Stil zakken in je eigen diepte Humortherapie zaterdags ZATERDAG 13 JUN11992 bijvoegsel Denkwijzer De spirituele kracht van 'De mannencirkel' Een weekeind in 'De wnEBVAWDtvutr mannencirkel'. Trommels, oerdansen, zweten. Stil zakken in je eigen diepte. Op zoek naar de tovenaar, de krijger, het kind in de man. Verslaggever Pieter van de Vliet deed mee, met bonkend hart. Geknakt door deyogazit, worstelend met de trommels en angstig zwetend in de hut, kwam hij tot de ontdekking dat de Indiaan in hem is uitgeroeid. Terug in de consumptiemaatschappij gaf hij zich opgelucht over aan al wat slecht is voor lichaam en geest. De meeste mannen hebben een eigen trommel. Ik niet. Gerard Blacquière, begeleider van de mannencirkel, een weekend samenzijn met mannen in een voormalig meisjespensionaat in Ubbergen, zegt dat zulks geenszins een bezwaar is. In de heilige ruimte die wij straks zullen betreden, zijn zat trommels. Echt geruststellend is zijn mededeling niet. Een medeman die een kolossale tamtam los jes met zich meevoert, kijkt mij onderzoe kend aan. Nimmer heb ik een trommel beroerd. De wetenschap dat dit weldra het geval zal zijn, dat hieraan niet valt te ontkomen, doet het hart bonken. Wanhopig wacht ik op de kal merende werking van reinigende krui denthee die bij gebrek aan koffie en alcohol wordt gedronken. Ongemakkelijk In de heilige ruimte, een ruime zaal waar licht en lucht vrij toegang hebben, zet het ge zelschap zich op kussens die een kring vor men op de vloer. De meesten gaan naadloos over in de yogazit. De benen gekruist, de rug recht, het hoofd geheven. Geen gemakkelijke zit voor ongeoefenden. De benen lijken al toos in de knoop te zitten en zo voelt het al snel elders in het lichaam. Nog voor we de trommels ter hand nemen knaagt een zeu rende pijn in de rug en begint een grote teen te slapen. Gerard, therapeut, oerdanser en begeleider op krachtige en heilige plaatsen in Neder land, België en Egypte, belooft dat het een weekeind wordt waarin letterlijk en figuurlijk veel beweging zit. Dansen op het ritme van de trommels, maar ook gewoon stil bij elkaar zijn. Stil zakken in je eigen diepte. In de folder waarin Gerard zijn spirituele workshops voor mannen aanprijst staat het zo: „Vroeger zaten mannen rond het vuur. hun verhalen vertellend: een krachtige geslo ten cirkel. De resten daarvan proberen we soms nog te vinden jn de kroeg of rond het veld. maar de cirkels zijn niet meer gesloten. Veel mannen lopen rond met een vaag ge voel van 'losse eindjes' rond hun man zijn. Wat we in deze workshops willen doén is sa men weer een cirkel maken." „Er is moed nodig om deel te nemen aan deze workshops voor mannen. In culturen waar je wordt ingewijd als volwassene wordt ook een moedige daad verwacht om toegela ten te kunnen worden tot de mannenge meenschap. Ook al kunnen we onze moed niet meer tonen door draken of leeuwen te verslaan, ons leven biedt voldoende gelegen heden om ons mannetje te staan. Mogelijk heden om op eigen benen te staan en onze mannelijke energie volledig te ontwikkelen. Mannelijke energie is spontaan opborrelende kracht die inspirerend, creatief, standvastig en overvloedig is." Het vrouwelijke Van die kracht merk ik weinig als ik een klein trommeltje krampachtig tussen de knieën klem. Hoe anders vergaat het .Gerard en gast-docent Ashankit Westen (volgens ge noemde folder beeldend kunstenaar, grafisch ontwerper, vader en aankomend neohypno- therapeut). Gerard en Ashankit doen met vliegensvlugge vingers de trommels dreunen. Op het razende ritme zwiepen hun lichamen elastisch mee. Hun gelaten glanzen, hun ogen stfalen Extatisch, oer, aards en vol in nerlijke sierlijkheid. Hoe schril steekt houte rig getob hierbij af. Hoe zal ik zo doormodde rend ooit in mijn eigen diepte kunnen zak ken? Tegen het vallen van de duisternis trekken we het woud in, zingen we samen van de sterke leeuw en van de machtige rivier. Geen alledaagse belevenis in het Gelders land schap. Op een open plek vormen wij een kring. Gerard vertelt dat de kring het vrouwe lijke is. Ontvangend, opnemend, zorgzaam, helend. In het middelpunt van de cirkel moe ten wij ons krachtvoorwerp leggen en er een verhaal bij vertellen. Weer slaat de schrik toe. ik beschik niet over een krachtvoorwerp, evenmin over een zakmes, dat tijdens het weekeind evenzeer onontbeerlijk wordt ge acht. Geen alledaagse voorwerpen voor men sen die niet gewend zijn op gezette tijden in hun eigen diepte te zakken, denk ik. Maar de mannen in de kring denken daar anders over. Verdriet Gast-docent Ashankit onthult dat hij zich zelf die dag een geavanceerd mes cadeau heeft gedaan. De kracht van het mes is voor hem voelbaar. Een van de mannen zoekt de kracht in een stuk hout. Hout leeft, ook als het dood is. Dat fascineert hem. Anderen zoeken de kracht in gestolde lava, in goud erts. Het klompje goud is van een gewezen vriendin, blijkt, later. Verlies, falen. Pijn en smart. Daarover vertellen de mannen, bij stukjes en beetjes, met horten en stoten. Ver driet en boosheid over een vroeg overleden vader. Zelf het gevoel als vader te falen. Een van de mannen herhaalt steeds vaker dat hij ongewenst was; dat er in de vierde maand van de zwangerschap iets is gebeurd. Heeft de groeiende vertrouwelijkheid van de man nen te maken met de mannencirkel? Is het voor de mannen een ring van zelfvertrou wen? Zoeken ze daarvoor dit wigwam-gedoe op? De cirkel is rond. Maar ik blijf me een bui tenstaander voelen. Steeds maar weer eikaars handen vasthouden om de cirkel te sluiten. Dat irriteert. Blijf met je poten van me af, denk ik. Het werkt bevrijdend me eindelijk terug te kunnen trekken in een krap kamertje waar ooit maagdelijke meisjes hun geheime ver langens koesterden. Maar de nacht duurt kort. Al vroeg moeten wij uit de veren. Wederom naar het woud, om op de nuchtere maag ontspanningsoefe ningen te doen. De ademhaling blijkt niet optimaal; de consumptiemaatschappij heeft hier duidelijk haar tol geëist. Vurig „Wat is dit voor gedoe?!" klinkt het bekakt. Een dame met een hondje is plots op de mannencirkel gestoten. Zo vroeg tien hijgen de mannen op haar pad heeft ze duidelijk niet verwacht. Gelukkig voor haar ontbeert ze die avond het uitzicht op de mannen die, naakt dan, in de achtertuin van een alternatieve villa zoe mend en zingend rond een zelfgebouwde hut lopen. Na te zijn gereinigd door rook van het heilige vuur laten de mannen zich opsluiten in het van wilgetwijgen en lompen vervaar digde bouwsel. De bedoeling is dat wij daar rond roodgloeiende stenen heel diep komen. De zweethut dus. Terloops deelt Gerard mee dat zo'n sessie makkelijk drie uur kan duren. „Maar je bent niet alleen", voegt hij er geruststellend aan toe. Dat nu had hij niet moeten zeggen. Ver langen naar een vriendin neemt ongemakke lijke vormen aan. De aan hemel en aarde gewijde stenen zijn roodgloeiend. Ashankit, voor deze gelegen heid 'vuurman', reinigt ze voor ze de hut in gaan. Met een veer, symbool voor wind, waaiert hij de as weg. In de hut besprenkelt Gerard de stenen met water. Baarmoeder De zweethut moeten wij zien als een baar moeder. Het is aardedonker. De stenen zijn bloedheet, de aarde ijskoud. Er prikt iets in de rug. er beweegt iets onder de bips. Zweet loopt onstuitbaar over het lijf. De Indiaan is uitgeroeid, de Indiaan in mij zelf ook. 'Ik wil er uit', schreeuw ik. Als een haas ren' ik de zweethut uit, rep mij richting consumptiemaatschappij, waar ik mij opgelucht overgeef aan al wat slecht is voor lichaam, en geest. De mannencirkel. Op zoek naar de tove naar, de krijger, het kind in de man. TEKENING •WALTER DONKER Een tandarts die op het punt staat bij een dame een zenuwbehandeling te verrichten, voelt op een gegeven moment tot zijn verbazing dat haar hand zich stevig om zijn geslachtsdeel sluit. Ter wijl hij de vrouw met grote ogen verbouwereerd aankijkt, zegt zij met een glimlach: 'Laten we be loven elkaar geen pijn te doen'. Deze mop komt voor In een boekje met de veelzeggende ti tel Laughing while Lying (Lachen terwijl je ligt), dat alle patiënten in een ziekenhuis in Galveston, Texas, in hun nachtkastje vin den. In dat zelfde ziekenhuis kun je overigens nog meer merk waardigs beleven. Je gaat er op bezoek bij een collega die zijn dijbeen gebroken heeft en op een afdeling op de derde verdie ping ligt. Als je op die verdieping de lift uitstapt, kan het gebeuren dat je een clown met een joekel van een oranjekleurige neus, al dansend een met allerlei tiere lantijnen opgetuigde bedienings- kar door de gang ziet duwen. Als de clown jou ziet stopt hij even, neemt met een zwierig gebaar zijn hoed af en huppelt dan ver der, op weg naar een ziekenka mer. Onderweg wordt hij ver schillende keren met applaus en hoera's begroet door patiënten op knikken en in rolstoelen. Als Je even later in de kamer waar hij hoort te liggen, informeert waar je collega is gebleven, luidt het antwoord dat hij in de 'humor room' zit waar dadelijk een afle vering van Candid Camera (een soort Banana Split) wordt ver toond. Sinds de publikatie van het boek De Anatomie van een Ziekte door de schrijver Norman Cousins, heeft humor in de Amerikaanse gezondheidszorg duidelijk aan respect gewonnen. Cousins, lan ge tijd hoofdredacteur van 'Sa turday Review', beschrijft daarin hoe hij de meestal ongeneeslijke en sterk invaliderende bindweef selaandoening waaraan hij leed met humor te lijf ging. In samen werking met zijn arts vulde hij zijn reguliere medische behan deling aan met een stevig dieet van lachfilms en Candid-Came ra-clips. Hoewel hij nooit heeft beweerd dat zijn genezing enkel en alleen te danken was aan veel lachen, is Cousins wel de apostel geworden van de opvatting dat als negatieve gevoelens angst, paniek en hulpeloosheid ziek- teN kunnen verergeren, humor en positieve gevoelens het proces van genezing kunnen bevorde- Dit idee sloeg aan nog voordat er enig wetenschappelijk bewijs voor was. Ziekenhuizen in Texas, Hawaii en Califomië zijn begon nen hun patiënten te voorzien van videotapes met lachfilms. Overal in de Verenigde Staten rollen de laatste jaren 'lachkar- ren' met humoristische boeken, tijdschriften en geluidsbanden door de gangen van gezond heidscentra. In een katholiek zie kenhuis in Texas wordt van de nonnen verwacht dat ze ten min ste één mop per dag vertellen Verpleegster tegen dokter: Waar om hebt u een thermometer ach ter uw oor?' Dokter, verbaasd: 'In wiens gat heb ik dan mijn Parker laten zitten?'). Op kosten van de nationale vereniging voor verple ging reist Patty Wooten zelf verpleegster in clownspak met een ondersteek op haar hoofd en klisteerspuiten om haar middel door het land om overal ver pleegkundigen te wijzen op het belang van humor in het omgaan met zieken en ziekten. De oerva der van de Candid Camera, Allen Funt, heeft een stichting opge richt die kostenloos aan zieken huizen, patiëntei\en onderzoe kers videoclips ter beschikking stelt met als doel de verspreiding van de humortherapie en het sti muleren van wetenschappelijk onderzoek naar de effecten er- Wat zijn, medisch gezien, pre cies de voordelen van humor? Cousins' arts heeft beschreven dat de bloedbezinking van Cousins (een maat voor ontste king) al daalde na een paar mi nuten stevig lachen. Deze ver mindering van ontstekingsver schijnselen weerspiegelde zich ook in het feit dat Cousins twee uur pijnvrij kon slapen als hij 10 minuten hard gelachen had. De humoronderzoeker Bill Fry van de Universiteit van Stanford noemt lachen 'stationair joggen'. Net als bij gewoon joggen gaat lachen gepaard met een toena me in ademhalingsfrequentie, hartslagen bloedcirculatie. Bij flink lachen kan die toename zo groot zijn dat maar liefst zesmaal zoveel zuurstof in het bloed komt als bij gewoon praten. In een re cent artikel (1989) in de 'Ameri can Journal of Medical Science' wordt door Fry en zijn collega's beschreven dat lachen leidt tot hormonale veranderingen in ons lichaam, onder andere een afna me van het stresshormoon Corti sol. Van Cortisol is bekend dat het de activiteit van ons afweer systeem kan ondermijnen, zodat we kwetsbaarder worden voor ziekten. Hoge concentraties Cort isol kunnen ook gepaard gaan met veranderingen in gedrag, zoals een sterkere neiging tot de pressief reageren en tot 'opge- In een ander onderzoek, door Kathleen Dillon en haar collega's (eveneens uit 1989) werd aan een groep jongeren een humoristi sche en een 'droge' videotape ge toond. Voor en na iedere vi deotape werd de aanwezigheid van een bepaalde afweerstof te gen virusinfecties in de slijmvie- zen van de bovenste luchtwegen, het zogenaamde immuunglobu- line A (IgA), gemeten. Het bleek dat het zien van de lachtape, die 30 minuten duurde, de concen tratie van deze antistof tijdelijk verhoogde. Maar minstens zo belangrijk was de constatering dat degenen die In het algemeen het leven, en vooral tegenslagen, met een zekere dosis humor te gemoet treden, duurzaam hoge re concentraties van de antistof hebben dan degenen die dat niet doen. Met andere woorden: het zien van een lachfilm kan ons immuunsysteem versterken, maar het effect is kortdurend. Pas als we het leven zelf regelma tig als een 'lachfilm' bekijken, mogen we langdurige gunstige effecten verwachten. Het blijft overigeps oppassen geblazen om op grond van dit soort gegevens humortherapie als de oplossing voor allerlei ge zondheidsproblemen te zien. Cousins zelf was realistisch ge noeg om toe te geven dat hij, nog voor hij aan zijn humordieet be gon, al een duidelijk besluit had genomen: namelijk zich door niemand en dus ook niet door hemzelf te laten wijsmaken dat hij machteloos tegenover zijn ziekte stond. „Door te doen 'als of ik er iets aan doen kon, zette ik mezelf op een weg die me hielp ontdekken wat ik doen kon". Een indrukwekkende be schrijvingvan diezelfde houding geeft Cousins in een artikel, waarin hij verhaalt van een be zoek aan een zelfhelpgroep van kankerpatiënten. In die groep trof hij een oudere vrouw aan, die hem qua houding en uiterlijk imponeerde als een oudere uit gave van Grace Kelly. De vrouw vertelde dat ze zesenhalf jaar ge leden van haar arts te horen had gekregen dat ze nog ongeveer zes maanden te leven zou hebben. Wat had ze daarop tegen haar dokter gezegd, wilde Cousins we ten. De deftige dame antwoord de: „Dit is wat ik tegen de dokter gezegd heb: Go fuck yourself!" rené diekstra hoogleraar klinische en gezondheidspsychologie

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 36