet alleen de laatste
jaren. Daarvoor was er ook al een periode
dat Feyenoord heel diep was weggezakt.
Dat vrat verschrikkelijk aan mij. Ik heb hier
de tien mooiste jaren van mijn carrière ge
kend. Als je dan een club zo ziet kelderen,
dan doet dat echt zeer."
„Er liepen hier de laatste seizoenen alleen
maar mensen rond die niets voor de club
voelden. Die zagen alleen zichzelf staan. Ik
werd er ziek van dat zij voor elke camera en
microfoon hun mening konden geven. In
werkelijkheid gaven ze echt geen zak om de
club. Die mensen waren een regelrechte
ramp voor Feyenoord."
Je liefde voor Feyenoord mag dan groot zijn.
Als een ander in plaats van Jansen je had ge
vraagd, was je nooit gekomen?
Van Hanegem: „Nee, dan had ik niet staan
trappelen. Ik weet eigenlijk voor honderd
percent zeker dat ik dan nog thuis had ge
zeten. Ook omdat ik al twee keer eerder een
gesprek had gehad, dat op niets was uitge
lopen. Daarom vond ik het hartstikke geinig
dat Jansen me belde. Hij had zelf al drie
maanden eerder de beslissing genomen,
maar had me niet zo vroeg willen inlichten.
Zeker bang dat ik het niet geheim kon hou
den, ha, ha. Op Jansen kan ik bouwen. We
hebben de laatse jaren niet bepaald de deur
bij elkaar platgelopen, maar onze verstand
houding is altijd goed geweest en we weten
wat we aan elkaar hebben. Ten opzichte
van hem voel ik ook een bepaalde verplich
ting".
Ben je als trainer de laatste jaren veranderd?
Van Hanegem: „Het enige verschil met de
periode FC Utrecht, waar ik toen begon als
assistent van Nol de Ruiter, is dat ik me niet
meer in de kleedkamer van de spelers om
kleed. Maar ik begeef me nog steeds zo veel
mogelijk onder de spelers. De jongens bij
Feyenoord moeten mij niet zien als een
soort boeman. Ik wil samen met hen tot be
tere prestaties komen. Als ik plezier heb en
zij hebben het ook, moet dat lukken. Ik
hoop wat dat betreft hetzelfde te werken als
toen bij FC Utrecht. Onder de Ruiter had ik
heel veel vrijheid. Had ook met de omstan
digheden te maken. De Ruiter werd al heel
vroeg ontslag aangezegd. Daardoor ging hij
solliciteren en was hij nogal eens weg. Ik
kon regelmatig m'n gang gaan. De Ruiter en
ik werkten goed samen. We hadden ieder
onze kwaliteiten en waren op die manier
goed bezig. De spelers pikten het goed op,
we haalden de nacompetitie en wonnen die
met heel goed voetbal."
„Als ik op die manier hier ook iets kan be
reiken, ben ik gelukkig. Dan heb ik genoeg
voldoening. Ja, vooral voor mijzelf. Ik ben
niet een type dat dan alles van de daken
gaat schreeuwen. Het liefst vier ik ook geen
feest. Na een groot succes, stap ik het liefst
zo snel mogelijk in m'n auto om meteen
naar huis te gaan. Het is allemaal zo betrek
kelijk. Morgen is er weer een dag."
AMSTERDAM GPD
Marciano Vink (21) popelt om
aan de competitie te beginnen,
want dit moet 'zijn' competitie
worden. Althans, dat hoopt hij.
„Na regen komt altijd zonne
schijn", steekt hij zichzelf alvast
een hart onder de riem. Het
Amsterdamse zondagskind van
weleer kan ook wel wat zonne
schijn gebruiken, want de afge
lopen voetbaljaargang regende,
het pijpestelen op zijn kaal ge
schoren kruin. Aan de wolk
breuk die boven zijn hoofd was
losgebarsten leek maar geen
einde te komen. Vink, op 20-ja-
rige leeftijd al debuterend in het
Nederlands elftal en tweevoudig
international, raakte zijn basis
plaats bij Ajax kwijt.
En tot overmaat van ramp zag
hij, ook al als anonieme bank
zitter, het Olympisch elftal op
de drempel naar Barcelona een
halt worden toegeroepen door
het vooraf amper serieus geno
men Australië. Vink begrijpt nog
altijd niet hoe dat heeft kunnen
gebeuren: .Alleen Zelic is een
goede, verder had Australië een
ballenteam", vincthij.
De teleurstelling van de ge
miste kans voor open doel („Als
voetballer krijg je maar een keer
tie mogelijkheid je voor de Spe
len te kwalificeren") heeft Vink
inmiddels verwerkt. Het kostte
hem minder moeite dan hij had
gedacht. Via het televisiescherm
liet hij 'Barcelona' bepaald niet
met vochtige ogen aan het net
vlies voorbij trekken. „Tuurlijk
vind ik het jammer dat we er
niet bij waren, maar nu we met
Ajax weer volop bezig zijn, heb
ik al weer allerlei andere dingen
aan het hoofd. En ik vond het
helemaal overdreven om te zeg
gen: ik ga niet naar de Spelen
kijken, want ik had daar zelf
moeten zijn."
Jordan
Vink vertelt, hoe kan het ook
anders, vooral likkebaardend
voor de buis te hebben gezeten
toen Michael Jordan en zijn
vriendjes van het Amerikaanse
'Dream Team' hun toverkun
sten vertoonden. „Wij hebben
het daar bij Ajax in de kleedka
mer ook altijd over. Ik zou ook
wel in de NBA (Amerikaanse
prof-basketballeague) willen
spelen. Iedere sportman wil in
principe dat soort mooie dingen
doen, basketballen in de NBA,
voetballen in de Italiaanse Serie
A... Turnen vind ik ook een
mooie sport om te zien. Alle
sporten die spektaculair zijn,
spreken me aan. Voetballen na
tuurlijk het meest, want dat heb
ik van kinds af gedaan.
De roots van Marciano Carlos
Alberto Vink liggen in Surina
me, iri Paramaribo om precies
te zijn, waar hij op 17 oktober
1970 werd geboren. Als 'hum
meltje' van twee emigreerde hij
naar Nederland, waar hij met
zijn ouders in de Amsterdamse
Bijlmer ging wonen. Zijn tiener
jaren bracht Vink door in
Weesp. Tegenwoordig woont hij
in het oude centrum van Am
sterdam. Met zijn vriendin deelt
hij daar een gerenoveerd pand.
Cruijff
Via TOS Actief (Amsterdam) en
ADE (Weesp) belandde Vink bij
Ajax, waar Johan Cruijff hem als
eerstejaars B-junior, op 15-jari-
ge leeftijd, al opriep voor het
tweede elftal. Op 31 augustus
1988 maakte hij, thuis tegen
Sparta (2-1), zijn competitiede
buut in de hoofdmacht. En toen
bondscoach Rinus Michels hem
op 13 maart 1991 (thuis tegen
Malta, 1-0) voor het eerst opriep
om leiding te geven aan de ver
dediging' van het Nederlands
elftal en hem ruim een maand
later (thuis tegen Finland, 2-0)
opnieuw het vertrouwen
schonk, had het er alle schijn
van dat 'a new star was bom'.
„Maar zelf heb ik toen nooit
gedacht: nu heb ik het ge
maakt", zegt Vink, die in de
waan van de euforie al als de
vedette van de jaren negentig
werd omschreven. Een op zijn
minst voorbarige kwalificatie, al
bezit de sierlijke voetballer on
omstotelijk de kwaliteiten een
'grote' te worden. Vink is snel,
atletisch en technisch begaafd,
maar hij is soms ook een tikje
nonchalant en dromerig en lijkt
daardoor niet altijd even goed
bij de les.
Mede daardoor zag Louis van
Gaal het vorig seizoen niet in
hem zitten en posteerde hem
op de reservebank. Al liet hij
Vink niet vallen, want in de
tweede UEFA-Cupfinale tegen
Torino gunde hij hem de laatste
speelminuten en liet hem zo
doende toch meedelen in het
succes. Vink: „Zo heb ik dat ook
ervaren. Ik was heel blij dat ik
nog even mocht spelen, want
als reserve hoor je er wel bij,
maar toch ook weer niet.."
Botsing
Met Van Gaal, die in hem meer
een middenvelder herkent dan
een verdediger, kwam Vink vo
rig seizoen niettemin frontaal in
botsing. In een interview in
Nieuwe Revu betichtte hij de
technisch-directeur van Ajax
van oneerlijkheid en als Van
Gaal ergens furieus op kan rea
geren dan is het wel als zijn in
tegriteit in twijfel wordt getrok
ken. „Ik ben een type", laat
Vink weten, „dat moeilijk emo
tie kan tonen. Ik krop alles op
en gooi het er dan ineens alle
maal uit. En dan krijg je een ex
plosie. Het is beter om je eerder
te uiten. Ik heb me voorgeno
men dat ook te doen."
Op zijn verbale schermutse
lingen met Louis van Gaal zegt
Vink niet terug te willen komen.
„Ik schiet daar niks mee op.
Wat telt is het komende sei
zoen. Er is één plek te vergeven
waarop ik kans maak, de rechts-
half-positie (vrijgekomen na het
vertrek van Aron Winter-red.)
Het gaat daarbij tussen Rob AJ-
flen en mij. Ik doe en laat er al
les voor om op die positie in het
elftal terug te keren. Ik vind de
rechtshalf-positie ook nog een
mooiere positie dan die van
centrale verdediger. Nee, ik zeg
dat niet omdat die plek nog te
vergeven is, ik meen het, als
rechtshalf kun je aanvallen, ver
dedigen en ook in het zestien
metergebied komen. In de
jeugd heb ik ook veel op het
middenveld gespeeld.
Marciano Vink: „Na regen komt altijd zonneschijn."