Fiets krijgt
weer status
J- V~ 7- -
u
M
*s.-
Schermen
zaterdags
In zijn strijd tegen regen en auto-
conservatisme ontwierp ex-provo
Luud Schimmelpenninck de Solo,
een overdekte driewieler met trap
pers. versnellingsnaaf en derail-
leur. foto c po
bijvoegsel
Onverlichte rammelkast niet langer inzet van
een beter rijwielbeleid
De koningin op de fiets, waar
zie je zoiets. Natuurlijk in Ne
derland, dat meer fietsen telt
dan inwoners. Bakfietsen, snor-
brom- en fluisterfietsen, tan
dems, lok- en leasefietsen. Het
veel bezongen rijwiel ('als ik
tiveemaal metm'n fietsbel bel'
en 'spring maar achterop j was
bezig af te glijden tot een onver
lichte barrel, prooi van vooral
junks en studenten. Maar nu de
auto niet meer zo vanzelfspre
kend is, krijgt de fiets weer sta
tus. En zelfs voorrang. De enige
echte fietsersbond is blij.
V DE VLIET
Wat heb ik nou aan m'n fiets
hangen, denkt Arien de Jong
van de fietsersbond ENFB ais
ze het gelukstelegram leest. De bond blijkt
beloond met een internationale onderschei
ding van de Verenigde Naties wegens de 'uit
zonderlijke inzet voor een beter milieu'. Of
de pleitbezorgers van het rijwiel de prijs op 5
juni, Wereldmilieudag, eventjes in Rio de Ja
neiro willen komen halen.
Zo'n uitstapje zit er niet echt in. Natuurlijk
is het leuk om mondiaal gefêteerd te worden
in een bruisende stad als Rio. En beroemdhe
den te ontmoeten als de eveneens door het
VN-milieubureau bekroonde Brigitte Bardot,
het vroegere seksidool dat zich op haar oude
dag fanatiek inzet voor het bedreigde dier.
Maar zo'n reisje is duur. Geld en mankracht
zijn hard nodig om de strijd voor een beter
rijwielbeleid in den lande te kunnen voeren.
Misschien dat voorzitter Jaap Rijnsburger
van de Echte Nederlandse Fietsers Bond toe
vallig in juni die kant op moet, want als mil
ieutechnoloog moet hij vaak in de Derde We
reld zijn. Maar anders komt er niemand.
Arien de Jong blijft in elk geval de komende
tijd vanuit het gebouw van de ENFB aan Ha
venstraat 13 in Woerden bij het promoten
van het rijwiel uitzicht houden op de fietsbe-
stendige spijkerbroeken die modeboetiek
Henn/s Rits onder het motto 'één broek
voor twee billen' etalagebreed uitstalt.
Prestige
Internationale erkenning. Daar hebben ze bij
de fietsersbond zelfs niet van dürven dro
men. Er is een tijd geweest waarin sterk werd
betwijfeld of de bond ooit zelfs maar natio
naal aanzien zou gaan genieten. Maar nu de
auto wat minder vanzelfsprekend is gewor
den lijkt de fiets en daarmee de bond aan
prestige te winnen. Hoewel. Toch.
Twee uur lang heeft de Tweede Kamer on
langs over de fiets gesproken, onder aanvoe
ring van minister May-Weggen, dochter van
Harm, rijwielhandelaar in Klazienaveen. „Ik
had als kind nooit durven dromen dat ik nog
eens het rijwielbeleid in de Tweede Kamer
zou mogen verdedigen", zei de bewindsvrou
we. Het klinkt als een sprookje, een meisjes
droom als het ware. Zo wil Arien de Jong van
de fietsersbond het voorlopig ook maar even
blijven zien.
„De Kamerleden hadden er zichtbaar zin
in. Een fijn onderwerp, weer even heel wat
anders. In Nederland zijn meer Fietsen dan
mensen: vijftien miljoen. Daarom wilden de
Kamerleden allemaal graag iets moois over
het rijwiel zeggen. Ze gingen er echt voor zit
ten. De automobilist zou de van rechts ko
mende fietser maar eens voorrang moeten
geven. Natuurlijk had die brave Pieter van
Vollenhoven, voorzitter van de Raad voor de
Verkeersveiligheid, gelijk dat het daar einde
lijk eens van moest komen. En daar kwamen
de volksvertegenwoordigers los met hun ei
gen fietsverhalen."
„Wolffensperger van D66 zei geheel buiten
zinnen te zijn geweest toen zijn prachtfiets
met maar liefst 21 versnellingen was gesto
len. Van Middelkoop van de PvdA vond het
maar mal dat je zo makkelijk met een credit
card een auto kunt huren, maar dat de lease-
fiets nog nauwelijks iets voorstelt. Kortom,
belangstelling volop voor de velo. Een gezel
lig onderonsje, geen echt debat. Want over
het geld dat nodig is om landelijk een echt
fietsvriendelijke en veilige infrastructuur te
realiseren, zoals in het door de regering ge
steunde Masterplan Fiets is vervat, is met
geen woord gerept."
Hoewel. Toch. Het was misschien geen echt
debat. Maar het was wel een unicum dat de
volksvertegenwoordiging zo lang over de fiets
had gesproken. Het begrip gloort althans.
Steden en dorpen gaan er prat op dat ze als
'fietsvriendelijk' worden aangemerkt. Delft
spant in dat opzicht de kroon. Het netwerk is
daar zodanig dat de stad beter bereikbaar is
voor de fiets dan voor de auto, vooral veiliger,
maar zeker ook sneller.
Het gevolg is dat steeds meer Delftenaren
gaan fietsen, want zij hoeven niet meer opzij
voor de auto, de auto moet opzij voor hen.
De straat is niet meer zo vanzelfsprekend
voor de automobilist. Waar dat nog wel zo is
gaan de fietsers dank zij bruggetjes en tun
neltjes over en onder de auto's door.
In Delft is fietsen een feest, verkondigen de
stadsbestuurderen. Het loont de auto te laten
staan, laten ze weten. Feit is dat het autoge
bruik in Delft aanzienlijk afneemt, terwijl het
in andere steden nog altijd toeneemt. De
voorzieningen in Delft hebben twintig mil
joen gulden gekost.
„Geen weggegooid geld", zegt Arien,
„maar het is jammer genoeg slechts een
proefproject waarmee goede sier wordt ge
maakt. Zo zou het gewoon moeten, in alle
steden. Her zou normaal moeten zijn. Welis
waar heeft May-Weggen vijftig miljoen voor
het bevorderen van het fietsen en het ont
moedigen van het autorijden uitgetrokken,
maar ook dat is een eenmalige maatregel,
niet structureel helaas. Het geld is bedoeld
om gemeenten te stimuleren die iets leuks
voor de fiets willen doen."
Arien de Jong woont in Amsterdam. „In de
hoofdstad doen ze al jaren hun best om het
fietsen te bevorderen en het autorijden te
ontmoedigen. Maar het schiet niet op, gaat
stukje bij beetje, alleen als er toevallig weer
wat geld is."
Haar hoop is gericht op de uitslag van het
recente referendum waaruit blijkt dat het
merendeel van de hoofdstedelingen Mokum
blikvrij wil maken. „Ik ben er toch wel opti
mistisch over, want de gemeenteraad heeft
besloten de uitslag te volgen. In een 'stap
penplan' wil de raad het autovrij maken rea
liseren."
Melkkoe
De auto staat niet meer zó stevig op z'n voet
stuk. Is niet meer zó'n heilige koe. Meer en
meer een melkkoe, zeggen zielige automobi
listen. Zo'n klagende automobilist heeft wel
wat van een te veel melk producerende boer
die beweert dat hij kapot gaat aan de super
heffing. Maar hoe je het ook wendt of keert,
minder lood en minder mest moeten, menen
mensen die zich als beschermers van dg na
tuur opwerpen.
Arien de long begrijpt niet wat automobi
listen bezielt om hun (en andermans) leven
te wagen om ergens luttele minuten eerder te
arriveren dan anderen. Om kort daarop deel
te nemen aan de stadsguerrilla, waar par
keerwachters de vijand zijn in door wielklem
men geboobytrapte straten. Op zaterdag
boodschappen doen met de auto betekent in
een beetje stad stapvoets rijdend zoeken naar
een parkeerplaatsje, ver verwijderd van de
supermarkt, want daar lijkt elk plaatsje altijd
bezet. Na veel verspilde tijd en benzine
wacht dan het meters zeulen met volle bood-
Maar als het regent is de fiets ook niet alles.
Het soppende zadel. Het regenpak. De slip
pende dynamo. De opspattende modder. In
zijn strijd tegen regen en autoconservatisme
ontwierp Luud Schimmelpenninck de Solo,
een overdekte driewieler met trappers, ver-
snellingsnaaf en derailleur. Zijn ingenieuze ei
oogt snel. bewust anders dan een wagentje
voor invaliden. Ook ontbreekt het 'alternatie-
verige' van de meeste ligfietsen.
Luud is directeur van het innovatief be
drijfsverzamelgebouw Y-Tech' in Amster
dam. 'Ouderf jongeren' kennen hem beter
als de provo die het 'witte fietsenplan' be
dacht in de strijd tegen de 'asfaltterreur van
de gemotoriseerde bourgeoisie, wier wierook
koolmonoxyde is'.
Het plan om Amsterdam te voorzien van
witte fietsen voor algemeen gratis gebruik
heeft in de hoofdstad nooit gewerkt. Maar in
Kopenhagen is de 'statiegeldfiets', een vari
ant op de witte fiets, een succes. Hij berust
op hetzelfde principe als de geketende bood-
schappenkarretjes in de supermarkt Als je er
geld in gooit, kun je er mee gaan rijden.
Borstels
Menig bedrijf heeft belangstelling voor de So
lo's. Ze lijken vooral geschikt voor het woon
werkverkeer Om die reden wil Fokker er
honderd hebben. De moeilijkheid is dat ze
nog niet in produktie zijn. Menige kinder
ziekte moet nog worden overwonnen. Het
achterwiel bleek te zwaar belast. Dat kwam
mede doordat berijders van het ei een soort
Jaguar-gedrag toonden. Ze wilden er de blits
mee maken, 'scheurden' bij stoplichten als
eersten weg. Het werd ook al gauw te heet in
het ei. zodat het van een soort airconditio
ning moest worden voorzien.
Een ander euvel vormden langsdenderen-
de vrachtwagens. Opspattend water drong
het ei binnen. Schimmelpenninck had een
aardige oplossing. De opening bij de wielen
voorzag hij van een soort borstels zoals je die
ook in openbare brievenbussen aantreft.
Door die borstel kan de brief er wel in maar
niet uit. Bij de Solo is het precies andersom
Het water kan er niet in maar wel uit.
De vinding van Schimmelpenninck is
voorzien van een elektromotor die het trap
pen vergemakkelijkt. Waardoor je als het wa
re altijd wind mee hebt. Het aggregaat kan
thuis of op kantoor worden opgeladen (ge
woon de stekker in het stopcontact steken)
Als eigentijds voordeel van zijn rinding ziet
Luud het fitness-aspect. „Gezonder dan de
auto, soepeler dan de fiets, minder moei
zaam dan de hometrainer en geen gehijg van
trimmers." Hij mikt op mensen die liever li
chaamsbeweging in het dagelijks ritme in
passen.
Stelen van de Solo is niet gemakkelijk. Slot
en frame zijn één, zodat de dief die het slot
vernielt geen fiets meer heeft. Het ontgrende
len gebeurt door het intikken van een soort
pin-code.
Terug jatten
Intussen 'rouleert' vooral in de universiteits
steden een groot aantal fietsen die allemaal
zijn gestolen. Want degene wiens fiets is ge
pikt, jat er gewoon een terug. De tot norm
verheven normvervaging leidt tot criminele
inventiviteit.
De vindingrijkheid van de fietsendief Is
groot. Een truc is de beoogde buit van nóg
een slot te voorzien. De eigm.ur doel /\\n
fiets van slot. wil wegrijden, maar merkt tot
zijn grote verbazing dat het niet gaat. Hij
denkt dat het een vergissing is. Hij gaat naar
huis om gereedschap te halen om het vreem
de slot te mollen en intussen gaat de dief er
met de fiets vandoor. Want de dief slaat ge
woon met het sleuteltje van 'zijn' slot te
wachten.
Nog getructer is de benadeelde van boven
beschreven truc te spelen |e vraagt de politie
het echte slot van de echte eigenaar door te
knippen en doet dan de fiets keurig met je ei
gen sleuteltje van het slot dat je zelf erom
hebt gehangen.
Mevrouw Schlüter, Amsteldijk 74 in Am
sterdam, schreef na het stelen van haar 25ste
fiets een brief aan de Tweede Kamer. Het
ANP maakte een bericht van dat 'jubileum',
waarop ze door tal van media werd bena
derd. Mevrouw Schlüter, al die bellende jour
nalisten beu, besloot even een frisse neus te
halen. Op de fiets. Dacht ze. Het voorwiel
was gestolen.
De fietsendiefstallen zijn de fase van de
'kleine criminaliteit' voorbij. De politic maakt
er meer werk van, is er op uit dieven en
helers te pakken. In Amsterdam worden op
plekken waar gestolen karretjes worden ver
handeld undercover-agenten ingezet. In Den
Bosch functioneert de 'lokfiets', een van een
zendertje voorziene mountainbike. Volgens
politiewoordvoerder Jacques Brummans
heeft de lokfiets zo veel dieven 'opgeleverd'
dat hij af en toe moet worden binnengezet.
De administratieve afhandeling van die dief
stallen vergt veel mankracht. „Maar we gaan
er mee door. Veel andere korpsen hebben
belangstelling."
Serieuzer
Vorig jaar zijn er meer dan een miljoen fiet
sen gekocht, waaronder nogal wat duurdere,
te mooi om buiten te zetten. De fiets heeft
meer status gekregen, wordt serieuzer geno
men, de mensen willen er meer voor betalen.
Ook voor de veiligheid. „Er is veel vraag naar
bewaakte stallingsruimte, vooral bij stations.
Er zouden veel meer stallingen moeten wor
den gebouwd vindt Arien de long van de
I NI B
De Nederlander lijkt de gammele barrel
beu te zijn. De kans op brokken is groot en ze
zijn zo gestolen, alleen al omdat een goed
slot meer kost dan zo'n rammelkast
Wat Arien de long ook deugd doet. Ls dat
de vrachtwagenchauffeur in toenemde mate
oog heeft voor de veiligheid van de fietser, In
het jongste nummer van het blad Beroeps
vervoer wordt er bij de chauffeurs op aangc
drongen de fietser vóór te laten gaan Bij
stoplichten moet de fietser de kans krijgen
zich zichtbaar voor de viae htwagenchaufteur
op te stellen. Tevens wordt bepleit de voer
tuigen te voorzien van 'fietsemangers', een
zijafscherming, wat veel mensenlevens zou
sparen.
Een kwart van alle verkeersdoden.
ZATERDAG 16 ME11992
Onze taal
Een zonnescherm beschermt
ons tegen al te felle zonnestra
len, een regenscherm houdt ons
droog en een tochtscherm
houdt de tocht tegen. Dat is al
lemaal heel duidelijk. Maar een
televisiescherm biedt geen en
kele bescherming. Waarom zou
het dan zo heten?
Dk verklaring is niet moeilijk te
vinden. Toen de televisie in de
jaren vijftig nog nieuw was in
aen er voor deze nieuwigheid
n bedacht moest worden, heeft
leentjebuur gespeeld bij de film. Films
waren toen al lang bekend en die werden
vertoond op een scherm, ofte wel het witte
doek. Omdat een televisie wel wat leek op
een filmvertoning ging men naar het voor
beeld van 'filmscherm' spreken over 'televi
siescherm', ook al kwam daar geen doek
meer aan te pas.
Deze verklaring brengt ondertussen een
nieuwe vraag met zich mee: waarom is men
ooit van een filmscherm gaan spreken, want
ook een filmscherm biedt geen bescherming
Nu moeten we verder teruggaan in de ge
schiedenis. Inderdaad is de oorspronkelijke
betekenis van scherm: een of ander ding dat
bescherming biedt. Het zonnescherm, het
tochtscherm en het regenscherm hebben dus
die oude betekenis nog bewaard.
Het woord scherm hangt samen met 'sche
rm en 'schaar', zodat wc waarschijnli|k
moeten denken aan een schild, een uil hui
den gesneden bescherming in het gevecht.
Natuurlijk kon je met een scherm ie ook be
schermen tegen de hitte, vandaar het vuur
scherm en het karhelscherm Of je bescher
men tegen al te nieuwsgierige blikken Het
ouderwetse kamerscherm was er om je ach
ter te verkleden of andere dingen te doen die
niet iedereen hoefde te zien. Tot zo ver bo
den alle schermen nog wel op de een of an
dere manier bescherming.
Nederland,
nog
Van het kamerscherm is het maar een kleine
stap naar het toneel. Het simpelste toneel
maakt al gebruik van een toneelscherm, iets
waarachter de spelers zich verkleden kunnen
en vanwaar ze kunnen opkomen. In een echt
theater la et heel «m dm dm am nU
scherm: een ingewikkeld stelsel van hele en
halve gordijnen, die we meestal coulissen
noemen, maar toneelscherm is ook nog ge
bruikelijk. Wat daarachter gebeurt is niet
voor onze ogen bestemd, dat ls 'achter de
schermen'.
Toen kwam de film. Wie naar de film wilde,
ging naar de bioscoop. Maar men was nog zo
gewend aan het toneel dat de bioscoop eerst
filmtheater heette, zoals trouwens ook nu
nog wel, al was theater eigenlijk het woord
voor toneel. Ook de inrichting van zo'n ou
derwetse bioscoop deed erg denken aan een
toneelzaal Er was meestal nog wel een soort
podium en aan het begin van de voorstelling
ginger een gordijn open: volstrekt nutteloos
in een bioscoop en alleen rnaar begrijpeli|k
als je beseft dat er al een lange toneeltraditie
bestond toen de film opkwam. Als in de to
neelzaal het doek omhoog ging of de gordij
nen opzij geschoven werden, dan zag je het
toneelscherm, zodat men het in de bioscoop
dan maar het filmscherm ging noemen, het
witte doek waarop geprojecteerd werd. En
via het filmscherm zijn we op het idee van te
levisiescherm en beeldscherm gekomen.
Het is verrassend om te zien dat het Franse
woord voor televisiescherm écranop pre
cies dezelfde manier aan z'n betekenis geko
men is. In het middeleeuwse Frans was een
écran namelijk een vuurscherm of wind
scherm. en via het toneelscherm en het film
scherm werd het de naam voor televisie
scherm.
Maar het is niet van Franse oorsprong Want
lang geleden schijnen de Fransen hun woord
écran ontleend te hebben aan een Germaan
se taal. dat wil zeggen aan het Duits, het Ne
derlands of het Engels. Hoe het vroeger bij
ons geklonken heeft, blijkt nog een beetje uit
het Engelse 'screen'.
We kijken er dus niet meer van op dat ook in
het Engels het woord screen dezelfde historie
achter zich heeft: van kamerscherm via to
neelscherm en projectiescherm naar televi
siescherm.