Extra
Je voelt een alles verterende woede'
Sociale werkvoorziening uitkomst voor gehandicapten
VANDAG 18 MEI 1992
Redactie:023-150225 JAN VAN DER NAT. FRANS VISSER Vormgeving: ESTHER NYPELS
21
Weinig gebeurtenissen kunnen mensen heviger aan
grijpen dan het verlies van een kind. De rouw is
meestal zwaar en langdurig. Relaties zijn niet altijd te
gen de emoties bestand. De buitenwereld kan vaak
het nodige begrip niet opbrengen. De baby van Greta
en Cor stierf tijdens de geboorte. Hun verhaal.
Ié' dood van je kind. voor alle ouders een sluimerende angst
e dood van een kind, voor alle ouders
dat een sluimerende en diepgewor-
Ide angst. Elk jaar weer wordt voor
jnderden ouders die oerangst bewaar-
iid. Zij verliezen een kind door ziekte
door een ongeluk. Ook ogenschijn-
k gezonde baby's sterven, zowel na
geboorte (wiegedood) als tijdens of
>or het ter wereld komen. De ouders
jbben vrijwel zonder uitzondering
©te moeite om van de klap te herstel-
n. Volgens dr. Marc Cleiren, die on-
ngs aan de universiteit van Leiden
©moveerde op het onderwerp 'Aan-
issing na een overlijden' duurt de
uw na het verlies van een kind langer
in na enig ander overlijden,
feta (39) en Cor (37) uit IJsselstein verlo-
n hun zoon Johan nog voordat zij hem
lit gezien hadden. Hij overleed, bijna drie
ar geleden, tijdens zijn geboorte. Cor
)aar zit je dan alleen, met dat kind in je
men dat nog warm is. Je denkt: hoe kan
tt nou? Je wilt het niet geloven". Greta: ,,Ik
is hem elke dag".
in het eind van het gesprek pakken ze het
bum met de foto's van Johan. De mooiste
aat ook in een lijstje op de kast. Een
•achtige baby met een bos donker haar, in
i'n aandoenlijk wit gehaakt truitje. Cor
teft de foto's zelf gemaakt, want toen Gre
en hij voor de bevalling naar het zieken-
ïis gingen, had hij zijn fototoestel meege-
Imen.
ie ochtend vroeg waren de eerste weeën
•gonnen en tot ze in het ziekenhuis kwa-
ten leek alles normaal. Ze moesten-even
achten, want de verloskamers waren op
it moment bezet. Greta: „Ik zei: ik vind
»t prima, maar wil je even controleren of
les goed is? Want het is zo stil in mijn
jik'Op dat verzoek kwam, behalve wat
•ruststellend gemompel, geen reactie. Na
in kwartier vroeg Greta nog eens om con-
ole en weer een half uur later, toen ze tij-
ilijk op een gewone zaal in bed werd ge-
*gd, nog eens. „Ik was niet echt bang, want
dacht: ik ben in goede handen. Die ver-
ëegster had al zoveel bevallingen meege-
•&akt en voor mij was het de eerste keer".
)en uiteindelijk de hartslag van de baby
kd gecontroleerd, bleek deze te laag. Ook
Ier had de verpleegster een sussende ver
jaring voor: „Het kind verstopt zich". Gre-
t „Nu weet ik wat een onzin dat was, want
De kan zo'n kind zich nu'verstoppen?
laar toen geloofde ik het". Pas toen een
(I-assistente gynaecologie zich met Greta
ing bemoeien, gebeurde er echt iets. Zij
armeerde een gynaecoloog die haar direct
aar een operatiekamer liet brengen voor
ïn keizersnede. ireta en Cor waren toen
I anderhalf uur in het ziekenhuis. Rustig
jig Greta onder narcose: „Ik heb zijn hart
de directeur van het ziekenhuis en met alle
mensen die bij de geboorte van Johan wa
ren geweest. „Die directeur begreep ons en
nam ons verhaal heel serieus zeggen ze
nu waarderend.
„Het zal nooit meer zo zijn als voor die tijd,
maar ikzelf krijg nu heel langzaamaan het
gevoel dat ik er weer zin in begin te krij
gen", zegt Cor voorzichtig. Ze werken alle
bei weer en zijn zestien maanden geleden
de ouders geworden van een gezonde ZOOtt
Emiel. De ervaring heeft hen dichter bij el
kaar gebracht, stellen ze vast. „Wij hangen
onzettend aan elkaar. Als Cor iets zegt, zit ik
daar vaak net aan te denken. Als hij een
slechte dag heeft, heb ik dat ook". Deze
week gaan ze trouwen. Greta heeft de amb
tenaren van de gemeente nadrukkelijk laten
weten dat ze Emiel èn Johan in het trouw
boekje moeten schrijven. .Als
ze dat niet doen. kwetsen ze me
heel erg. Dat zou mijn hele dag
verpesten".
Haarverbetenheidopdit punt
is geen wonder. Greta en Cor
hebben anderhalf jaar moeten
knokken voor de burgerlijke
stand van IJsselstein erin toe
stemde Johan bij te schrijven
op hun kaart. De ambtenaren
weigerden een kind dal 'nooit
had bestaan' in te schrijven.
Uiteindelijk kwam minister Jen
Dales van-binnenlandse zaken
eraan te pas. Zij besliste dat de
gemeente niet zo moest zeuren
en Johan gewoon moest regi
streren.
Wim Meuffels, maatschappelijk
werker bij de Fiom in Utrecht,
weet dat het bij de ouders van
een overleden kind vaak anders
gaat dan bij Greta en Cor. „Zo'n
gebeurtenis is een zware belas
ting voor je relatie, dat komt er
nog bij", stelt hij. De Fiom or
ganiseert, naast individuele ge
sprekken, ook gespreksgroepen
voor ouders van kinderen die
voor of vlak (tot negen maan
den) na de geboorte zijn overle
den. Meuffels: „Er zijn wel groe
pen geweest waarin iedere rela
tie in een scheiding was geëin
digd". De verwerking van het
verdriet gaat nooit helemaal ge
lijk op. Dat kan verwijten geven
'Ik zag jou lachen!' Het gevaar
van een soort concurrentie
strijd. over wie het meeste ver
driet heeft, is aanwezig. Meuf
fels: „Vrouwen verwerken vaak
anders dan mannen. Ze hebben
meer behoefte aan praten,
mannen doen meer alleen, wat
niet wil zeggen dat ze niets voe
len. Gemiddeld hebben man
nen en vrouwen evenwel djd
nodig om na zo'n gebeurtenis
fotocpd hun evenwicht te hervinden
Dat duurt toch zeker een iaar of
twee". Greta en Cor zeggen dat ze zien nu
elukkig voelen, met hun zoon, hun werk,
un huis. Greta: „We hebben nu alles. Maar
toch, er is iets weg en daar moet ik mee le
ren leven. Er gaat geen dag voorbij zonder
dat ik aan Johan denk. Hij groeit ook met
me mee. Voor mijn gevoel is hij nu bijna
drie".
De stichting Fiom, met vestigingen in de
vier grote steden, heeft als hoofddoelstel
ling het verlenen van hulp bij zwanger
schap. Specifiek voor (zelf) hulp en bij
stand aan ouders die een kind verloren
zijn en De Vereniging Ouders van een
overleden kind, te bereiken via Postbus
418, 1400 AK Bussum. De Vereniging van
Ouders van Wiegedood-Kinderen, tel. 033
751487 (14-15u en 20-21u)
slag nog gezien, die was wel
laag, maar ik dacht bij mezelf:
als ik wakker word is er een ge
zonde baby".
Cor bleef achter op de gang. Het
uurtje dat de operatie duurde,
bracht hij ijsberend door, 'met
een beklemmende angst in
mijn keel'. Dat uurtje is later
nog verscheidene keren terug
gekomen in zijn dromen. De
kinderarts kwam hem uiteinde
lijk vertellen dat het mis was:
Johan had het niet gehaald. „De
grond viel onder mijn voeten
weg". Greta was op dat mo
ment nog onder narcose.
Verantwoordelijkheid
Cor „Ze hebben
of ik het aan haar wilde vertel
len. Ik heb ja gezegd, eigenlijk
drong op dat moment niets tot
me door". Later, toen Greta en
Cor een tijdje met hun overle
den kind samen waren geweest,
moest Cor hem zelf uit het
wiegje halen en wegbrengen.
„Dat zou beter zijn voor Greta,
want anders zou ze zich teveel
hechten". Greta snuift veront
waardigd: „Alsof ik hem niet ne
gen maanden in mijn buik heb
gehad!" Ze wordt weer woe
dend als ze eraan denkt dat het
ziekenhuis Cor op dat moment
de kastanjes uit het vuur liet ha
len. „Ze hebben hem een ver
antwoordelijkheid op de schou
ders gelegd, die daar niet hoor
de".
Greta heeft, herstellend van de
keizersnede-operatie, nog vier
dagen in het ziekenhuis gele
gen. „Langer hield ik het er niet
uit. Nou, ze lieten me zo gaan.
Ze waren blij toe dat ik naar
huis wilde, want het overlijden
van zo'n kind is zo iets ergs. Ze
weten gewoon niet hoe ze daar Het leven
mee om moeten gaan. Dat zou
den ze bij hun opleiding moeten leren,
maar dat gebeurt niet". Cor „Daar kwam
bij: zij lag nog steeds op de kraamafdeling.
Iedere keer moest ik langs de couveuses lo
pen en langs de zaal met moeders, met
wiegjes naast hun bed". Er ging nog meer
mis in het ziekenhuis. Een fysiotherapeut
meldde zich aan Greta's bed. Hij betuigde
zijn deelneming en gaf haar meteen een
folder met nuttige wenken voor na de ope
ratie. Bij voorbeeld deze: „U moet nu niet
alleen goed voor uw kind zorgen, maar ook
voor uzelf'. Cor: „Ik vloog hem bijna naar
de strot".
Opmerkingen
Vanuit het ziekenhuis hadden ze met een
begrafenisondernemer de crematie gere
zal na de dood van je kind nooit meer zijn als voor die tijd.
geld. Met zijn tweëen gingen ze daar naar
toe. In de eerste weken kregen ze veel aan
dacht van hun familie en vrienden, maar ze
moesten zich wel teweer stellen tegen foute
en pijnlijke opmerkingen. Greta: „Iemand
zei: misschien zou hij op zijn zestiende wel
aan de heroïne zijn geraakt. Dan zei Con
misschien was het wel een Mozart gewor
den". Ze weten nu nog niet waaraan Johan
is overleden. Sectie heeft geen uitsluitsel ge
geven. Greta: „Het is moeilijk te begrijpen
dat een gezonde baby kan overlijden, maar
zo was het wel. Johan was gezond". De
maanden na de dood van hun kind waren
ze, zeggen ze nu 'zo gek als een voordeur'.
Greta: „We kochten ons süf aan nieuwe
spullen, met materiële dingen probeer je
die leegte te vullen. Je wilt ook steeds bezig
zijn. We hebben einden gereden en gewan
deld. Iets duwt je voort". Ze voelden ook
een alles verterende woede over wat hen
was overkomen. In gesprekken met een
maatschappelijk werkster van de Fiom, een
organisatie die hulp verleent bij problemen
rond zwangerschap en geboorte, konden ze
die gevoelens kwijt. Greta: „Dat heeft ons
geholpen. Die wekelijkse gesprekken, daar
leefden we naartoe, dan konden we weer
spuien". Cor „Het was een opluchting dat
ze daar onze gedachten helemaal niet
vreemd vonden, want zelf vonden we dat
wel vaak. Toen ik zei dat ik wel een brand
bom bij het ziekenhuis naar binnen wilde
gooien zei de maatschappelijk werkster:
hoe had je dan gedacht die te maken?".
Greta, lachend: „Daar hebben we toen over
zitten fantaseren". De Fiom ging ook mee'
toen Cor en Greta een gesprek hadden met
Itascha KAYSER GPD
tmand met een handicap kan
et in het gewone bedrijfsleven
leestal wel
ïrgeten. Werkgevers geven de
öorkeur aan een kandidaat die
Dnderd procent arbeidsge-
thikt is, mensen die wat man
uren vallen buiten de boot.
oor die groep kan de sociale
lerkvoorziening een uitkomst
jn, ondanks het vooroordeel
et daar alleen geestelijk gehan-
Icapten werken. Dat dit niet zo
blijkt bij MultiBedrijven, de
»ciale werkvoorziening van
•ptterdam, waar bijna de helft
ïn de werknemers een licha-
lelijke handicap heeft,
ij de divisie Industrie en Tech-
iek van MultiBedrijven in Ze-
ènkamp worden dingen ge
laakt die bijna iedereen dage-
jks tegenkomt. Douchescher-
len, dynamo's, lamellen, bus-
alteborden, printplaatjes voor
pmputers en dergelijke. Op de
fdeling halogeenlampen werkt
11 Sewnarain, 34 jaar. Eigenlijk
Ceft hij een hele mooie, maar
Igewikkelde andere naam en is
Ijn roepnaam Loevie. Sil is af
leid van zijn achternaam. „Zo
(orden mijn broers op hun
jerk pok genoemd. Thuis ben
i gewoon Loevie, maar hier
ent iedereen mij als Sil." Zijn
fcctiechef Rob Mens kijkt gek
f> als hij hoort dat Sil geen Sil
eet. Hij wist niet beter. „Nou,
fan noem ik je voortaan ook
faevie," zegt hij.
«1 kwam twee jaar geleden in
flenst bij MultiBedrijven. Toen
lij twaalf jaar geleden vanuit
fariname naar Nederland
Ivam. had hij binhen twee we-
fan werk in de bouw. Daar
heeft hij zo ongeveer alles ge
daan wat er in de bouw voor
komt. In 1984 ging het fout. Sils
knieën waren kapot gegaan
door het vele werk wat hij deed
aan vloeren. „Ik ben naar de
dokter gegaan, heb een paar
operaties gehad, maar het is
nooit meer goed gekomen. Ik
ben voor 25 tot 35 procent ar
beidsongeschikt."
Via zijn broers, die ook in Ne
derland wonen en werken, heeft
Sil geprobeerd werk te vinden.
Het maakte niet uit wat, als het
maar werk was. „Thuis stil zit
ten kan ik niet. Ik moet iets te
doen hebben, werk hebben, an
ders word ik gek, weet je.
Slechter
Met de knieën van Sil ging het
echter steeds slechter, ook toen
hij door het uitzendbureau aan
wat baantjes was geholpen. In
1987 kon hij zich op geen ande
re manier voortbewegen dan
met krukken. „De arbeidsdes-
kundige van de Gemeentelijke
Medische Dienst heeft me bij
MultiBedrijven gebracht, twee
jaar geleden. Nu gaat het goed.
Ik kan helaas niet sporten, maar
op het werk gaat het uitste
kend."
Sil werd vorig jaar bevorderd tot
meewerkend voorman en heeft
nu de leiding over vijftien tot
twintig mensen. Hij is verant
woordelijk voor de kwaliteit van
de halogeenlampen die de
poorten van de enorme vesti-
ging in Zevenkamp uitgaan. En
die moet goed ziin. Er mag geen
onderdeeltje verkeerd zitten, al
le lampjes moeten het doen, ze
moeten goed vast zitten, de
keuringsmerkjes moeten er dui
delijk zichtbaar op geplakt zijn,
noem maar op. De verschillen
de, losse onderdeeltjes komen
binnen bij Sil. Hij controleert de
aantallen, codes, maten, kleu
ren en kwaliteit. Op een plaat
waarop vier kleine spotjes moe
ten worden bevestigd ziet hij
miniscule blaasjes. „Slecht ge
spoten," zegt hij laconiek. „Die
gaan terug naar de fabriek, hier
kunnen we niks mee doen."
Een tweede blik, van heel dicht
bij... Ik zie niks. Ook Rob Mens
heeft er moeite mee de foutjes
te ontdekken. Sil wijst ze feil
loos aan. Dan zien wij ze ook.
Inderdaad is het niet erg netjes
gespoten, maar als zo'n lamp
eenmaal tegen het plafond zit,
zie je er toen niks van? „Niks
mee te maken. Ik moet er op
letten dat er goed materiaal
wordt afgeleverd en dan zal dat
gebeuren ook, weet je."
MultiBedrijven probeert uit alle
macht het vooroordeel over so
ciale werkvoorziening uit de
wereld te helpen. Het volgende
misverstand dat dan ontstaat, is
dat mensen met een lichamelij
ke handicap per definitie in een
rolstoel zouden zitten. Weer
fout. De meeste mensen heb
ben een normaal arbeidsverle
den. Daarin is net even iets fout
gegaan en via de Ziektewet zijn
ze in de WAO beland.
John Huizer, 32 jaar, werkte als
sloper in de bouw en ging in
1985 door zijn rug. Hij werd
voor 25 procent afgekeurd.
„Dan blijkt ineens hoe moeilijk
het is om aan werk te komen. Ik
mag niet tillen en ik heb geen
hoge opleiding. Erg veel kansen
in het bedrijfsleven had ik dus
niet."
Pas in 1988 kreeg John weer
werk, bij een partyservicebe
drijf. „Ik kon op een gegeven
moment twee kanten op. Een
daarvan was de afdeling beveili
ging van MultiBedrijven. Ik wist
in eerste instantie niet dat het
sociale werkvoorziening was.
Dat hoorde ik pas tijdens het
gesprek. Als ik het geweten had,
was ik er waarschijnlijk niet op
ingegaan. Toen ik het hoorde,
had ik mijn twijfels. Ik ben toch
niet,gek? Maar van de andere
jongens hoorde ik wat het werk
inhield. Ik heb het nu prima
naar mijn zin."
In de drie maanden dat John nu
als beveiligingsman op het Cen
traal Station rondloopt, heeft hij
al heel wat meegemaakt. „In het
begin had ik er slapeloze nach
ten van. Je hoort en leest zoveel
over drugsgebruikers, criminali
teit en geweld. En dan sta je er
ineens zelf middenin. Dat was
even wennen, maar nu gaat het
goed. De praktijk is de beste
leerschool."
Griepen
Als we een ronde maken om
Johns gebied' te bekijken stui
ten we op een probleempje.
Twee collega's van John staan
in de gang van de stationshal
naar de metro te praten met
twee verslaafden. John herkent
ze al van een afstand. „Effe
voorzichtig," waarschuwt hij.
AJs we met een omtrekkende
beweging langs het groepje lo
pen, roept een van de verslaaf
den: „Pas jij maar op, ik heb
niet voor niks twaalf jaar gekre
gen in Frankrijk!"
„Echte problemen hebben we
niet zo vaak," vertelt John later.
„Je moet die gebruikers als ge
lijken benaderen en aardig blij
ven. Eén keer had ik de ziekte
in. Toen kwamen we net van
een vergadering van MultiBe
drijven. Wij vinden namelijk dat
we wel wat meer zouden mogen
verdienen. Dit werk neemt im
mers gevaren met zich mee en
daarvoor wil ik wel beloond
worden."
„Nou, dat ging dus niet door en
ik zat wat te griepen. Toen viel
ik uit tegen een gebruiker die in
de gang van het station naar de
metro zat. Zo van: 'Okee, naar
buiten jij, oprotten en snel ook'.
Dat moet je niet doen. want die
lui hebben op z'n minst een
aardappelschilmesje bij zich.
Voor hun dope. Maar voor het
zelfde geld hebben ze een joekel
van een kapmes bij zich."
Arbeidsongeschiktheid als ge
volg van werken in de bouw
komt bij MultiBedrijven veel
voor. Dat het ook in andere be
roepen kan gebeuren dat je van
de ene op de andere dag uitge
schakeld bent, bewijst Debby de
Groot, 32 jaar. Driejaar geleden
liep ze, als verpleegkundige
voor demente bejaarden, een
hernia op en werd ze voor vijf
tien procent afgekeurd.
„Ik kwam bij het Hulp- en In
formatiecentrum van de ge
meente. Rotterdam een adver
tentie tegen voor een baan in de
beveiliging. Dat was bij Multi
Bedrijven Ik moest in net begin
wel even die drempel over. So
ciale werkvoorziening, dat vond
ik nogal wat. Ik had geen duide
lijk beeld van wat het voorstel
de. Het eerste wat me opviel,
toen ik meer over MultiBedrii
ven te weten kwam, was dat het
heel anders in z'n werk gjne dan
ik verwachtte. Verantwoorde
lijkheid in het werk, modeme
apparatuur, noem maar op. Dat
verwacht je nu eenmaal niet als
je aan sociale werkvoorziening
denkt."
Debby werkt sinds vorig jaar
april op een relatief nieuwe af
deling, de Marketing Informatie
Groep (MIG). Hiervoor werkte
ze in de beveiliging, waar ze
haar man leerde kennen. „Ik
vond het niet zo leuk dat we
hetzelfde werk deden. Je zat op
eikaars lip en we namen het
werk mee naar huis. De MIG
was een uitkomst. Het gaat een
stuk leuker zo."
De MIG houdt zich bezig met
hethelcmarketing-veld Bedrij
ven aanschrijven, mailings ver
zorgen, bel acties, doelgroepen
selecteren, adressenbeheer. alle
facetten zijn mogelijk. Volgens
Debby kan er nóg meer. „Elk
gezond bedrijf heeft marketing
nodte" vfaidt ze „In eigen be
heer kan dat erg duur worden,
dus kan uitbesteden een oplos
sing zijn. Wij zijn flexibel ge
noeg, terwijl de meeste bedrij
ven dat niet zijn op dit gebied
Scoren
Het bevalt Debby goed bij Mul
tiBedrijven, ondanks haar
schroom in het begin „Ik heb
hier de mogelijkheden die ik in
het bedrijfsleven niet zou heb
ben gekregen Ik kan cursussen
volgen als ik dat wil. Nu is het
daar nog wat te vroeg voor, om
dat het werk nog te nieuw is.
Maar voor de toekomst zit een
cursus er wel in."
„Mijn omgeving reageerde net
zoals ik dat in het begin deed
onwennig. De naam MultiBe
drijven doet niet zoveel, maar
zodra ik vertelde dat het sociale
werkvoorziening was. werd er
hiel en den en gi tffld Dt bt
te methode om van die voor
oordelen af te komen is volgens
mij er voor uit durven komen
dat je hier werkt. En dat het vol
waardig werk.is."