Voor ondergedoken kinderen duurt de oorlog voort
Feiten &Meningen
Ijskoude Margot laat Erich in de steek
Verkuyl zet 'goede
dood' op de tocht
MAANDAG 3 AUGUSTUS 1992
2
Het doet onwerkelijk aan. De stilte werkt zelfs beklem
mend. Op het moment dat de eerste groep Bosniërs in
het asielzoekerscentrum in Zeewolde uit de bus stapt,
zijn er geen tranen, geen uitroepen van vreugde, geen
warme omhelzingen. Er valt niets te merken van opluch
ting.
haveloze indruk die de dood
vermoeide inzittenden maken.
Ze stappen uit zoals ze waar
schijnlijk op de vlucht zijn ge
slagen: in de schamele kleding
die ze droegen op het moment
dat ze noodgedwongen op zoek
gingen naar veiligheid. Een en
keling loopt op duidelijk te klei
ne sandalen. Anderen in ge
scheurde kleren, de kinderen in
een samengeraapt, waarschijn
lijk dagenlang ongewassen alle
gaartje. De eenmalige rijksuit
kering, 150 gulden voor kleding
en schoeisel, die hen komende
week in hun voorlopig definitie
ve onderkomen in de Koning
Willem I kazerne in Den Bosch
zal worden overhandigd, zal bit-
Soep, koffie en broodjes. Slechts een enkeling eet gretig. De emoties komen pas los als de kinderen een lied over Sarajevo inzetten.
ter noodzakelijk zijn. Deze
mensen zijn berooid. Hebben
alles verloren dat ze gedurende
jaren hebben verzameld. „Ik
had in mijn dorp het mooiste
huis van allemaal. Nu heb ik
niets meer", zegt een van de
De Bosniërs zijn na een trip van
meer dan 25 uur blijkbaar doo-
dop. Kapot van de reis, het lan-
ge wachten voordat ze konden
vertrekken en van de zenuwen
en spanning. De eerste groep
van de 332 Bosniërs arriveért
zaterdagochtend e
tienen in het voort
tiedorp. Hun bussen zien eruit
alsof ze hun beste tijd al heel
lang achter de rug hebben. Niet
voor niets blijkt een van de zes
bussen tijdens de rit van Llubja-
na naar Zeewolde te zijn uitge
vallen met pech.
Maar de bussen zijn nog ju
weeltjes in vergelijking met de
Vervreemding
De stilte, het ontbreken van
zichtbare uitingen van emoties,
valt niet alleen op als de eerste
bus langzaam leegstroomt. Ook
de inzittenden van de drie an
dere bussen verlaten in stilte
hun voertuig. Ze zijn in veilig
heid, in een lelijk bungalowpark
aan de rand van de Noordoost
polder. Het landschap dat ze
onderweg hebben gezien, moet
hebben bijgedragen tot de tota
le vervreemding. Na de ruwe
bergen van Bosnië en Kroatië,
waar om elke hoek nieuw ge
vaar kon opduiken, zijn ze door
een onafzienbaar vlak land
schap gereden.
De tientallen vrijwillige hulpver
leners uit Zeewolde en de pro
fessionele hulpkrachten van het
opvangcentrum kijken zwijgend
toe hoe de Bosniërs uitstappen
en langzaam iri de richting van
de eetzaal lopen. Voor verreweg
de meesten van hen is het de
eerste kennismaking met de
Nederlandse keuken. Soep, kof
fie, een paar broodjes worden
uitgereikt. Slechts een enkeling
eet met gretigheid. „We hebben
voor het laatst in Oostenrijk,
door hulp van de Nederlandse
ambassade, iets te eten gekre
gen", zegt Hasan Huremovic.
„Maar door de emoties konden
we nauwelijks iets naar binnen
krijgen." Huremovic maakt zich
nog kwaad op de Kroaten, die
hen zonder iets lieten vertrek
ken.
Welkom
De grote eetzaal is helemaal
vrijgemaakt voor de nieuw aan
gekomen vluchtelingen. Achter
een tafel neemt onder andere E.
Engelsman van het ministerie
van WVC plaats. Hij begint zijn
welkomswoord in het Servo-
Kroatisch. Dat ontlokt voor het
eerst duidelijke emoties: een
donderend applaus valt de
ambtenaar ten deel.
Vervolgens gaat hij door in het
Nederlands. Eén van zijn colle
ga's, D. Sakovic, coördinator
van de gemeentelijke huisves
ting van asielzoekers bij WVC,
vertaalt. Engelsman heeft een
afgewogen verhaal. Hij waar
schuwt de vluchtelingen „dat
het in een ver, vreemd land niet
altijd even gemakkelijk zal zijn".
Hij zegt verder: „Het belangrijk
ste is een veilige plek voor u en
iiw kinderen. Dat is wat wij u
hier willen bieden. Samen met
het Rode Kruis zullen we er alles
aan doen om uw verblijf hier zo
prettig mogelijk te maken."
Engelsman en alle andere Ne
derlanders worden vervolgens
toegezongen door een groepje
Bosnische kinderen. Ze zingen
over Sarajevo. Verschillende
vrouwen laten eindelijk hun tra
nen de vrije loop. De lethargie
lijkt doorbroken door het lied
en het daarop volgende „Bos
nië, Bosnië, Bosnië". Maar de
ogenschijnlijke onverschillig
heid komt terug als WVC-amb-
tenaar Sakovic ze uitlegt dat er
identiteitsbewijzen moeten
worden gemaakt, dat hun vin
gerafdrukken nodig zijn en dat
ze medisch zullen worden on
derzocht.
Zodra ze 'mogen', verlaten ze
de centrale opvangruimte en
gaan naar hun bungalows. Op
zoek naar afzondering, naar
rust. Een meisje spreekt nog en
kele dankwoorden uit in het En
gels. We like to thank de Hol
land government. Thank you
all."
Het meest originele i
taar op de gedwongen terugkeer
van DDR-leider Erich Honecker
vorige week woensdag kwam
van Heinz Eggert, de minister
van binnenlandse staten van de
Duitse deelstaat Saksen. „De
zwaarste straf voor Honecker is
ongetwijfeld dat hij lange tijd
met zijn vrouw in één kamer
van de ambassade in Moskou
opgesloten heeft gezeten."
En daar zit misschien wel een
kern van waarheid in. Bij de uit
zetting uit de Chileense ambas
sade was Margot Honeker op
vallend onaangedaan. Ze gaf
haar man niet eens een af
scheidskus. Bovendien dacht
geen haar op haar hoofd er aan
haar man bij te staan en met
hem naar Berlijn te gaan.
Na zeven maanden lang in de
ambassade op eikaars lip te
hebben gezeten, bevinden de
twee zich nu zo ver mogelijk uit
eikaars buurt. Terwijl Erich voor
de rechter verscheen en in staat
van beschuldiging werd gesteld
voor 49 moorden bij de Berlijn-
se Muur aan de voormalige
Duits-Duitse grens, zat Margot
in het vliegtuig naar Chili, waar
hun dochter Sonja woont.
Toen haar tijdens de vlucht
werd gevraagd of ze van plan
was ooit terug te keren, ant
woordde de voormalige First
Ladyvan Oost-Duitsland, die
bekend stond als 'de heks':
„Niets trekt me nog naar Duits
land. Het is mijn land niet
meer". En de arme Erich dan?
„Mijn man kan op zichzelf pas-
Het was een hard antwoord, dat
niet geheel onverwacht kwam.
Want hoewel de Honeckers, die
in 1953 in het huwelijksbootje
stapten, de schijn ophielden dat
ze nog samen waren, was alge
meen bekend dat ze al enkele
jaren voor de ineenstorting van
Oost-Duitsland apart leefden.
Er deden zelfs geruchten de
ronde dat Margot een reeks af
faires had met jongere mannen.
Maar afgezien van persoonlijke
moraliteit zijn veel Duitsers ver
ontwaardigd over het feit dat de
vrouw die 26 jaar lang minister
van onderwijs was in de DDR
en een bevoorrechte machtspo
sitie innam, gewoon mag ver
trekken terwijl anderen voor
hun daden ter verantwoording
worden geroepen.
„Mevrouw Honecker is mede
verantwoordelijk voor misdadi
ge handelingen van het com
munistische regime", meent
Detlef Kleinert van de liberale
FDP. „Nu Honceker terug is in
Duitsland, moet het openbaar
ministerie ook stappen onder
nemen tegen zijn vrouw."
In haar functie van minister van
onderwijs zou de inmiddels 65-
jarige Margot Honecker een van
de drijvende krachten zijn ge
weest achter de onrechtvaardi
ge maatregel van 'gedwongen
adoptie'. Volgens documenten
die na de val van de Muur aan
het licht kwamen, werden meer
dan 200 kinderen weggehaald
bij ouders die hadden gepro
beerd naar het Westen te vluch
ten of die zich schuldig hadden
gemaakt aan 'spionage' tegen
de Oostduitse staat. De kinde
ren werden aan leden van de
communistische partij gegeven
en kregen pas als volwassenen
te horen wat er met hen was ge
beurd.
Het openbaar ministerie in Ber
lijn heeft inmiddels een onder
zoek ingesteld naar de activitei
ten van mevrouw Honecker,
maar zegt vooralsnog over te
weinig harde bewijzen te be
schikken om haar aan te klagen.
Uiterlijk onaangedaan zag Margot Honecker (linksboven) vorige week
haar man vertrekken. Ze gaf hem niet eens een afscheidskus.
FOTO Rtr ALEKSANDR MATRUSKIN
CORRESPONDENT
„Het wordt een emotionele, aangrij
pende bijeenkomst", voorspelt Leni
Fortus. Samen met enkele tientallen
andere uit Nederland afkomstige Is
raëliërs reist ze binnenkort naar Am
sterdam, waar van 23 tot en met 25
augustus het congres 'Het Onderge
doken Kind' wordt gehouden. Naar
schatting vierduizend joodse kinde
ren zaten in de Tweede Wereldoorlog
ondergedoken bij niet-joodse gezin
nen. Het afscheid van hun ouders was
in de meeste gevallen een afscheid
voor het leven. De kinderen zijn nu
vijftig of zestig jaar oud, maar voor
velen van hen is de oorlog nog altijd
niet voorbij.
Leni Fortus woont het congres in Am
sterdam bij als directrice van 'Elah', de
Israëlische Stichting Solidariteit van uit
Nederland Afkomstigen, opgericht om
hulp te verlenen aan mensen met oor
logstrauma's. Ervaring met het onder
gedoken kind heeft ze volop. Niet al
leen omdat 'Elah' sinds een paar jaar
gespreksgroepen over dat thema orga
niseert, maar ook omdat ze als kind in
Nederland ondergedoken zat, naar ze
zelf zegt „op drie fantastische adres-
Maar niet alle onderduikende kinderen
waren even goed af. Een van de werk
groepen op het komende congres heeft
als onderwerp 'Schaamte, vernederin
gen en misbruik'. Kinderarbeid en
sexuele uitbuiting zijn voorgekomen, al
ging het om uitzonderingsgevallen. In
de regel deden pleegouders meer voor
de onderduikers dan van hen mocht
worden verwacht, maar het kon niet
anders of de scheiding van hun na
tuurlijke ouders en het verlies van
soms hun hele familie bezorgden de
kinderen trauma's in de rest van hun
leven.
Volgens Leni Fortus worstelt een grote
groep ex-onderduikers met een identi
teitsprobleem. „Er zijn veel mensen die
niets van hun familie afweten, soms
niet eens de namen kennen van hun
ouders. Iedereen is weg, nergens is
houvast: geen ooms, geen tantes, geen
neef, niets. Het zijn mensen die zijn
opgegroeid zonder enige familieband
en die zich een last voelden voor de ge
meenschap. In veel gevallen gingen ze
van het ene pleeggezin naar het ande
re. Sommigen werden in groepen naar
Israël gestuurd, waar ze dan weer in te
huizen terechtkwamen. Het gevolg is
dat ze nog altijd niet in staat zijn een
vaste relatie aan te gaan. Ze trouwen
misschien wel, maar het huwelijk
houdt geen stand want ze weten niet
hoe een gezin functioneert. De gelukki
ge uitzonderingen zijn de kinderen die
in een goed pleeggezin terecht zijn ge
komen en daar gebleven zijn tot ze vol-
Hnn boosheid en agressie over hun si
tuatie kunnen de ex-onderduikers op
niemand richten. Daarom maken ze
soms zichzelf tot slachtoffer. Leni For
tus: „Ze menen dat ze mislukkelingen
zijn en hebben soms zelfmoordneigin
gen. Ze denken: het is allemaal mijn
schuld. Velen kampen met een enorme
eenzaamheid, ook als ze getrouwd zijn
en kinderen hebben. Ze leven volko
men onbegrepen en eenzaam binnen
hun gezin. Er bestaan wat dat betreft
geen statistieken, maar in onze ge
spreksgroepen is het percentage ge
scheiden mensen heel hoog."
De aanpak van de overheidscommissie
'Oorlogs Pleeg Kinderen' (OPK), vlak
na de oorlog, heeft niet altijd bijgedra
gen aan het welzijn van de ex-onder
duikers. Het lot van de kinderen werd
nogal eens bepaald door getouwtrek
tussen joodse en christelijke instanties.
„De strijd om het joodse kind", noemt
Leni Fortus die periode. „Joodse orga
nisaties wilden dat de kinderen door
joodse mensen zouden worden opge
voed. Ze redeneerden dat de ouders
nooit zouden hebben gewild dat de
kinderen een niet-joodse opvoeding
kregen. Helaas wogen de belangen van
het kind zelf niet altijd het zwaarst. Er
werd vaak meer belang gehecht aan de
belangen van het joodse volk. Trou
wens, ook de christenen stelden pogin
gen in het werk de kinderen niet op te
geven. Er werd van twee kanten aan ze
getrokken."
Het congres in Amsterdam is een Ne
derlands vervolggeorganiseerd door
het Joods Maatschappelijk Werk en de
Stichting Icodo op een soortgelijke
bijeenkomst in New York in 1991, waar
Leni Fortus ook aanwezig was. „In het
hotel waar de conferentie werd gehou
den, was een verdieping met alleen
maar aanplakborden. In de loop van
de bijeenkomst kwamen die helemaal
vol te hangen met briefjes en foto's.
Veel groepsfoto's niet pijltje dit ben
ik, als je jezelf herkent: ik ben daar en
daar te bereiken. En mensen die met
een bordje rondliepen met hun eigen
naam erop en de naam van iemand die
ze zochten. Dat zorgde voor emotione
le momenten, waar dan natuurlijk de
pers meteen op afkwam. Mensen die
elkaar na vijftig jaar weer ontmoetten.
eenzame zielen, i
die nog steeds lopen te zoeken naar
een broer of een oom of een tante. Zo
iets zou in Amsterdam ook weer kun
nen gebeuren."
„Ik zal je zeggen
toe gaan: 'We hebben beslo
ten vrijdag op wintersport te
gaan. Als opa nou dinsdag
doodgaat, kunnen we hem
donderdag nog bedraven en
kunnen we vrijdag lekker
weg'. Natuurlijk, zo ver is het
nog niet, maar zodra euthana
sie wordt toegestaan, zal het
uiteindelijk wel zo gaan
Zo verwoordde cabaretier
Freek de Jonge eind vorig jaar
in Viva de angst van velen dat
het toestaan van euthanasie
een groene-zeephellingzal
blijken te zijn waarbij het snel
van kwaad tot erger zal gaan.
Dat die angst niet helemaal
ongegrond is, bewees vorig
jaar de commissie-Remme-
link. Die stelde op verzoek van
de regering een onderzoek in
naar de euthanasiepraktijk in
Nederland en kwam onder
meer tot de conclusie dat in
1.000 van de ruim 3.000 jaar
lijkse euthanasiegevallen het
slachtoffer daar niet nadruk
kelijk om had gevraagd. Daar
mee sloeg de commissie de
voorstanders een van hun be
langrijkste argumenten uit
handen: mensen hebben
sen of het kind een leefwaar-
dig bestaan in het vooruitzicht
heeft. Tegenover deze krant
nam Verkuyl het woord
'barmhartigheid' in de mond.
Barmhartigheid voor wie, kun
je dan denken. Aangezien nie
mand weet wat de dood in
houdt, is het onmogelijk te
beoordelen of de dood beter is
dan welk leven dan ook.
Hooguit kan. iemand voor
zichzelf besluiten dat hij dé
dood verkiest boven het leed
dat zijn leven met zich mee
brengt. Dat is ook de kem van
het zelfbeschikkingsrecht en
zou de kem moeten zijn van
elke euthanasie. In het geval
recht op zelfbeschikking en
(dus) ook het recht om hun ei
gen leven te beëindigen als ze
niet meer verder willen leven.
Kort na het rapport kwam de
regering met zijn officiële
standpunt: euthanasie blijft
strafbaar, maar wordt in prin
cipe niet vervolgd als de over
ledene er herhaaldelijk om
heeft gevraagd, als er geen
kans meer is op herstel en de
dood nabij is, en er IS over
legd met andere betrokkenen
en collega-medici. Bovendien
moet de arts elk geval van eu
thanasie aanmelden bij de of
ficier van justitie, die vervol
gens controleert of de arts
zich aan deze zogeheten zorg
vuldigheidseisen heeft gehou
den.
En nu is er de discussienota
van zes kinderartsen, onder
wie de Utrechtse kinderarts
Verkuyl, over euthanasie op
pasgeboren kinderen. Dat
moet volgens hen mogelijk
zijn in vier gevallen: het ern
stig zieke kind overlijdt niet
uit zichzelf na het staken van
een zinloze medische behan
deling, na verloop van dagen
of weken blijkt de afwijking
veel ernstiger dan gedacht, het
kind blijft zonder medische
behandeling wel in leven
maar lijdt ernstig, het kind
blijft op eigen kracht in leven
maar artsen en ouders vragen
zich af wat de kwaliteit van
dat leven zal zijn.
Zelfbeschikking
Het kernprobleem is hier dat
pasgeboren baby's hun wil
niet kenbaar kunnen maken.
Anderen (de arts en de ou
ders) moeten/mogen beslis-
kinderen is er van dat zelfbe
schikkingsrecht geen sprake.
Het valt bovendien niet uit te
sluiten dat bij een besluit tot
euthanasie de teleurstelling
van de ouders (een gezond
kind zal altijd welkom zijn,
maar een ernstig gehandicapt
kind lang niet altijd) een rol
gaat spelen. Zeker voor ouders
is de 'kwaliteit van leven' voor
het kind immers niet los te
zien van de kwaliteit van hun
eigen leven: zij moeten voor
dat kind zorgen. Het gevaar
van de begrijpelijke maar on
eigenlijke optelsom 'leed voor
kind' 'leed voor ouders (en
overige kinderen)euthana
sie lijkt levensgroot aanwezig.
Wetenschap
Nu kun 'je daar tegenin bren
gen dat je bij een verbod op
euthanasie als de patiënt zijn
wil niet (meer) kenbaar kan
maken (zoals ook in het geval
van bijvoorbeeld comapatiën
ten, zwakzinnigen of demente
bejaarden) in feite de techniek
het laatste woord geeft. En het
is een feit: de medische we
tenschap houdt steeds meer
kinderen met steeds ernstiger
afwijkingen in leven, en kop
pelt het leven en de kwaliteit
ervan steeds verder los van el
kaar. Maar is dat voldoende
argument voor de koers die
Verkuyl cs kiezen?
Het hele euthanasiedebat is
mede voortgekomen uit de op
zichzelf terechte wens om de
grens van het leven niet langer
(alleen) te laten bepalen door
de stand van de medische we
tenschap. Maar dat debat is in
elk geval in één opzicht te
leurstellend verlopen: nie
mand heeft kans gezien om
harde garanties in te bouwen
tegen een afglijden naar het
doden van mensen 'voor hun
eigen bestwil'.
De eis dat de betrokkene zélf
voor euthanasie moet kiezen
is een van de weinige manie
ren om dat afglijden te voor
komen. Wie die eis met
welke nobele motieven dan
ookloslaat, zet al snel het
'goede' van de 'goede dood'
op de tocht. En dan maakt het
niet of de betrokkene tachtig
is of net geboren.
In veiligheid, in een lelijk bungalowpark aan de rand van de Noordoostpolder