'Het wordt tijd, dat ik aan mezelf ga denken' Grote geld ligt klaar voor Orhan Delibas Raymakers koning te rijk Olympische Spelen Onzekere toekomst MAANDAG 10 AUGUSTUS 1992 Brazilianen verstoren Zwervers 'goudendroom André Bolhuis had hem min al meer gekroond tot de ko ning van de Spelen. Maar die koninklijke titel kon de chef de mission van de Nederlandse ploeg Ron Zwerver uit eindelijk niet toedichten. „Ik wilde goud, het is slechts zilver geworden", droop een uur na verloren volleybalfi nale tegen Brazilië (3-0) de teleurstelling nog van zijn ge zicht af. „Het enige gouden randje dat 'er aan deze me daille zit is dat ik tot de beste speler van het toernooi ben uitgeroepen." BARCELONA AD HEESBEEN De ster-aanvaller van het Ne derlands team had gisteren heel veel tijd nodig de olympische plak op z'n juiste waarde te schatten. Wachtend in een hoekje van het Palau Sant Jordi op zijn zoveelste dopingcontro le verbeet de 26-jarige Amster dammer de pijn van de deels mislukte missie. Pas nadat de profetische woorden van bondscoach Arie Selinger goed tot hem waren doorgedrongen, kwam er toch iets van blijd schap bij hem los. „Dit resultaat vormt een prachtige uitdaging om over vier jaar in Atlanta te overtreffen", had de bewind voerder de internationals na af loop voorgehouden in de kleed kamer. „Besef goed dat jullie droom hoe dan ook is uitgeko men. De investering van de af gelopen zes jaar is de moeite waarde geweest." Ron Zwerver realiseerde zich dat pas op het moment dat de geëbd. „Dit is het mooiste toer nooi uit mijn carrière", gaf hij zijn gevoelens prijs. „Ik heb de finales van drie EK's, een WK, een World League en een Olym pische Spelen van een afstand gevolgd. Vandaag stond ik zelf in zo'n eindstrijd. Dat was een fantastische ervaring. We zijn voor goud gegaan, maar ach teraf mogen we blij zijn dat we de laatste vier hebben bereikt. Als ik eerlijk ben, was dit voor ons het maximaal haalbare. Brazilië (ongeslagen in zeven duels met slechts drie sets ver lies, red.) heeft ons in alle op zichten afgetroefd. Aan de an dere kant is deze plek gerechtig heid. Je wordt niet bij toeval bij de Olympische Spelen nummer twee." Voor de man, die de komende seizoenen vele miljoenen gul den gaat verdienen bij het Itali aanse Treviso, was het in vele opzichten een bewogen toer nooi. Tegenvallende prestaties, een matige vorm in de aanloop alsmede een voetblessure, op gelopen tegen het GOS, dreig den zijn olympisch ideaal al vroegtijdig te vermorzelen. De revival tegen de wereldkam pioen Italië (slechts vijfde) en Cuba (vierde na 3-1 verlies te gen de USA), kwam evenwel precies op tijd. „Ik laat hier wat tranen achter", merkte hij ver na de snelle drie-setter (12-15, 8-15, 5-15) op. „Maar ja, emo ties horen er bij. Die maken de sport zo mooi. Ik heb er geen spijt van zes jaar van mijn leven aan de nationale ploeg te heb ben gegeven. Ik neem tevreden afscheid, ook al houd ik me be schikbaar voor het Nederlands team. Of dat gebeurt, hangt van vele factoren af. Vanaf nu heeft Italië de hoogste prioriteit. Het wordt tijd dat ik aan mezelf ga denken." Arie Selinger ging precies drie jaar geleden al zijn eigen weg. De Poolse Amerikaan, grondleg ger van de opleving van het Ne derlandse volleybal, liet zijn ge dreven sekte in de steek in ruil voor een lucratief contract bij het Japanse Daiei Sports in Ko be. Vijf maanden voor de Zo merspelen keerde hij terug op verzoek van de internationals, die het met Harrie Brokking al leen niet zagen zitten. „Ik ben gelukkig dat ik deel genoot ben geweest van dit suc ces", aldus de coach. „En trots ook dat ik dit samen met mijn zoon heb kunnen meemaken. Hij is veel blijer dan hij in wer kelijkheid toont. Maar zo zitten we alletwee in elkaar. Iedereen is naar Barcelona gegaan om een droom te verwezenlijken. Dat doel is hier na zes jaar be reikt, ook al is het zilver gewor den." In die zin hield de onvoor spelbare volleybalprofessor een beter gevoel over aan Spanje dan aan Los Angeles. In '84 bleef hij met de Amerikaanse vrouwen-volleybalformatie te gen China ook steken op een medaille van dezelfde kleur. „Toen botsten we tegen allerlei politieke problemen op", herin nerde hij zich. „Dat soort obsta kels zijn we hier niet tegengeko men. Ik voel me nu dan ook heel goed, zij het ook leeg. Want het is voor mij best een moeilij ke en zware periode geweest. Sinds december heb ik geen vrije dag meer gehad. Het wordt tijd om even gas terug te ne- Morgen, een dag na terugkeer van de olympische ploeg op Schiphol, vliegt Selinger weer naar Japan. In de hoop dat de NeVoBo in de geest van de ooit opgezette structuur blijft han delen. „Anders is het over met het topvolleybal in Nederland", gaf hij drie maanden na de openlijke aanvaring met bonds voorzitter Bert Funk nog maar een keer een schot voor de boeg. „De federatie moet het model handhaven, een oplos sing zien te vinden voor de pro blemen met de clubs en trach ten sponsors te vinden om het programma breder en sterker te maken. Een andere weg is er niet." Vooralsnog dient het bestuur eerst een opvolger voor Selinger te zoeken, die vervolgens een nieuwe -selectie dient samen te stellen. Want van de huidige groep vertrekken Zwerver en Benne met mogelijk Held, Boudrie, Teffer en Klok in hun spoor de grens over. Zij blijven echter beschikbaar voor de na tionale ploeg, zij het alleen voor de grote titel toernooien. Voor routinit- Avital Selinger heeft zich schrijnend genoeg nog geen club gemeld. „Als ik het voor het zeggen had", sprak se nior voor zijn beurt, „zou ik hem bondscoach maken. Hij heeft het hele programma van de afgelopen jaren meegemaakt en zou het proces dus prima verder kunnen begeleiden. Ik heb wel eens tegen ze gezegd: als ik een goede coach ben, worden jullie als je stopt nog beter. Dat zie ik aan Avital. Hij was altijd al een betere speler dan ik. Als coach zal dat niet an ders zijn." Bondspraeses Bert Funk stond gisteren glunderend op de tri bune na het behalen de eerste (zilveren) olympische volleybal medaille in de nationale histo rie. Voor het oog van miljoenen televisiekijkers zorgde het na tionale 'dreamteam' voor een ongekende opwaardering van de sport in Nederland, ook al kleefde er voor een aantal spe lers een vervelend smetje aan het succes. Het beoogde en be loofde goud gloorde twee volle dagen aan de horizon. Maar in de finale dansten Braziliaanse samba-atleten met dermate oogstrelend spel langs het net, dat zelfs hun ambitieuze Hol landse tegenstrevers ze het goud niet konden misgunnen. Ofschoon zijn voorganger Piet de Bruin tegen de verdrukking in de basis legde voor de facelift van de sport, mocht en kon Funk zichzelf ook enigszins op de borst kloppen voor zijn be scheiden aandeel in het inter nationale succes. Tenslotte brak hij de patstelling na het misluk te EK in Berlijn vorig jaar open door Arie Selinger, de grondleg ger van de revival, terug te ha- Aangespoord en geïnspireerd door de pioniers van het eerste uur kregen de weerbarstige en door het gouden ideaal verblin de internationals hun zin. God- father Arie Selinger kwam, zag en overwon. Zij het dat de Pool se Amerikaan meer hindernis sen op zijn weg tegenkwam dan in de periode '85-'89. Toen kon hij de onvolwassen internatio nals nog met groot- en beeld spraak drillen in de richting, die de gedreven leider voor ogen Bij zijn rentree slaagde hij daar slechts ten dele in. Met diens (aanvankelijk omstreden) be sluit de 'dissidente buitenlan ders' terug te laten keren haalde hij zichzelf meer problemen op de hals dan was voorzien. De mondige Italiaanse grootverdie- s lieten zich niet meer de les lezen door de goeroe en zijn trouwe volgelingen. Ze eisten inspraak en kregen dat veelal tegen de zin van Selinger jr. en Zwerver ook van de tijdelijke bewindvoerder. Die onderhuid se onvrede dreigde op het pré- olympisch toernooi in Rotter dam uit de hand te lopen, maar de kwalificatie deed de gelede ren weer sluiten. Zoals ook de dramatische aanloop en de hoog opgelopen emoties in Bar celona na het zilver waren ver geten. Wat naast de onvrede over de kleur van de medaille bleef zit ten, betrof de onzekere toe komst van de nationale ploeg. Hoewel de ontmanteling van het team, door het vertrek van Zwerver, Benne en mogelijk nog enkele anderen, al heel lang vast staat, heeft het bestuur het beleid voor de komende jaren nog niet duidelijk op papier. Enerzijds willen de gezagsdra gers de clubs tegemoet komen, anderzijds het huidige model van de nationale ploeg(en) met links en rechts een paar aanpas singen zo lang mogelijk hand haven. Maar er heeft zich na het terugtreden van de even loyale als royale hoofdsponsor Natio nale Nederlanden nog geen nieuwe geldschieter aangediend om het financiële plaatje in te vullen. Zelfs spelers met dezelf de ambitie als de huidige gene ratie hebben zich nog niet ge meld. Laat staan dat de vacatu re van bondscoach al is inge vuld. Regeren is vooruitzien en vooral slagvaardig optreden. Met ad- hoc beslissingen is met het oog op een succesvol vervolg van de gezette trend niemand (meer) gediend. Of Funk daarvoor ge noeg krediet en goodwill heeft gecreeërd in zijn nog korte be windsperiode is de grote vraag. Zo niet dan heeft de bondsprae ses gisteren waarschijnlijk voor de laatste keer op de tribune staan glunderen. 'Zilveren' Arnhemmer overweegt terug te keren naar Turkije Van ontroering, dacht de com- mentator die hem met betraan de ogen in de ring zag staan, wachtend op de prijsuitreiking. Orhan Delibas had gehuild, in derdaad. Maar niet overweldigd door de grootsheid van het mo ment, maar van nijd. Van pure frustratie dat hij, juist nu het er op aankwam, niet had kunnen brengen wat hij wou. „Ik kan toch al slecht tegen m'n verlies", fluisterde hij, meer dan anderhalf uur na zijn ge vecht tegen Juan Lemus nog al tijd aangeslagen, „maar nu he lemaal niet. Je verliest je laatste partij, dat blijft je toch het lang ste bij. Ik heb nog nooit verlo ren in een finale. Daarom ook kan ik niet echt blij zijn met dit zilver. Het had goud moeten zijn." Zelf weigerde Delibas er de nederlaag (1-6) op af te schui ven, maar dat zijn pijnlijke rechtse en allesbehalve soepele rug een topprestatie in de weg hadden gestaan tegen de Cu baanse wereldkampioen was duidelijk. „Ik heb niet echt m'n eigen wedstrijd kunnen bok sen", gaf de Arnhemmer toe. „Ik kon hem niet afstoppen met m'n rechter en het bewegen ging ook al niet zoals het hoort. Maar ik denk niet, dat het daar aan heeft gelegen. Hij was ge- i beter, vandaag. Volgende kee ik." De vraag is of er een volgende keer komt. Aan Juan Carlos Le mus Garcia zal het niet liggen. De zwaarwelter uit Pinar del Rio zal, ondanks zijn gevorderde leeftijd (hij is van 6 mei 1965), nog wel even amateur blijven. Cubanen boksen nu eenmaal ter meerdere eer en glorie van Fidel Castro en de natie, niet voor eigen roem of voor het geld. In Nederland ligt dat anders, en belangrijker misschien nog in Turkije ook. Orhan Delibas (21) zegt nog geen be slissing te hebben genomen over zijn toekomst, maar dat er heel wat voor hem zal verande ren, vraag dat maar aan Regilio Tuur. „Er zal verschrikkelijk veel op hem afkomen", voorspelde trainer Hennie van Bemmel. „En dat daar aanbiedingen bij zullen zijn van promotors, staat voor mij vast. Hij zou ook een goeie prof kunnen zijn, maar niet in Nederland. In Duitsland misschien, of in Italië. Daar heeft-ie al een mooie aanbie- Het verschil tussen goud en zilver. Juan Lemus springt een gat in de lucht, Ohran Delibas staart verdrietig naar het PAULSTOLK ding gehad, na zijn overwinning in San Pellegrino. Mocht hij zelfs een vriend meebrengen, die kreeg dan ook een con tract." In Leverkusen evenwel wordt erop gerekend, dat de zwaar welter ook volgend seizoen voor Bayer in de Bundesliga bokst. Delibas heeft dat zijn coach in Barcelona, Fritz Sdunek, al min of meer beloofd. „Zijn droom is volgend jaar in eigen land, in Bursa, Europees kampioen te worden", weet Hennie van Bemmel, „en dan is hij bij Sdunek toch echt aan het beste adres." Maar kampioen worden in Turkije, dat kan natuurlijk ook... als Turk. Orhan Delibas heeft twee paspoorten, leeft in Arn hem, maar voelt zich Turk. Eer der in dit olympische toernooi heeft hij gezegd nooit meer voor zijn vaderland te willen uitkomen, na een 'geintje', da de Turkse bond hem jaren gele den (t.g.v. de WK junioren) heeft geflikt. Maar, zeg nooit. „Ik denk dat ik voor Neder land blijf boksen", zei hij giste ren. „Maar", voegde hij er bijna i ader kan nog van alles veranderen." Om hem heen dromden op dat mo ment landgenoten van allerlei pluimage samen: boksers, wor stelaars, gewichtheffers, sup porters en officials. Met ieder van hen moest en zou hij op de foto, ook met Doganeli, de in vloedrijke voorzitter van de Turkse bond. Die liet wijselijk in het mid den of er vanuit Istanboel of Ankara pogingen zullen worden gedaan de 'verloren zoon' bin nen te halen, zoals ooit met de befaamde gewichtheffer Suley- manoglu is gebeurd. Daar is toen heel veel goud aan te pas gekomen, een huis, een baan. „Een fortuin", aldus Delibas verlekkerd. Het boksen in Turkije kan dus wel een injectie gebruiken. „Ik kan moeilijk zeggen: kom maar", deed Doganeli diploma tiek. „Maar als Delibas zelf wil..." Die gaat voorlopig eerst eens met vakantie. Twee weken naar huis om het nodige te regelen en dan... naar Istanboel, een paar ooms bezoeken, naar Kay- seri (waar hij geboren is) en naar de streek in het oosten waar hij' is opgegroeid, midden tussen de Koerden. Daar zal hij ook zijn vader ontmoeten, die al anderhalve maand in Turkije is. Delibas' definitieve terugkeer zou een verlies zijn voor het Ne derlandse boksen, een tegenval ler voor mannen als Van Bem mel, Sdunek en Arnold Vander- lijde, die gisteren ieder voor zich pleitten voor continuering van de plezierige en vruchtbare samenwerking. Sduneks con tract loopt af, maar de voorma lige Oostduitser („We kunnen trots naar huis gaan") zou zijn werk heel graag voortzetten. „Arnold heeft daar ideeën over, maar daar is verder nog niet over gesproken met de bond. Niet concreet tenminste." Vanderlijde, zaterdag afscheid nemend van het olympisch po dium met een derde bronzen plak, ziet voor zichzelf in die constructie een adviserende rol weggelegd. De zo goed als uit- gebokste 'ambassadeur' zou zich ook verdienstelijk kunnen maken met het werven van fondsen, want talent zat in Ne derland, maar geld - ho maar! BARCELONA PAUL BERKHOUT GPD-VERSLAGGEVER Van geld moet Piet Raymakers niks weten, hij leeft simpelweg voor het geluk. Een ongecom pliceerd mens, blij met wat hij heeft. „We woonden op de boerderij met negen kinderen: we hadden goed te eten en kle ren aan ons lijf, verder was er nul...". Dat hij gisteren een halve se conde te langzaam was voor olympisch goud, deerde hem dan ook nauwelijks. Opmerke- lijkrtoch, met welk een volledige overgave springruiters berusten in de loop der dingen. Neem Jos Lansink, de man die het dichtst bij de titel leek van allemaal. „En nu", zei hij na zijn dramati sche opgave, „ben ik er het verst vanaf." Zo simpel is dat: in de paardesport ben je de ene dag koning, de andere dag de nar. Jos Lansink vond in het begin van zijn carrière al eens zijn lie velingspaard dood in de stal. Dat kweekt eelt op de ziel. Piet Raymakers wilde boer worden, maar werd smidsknecht en kampioen paarden zadel maken van Asten-Heusden. Dan is zil ver bij de Olympische Spelen al een droom na achttien jaar hard werken. De geestdriftige Brabander bleef dan ook lachen toen Ludger Beerbaum hem van zijn troon reed. „Het kan bijna niet beter.... bijna. Weetje, een atleet die vandaag de hon derd meter in tien seconden loopt, doet er morgen geen half uur over. En dat kan bij ons wel gebeuren." Piet Raymakers beschouwde zijn zilver dan ook met recht een gouden succes. Anderhalf jaar geleden verruilde hij zijn geboortedorp met pijn in het hart voor het bedrijf van miljo nair Leon Melchior, de stoeterij Zangersheide in het pal over de Belgische grens gelegen Lana- ken. Hij vond daar de hemel op aarde en een vriendin voor het leven: Ratina Z. Een grootmoe der al, haar dochter baarde reeds zes gezonde veulens, maar wel een grootmoeder met pit. „Toen ik voor het eerst met haar kennis maakte", aldus Piet, „dacht ik: dit kan niet meer mis. Maar dat Ratina als een raket de lucht in zou schieten, had ik na tuurlijk ook nooit gedacht." Het was na zeventien jaar op eigen benen een gok om zich weer te onderwerpen aan de willekeur van een baas. „Maar ik heb het nu super naar mijn zin", zegt de man. die de on schuld zelve lijkt. „Ik beheer de topsport-afdeling van Zangers- heide, met dertig paarden en onder me die ik zelf heb uitgezocht. En Ratina blijft voor altijd bij ons op stal." Het paard bevestigt zijn filo sofie, waarmee hij zijn tijd voor uit is geweest. Kruis twee top paarden met elkaar en je krijgt een nog betere." Zelfs op het..moment dat op de piste van de Koninklijke Po loclub de zwaarste eisen wer den gesteld aan ruiter en paard, overwon de tien-jarige merrie de hoogste en breedste oxers. Het, kwart strafpunt wegens tijdsoverschrijding gaf echter de doorslag. „Ik heb niets geris keerd", aldus Raymakers. „Toen ik langs de bloembakken bij hindernis acht kwam, zag ik dat het krap werd om op tijd bin nen te zijn. Maar ik besloot op safe te gaan. Ratina heeft het laatste beetje kwaliteit. Zodra de weg echter lang wordt, moet ik met haar oppassen. Als ik Rati na laat rijden, krijg-ik haar nooit meer terug. Ze heeft zo'n motor in haar lichaam, dat ze dan het verband tussen voor en achter verliest." Dat is de schaduwzijde van de kwaliteit. Ratina is soms te snel om hard te gaan. Voor Jos Lansink gold hetzelfde met Ega- no. De krachtpatser is zo voor zichtig, dat hij bij de geringste aarzeling of tegenslag weigert te springen. Alles moet kloppen en het klopte niet op een dag waar op de goden vertoornd waren. De individuele finale van de springruiters begon tegen een grimmig decor, 's Ochtends om negen uur was het bijna donker, hindernissen woeien om, de re gen kletterde neer en in de verte hingen donder en bliksem. Ega- no werd er slechts nerveuzer door. Bij hindernis acht, een in een aquaduct veranderde spoorbrug, stak hij zijn voorbe nen in de blubber. Vol afgrijzen probeerde de Twentse ruiter het opnieuw, maar Egano was defi nitief van slag.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 14