Eekhoorns
en vossen
niet voeren
Over leven
MILIEUTIPS
Teek op oorlogspad
Dikke vrienden
Geen gif uit groenafval
Natuur in eigen land
VRIJDAG 26 JUNI 1992
REDACTIE MONICAWESSEUNG
Kijken mag, aankomen niet
Snoezig natuurlijk: een eekhoorntje uit het duin dat op je
schouder komt zitten om een nootje op te peuzelen. Óf
een duinvos die, zij het wat trillerig op de poten, een
stukje vlees uit de hand eet. Heel schattig, maar niet best
voor het dier. Duindieren horen wild te zijn en te blijven.
Voeren is uit den boze, net als veel lawaai in het duinge
bied.
leiden monica wesselinc
De bioloog van stichting Duin
behoud, de Leidenaar G. de
Bruyn, is er aan de vooravond
van de zomer niet helemaal ge
rust op. Steeds meer mensen
trekken het duingebied in om
een dagje te recreëren. De
Bruyn: „Op zich is daar niets op
tegen. Sterker nog, wij juichen
het toe als kinderen op deze
manier kennis maken met de
natuur. Maar dan wel op voor
waarde dat volwassenen en kin
deren de natuur niet al te erg
verstoren".
Het duingebied wordt be
woond door een enorm aantal
dieren. Zolang de mens niet
grof ingrijpt, is er een natuurlijk
evenwicht. De dieren zorgen er
voor dat de plantengroei in
toom wordt gehouden en de
beesten houden eikaars popula
ties in evenwicht 'door elkaar
op te eten'. Elk dier heeft zijn
functie, al is het alleen maar als
voedsel voor een volgend dier in
de keten.
Het konijn is nodig om het
gras kort te houden. In 1955,
toen een uitbraak van myxoma-
tose danig huishield in de ko
nijnpopulatie, overgroeide het
duin razendsnel. Allerlei insek-
ten verdwenen, en daarmee ook
talrijke vogels. De vqs had, bij
gebrek aan konijnen, ook niets
meer in het duin te zoeken.
„Dat konijn verdient dus be
scherming. Het dier is gelukkig
vrij makkelijk, maar heeft wel
zijn rust nodig".
Veel rustgevoeliger zijn vo
gels. Met name de wulp 'leeft bij
de gratie van rust'. De donkere
vogel met zijn zo typerende lan
ge kromme snavel verlaat acuut
zijn nest als hij onraad ver
moedt. Na een paar keer te zijn
opgeschrikt houdt moeders het
voor gezien en moet het broed
sel als verloren worden be
schouwd. Soms beginnen de
vogels zich aan een tweede leg-
sel, maar dit is eigenlijk tot mis
lukken gedoemd.
Eieren
De duinhagedis zoekt niet al
leen rust, maar stelt ook eisen
aan de begroeiing van het duin.
Als koudbloedig dier moet hij
eerst een tijdje in de zon opwar
men voor hij op insektenjacht
kan. Dat betekent dat er rustige
open plekken moeten zijn. Het
konijn kan daarvoor zorgen. Als
het warm wordt of gevaar
dreigt, moet het reptiel kunnen
schuilen onder struikgewas. Bij
zondere bloemetjes trekken de
insekten aan die de kleine glib
ber eet.
De Bruyn geeft nog een reden
om het leefgebied van de duin
hagedis ongestoord te laten.
„De duinhagedis zet in deze tijd
eieren af op zandige hellinkjes.
De zon zorgt voor het uitbroe
den. Een troep kinderen juist nu
laten schatgraven betekent het
eind van de jonge hagedisjes".
Rust en nog eens rust, dat is
wat de dieren nodig hebben. In
de praktijk betekent dat niet
buiten de paden gaan als dat
verboden is, geen honden laten
loslopen en niet met de getto
blaster op je schouder het duin
in trekken.
Een voorbeeldig recreant
voert, zo blijkt uit de woorden
van De Bruyn, geen dieren in
het duin. Zowel de vos als het
eekhoorntje zijn er wel toe te
bewegen de angst voor mensen
op zij te zetten in ruil voor een
lekker hapje. „Fout, helemaal
fout", becommentarieert de
bioloog. Veel voeren van vossen
of eekhoorns zorgt ervoor dat
de populatie van deze diersoor
ten te groot wordt. „En daarmee
is het natuurlijk evenwicht ver
stoor".
De Bruyns boodschap is dui
delijk. De duinen zijn er óók
voor de recreanten, Maar dan
moeten die zich wel goed ge
dragen, Rustig op de paden blij
ven, geen dieren voeren en geen
bloemen plukken. „En al hele
maal geen troep achterlaten.
Een plastic zakje met boter
hammen in het duin weggooien
is echt heel kwalijk. Nog steeds
sterven er reeën omdat ze plas
tic in hun maag krijgen. Dat
mag niet gebeuren
In de glas- en papierbak zitten
nog te vaak dingen die er niet in
thuishoren. Papier wordt vaak
in plastic zakken ingezameld en
vervolgens met zak en al in de
container gegooid. De papier
bak is echt alleen voor papier:
kranten, wasmiddeldozen, re
clamefolders en eierdozen, alles
kan er in.
Kartonnen drankverpakkingen
kunnen niet worden herge
bruikt, want deze zijn voorzien
van een plastic of aluminium
laagje. Blocnotes met een ijze
ren spiraal mogen er ook niet
Glas- en papierbak staan vaak
naast elkaar in de milieucomer.
Het is een kleine moeite de kar
tonnen doos waarin het glas is
vervoerd, even plat te trappen
en deze in de papierbak te gooi
en. De reinigingsdienst is van
plan papier weer huis aan huis
te gaan ophalen. Hoe en wan
neer laat hij nog weten.
Glas
Mag een gloeilamp nou wel of
niet in de glasbak? Niet dus. Er
zit te veel ijzer en koper in de
lamp. De afgedankte lamp moet
gewoon in de groene container.
Als het huisvuil nog in zakken
wordt opgehaald, verpak de
lamp dan. Dan kunnen de reini
gers zich niet snijden.
Spaarlampen mogen evenmin
in de glasbak, maar moeten bij
het klein chemisch afval. Spaar
lampen bevatten zware meta
len.
Haal van flessen en potten de
doppen en deksel af en gooi die
thuis al weg. De glasbak is echt
alleen voor glas.
driebergen monica wesseung
Het is weer tekentijd. De mijt-
soort zoekt deze weken warm
bloedige dieren op om hun
bloed te drinken. De eiwitten
uit het bloed heeft de mijt nodig
om zich te kunnen voortplan
ten.
Een deel van de teken is be
smet met bacteriën of virussen
die ziekten kunnen veroorzaken
bij de mens. Een bezoekje aan
het bos kan dus vervelende ge
volgen hebben.
Een van de infectieziekten is
de Lyme-ziekte, genoemd naar
het plaatsje Lyme (USA) waar
ooit een epidemie uitbrak. De
Lyme-bacterie komt vermoede
lijk al jaren in Nederland voor,
maar pas sinds kort worden de
wat vage gezondheidsklachten
met een tekenbeet in verband
gebracht. Staatsbosbeheer heeft
daarom een advies uitgebracht
over hoe te handelen bij een te
kenbeet.
De beet van een teek blijft
nooit onopgemerkt. Het dier
bijt zich vast in de huid en blijft
daar zitten. Heeft een teek de
Lyme-bacterie bij zich, dan
loopt de mens kans deze ook te
krijgen. Naarmate de teek lan
ger op de huid zit, wordt de
kans groter. Het is dus zaak de
mijt zo snel mogelijk te verwij
deren.
Een besmetting met de Lyme-
bacterie uit zich na enkele we
ken in een rode jeukende kring
op de huid rondom de beet. De
uitslag breidt zich geleidelijk
uit. Weer enige tijd later krijgt
de 'gebetene' een algeheel ma-
laise-gevoel: alsof je een fikse
griep hebt. Weer later (maar
dan kunnen er inmiddels jaren
overheen zijn gegaan) zijn ge
wrichtsaandoeningen en aan
doeningen van zenuw en hart
niet uit te sluiten. Er bestaat
geen vaccin tegen de Lyme-
ziekte, maar is volgens Staats
bosbeheer in alle stadia goed
met medicamenten te bestrij
den.
De kans op een tekenbeet is
so wie so al vrij klein, de kans
op een Lyme-besmetting is nog
eens vele malen kleiner. Er zijn
eenvoudige voorzorgsmaatrege
len te nemen. In het bos geslo
ten kleding dragen (de teek
zoekt vooral warme plekjes op)
en controleer bij thuiskomst
uzelf (plus kinderen) op teken.
Zit er een mijt, verdoof deze
dan met alcohol en trek het dier
voorzichtig van de huid. Na een
warme douche gaat dit een stuk
beter.
Noteer de gebeurtenis zodat
u, mocht er besmetting zijn op
getreden, de huisarts kunt ver
tellen wanneer de onfortuinlijke
boswandeling werd gemaakt.
Katten, honden en schapen lo
pen overigens geen enkel ge
vaar: zij zijn niet gevoelig voor
de Lyme-bacterie.
leiden Een gans die te vuur en te zwaard een
moedereend met haar zeven jongen bewaakt.
Een bijzonder tafereeltje. Vermoedelijk ligt er
wel het nodige dierenleed ten grondslag aan
deze 'vergissing van de natuur'. De gans is
een uiterst sociaal dier. Hij leeft normaliter
samen in een knus dubje van soortgenoten.
Deze gans lijkt zijn (of haar) mede-ganzen te
zijn kwijt geraakt. 'Oud en eenzaam' heeft hij
het gezelsschap opgezocht van een dier dat in
elk geval op hemzelf lijkt.
Grappig genoeg leeft de gans zich echt in zijn
rol in. De moedereend heeft een prima bewa
ker aan hem. Hij blaast en klappert met zijn
vleugels zodra iemand de kloek durft te nade-
FOTO HIELCO KUIPERS
GEBIOLOGEERD
De teek die in sommige gevallen de Lyme-ziekte kan overbrengen.
FOTO •ANP
De voetbalsport is een zégen
voor de mensheid. Nimmer
wordt de C02-uitstoot beter be
perkt dan tijdens een ekaa: als
er gevoetbald wordt zijn de stra
ten leeg, er is geen auto te zien,
rien ne va plus. Stelt u zich eens
voor dat heel Nederland elke
avond twee uur ophoudt zich te
verplaatsen! Dat betekent een
vermindering in brandstofge-
bruik van misschien wel acht
procent (24 uur verkeer 100%,
22 uur verkeer is ongeveer 92%).
Probeer zoiets maar eens met
carpoolen en vrije busbanen te
bereiken. Het valt dus te beplei
ten dat er meer voetbal op TV
komt: minstens fierekaas per
jaar, plus de benodigde kwalifi
catiewedstrijden, ook minimaal
twee weekaas, zes Europacups,
twaalf eredivisies, en wat het
ministerie van WVC verder nog
kan bedenken.
Dit alles gaat geld kosten. Met
name de opleiding van honder
den verse Koemannetjes en
Rijkaardjes zal zwaar gesubsidi
eerd moeten worden, anders
ontstaat een tekort aan geoe
fend talent en blijft men voor
een wedstrijd niet meer thuis.
Ook moeten we investeren in
stadions en grasvelden met
strepen erop. Wat dat laatste
betreft kan misschien het mi
nisterie van Landbouw te hulp
schieten met wat adressen van
boeren die hun grond verplicht
braak hebben liggen. Er moeten
extra bataljons ME komen om
het supportersgeweïd te beteu
gelen, en wellicht zijn een stuk
of wat eerstehulpteams erbij
ook^vel handig. Deze uitgaven
vallen echter in het niet bij de
genoemde brandstofbesparing.
En het geld kan gemakkelijk ko
men uit de Kunstbegroting,
want wie gaat er nou naar het
theater als er Voetbal op TV is?
Wacht even, zegt u. Voetbal is
toch een volksspel dat appel
leert aan de meest primitieve
menselijke gevoelens, een spel
dat groepen doorgaans redelijk
beschaafde mensen verandert
in hordes wild-beschilderde
barbaren? Die je doen denken
dat talloze duizenden jaren ont
wikkelingsgeschiedenis in een
klap zijn weggevaagd? Voetbal
is toch een spel dat een stam
menstrijd doet opvlammen op
plekken waar de bevolking
voorheen niet eens meer wist
dat er stammen bestonden? Het
Ieren monster brengt toch
grensconflicten in de herinne
ring, de knikker haalt oude res
sentimenten boven water, het
bruine joekel staat de eenwor
ding van Europa in de weg?
Toch?
U hebt gelijk. Maar we moeten
wat over hebben voor het
milieu.
EIGEN WIJS
Steifscènes op de keukenvloer
'De landman gaat, nu de avond
is gevallen, I En de arbeid
slaapt, voor 't laatst zijn hoeve
rond; Hij keurt het werk der
knechts in schuur en stallen,
En als zijn schaduw volgt hem
trouwde hond.'
Mijn huis is geen hoeve en ik
heb niet eens een hond. Toch
declameer ik steeds 'De Dieren'
van Aart van der Leeuw, wan
neer ik bij het vallen van de
avond huis en hof inspecteer.
Je moet er voor door de knieën,
maar dan ontvouwt zich een
complete menagerie. Rupsen,
vlinders, slakken, mieren, pisse
bedden, hommels, bijen, vlie
gen, muggen, onzelieveheers-
beestjès, spinnen, hooiwagens,
torren en vast nog veel meer. Ze
doen zich te goed aan mijn tuin
en aan elkaar. Ik heb daar geen
bezwaar tegen, omdat het groen
en ikzelf er niet zichtbaar onder
lijden. Soms verplaats ik een
slak, piek een pissebed weg of
wijs een opdringerige hooiwa
gen terug.
Op deze zoele zomeravond
overweeg ik voor mijn doen
drastische maatregelen tegen
een knusse menigte van zeker
dertig dikbehaarde bastaard-
rupsen in het wilgenbosje ach
ter in de tuin.
'Nesten lossnijden en verbran
den' beveelt het strenge tuin-
boek dat ik van mijn vader heb
gekregen. Ik had al gezien dat
de veelvraten zijn uitgerust met
alleraardigste snuitjes en ik ben
daarom niet tot moord in staat.
Ik sluit een compromis met de
harige kluwen. Als ze morgen
niet verdwenen zijn, verzamel
ik ze en breng ze een halve kilo
meter verderop naar een stukje
woeste grond. Ik laat de bees
tenboel in de schemer en trek
mij terug in huis met nog een
halve zondagavond voor me.
In de keuken knip ik het licht
aan en sta verstijfd van schrik.
Brede colonnes mieren rukken
onverbiddelijk op van de keu
kendeur naar de vuilnisemmer.
Halverwege buigt een legertje
vastberaden af richting aan
recht en er blijkt zelfs een pelo
ton onderweg te zijn naar de
keukenkastjes. Het voldane
zondagavondgevoel maakt
plaats voor paniek. Waar moet
ik beginnen?
De oorzaak van de ellende lijkt
de vuilniszak die lek is. Ik smijt
hem de voortuin in en verwacht
min of meer dat de mieren er
achteraan zullen gaan. Het is
alsof ik een gedempt massaal
joelen hoor. De pelotons trek
ken met verdubbelde capaciteit
richtingvoedselvoorraad.
Ik besluit de voortijlende massa
De milieu-topconferentie
over de toekomst van de
aardbol is voorbij. Nu gaat
het erom alle mooie woor
den over zorg voor het
milieu om te zetten in da
den. Bijvoorbeeld het begrip
duurzame ontwikkeling. De
betekenis daarvan is dat
verdere economische groei
beslist niet ten koste mag
gaan van het milieu. Wat
betekent dat in de praktijk
van alledag? Redacteuren
van deze krant doen verslag
van hun pogingen het
milieu te ontzien. Theo van
der Kaaij bindt de strijd aan
met een mierenkolonie.
gewoon met veger en blik een
halt toe te roepen. Dat gaat vrij
goed. Ik blijf diervriendelijk, een
vol blik leeg ik naast de vuilnis
zak. Toch vrees ik dat er doden
moeten vallen, want de mieren
blijven komen, met tientallen
en als ik een kwartiertje niet
veeg, met honderden tegelijk.
'Het is heus niet nodig om gifti
ge lokdoosjes te gebruiken',
schreef ik nota bene zelf vorige
week op deze pagina, 'Er zijn
genoeg huismiddeltjes waar
mieren niet tegen kunnen. Zorg
wel dat ze niet bij etensresten
kunnen komen.'
De rest van de zondagavond
gaat op aan het boenen van de
keuken, het opvegen van steeds
nieuwe mieren en het zetten
van koffie. Een van de huismid
deltjes is immers vers koffiedik.
Zorgvuldig bouw ik walletjes
van deze drab langs de dorpel
van de keukendeur en wacht de
gebeurtenissen met spanning
af. De colonne aarzelt duidelijk.
De massale opmars is gestaakt.
Verkenners worden vooruitge
stuurd. Ze besnuffelen de brui
ne barrière en trekken zich te
rug om verslag uit te brengen.
De volgende ochtend hebben
de legers het land weer her
overd. Het koffiedik laat zich ge
makkelijk beklimmen. Ik neem
mijn toevlucht tot het volgende
huismiddeltje, een papje van
suiker en gist. Volgens de tipge
ver een dodelijk mengsel. De
mieren zullen ervan smullen,
tot de gist gaat werken en hun
lijfjes laat barsten.
Opnieuw een dag later marche
ren de mieren nog steeds door
de keuken. Er is stevig uit de gif
bekers gedronken, maar de ver
wachte slachting is uitgebleven.
Vandaag toch eens kijken wat
de samenstelling van zo'n lok
doosje is.
theo van der kaau
teveel aan toxine kan de ge
zondheid schade toebrengen
Deskundigen concluderen na
onderzoek dat dit gevaar er niet
is. De bacterie kan alleen groei
en in een omgeving waar nau
welijks of geen zuurstof is. In de
groenbak is, ook al wordt de in
houd niet via luchtgaten be
lucht, voldoende zuurstof. De
bacterie kan nooit zo talrijk
worden dat de toxine gevaarlij
ke concentraties kan aanne
men. Zelfs als de bak weinig
wordt geleegd en de tempera
tuur hoog is, is de groenbak niet
gevaarlijk, constateert het mi
nisterie.
Het gescheiden inzamelen van
groente-, tuin- en fruitafval in
onbeluchte containers is niet
gevaarlijk. De kans dat er giftige
stoffen worden gevormd is ui
terst klein. Dat antwoordt het
ministerie van vrom op de ka
mervragen gesteld door een
aantal WD'er.
De briefschrijvers voeren aan
dat de groei van de bacterie
Clostridium botulinum in onbe
luchte containers erg onstuimig
verloopt. De bacterie scheidt
een giftige stof af (toxine). Een
recensie monica wesseling
'Natuur in eigen land' door Maurice Nijs-
ten/Jo Erkens Uitgeverij Zomer en Keu-
ning Groenboeken). Prijs 39,90 gulden
De mensen die films maken en
boeken schrijven over de natuur
zijn echte natuurliefhebbers. Al
leen de echte freaks hebben het
er voor over uren en soms da
gen achterin verscholen in een
hutje in barre kou en stikkende
hitte op dieren en plantjes te
loeren. Dat is ook het geval met
het tweetal Maurice Nijsten en
Jo Erkens. Ze hebben tientallen
films op hun naam staan. Nijs
ten en Erkens zijn de makers
van de KRO-serie 'Natuur in ei
gen land' en hebben een deel
van dat filmmateriaal nu in
boekvorm uitgegeven.
De opzet van het boekwerk is
logisch: in elke provincie wordt
een natuurgebied uitgelicht en
bekeken. De bijzondere dier
soorten worden besproken en
vooral ook getoond. Want daar
blinkt het boek echt in uit;
prachtige kleurenfoto's van
veelal zeldzame en in elk geval
meest onbekende dieren. Verte
derende platen van jonge bos
uilen, een boompieper met kin
deren, eekhoorns en een nijvere
groene specht, te veel om op te
noemen en allemaal even mooL
In de zijlijn staan plaatjes van
vogels met daarbij in een klein
tekstblokje wetenswaardighe
den zoals broedtijd en vechtgc-
drag.
Van elk natuurgebied wordt
één typerend dier 'in de kijker'
gezet. De purperreiger in Zuid-
Holland, de moeflons in het
Gelderse natuurgebied en dc
kiekendief van Friesland. Niet
alleen voor dier en plant is aan
dacht: ook wordt de man of
vrouw die in het natuurgebied
werkt, van palingvisser tot na
tuurbeheerder, aan het woord
gelaten.
De teksten zijn prettig ge
schreven, maar doen wat frag
mentarisch aan. Bij elke dier
soort wordt een leuk verhaal
verteld: de verhalen blijven ech
ter op zichzelf staan en worden
iets te weinig met elkaar ver
bonden.
De kleine stukjes tekst en
vooral ook de prachtige foto's
maken het boek een typisch
snuffelhoek. Zo'n werk dat je
onder handbereik legt en waar
je in een verloren minuutje lek
ker in wegduikt. Alleen te hopen
dat er voldoende verloren mi
nuutjes zijn want 'Natuur in ei
gen land' laat zich niet zomaar
doorvorsen.
Vossen zorgen door hun jacht voor het opruimen van zwakke en oude dieren. Vossen te eten geven verstoort dit natuurlijk evenwicht.
FOTO MARTIJN DE JONGE
c