Sisulu, een vader voor miljoenen
Japan aarzelend op weg naar grotere rol in de wereld
Feiten Meningen
Verkeersbureaus
DINSDAG 19 MEI 1992
Charismatische ANC- voorman 80 jaar geworden
WIM STEVENHAGEN
STANDPLAATS LONDEN
Voor Schotten is Londen een
oord dat ten koste van alles
moet worden gemeden. De on
dergrondse is vergeven van
Londenaren en ziektebacillen.
Op straat hangen zo veel giftige
gassen dat politiemannen op
Picadilly Circus nog maar 20
minuten aaneengesloten dienst
mogen doen.
Om dit feit onder de aandacht
van de toeristen te brengen,
hing het Schotse Verkeersbu
reau vorig jaar posters op in de
Londense ondergrondse. Een
van die posters toonde een trein
die in sublieme eenzaamheid
door een verlaten bergland
schap gleed. Daarboven stond:
'Schotland - het antwoord van
moeder natuur op de Picadilly
Line'.
Schotten mogen hun eigen land
volgaarne associëren met onge
reptheid, zuivere lucht, ruimte
en gezondheid. Londen is het
tegendeel van dit alles. Maar is
dit ook zo?
Blijkens een onderzoek van de
National Food Survey nuttigt de
gemiddelde Schot tweemaal zo
weinig vitaminen C als de Lon-
denaar. In sommige wijken van
Glasgow eet een op de drie be
woners nooit fruit en een op de
vijf nooit groente. Dit indachtig,
vermag het niet te verbazen dat
Schotland behalve schone lucht
ook een hoog percentage sterf
gevallen door hart- en vaatziek
ten heeft.
Maar dat is niet de reden waar
om de buitenlandse toerist zich
niet uit Londen laat weglokken
door het Schotse Verkeersbu
reau. De charme van Londen is
voor een deel juist de vervuiling,
de overvolle metro's, de chaos.
Verkeersbureaus schijnen dat
niet de begrijpen.
Enige tijd geleden hing ook het
Nederlands Verkeersbureau een
poster op in de Londense on
dergrondse. De tekst ervan luid
de: ,,If you go to Amsterdam,
don't overlook Holland" (Als u
naar Amsterdam gaat, zie dan
Nederland niet over het hoofd).
Maar wat het verkeersbureau
over het hoofd ziet, is dat de
Londenaar in Amsterdam een
paar dingen zoekt die de
Hondsrug niet heeft te bieden.
CEES VAN ZWEEDEN CORRESPONDENT
Walter Sisulu, één van
Zuid-Afrika's meest in
vloedrijke politieke figuren,
is gisteren 80 geworden. De
boerenjongen die vice-
voorzitter van het ANC
werd, is één van de meest
geliefde politici in Zuid-
Afrika. Zijn overtuiging dat
racisten moreel minder
waardige mensen zijn zon
der waardigheid is bepa
lend geweest voor de filo
sofie en de politieke koers
van het ANC, dat in Si-
sulu's geboortejaar werd
opgericht. Sisulu is de eni
ge leidende figuur in het
ANC die nog steeds in So-
weto woont, in hetzelfde
kleine bakstenen huisje
waar zijn moeder 50 jaar
geleden voor anderen de
was deed.
PRETORIA JOHN CARUN
THE INDEPENDENT
Sisulu werkt nog steeds elke dag
van acht tot zes. Op zfjn eigen
levendige, vriendelijke en hel
dere manier legt hij uit hoe het
kwam dat een jongetje dat vee
hoedde, uitgroeide tot mis
schien wel de meest invloedrij
ke figuur in de politiek van
zwart Zuid-Afrika.
„We werden geconditioneerd
om als vaststaand feit te accep
teren dat het land door blanken
werd geregeerd. En dat maakte
me verdrietig. Echt verdrietig. Ik
had veel bewondering voor on
ze geschiedenis, voor de helden
van onze tijd. Ik keek naar de
wereld van de zwarten en naar
de wereld van de blapken en er
welde in mij een soort opstan
digheid op. Ik vond dat de blan
ken niet zoveel respect verdien
den. Ik vond dat ze gewoon res
pect verdienden."
Het streven naar 'gewoon res
pect' werd de leidraad in Si-
sulu's leven. Zijn zoon, Zwclak-
he, de in Harvard opgeleide re
dacteur van de krdnt New Na
tion, zegt over zijn vader: „Ik
geloof dat zijn grootste prestatie
het erdoor drukken van het idee
Walter Sisulu in 1989 vlak na zijn vrijlating. foto afp walter dhladhla
van non-racisme is geweest,
toen dit idee op heftige weer
stand stuitte onder jonge zwarte
activisten. Al vroeg was hij er
van overtuigd dat je altijd mo
reel de meerdere moet zijn van
je vijand."
Opstandigheid
Toen Sisulu op 15-jarige leeftijd
een niveau van basis-onderwijs
had bereikt dat blanke kinderen
al op hun tiende bereiken, trok
hij naar Johannesburg 'op zoek
naar avontuur' en vond werk in
een kolenmijn. De volgende
tien jaar had hij verschillende,
slecht betaalde baantjes. Van
wege zijn opstandigheid werkte
hij zelden langere tijd voor de
zelfde baas. Hij was actief in het
vakbondswezen en in 1940
sloot hij zich aan bij het ANC.
Hij was wat de blanken nog
steeds een 'brutale kaffer' noe-
In 1941 bezocht een 'briljante
en indrukwekkende jongeman'
hem in Soweto. Hij kwam net
uit Transkei en was voor het
eerst in Johannesburg. Zijn
naam was Nelson Mandela. Si
sulu nam Mandela als huurder
in huis, wijdde hem in in de po
litiek en haalde hem over zich
bij het ANC aan te sluiten. Hij
zorgde ook financieel voor hem.
Hij kocht Mandeia's eerste pak
en vond werk voor hem als kan
toorbediende in een advocaten
kantoor.
„Ik verwachtte veel van Mande-
la. Ik zag dat voor hem een gro
te toekomst was weggelegd. Hij
was geïnteresseerd in de wet en
ik vond dat iedereen die de kans
kreeg die richting op moest
gaan. Hij was een man met goe
de geestelijke vermogens en hij
had ideeën die naar mijn me
ning verder ontwikkeld moes
ten worden. Hij was iemand
met het soort denkvermogen
waarmee je iets kan, begrijpt u?
Samen met Oliver Tambo (die
later leider van het ANC zou
worden) vormden Sisulu en
Mandela al snel het meest ener
gieke politieke team binnen de
zwarte beweging. In 1944 richt
ten ze de jeugdafdeling van het
ANC op. Vijf jaar later namen ze
via een verkiezingscoup de lei
ding van het ANC over.
Tegenpolen
Sisulu en Mandela waren in
veel dingen eikaars tegenpool.
Sisulu was klein en gedrongen,
droeg een bril en zag er armoe
dig uit. Mandela, die van een
adellijke familie stamt, was
lang, slank, fysiek indrukwek
kend en altijd smetteloos ge
kleed. Sisulu was de producent,
Mandela de ster.
Tien jaar na hun eerste ontmoe
ting bleef Sisulu zoals vrienden
het uitdrukten, 'de matigende
invloed'. Het was Sisulu die het
ANC geleidelijk wist weg te stu
ren van het idee van rassencon-
frontatie. Hij breidde zijn idee
van 'gewoon respect' uit tot het
principe van 'kleurenblindheid',
wat nog steeds een fundament
is van de filosofie van het ANC.
„Ik ben ervan overtuigd dat het
geen kwestie is van kleur", legt
Sisulu uit. „Mijn ideaal is een
non-raciale samenleving. Ik ben
dit ideaal zo sterk toegedaan,
dat het verleden voor mij niet
belangrijk is. Daarom ben ik
nooit bitter geworden. Wel
kwaad, elke dag weer opnieuw.
Maar nooit bitter."
Toen de Nationale Partij in 1948
aan de macht kwam, werd de
apartheid in de grondwet ver
ankerd. Sisulu zette het ANC op
een koers van actief protest. Het
gevolg was dat hij de volgende
12 jaar voortdurend werd gear
resteerd, in de gevangenis ge
gooid en voor de rechter ge
sleept, totdat het ANC in 1961
de gewapende strijd verkoos en
ondergronds ging. In 1964 werd
Sisulu gepakt en veroordeeld tot
levenslang.
Robbeneiland
Op Robbeneiland, de Zuidafri-
kaanse gevangenis voor de kust
van Kaapstad, namen Sisulu en
Mandela onmiddellijk de rol
van leiders op zich. Tijdens de
25-jarige gevangenschap van Si
sulu, heeft zijn vrouw Albertina
zich ingezet voor haar man en
voor de zaak van het ANC. Ze
groeide uit tot een belangrijke
politieke figuur. Sisulu's voor
beeldige, hechte gezin is in de
loop der jaren de belichaming
geworden van de zwarte hoop.
Alle vijf kinderen hebben een
hoge academische graad be
haald en bekleden een belang
rijke sociale en politieke positie.
Sisulu is nog steeds één van
Mandeia's belangrijkste advi
seurs en Mandela spreekt altijd
in superlatieven over zijn ment
or. Op Sisulu's verjaardagsfeest
beschreef Mandela hem als een
vader voor miljoenen. „Jij beli
chaamt de waardigheid en het
respect dat we voor alle Zuid-
afrikanen willen", aldus Mande-
la.
VERTAUNG MARGREET HESUNGA
De Nederlandse generaal Roos, hoofd civiele politie van de Untac, maakt kennis met enkele bewoners van
Phnom Penh. De civiele politie zal worden ingezet bij enkele grensposten om te voorkomen dat er wapens en
troepen Cambodja binnen komen. foto anp Raymond rutting
In het militair hospitaal in Phnom Penh liggen zo'n tweehonderd soldaten die zwaar gewond zijn geraakt bij
mijnongelukken. Gemiddelde leeftijd van de jongens: twintig jaar. foto anp Raymond rutting
De 14 Nederlandse mijnenin-
structeurs in Cambodja willen
van Den Haag toestemming
krijgen zelf mijnen en explosie
ven te ruimen en onschadelijk
te maken. De groep Nederland
se militairen zit sinds vorige
week zonder werk. De cursus
mijnenruimen aan Cam
bodjaanse soldaten is stopgezet,
nadat een generaal van het re
geringsleger een forse salaris
verhoging had geëist.
Dat verklaarde kapitein Walter
Vermeulen, die met zes colle
ga's van de Explosieven Oprui
mingsdienst Dienst (EOD) van
de landmacht in Battambang is
gestationeerd. In Siem Reap,
eveneens in het noordwesten
van Cambodja, zit een team van
zeven mijnenexperts van de
De huidige opdracht van de Ne
derlandse deskundigen in het
kader van de VN-vredesmacht
in Cambodja (Untac) beperkt
zich strikt tot het instrueren van
Cambodjaanse militairen in het
onschadelijk maken van mij*
nen. Zelf mogen zij niets doen
met „levende" mijnen, noch
met de grote hoeveelheden
rondslingerende munitie en wa
pens. Tot nu toe zijn door
Nieuwzeelanders, Indiërs en
Nederlanders ongeveer 120 mi
litairen van het Cambodjaanse
regeringsleger opgeleid. Daar
van zijn er slechts 40 aan het
werk voor de Britse organisatie
Halo Trust, die in opdracht van
het VN-Hoge Commissariaat
voor de Vluchtelingen gebieden
ontmijnt waar de gerepatrieer
de vluchtelingen uit Thailand
komen te wonen.
De zeven EOD-ers in Battam
bang ergeren zich enorm dat zij
met de handen op de rug moe
ten toezien hoe de inwoners
van Cambodja gevaar lopen
door overal verspreid liggende
mijnen, wapens en munitie. Ka
pitein Vermeulen: „Het frus-
teert enorm dat wij niet zelf ex
plosieven mogen ruimen, voor
al als je ziet hoeveel werk er is.
Al was het alleen maar aan ver
zamelen en opslag."
Zijn groep houdt zich dan ook
niet strikt aan de orders uit Den
Haag. Als vriendendienst aan de
Nieuwzeelandse mijnenploeg
en zogenaamd als „springstof-
proefje" zouden ze vandaag een
hoeveelheid mijnen laten ont
ploffen.
TOKYO ELBRICHT FENNEMA
CORRESPONDENT
Dahk zij Yasushi Akashi kunnen Japanners
zich eindelijk iets voorstellen bij het wat va
ge begrip van 'een rol in de wereld vervul
len' Hij leidt namelijk de missie van de Ver
enigde naties die Cambodja moet helpen
bij de overgang van deetien jaar oorlog naar
een democratische toekomst. Akashi geeft
daarmee een aan dat er voor Tokyo ook an
dere dan economische relaties mogelijk
zijn.
Japan heeft er nog steeds erg veel moeite
mee om de buitenwereld als iets anders dan
een afzetmarkt te zien. Er wordt wel heel
wat afgepraat en opgeschreven over 'een
grotere rol voor Japan op het wereldtoneel
in overeenstemming met haar economi
sche macht', maar slechts weinigen kunnen
zich daar iets bij voorstellen.
Keer op keer als er een beroep op een Ja
panse bijdrage werd gedaan, reageerde
Tokyo door haar chequeboek te trekken.
Dat kwam, eerlijk is eerlijk, niet alleen Ja
pan goed uit, maar ook Japans partners.
Vooral de VS vonden het wel comfortabel,
zo'n initiatiefloze vazal met diepe zakken
achter zich.
Voordat beide partijen de tijd hadden om
eens te buigen over de wenselijkheid van
deze rolverdeling, kwam de Golfoorlog. Die
bracht de niet te verbloemen zwakheden en
tegenstrijdigheden aan het licht die in de
Japans-Amerikaanse verhouding zijn geslo
pen. Japan betaalde, na enige pressie, haar
deel aan de internationale troepenmacht:
dertien miljard dollar, ongeveer een kwart
van de totale kosten. Maar in de woestijn
lagen Amerikaanse soldaten te zweten cn.er
vloeide Amerikaans (en Engels en Italiaans)
bloed De praktisc he gevolgen van de Golf
oorlog waren voor Japanners hooguit voel
baar in de gestegen olieprijs.
Bijna anderhalf jaar na de Golfoorlog heeft
Japan dan eindelijk een manier gevonden,
waarop haar leger mee had kunnen doen
aan de internationale troepenmacht. Nog
deze maand zal het parlement een wet aan
nemen die het mogelijk maakt dat iapans
Zelfverdedigingsmacht voortaan uitgezon
den kan worden voor vredesbewakende
operaties van de Verenigde Naties.
Omstreden
Het is een omstreden wet, omdat hij Japans
pacifistische grondwet weer een graadje
ruimer interpreteert. De grondwet verbiedt
Japan om een leger te handhaven. De eerste
afwijking daarvan kwam in 1954, toen Ja
pans 'zelfverdedigingsmacht' in het leven
werd geroepen. Sindsdien zijn de discussies
over de rol van de zelfverdedigingsmacht
eigenlijk nooit opgehouden, vooral omdat
de grondwet er geen richtlijnen voor biedt.
Wat mag een leger dat er niet eens had mo
gen zijn?
Aan een discussie over het wijzigen van de
grondwet is Japan nog niet toe, maar met
de Golfoorlog als aanleiding kwam er dan
het wetsvoorstel, die de weg moest vrijma
ken voor Japans deelname aan Peace Kee
ping Operations. Twee premiers hebben er
hun handen aan gebrand. Niet alleen had
Toshiki Kaifu vorig jaar weerstand van de
oppositie te duchten, ook binnen de eigen
partij, de regerende LDP, kreeg hij de gele
deren niet gesloten. De protesten binnen de
LDP golden niet eens de inhoud van de wet,
maar kwamen eerder voort uit verzet tegen
Kaifu. Met de Golfoorlog al weer hoog en
breed achter de rug, was de noodzaak van
de wet ook weer wat weggezakt. Het is weer
actueel geworden door Untac, de VN-over-
gangsmacht voor Cambodja. Het is een
project dat precies geschikt zou zijn voor
Japanse deelname.
De pacifistische grondwet indachtig, zitten
er aan de Japanse wet allerlei onpraktische
voetnoten. Zo mogen de Japanse troepen
niet worden uitgezonden naar zones waar
nog wordt gevochten en de troepen mogen
geen wapens dragen dan puur voor zelfver
dediging.
Een andere reden waardoor de operatie in
Cambodja in Japan nogal in de belangstel
ling staat, is de aanwezigheid van Yasushi
Akashi aan het hoofd van de VN-operatie.
De Japanse neiging om zichzelf als expo
nent van het hele Japanse volk te zien als bij
Akashi niet waarneembaar. Terwijl een Ja
panse tennisser ertoe in staat is zijn eerste
toemooititel te beschouwen als een 'over
winning voor Japan', hebben vijfentwintig
jaar in dienst van de VN, in hoofdzaak in
New York, van Akashi een man van de we
reld gemaakt.
Andersom kan Japan de neiging niet onder
drukken om Akashi toch ook een beetje als
vertegenwoordiger van Japan te zien. De
drang om Akashi in zijn taak te steunen is
er een uitvloeisel van. Vandaar dat het
wetsvoorstel nog niet in de ijskast is ver
dwenen, maar opnieuw wordt bediscussi
eerd. De LDP, de regeringspartij, kan op ei
gen kracht de wet door het Lagerhuis lood
sen, maar voor aanname in het Hogerhuis
is de steun van twee kleinere oppositiepar
tijen nodig. Die pleiten nog voor amende
menten, zodat het parlement zeggenschap
krijgt bij elke uitzending van troepen in
plaats van alleen de premier, zoals nu is
voorgesteld.
Verwacht wordt dat nog deze maand een
compromis wordt bereikt, zodat de wet nog
voor het zomerreces kan worden aangeno
men. Akashi onthoudt zich wijselijk van
commentaar op het wetsvoorstel „Ik kan
me niet met Japanse interne politiek be
moeien. Praktisch gezien, denk ik dat het
geen kwaad zou kunnen als Japanners eens
schouder aan schouder zouden werken met
andere nationaliteiten." Sterker nog. het
zou wel eens het beste medicijn kunnen
zijn om Japanners te genezen van hun ei
landers-mentaliteit.