Witte aap in Zuid-Afrika Joop Verheuls 'Villa Bermond' kan niet echt overtuigen Hypnose, WO 2 en reïncarnatie in kinderboeken Cultuur Kunst JAN KAL Thrillers in Vlaamse tongval DONDERDAG 4 JUNI 1992 26 REDACTIE CEES VAN HOORE RENEE DE B Prachtige verhalenbundel van Etienne van Heerden 'De witte aap' is de titel van een verhalenbundel van de schrijver Etienne van Heerden (1954) die een jaar geleden met de roman 'De betoverde berg' debuteerde. De witte aap is een prachtige ti tel als je weet dat Van Heerden een Zuidafrikaanse schrijver is en dat de bundel verhalen bevat over Zuid-Afrika. Van Heerden moet zich een witte aap voelen in Zuid-Afrika. Uit 'De wederopstanding van Olive' (Olive Schreiner: Engels schrijfster met fascinatie voor Zuid Afrika die op enigszins fe ministische wijze het leven op de boerderijen beschreef) blijkt dat Van Heerden van een En gels geslacht afkomstig is. Als Afrikaner is hij evenals Olive so lidair met de zwarten, maar hij kent ook de levens van de blan ken (op de boerderijen). In het titelverhaal hebben ar beiders op een boerderij een aap gevangen. Apen stelen van de gewassen. Nu moet deze aap als afschrikmiddel fungeren. Daarom wordt hij kaalgeknipt en wit geverfd. Tussen de ande re apen zal hij voor het nodige afschrikeffect zorgen. De aap zoekt aansluiting en de groep rent weg, steeds verder van de gewassen. Uiteindelijk zal de aap van eenzaamheid sterven. Deze martelgang naar het einde is de hoofdpersoon van het ver haal te wreed; hij schiet de witte aap dood. Een sober, mooi geschreven verhaal, waarin evenals in de andere verhalen mededogen een belangrijke rol speelt. Me dedogen staat eveneens cen traal in het verhaal 'De bisschop en de stier'. Blank en zwart wor den vanuit twee perspectieven beschreven, maar de perspec tieven vernauwen zich. Het ver haal leidt naar de climax die te vens een synthetische functie heeft: De boer (met zijn ont snapte stier) komt ten slotte in de 'lokasie' waar de bisschop (Tutu) in zijn rode mantel een redevoering houdt voor opstan dige zwarten. Wat in deze bundel vooral opvalt is de oorspronkelijke, so bere, maar treffende stijl, waar bij de auteur het sentiment in bijvoorbeeld Joshua, niet schuwt. Treinen' is een kort verhaal dat qua sfeer en het desolate decor aan verhalen van de Antilliaanse schrijver Tip Marugg doet denken. Vooral ook door de korte zinnen en de herhalingen, leest 'Treinen' bij na als een gedicht. Etienne van Heerden: sobere, treffende, stijl. Wreedheid en dood zijn hoofdthema's in deze bundel. Oorlog, strijd tegen de natuur, stammenoorlogen, rassenrellen, maar ook de-verdrinkingsdood van een kind in een grindgat 'achter Rusoord'. De naam van de jongen is later ook van de steen verdwenen. Niet alleen de namen staan voor mensenfle- vens) ook gezichten. Zoals in het verhaal van de fotograaf die met zijn foto's een speurtocht is begonnen naar bij de gezichten horen. Hoe weinig vindt hij er van hen te rug?! 'De dolle hond' is het verhaal over een zwart gezin dat met een ezelwagen door de droge vlakte trekt op zoek naar werk. De kar wordt als door een gier, gevolgd door een dolle hond. De beschrijvingen doen denken aan huifkartochten uit de vorige eeuw. De toestand van het ge zin verslechtert per dag. De hond komt steeds dichterbij. En RECENSIE HANS WARREN Kees Verheul Villa Bermond (De Tutcheffs deel 1) Uitg Quehdo 39.90 Kees Verheul (geb. 1940), be kend door zijn vertalingen van Russische literatuur, door zijn essays, door boeken als 'Kon- takt met de vijand' en 'Een jon gen met vier benen', is begon nen aan een ambitieus project. Hij werkt aan 'een familiege schiedenis in vier delen', onder de titel 'De Tutcheffs'. Onlangs verscheen de eerste aflevering "Villa Bermond'. Verheuls boek is een merk waardig geheel geworden, een amalgaam van autobiografie en documentaire. Waarbij dat laatste dan weer een mengeling van feit en fantasie blijkt te zijn. Een al te overtuigende bouw heeft het geschrift niet gekre gen, het is meer een verrassend experiment. Het is geen proza met een onverbiddelijke logica, van de lezer wordt verwacht dat hij zich overgeeft. Dit boek pro beert ons geen hoge waarheid hij te brengen, het is de bedoe ling dat we ons mee laten sle pen door de grote liefde van de schrijver. Die grote liefde gaat uit naar Rusland. Een degelijke verklaring heeft Verheul niet voor die gevoelens, maar hij verdedigt zijn slavofilic met ver ve. 'Rusland begint bij de IJssel' was de titel die hij enkele jaren f;eleden aan een dagboek gaf. nmiddels ligt Rusland overal, wil hij ons laten geloven. Een van de verhaalfiguren in 'Villa Bermond' voert aan: ,,Wat jij niet snapt is dat iemand een va derland kan kiezen. Dat je een land waar je nooit eerder bent geweest kunt herkennen als jouw vaderland. En dat een mens de plicht heeft om het eenmaal gekozene trouw te blij- De auteur zelf blijft daar niet bij achter: „Tegen beter weten in ben ik er nog steeds heimelijk van overtuigd dat Rusland niet, zoals men aanneemt, in Oost- Europa ligt. Het overkómt men sen met een dispositie in die richting wel eens en dan doet het er niets toe, waar." Rusland in Hengelo. Rusland in Scheve- ningen, Rusland in Nice, maar vooral Rusland in Verheuls hart. Daar lijkt het in deze roman al lemaal om te draaien. En de Tutcheffs dan? Over hen zou het in deze familiegeschiedenis toch vooral moeten gaan? Ach, de Tutcheffs, de erfprins Nicolai Alexandrovitch, de andere ver haalfiguren - ze doen er niet zo veel toe. Verheul lijkt hen vooral te gebmiken om zijn Rusland liefde te demonstreren, te tonen hoezeer Rusland is doorgedron gen in hem. Het begint allemaal zo ge woon. In het eerste hoofdstuk maken we kennis met Théodore TutchefT, zijn vrouw en zijn dochters. Zij bewonen in de winter van 1864 op 1865 een vil la te Nice. Er zijn meer Russen in de stad, onder hen de keize rin. De Russische troonopvolger Nicolai Alexandrovitch zal er in april 1865 in de Villa Bermond overlijden. Tutcheff is diplo maat én dichter. Onlangs is zijn minnares Lola gestorven, hij probeert in zijn gezin nu weer aanzien te verwerven als zorg zame vader. Pas in het slo thoofdstuk komt de familie Tut cheff weer in beeld. De twee dochters voeren daarin een ge sprek over onder meer hun be rouwvolle vader en de gestorven prins. Toneelstukje Verheul heeft een ongebruikelij ke vorm aan dit laatste hoofd stuk gegeven: het is een toneel stukje geworden. Het eerste hoofdstuk is ongewoon doordat de verteller met grote regelmaat het vertelde komt onderbreken. Het wemelt van toelichtingen als 'mijn fantasiebeeld', 'de dag waarover ik fantaseer'. Het wordt een charmant spel met de lezer, een spel waarin ook heden en verleden worden be trokken. Subtiel is bijvoorbeeld dit al-dan-niet gebruiken van het circumflex: „In de hótels achter hen (natuurlijk veel lager en minder pompeus dan de ho tels die u in het echt in Nice hebt gezien) was op dit mo ment geen spoor van leven." Het spel wordt voortgezet in hoofdstuk vier, meteen al in de ouderwets klinkende titel: 'Een Schcveningsche vacantie'. Hierin wordt een verblijf van de Russische troonopvolger in de badplaats gevolgd. De schrijver laat het niet bij een 'na den eten', 'onheusch', 'aan den disch' op zijn tijd. Hij bevestigt Geen nasmaak 'Familieleden zijn een molen steen om de hals van je leven', merkt de hoofdpersoon Lucy in het begin van het verhaal er gens op. En bij familieleden kun je in dit verband het best 'de moeder' lezen. Met deze zin wordt dan direct de toon van het verhaal gezet. Zelfs ver van haar geboorte grond, één van de Westindische eilanden, ervaart ze tot haar wanhoop: 'ik leek niet op mijn moeder, ik was mijn moeder'. Als kind besloot Lucy haar huis en familie te verlaten vóór haar negentiende verjaardag. Op haar negentiende woont ze in New York. Als kindermeisje werkt ze in een ogenschijnlijk gelukkig gezin: vader, moeder en vier dochter tjes. Mariah, de moeder, is als een vriendin voor Lucy, die zich regelmatig afvraagt waarom ze toch nooit zo'n band met haar eigen moeder gehad heeft. Brie ven van thuis laat ze na verloop van tijd ongeopend. Ze moet wel, zonder dat zal het haar nooit lukken zich van thuis los te maken. Pas als één van haar familieleden haar in New York komt vertellen dat haar vader een maand ervoor overleden is, komt dit bewustzijn in een stroomversnelling. Definitief neemt ze per post afscheid van haar moeder. Ook neemt ze afscheid van het gezin waarin ze werkt, dat in middels door de vader verlaten is. Ze betrekt samen met een vriendin een flatje, heeft een vriend Paul, neemt een baantje en wacht op het moment dat haar vriendin en Paul haar zul len vertellen dat ze verliefd op elkaar zijn. 'Ik was alleen op de wereld. Het was geen geringe prestatie'. Zo luidt de slotconclusie van Lucy in dit boek. 'Lucy' is een vlot geschreven boek, de stijl is direct. Een ver gelijking met de verhalen van Mary Angelou ligt voor de hand. Alleen overkomen de hoofdper soon Lucy geen dramatische za ken, zij hoeft niet te vechten om in leven te blijven, ze hoeft geen keuzen te maken. Alles wordt haar wel heel gemakkelijk aan gereikt. Het verhaal 'wordt vanuit een mengeling van Westindische en Newyorkse belevenissen ver teld. Op zich is daar niets mis mee. Maar op momenten dat zij stelling neemt vanuit één van beide plaatsen werkt die men geling alleen maar vertroebe lend en verzwakkend. Lucy, een gemakkelijk leesbaar verhaal, echter zonder enige na smaak. COLETTE VAN GENT 'Lucy", Jamaica Kincaid. Uitg. De Ar beiderspers. dan komen ze eindelijk bij een boerderij aan, waar niemand aanwezig is. Het gezin gaat naar binnen en zij sluiten ramen en deuren af, steken de kachel aan, eten zich vol in de provisieka mer, drinken en nemen een bad. Het zegt genoeg over de toe stand in Zuid-Afrika en over de witte recensent die ik nu een maal ben, dat ik het slot van dit verhaal als een sprookje heb er- igheid veel nadruk kelijker, bijvoorbeeld door een beschrijving abrupt te besluiten met een „vult u dit stemmings beeld uit de Haagsche School maar in." Aan de ene kant pro beert Verheul zich aan de feiten te houden over het weer in de zomer van 1864 heeft hij zich goed voor laten lichten. Aan de andere kant is hij een alwetende verteller die zelfs op de hoog te is van de grootvorstelijke dro men. Overtuigend is het hoofd stuk (waarin ook Nicolai Alexandrovitch' tante konin gin Sophie, echtgenote van Wil lem III een rol speelt) daar om niet. Nog veel minder overtuigend is de verhouding tussen de drie genoemde hoofdstukken en de drie hoofdstukken met per soonlijke ontboezemingen van Verheul. Mooi is het allemaal wel. 'Villa Bermond' is een wer velend boek waarin veel valt te waarderen. Maar het verband dat hij legt tussen zijn familie en de familie Tutcheff, tussen zichzelf en de prins, tussen zijn wezen en Rusland is onbestemd in plaats van dwingend. In het Kortret van Tutcheff vindt hij et evenbeeld 'van het belang rijkste mannengezicht uit mijn jeugd'. Stalin lijkt een beetje op zijn opa. Een overgrootmoeder heet net als de Russische keize rin Maria Wilhelmina. Niet ge noeg natuurlijk om de indruk weg te nemen dat deze roman nogal wringt. Kees Verheul toont met woorden en met da den dat dit genre hem niet hijs ter goed ligt Pennevrucht Er zal geen nageslacht zijn van ons samen. Dat wondt me dieper dan ik zeggen zal. Ik hoopte meer dan jij dat ze er kwamen. Jij dacht aan één, ik aan een kindertal. Ze zouden joden zijn, in elk geval: wat kan een joodse moeder anders kramen? De zoon zou David heten, David Kal: dat klinkt als bijna even joodse namen. En Roosje zou dus Rosa heten, Roos. Ze kon met deze naam, die moeder koos, goed uit de voeten, internationaal. Als ik de kleine meid voor ogen haal, zo leuk als jij, maar van mijn eigen bloed, weet ik niet meer waar ik het zoeken moet. Dit sonnet van Jan Kal komt uit 'Doortimmerde sonnetten uit 25 jaren 1966-1990', een bundel die onlangs is uitgegeven bij Gerard Timmer Prods in Amsterdam. In deze bundel bracht Jan Kal honderd sonnetten bijeen, voor elk jaar vier. Kal schrijft uiterst toegankelijke poëzie en is daarmee onder het dichtende volkje in Nederland een van de laatsten der Mohikanen. Zijn onderwerpen haalt Kal van de straat en de televisie. Uit het 'ge wone leven' dus, zoals men dat noemt, maar bij Kal krijgt dit gewone leven een extra glans. Alsof iemand met een grote stof doek over de wereld gaat en zegt: 'Kijk eens hoe mooi alles nog is'. Ik hoop dat Kal zich er nooit toe laat verleiden om 'moeilijk' te gaan schrijven. CvH JEUGDLITERATUUR RECENSIE CASPER MARKESTEUN >e Vos van de Biesbosch Jacht op een verrader' door Ad van Gils met illustratie van Dick van de Pol. uitgevenj Kluitman 12.95 'Gevangene van het verleden' door Berend Jager, uitgeven) Kluitman 12,95. 'De verlaten kust' door Robert Westall, uitgeverij Lemmscaat 23,50 Een heleboel 'Kluitmannen' hebben hem: de illustratie voorin, die naar een scène verderop in het boek verwijst. Voorin de negentiende druk van Afke's Tiental staat een plaatje van de beroemde Isings die samen met Jetses het boek illustreerde. Commissaris Achterberg grijpt in van Wim van Helden heeft er één, net als ...Wat mot dat hier?., en De Kame leon op volle toeren van H. de Roos. Zo jammer daarom dat in één van die typische Kluitman-uitgaven, Gevangene van het verleden van Berend Jager, die nieuwsgierig makende inswin ger ontbreekt. Gek genoeg hebben De lok van Ylonka en De weg naar Titicaca van dezelfde auteur hem wèl. Dat ontbreken van die smakelijke 'amuse' blijkt een kwalijk voorteken, want Gevangene van het verleden is een stroperig verhaal. Sander Keizer is met zijn meisje op vakantie in Tune sië als zij een ongeluk met een auto krijgen. De jongen gaat hulp halen, zakt uitgeput in elkaar en krijgt visioenen van een ver verleden. Terug in Nederland beseft hij bij een lezing van lerares Reinink over reïncarnatie en hypnose wat hij zou kun nen hebben meegemaakt. Hij laat zichzelf onder hypnose brengen en kan daama nauwelijks meer ontsnappen aan de indringende beÊlden uit zijn vorige leven. Deskundige therapie brengt hem op het nippertje terug in de werkelijkheid. Hinderlijk Berend Jager, die volgens zijn biografie dit boek zijn beste tot nu toe vindt, had het hierbij moeten laten. Hij sleept er echter allerlei verhaallijntjes bij die voor hinderlijke onderbrekingen zorgen. Sander heeft bijvoorbeeld een slechte relatie met vader Keizer, in het begin van het verhaal een ongevoelige, dikke bruut die fel tegen Sanders meisje Jacqueline is, omdat die uit een te eenvoudig milieu komt. Aan het einde van het verhaal is de karakteromslag zo plotseling en melodramatisch, dat die volstrekt ongeloofwaardig is. Verder laat hij de tegenwoordige schooljeugd dolenthousiast zijn voor de lezing over hypnose en reïncarnatie, laat hij de broer van Jacqueline met vriend inbreken bij Sander thuis, om dat ze schulden hebben door de speelautomaat en laat hij Jac queline moederlijke uitspraken doen als: 'Je hebt niet alleen mij, maar ook je ouders slapeloze nachten bezorgd.' De hypno tische beelden van Sander geven lange historische uitweidin gen, die vast bedoeld zijn als welkome afwisseling in de ver haalstructuur, maar die eerder averechts werken. Echte Kluitman Veel liever heb ik dan te maken met De Vos van de Biebosch. Dat is een boekin de echte Kluitman-traditie. Rechttoe - recht aan. Geen flauwekul. Tweede wereldoorlog. De verzetsstrijders als held, de Duitsers als boef, herkenbare locatie (kaartje van de Biesbosch erbij) en knokken maar. We weten wie gaat win nen, maar dat wordt nog even uitgesteld om de spanning erin te houden. Een heerlijk spannend, wensvervullend 'jongens boek'. En dat net als de Berend Jagers voor een miniem prijsje. Anders, maar minstens zo plezierig om te lezen is De verla ten kust van Robert Westall. Ook WO 2, nu aan de kust van En geland. Een Duits vliegtuig bombardeert Harry's huis weg. Hij is op tijd in de schuilkelder in de achtertuin, maar rijn vader, moeder en zusje zijn dat niet. Om te ontkomen aan zijn tante Elsie, 'erger dan de dood zelf, vlucht Harry met het schuilkelderpakket (koffertje met bescheiden en foto's, dekens) naar het strand. De eerste die hij daar ontmoet, is een ander slachtoffer van een bombardement, de hond Don. Net als Harry heeft hij geen thuis meer. Samen leven ze wekenlang, trekkend van het ene onderkomen naar het andere, op plaatsen langs de verlaten Engelse kust. Wat Harry's vader eens boos zei: 'Gedraag je niet als een kip zonder kop. Denk na, zoon, denk na', brengt Harry steeds beter in praktijk. In een korte periode leert hij veel van en over het le ven. Van allerlei soorten i Perfect In korte hoofdstukken van soms niet meer dan acht bladzijden weet Westall perfect diverse typen mens neer te zetten: een brute boer, een overleden menslievende dominee, een solitair levende vreemdeling, een trotse, zieke oude dame. Westall schreef hiermee een spannende 'tranentrekker' van het goede soort over overleven en volwassenen worden met een wel en tegelijk niet clichématig einde. Origineel genoeg om niet te verklappen. RECENSIE KOOS POST Dirk Draulans, 'Gele Modder". Uitg Manteau Alex Bouts. 'Rosé de Provence'. Uitg. De Belgisch-Nederlandse uitge verij Manteau (een imprint van De Boekerij, met vestigingen in Antwerpen en Amsterdam) houdt er ook een thrillerserie op na: 'Manteau misdaad'. Aan die reeks rijn kortgeleden weer twee titels van Vlaamse auteurs toegevoegd: 'Gele modder' van Dirk Draulans en 'Rosé de Provence' van Axel Bouts. Beiden hebben al eerder lite raire visitekaartjes afgegeven. Zo debuteerde dr. Dirk Drau lans (als wetenschappelijk me dewerker ooit verbonden aan de universiteiten van Leuven en Oxford) twee jaar geleden met een erotische thriller onder de intrigerende titel 'Paarse dijen'. Na 'De schaduw van Saddam' het relaas van drie reizen naar de explosieve brandhaarden van het Midden-Oosten heeft hij nu een levendig verhaal ge schreven rondom gebruik, of beter nog: misbruik van chemi sche wapens. Dat Draulans daarmee op heel ander terrein terecht is ge komen laat zich raden, maar dat wil nog niet zeggen dat hij de erotiek van zijn eerste thriller heeft afgezworen. Geen denken aan. Het vleselijk verkeer vervult een opvallend belangrijke bijrol in en rondom de handel en wandel van een puur sadis tische rebellenleider ergens in Afrika. Seks vind je terug in alle geledingen van het actievolle verhaal, tot zelfs in de misselijk makende martelingen toe. Helaas leidt deze nadrukkelijk aanwezige erotische garnering de aandacht wat af van de vele vlot vertelde en eigenlijk grieze lig logisch in elkaar stekende feitelijke gebeurtenissen. Grie zelig, omdat ze zo uit de reali teit lijken te zijn gegrepen. Maar het moet gezegd zijn: het is goed griezelen bij Dirk Drau lans. Natuurlijk moet je de Vlaam se tongval van de auteur voor lief nemen. Je moet er niet over vallen als iemand zich 'herpakt' (herstelt), tikt op het klavier van zijn computer of met een ander een eitje heeft te schillen in plaats van het ons zo bekende appeltje. Dat zijn een paar voor beelden genomen uit het soms rauwe, in elk geval realistische boek van Draulans. Speurtocht Bij Axel Bouts kan je nog greti ger grasduinen. Bij hem staan er nog veel meer Belgische taai bloemetjes in bloei. Dat zullen degenen die al eerder avontu ren van inspecteur Toets volg den, wel weten. Want Bouts voert zijn huisspeurder nu voor de derde maal ten tonele. Toets moet ergens in het zonnige zui den van Frankrijk Jean, de ver dwenen broer van een grootin dustrieel zien op te sporen. Toets denkt aan die speurtocht meteen een plezierige vakantie te kunnen toevoegen. Het loopt wat anders dan hij had gedacht, maar dat zal geen lezer verba zen. Trouwens, niemand zal erg verrast worden door de loop van de gebeurtenissen. Het zit allemaal wel goed in elkaar en Axel Bouts voert voor de derde maal zijn huisspeurder ten tonele. FOTO RIKKES VOSS Bouts kan best leuk vertellen, maar ik kan niet zeggen dat hij iets wezenlijks nieuws heeft toe te voegen aan de eindeloze reeks al bestaande detectivever halen over speurders op zoek naar criminelen. 'Zo beoordeeld is de zaak Jean Lippens geen plot voor een bestseller', zegt de auteur in een van de laatste zin nen van rijn boek. En ik kan dat alleen maar beamen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 26