Verdachte in de knel door verharding strafrecht Capaciteit voor zestig procent benut door Nederlandse grond Extra MAANDAG 27 JULI 1992 - l-, - ■j, 3 èK - - De scheidslijn tussen boeven en engelreine burgers is niet te trekken. gus schreuders medewerker gpd Het strafrecht heeft, op afstand beke ken, iets weg van een slingeruurwerk. In sommige perioden de jaren ze ventig bijvoorbeeld slaat de slin ger uit naar humanisering van de strafrechtspleging. Criminologen to nen aan dat het strafrecht niet bij draagt tot verbetering van de maat schappij. Er komt veel aandacht voor de persoon en de rechten van de ver dachte. Alternatieve straffen zoals dienstverlening raken in zwang. Er is sprake van een mild strafrechtelijk Dan zwaait de pendule weer in te genovergestelde richting. De behoefte aan een sterkere maat schappelijke reactie op criminaliteit doet zich gelden. De nadruk ver schuift van rechtsbescherming naar rechtshandhaving. De belangen van de slachtoffers van misdrijven ko men meer in de belangstelling. De formele regeltjes waaraan politie en justitie zijn onderworpen, worden als lastig en soms overdreven ervaren. Doelmatigheid en geloofwaardigheid zijn de trefwoorden. Vormfouten De verharding van het strafrecht, die begin jaren tachtig heeft ingezet, is nog volop gaande. Het beleid van justitie-minister Hirsch Ballin - uit gezet in het vijfjarenplan 'Recht in Beweging' is primair gericht op stroomlijning van de strafrechtsple ging. Bij de Tweede Kamer ligt een hele serie wetsvoorstellen om de doelmatigheid van vervolging en be rechting te vergroten. Het bekendste voorbeeld is een wets wijziging om te voorkomen dat een verdachte vrijkomt ten gevolge van vormfouten in de procedure. Door enkele geruchtmakende incidenten is de indruk ontstaan dat zware mis dadigers zomaar vrijuit gaan als jus titie een verzuim van vormen kan worden aangewreven. Veel reden voor opschudding is er meestal niet. In werkelijkheid komen de betrokke nen later terug op de zitting, tenzij ze naar het buitenland worden uitgewe zen waar ze doorgaans ook in het ca chot belanden. De voorgestelde wetswijziging lijkt dan ook vooral be doeld om het publiek gerust te stel len. De oorzaken van de achterstand waarmee men op vele parketten kampt, zijn overbelasting van het justitie-apparaat en te weinig geld voor de strafrechtspleging, een pro bleem dat men via automatisering en betere bedrijfsvoering probeert aan te pakken. Als de dossiers in de computer maar tijdig ter inzage van de verdediging komen, is er uit het oogpunt van de rechtsbescherming natuurlijk tegen deze vorm van stroomlijning van het strafrecht niets in te brengen. Het is de andere vorm van stroomlij ning die zorgen baart: het idee dat al die lastige, formele regeltjes van het strafproces een krachtige bestrijding van de criminaliteit in de weg staan. In dit kader zijn wetsontwerpen in gediend om de werklast van de rech terlijke macht te verlichten. Het be treft vereenvoudiging in de regeling van de voorlopige hechtenis, beper king van de mogelijkheid om een proces 'te rekken' via bezwaarschrif ten tegen de dagvaarding, lichtere ei sen aan de motivering van vonnis sen, invoering van rechtspraak door een enkele rechter in hoger beroep en nog enkele van dit soort 'techni sche' wijzigingen. Waarborgfunctie Stuk voor stuk - aldus een commen taar van drie rechtsgeleerden in het Nederlands Juristenblad, Van Alem- lo, Cohen en Wiewei - tasten deze in grepen het rechtskarakter van ons strafproces niet aan. Maar bij elkaar genomen doen de wijzigingen af breuk aan de waarborgfunctie. „Het is zorgelijk dat voor de bestrijding van de criminaliteit oplossingen wor den gezocht die niet passen in de zorgvuldig opgebouwde structuur van het Wetboek van Strafvorde ring", luidt de conlusie van de au teurs. Want er worden regeltjes opzij gezet, die indertijd stuk voor stuk be wust door de wetgever zijn opgeno men ter bescherming van de ver dachte. Gepeuter aan de rechtswaarborgen is een hachelijke zaak. Het nieuwste idee om iets te doen aan de werklast van de rechterlijke macht is afkom stig van de oud-president van de Ho ge raad, mr. Ch. Moons, die voorzit ter is van de adviescommissie over de herziening van het wetboek van strafvordering. Hij stelt voor de be kentenis van de verdachte als vol doende bewijs te accepteren. Nader onderzoek op de rechtzitting - bij voorbeeld naar de vraag of de beken tenis misschien is afgelegd om een ander te beschermen of onder druk van de werkelijke dader - is dan niet langer nodig. Zulke voorstellen betekenen wel een aanzienlijke vermindering van de werkdruk, maar ook een groot kwali teitsverlies voor de rechtspraak. Groepsaansprakelijkheid Juristen die zich, bijvoorbeeld in de Coomhert-liga, druk maken over aantasting van de rechtswaarborgen voor verdachten, hebben de wind te gen. Het is moeilijk om uit te leggen dat ons strafproces een kostbaar goed is, waar heel zuinig mee moet worden omgesprongen. In de publie ke opinie is gemakkellijk te scoren met pleidooien voor een krachtiger bescherming van de samenleving te gen de oprukkende criminaliteit. Als een groep supporters die een trein sloopt vrijuit gaat omdat de schuld per individueel geval niet be wijsbaar is, valt bijvoorbeeld goede politieke sier te maken met de invoe ring van groepsaansprakelijkheid in het strafrecht. Maar een oppassende burger die per ongeluk tussen een groep voetbalvandalen verzeild raakt, zal straks raar staan te kijken als hij zonder meer veroordeeld kan worden wegens door anderen aange richte vernielingen. „Mensen bemerken veelal de waarde van rechtswaarborgen pas als ze zelf in het vizier komen", zegt hoogleraar strafrecht en advocaat mr. Th. de Roos hierover. „De scheidslijn tussen boeven en engelreine burgers is niet te trekken, ledereen kan in aanraking komen met Justitie. We zijn allemaal mogelijke verdachten. Een vader die door zijn wraakzuchtige ex van in cest wordt beschuldigd, merkt ineens dat het prettig is dat er regeltjes zijn die je rechtspositie in het proces waarborgen". Maar de regels die het loodje leggen in de strijd tegen de grensoverschrijdende en georgani seerde criminaliteit, zijn ook de rechtswaarborgen voor de oppassen de burger die bij toeval onder ver denking komt te staan. Prof. De Roos waarschuwt tegen de ondermijning van het evenwicht tus sen bevoegdheden voor justitie en rechten voor de verdachte. „Dat is het uitgangspunt in het wetboek van strafvordering, dat in 1926 in werking is getreden: je kunt vergaande be voegdheden toekennen aan de met opsporing en vervolging belaste in stanties, mits er bescherming van de burgers tegenover staat. Als je gaat morrelen aan de mogelijkheden van beroep en bezwaar, waar allemaal strikte termijnen mee gemoeid zijn, dan ben je al snel op een punt dat ef fectieve controle niet meer mogelijk is. Uiteindelijk gaat het om de vraag wat de overheid zich tegenover de burgers kan en mag veroorloven". Olievlekwerking De handhaving van de Opiumwet oefent een gigantische druk op het justitie-apparaat uit. Het merendeel van de langdurig gestraften, onder wie praktisch alle buitenlanders in Nederlandse gevangeniscellen, zit wegens misdrijven in verband met drugshandel. Er is sprake van een olievlekwerking die de kwaliteit van de rechtspraak als geheel aantast. De meeste veranderingen in het straf proces die op stapel staan of de laatste jaren al zijn ingevoerd, vor men dan ook een directe nasleep van de drugscriminaliteit. Vroeger werd van anonieme getui gen of van onrechtmatig verkregen bewijs zelden vernomen in onze rechtzalen. Inmiddels heeft het Eu ropese Hof voor de rechten van de Mens Nederland al enkele malen op de vingers getikt wegens overtreding van de normen op dit gebied. Het probleem is evident. De georgani seerde criminaliteit kan letterlijk met geld smijten om de rechtsgang te corrumperen. In het bijzonder kun nen de geldbronnen van de grote drugshandelaren worden gebruikt voor het bewerken van getuigen. Vandaar wettelijke maatregelen ter bescherming van getuigen. redactie frans visser Maar de anonieme getuige verdraagt zich eigenlijk niet met onze rechtsor de (en hetzelfde geldt voor opspo ringstechnieken zoals infiltratie en pseudo-koop) omdat het moeilijk, zoniet vrijwel onmogelijk, is voor de verdediging om daar controle op uit te oefenen. In feite gaat het telkens om een afweging tussen het belang van de zaak die het openbaar minis terie bij de rechter wil aanbrengen en het belang van de getuige. Onbetrouwbaar (anoniem, oncon troleerbaar) bewijsmateriaal dient zoveel mogelijk te worden uitgeslo ten. Men moet bedenken dat grotere armslag bij de opsporing en vervol ging betekent dat het moeilijker wordt de norm van een eerlijk proces te handhaven. Tegenwoordig vragen ook getuigen van een burenruzie om anonimiteit omdat zij geen proble men met een agressieve buurman willen krijgen. Wat begon als hoge uitzondering in drugszaken, dreigt zo tot het normale patroon in het straf recht te worden. Automatisme Behalve door de aantasting van pro cessuele waarborgen krijgen de met opsporing en vervolging belaste in stanties ook meer armslag doordat het terrein van strafrechtelijk gedrag wordt uitgebreid. Voorbeelden zijn het strafbaar stellen van voorberei dingshandelingen en de aanscherp ing van de helingsbepalingen. Van voorbereidingshandelingen is sprake als een verdachte beschikt over plan nen of materiaal om een misdrijf te plegen, maar nog geen begin met de uitvoering heeft gemaakt. De strafbaarstelling van voorberei dingen staat op gespannen voet met het beginsel dat alleen gedragingen en niet gedachten strafbaar kunnen worden gesteld. In de Opiumwet werd in 1985 een uitzondering ge maakt om de politie in staat te stel len mensen die auto's of geldmidde len voor de drugshandel in hun bezit hebben op te pakken voordat zij hun misdaad feitelijk hebben uitgevoerd. Deze uitzondering dreigt nu tot regel in het wetboek van strafrecht te wor den verheven. Als wordt besloten tot uitbreiding van de bevoegdheden van politie en justitie of inperking van de rechten van verdachten om een specifiek probleem aan te pakken, leidt dit doorgaans tot een veel bredere rege ling. Om het zwartrijden in het open baar vervoer tegen te gaan, worden nieuwe dwangmiddelen voorgesteld tegen 'anonieme verdachten', zoals ophouden voor verhoor en fouilleren ter identificatie. Een typisch voor beeld van een regeling die bedoeld lijkt voor specifieke gevallen, maar die straks kan worden toegepast te gen alle burgers die om welke reden dan ook met de politie In aanraking komen. Volgens prof. De Roos beginnen veel beoefenaren van het strafrecht zich zo langzamerhand echt zorgen te maken over al deze aantastingen van de rechtswaarborgen. De pendule van het strafrecht is bezig door te slaan. Vuile grond in Nederland blijft te lang liggen. Dat is slecht voor het milieu omdat vervuiling zich ver spreidt. Nog slechter is het voor de gezondheid. „Want", waarschuwt ing. W. Hagemeijer van het Ser vice Centrum Grondreiniging (SCG), „kinderen stop pen regelmatig grond in hun mond." Veel verbete ring in de reinigingsaanpak, zo blijkt uit de reacties van deskundigen, zit er voorlopig niet in. Voor Nederland zijn vuile grond schoon heeft, zijn we veertig jaar verder moerduk» gerard van den heuvel gpd Van 6000 lokaties in ons land staat vast dat de bodem moet worden gesaneerd. Voordat Ne derland zijn meer dan dertig miljard kilo vuile grond schoon gemaakt heeft, zijn we minstens veertig jaar verder, voorspelt di recteur W. Hagemeijer van het Service Centrum Grondreini ging (SCG). Grond die voor re kening van de overheid wordt onderzocht, dient sinds 1990 te worden aangeboden aan het SCG. Dit centrum beoordeelt of de grond moet worden ge reinigd en schakelt vervolgens een van de twaalf tot vijftien be drijven in die in Nederland grond reinigen. Het SCG-systeem, .opgezet om gerommel tussen aanbieders en reinigers te voorkomen, is vol gens Hagemeijer goed voor het milieu en dus beter voor de ge zondheid. Maar net als Hage meijer ontdekten H. Struijk, woordvoerder van de reinigers, en R. Potters, voorlichter van grondreiniger Afvalstoffen Ter minal Moerdijk (ATM), zand in het raderwerk van de reini gingsmachine. Een betrekkelijke buiten staander. W. Kreté, ervaren op het gebied van grondreiniging als ex-mi!ieumedewerker van het Stadsgewest 's-Hertogen- bosch. nu consulent voor Envi- roLab in Moerdijk, ontdekte dat vrijwel alle betrokkenen een handje zand tussen de tandwie len werpen. EnviroLab, dat grondmonsters onderzoekt, gokte met zijn vestiging op groei van het aantal grondreini- gers op Moerdijk. Logisch. In de tijdelijke opslagplaats TOP- Moerdijk, een paar honderd meter van het laboratoirum ver wijderd, ligt 22.500 ton reinig- bare grond. De hoeveelheid die nog in de vaderlandse grond zit, liegt er evenmin om. De grondreinigersblijven niettemin weg. Buitenland NBM Bodemsanering in Den Haag was zo'n potentiële vesti gingskandidaat. Volgens de woordvoerder van dat bedrijf is de investering op Moerdijk voorlopig afgeblazen. Teveel grond wordt gestort op vuil stortplaatsen. Mooi afdekmate riaal. Maar NBM wil reinigen. Net als ATM moet het bedrijf, om zijn machines rendabel te laten draaien, grond uit het bui tenland halen. ATM-woord- voerder R. Potters: „Onze capa citeit wordt slechts voor vijftig tot zestig procent benut-door Nederlandse grond. De rest komt uit Duitsland. We reinin- gen grond van saneringsprojec ten in het Ruhrgebied. Het SCG zou meer mogen sturen". Kreté wijst op het gebrek aan zegd: 'reinigen', wordt nu een damwandjc rond dc vuile plek geslagen. Dat bespaart afgra- vings-, opslag- en reinigingskos- ten." Figen boezem Binnen het reinigerscircuit niemand durft het in het open baar voor ziin rekening te ne men wordt gefluisterd dat er sprake is van \Tiendjespolitiek bij het SCG. Gewezen wordt op de vooraanstaande positie die Jaartsveld bij Hagemeijer in neemt. De SCG-directeur ont kent met klem dat het gebrek aan werk bij grondreinigers iets te maken heeft met vriendjes politiek. „Wij verdelen de te sa neren grond over de bedrijven die de geconstateerde vervui ling kunnen verwijderen. Kun nen ze dat niet, dan krijgen ze ook geen grond." De klagers moeten volgens Hagemeijer de hand in eigen boezem steken. „Er zijn grondreinigers die niet in staat zijn de normen die wij aan schone grond stellen, te ha len. Die zeggen dat een beetje minder schoon ook wel kan. Die kun je niet inschakelen." Ook al zou er geld genoeg zijn om alle vervuilingen in Neder land aan te pakken, zelfs dan blijven er levensgrote proble men. Bij ATM liggen tonnen schone grond. Niemand wil het hebben uit angst dat er toch nog iets in zit. Hetzelfde geldt voor vliegas. Prima spul voor de wegenbouw. En, zo vraagt Ha- gemeijer zit h met de reinigers af, waar moet je heen met ge schoonde Hoogovenslakken? Met zeefzand uit puinbrekers? Met baggerslib? Met mijnsteen? Het ministerie van VROM ver wacht binnenkort de antwoor den te kunnen geven. Ook op de vraag of er niet meer geld aan bodemsanering gespen deerd kan worden. Zolang moet Nederland geduld hebben. DDT W. Hagemeijer (links), directeur van het Service Centrum Grondreiniging en H. Struijk, woordvoerder van de Nederlandse Vereniging voor Proces matige Grondreinigingsbedrijven aan de voet van miljoenen kilo's grond bij TOP Moerdijk, die op reiniging liggen te wachten. foto gpd handvatten voor het SCG. „Het is een geldkwestie. Het SCG kan weinig doen tegen het storten. Storten is goedkoper". Kreté weet ook uit ervaring dat de provincie, waar doorgaans de rekening van de reinigingskos- ten terecht komt, niet veel zin heeft vuile grond via het SCG aan te bieden. „Die tussen komst werkt kostenverhogend. De provincie doet liever recht streeks zaken met grondreini gers." Rechtstreeks Niet alleen biedt de provincie tc weinig grond aan. De indruk bestaat dat er geld aan de strijkstok blijft hangen. Geld dat beter kan worden gebruikt om grond te reinigen. Medewerker mr A. Bouman van de provincie Noord-Brabant ontkent dat er financieel wordt gesjoemeld. „We kunnen de vuile grondstro men maar beperkt sturen. Niet alles gaat via het SCG. Particu lieren. bedrijven en gemeenten kunnen rechtstreeks zaken doen met grondreinigers. Zodra echter de overheid de rekening moet betalen, loopt de reiniging via het grondcentnim". Dat er onvoldoende aanbod voor de reinigers is, komt vol gens Bouman niet door de rei- nigjngspolitiek van de overheid, maar door de te grote verwer kingscapaciteit bij de Neder landse grondreinigers. In de ja ren '70 bouwden wegen hou wers hun machines in ijltempo om tot grondvuilverbranders, Het SCG selecteert de reinigers op hun kwaliteit. Te weinig mo gelijkheden in huis betekent geen grond van het toch al be perkte aanbod. Hagemeijer noemt Jaartsveld Natuur en Milieu uit Steenbergen. Naar zijn indruk een voorbeeld van een vooruitstrevende reiniger met groot gevoel voor innova tie. „Als enige in Nederland kan dit bedrijf grond die is vervuild met DDT schoonkrijgen. Ande re aanbieders lieten het op dat gebied afweten." Feit blijft dat door een com plex aan factoren miljoenen ki lo's vuile grond de ovens of de wassers niet halen. Hagemeijer. „De rijksoverheid heeft dit jaar 250 miljoen gulden beschikbaar gesteld. Dat bedrag loopt in 1994 op 375 miljoen gulden Een druppel op een gloeiende plaat. Een afdoende schoon- maakoperatie vergt minstens negen miljard gulden. Dat geld is er niet, dus blijft het vuil in de bodem. Struijk wijst op bijko mende oorzaak. „Vervuiling wordt gemakkelijker geaccep teerd. Waar vroeger werd ge met als resultaat dat er nu te veel zijn. Intussen snoepen in Neder land kinderen van de met ben zeen en zware metalen gemari neerde bodem. En intussen stroomt het vuil naar schone gebieden en draaien dure ma chines op halve kracht. Sommi ge ondernemers, weet Struijk, zoeken hun heil in werktijdver korting. De Duitse grond bete kent voor anderen de redding. Daar zitten volgens Hagemeijer ook voordelen aan vast. ..Met die inkomsten zijn de bedrijven in staat nieuwe technieken te ontwikkelen. Nog lang niet alle grond kan worden schoonge maakt naar de normen die daarvoor worden gehanteerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 21