Cowboys van de binnenstad
Compromis-relaties
ZATERDAG 9 MEI 1992
zaterdags
De bromfietskoeriers werden geboren uit de
verkeerschaos in de Amsterdamse binnenstad.
Sinds jaar en dag knetteren de vrijbuiters
ongestoord door de stad, gehuld in zwart, de
mobilofoon achterop. De politie beschouwt ze
als 'verkeersterroristen' en jaagt met
'undercovers' achter ze aan.Laat ze de fiets
nemen", zegt de politie. De koeriers: „Ze lullen
maar wat. Niemand begrijpt iets van dit vak.
De meeste koeriers
rijden op Honda's die
ze lekker kunnen
opvoeren.
FOTO GPD
ROLAND DE BRUIN
D
Brommerkoeriers terroriseren het Amsterdamse stadsverkeer
FRED VAN ESSEN
yrj
elfs de rechterlijke macht doet
j mee aan de stigmatisering van
koeriersvak", schampert
Stef Bouwhuis. Hij is eigenaar-directeur van
District Couriers en public-reiationsman
Koeriersdiensten bij de vervoersorganisatie
NOB Wegtransport. „Als Jan de burger een
brommer op de stoep ziet, wordt meteen de
hele bedrijfstak op een hoop gegooid."
Een goede naam hebben ze nooit gehad,
de jongens en een paar meisjes op hun
Honda-scheurijzers. Vooral de kwetsbare
voetgangers en de verkeerspolitie in Amster
dam kunnen de koeriers wel schieten. „Een
macho subcultuurtje", zegt brigadier Peter
ter Meulen misprijzend.
Ter Meulen zag in het „totaal uit de hand
gelopen verkeersgedrag" van de Amsterdam
se bromfietsjeugd een welkome vulling van
een leemte in zijn carrièreopbouw. De briga
dier, in zijn vrije tijd organisator van mara
thonschaatswedstrijden in het profcircuit en
bezig met het opzetten van een bedrijf in
Rusland, wist 170.000 gulden subsidiegeld los
te peuteren.
Hij kocht een paar off-the-road-motoren
en kreeg de Amsterdamse kantonrechter mr.
Ellerbroek zo gek een hoofdrol te spelen in
een videofilm. Ellerboek deelt in de film wat
boetes uit, waarna leerzame beelden zijn te
zien van de revalidatie van een Amsterdamse
jongen die zijn loopbaan bij een koeriersbe
drijf afsloot met een dwarslaesie.
Bromfietskoeriers zijn de speerpunt van
brigadier Ter Meulens project. „Ze rijden als
gekken. Letten niet op rood licht, eenrich
tingverkeer. Het is een apart soort jongens,
niet direct de slimsten, onafgemaakte Ibo-
opleiding, moeilijke milieus... Waaghalzen
die een ongeluk simpelweg op de koop toe
nemen. Hardnekkige probleemklanten."
Scheuren
Om negen uur 's morgens rijden ze op hun
Honda's uit de garages aan de Nieuwe Hem-
weg, in Zuid en in de Pijp. Ze blijven onder
weg tot een uur of zeven 's avonds: honderd
jongens en een vijfral meisjes die in full time
dienstverband de Amsterdamse binnenstad
rondrazen. Ze werken voor bedrijven met na
men als Road Runner, Swift Express, Al Ride,
District Couriers, Blue Sprint. En City Courier
natuurlijk, de oudste, het bedrijf dat twintig
jaar geleden in Amsterdam aan de wieg
stond van de nieuwe bedrijfstak.
Nergens rijden er zo veel koeriers rond als
in Amsterdam. Bij de Amsterdamse Kamer
van Koophandel staan 236 koeriersbedrijven
ingeschreven en vijftig daarvan rijden met
bromfietsen. Meestal op verzoek van vaste
klanten, die weten dat de brommer onbe
twist het snelst is in de volle binnenstad en
dat je de jonge ambitieuze koeriers met een
tientje fooi nog harder kunt laten rijden.
Duizenden pakjes brengen ze weg. De on
derlinge concurrentie tussen de bedrijven is
moordend; een pakje binnen het centrum
'doet' vijftien gulden. De koeriers rijden zich
uit de naad om aan de hoge verwachtingen
te voldoen. „Ze zéggen niet dat je overtredin
gen moet maken, maar ze zeuren er wel over
als je te laat bent", zegt Abdoel (17) van IBS-
koeriers. „En een spoedpakje moet binnen
het kwartier van de Van Wou naar de Hector-
straat, dat is krap hoor."
Volgens de directeuren van de koeriers
diensten 'maken' hun jongens, vrijwel alle
maal tussen de 17 en 20 jaar oud, gemiddeld
100 kilometer per dag. De koeriers zelf hou
den het op 300. Met uitschieters naar boven.
Daar moet je de gashendel aardig voor open
draaien. Maar goed, dat doen ze graag. Kop
pelingshendels gaan er doorheen als warme
broodjes. „Daar raak je het eerst de straat
mee als je de bocht te krap neemt."
De jongens die op 'pakjesloon' zitten, ma
ken het veel erger, vertellen de koeriers. Die
worden betaald per afgeleverd pakketje en
zijn een apart slag. „Dat zijn de gasten met
110-cc-blokken onder de brommer. Ze zijn
gewoon helemaal leip, zo opgefokt dat ze de
hele dag door stoned op de brommer zitten
om nog wat te kunnen ontspannen. Daar
hebben ook wij als koeriers geen contact mee
je ziet ze alleen strak voorbijrijden... een
joint in de mond. De Eikelbrigade noemen
we ze, die lui van de Wizard Couriers. Ze
stoppen nooit, niet als je je hand opsteekt om
ze de weg te vragen, niet als ze een ongeluk
hebben veroorzaakt. Ze rijden maar door, al
tijd."
Blinde Pech
Sommigen van de mythische pakjesrijders
moeten wel honderd pakjes per dag rond
brengen en nemen dan zo'n 300 tot 400 gul
den mee naar huis. De andere koeriers zijn al
blij met 1400 gulden in de maand, nog altijd
500 piek meer dan het minimumloon. En
dan de fooi: voor de een niets, voor de ander
vijftig gulden per dag. „Ik heb klanten die ge
ven me een geeltje. Dan rijd ik als een dwaas
en dan bel ik zelf even op om te zeggen: 'het
is er, hoor'. Zijn ze dik tevreden met me."
„Mijn vorige baan was in een supermarkt.
Daar leer je het klagen wel af zegt Frank
Pietersen (19). Een betere pleitbezorger dan
Pietersen kan de branche zich niet wensen.
„Ik merk wel eens dat mensen op ons neer
kijken, maar dat is hun fout. Ik ben brom
merkoerier in hart en nieren. De vrijheid, de
dingen die je meemaakt onderweg, fantas
tisch. Het is niet zo maar een vak, het is een
manier van leven."
Jammer voor Frank dat hij zijn verhaal
over het koeriersvak moet doen vanuit een
rolstoel in het hoofdstedelijke Onze Lieve
Vrouwen Gasthuis (OLVG). Een dubbel ge
parkeerde automobiliste in de Eerste Ooster
parkstraat werd hem noodlottig. Gepokt en
gemazeld in hét hoofdstedelijke verkeer wist
de koerier dat hij niet moest remmen toen
het portier van de Renault 5 openvloog. Hij
gaf gas „om ten minste het portier er schoon
uit te rijden." Dat lukte, maar zijn eigen rem
pedaal boorde zich in zijn rechterbeen. Dat
was op 5 december.
Ruim twee maanden later zit hij nog steeds
in het ziekenhuis, een stalen pen in zijn
been, vijf operaties op zijn patiëntenkaart en
een levend voorbeeld van de alledaagse risi
co's van de cowboys van de binnenstad. Het
gevoel in zijn rechterbeen wil nog maar niet
terugkomen. „Blinde pech", vindt «hij. „Ik
reed vijftig, net standaard voor een keertje."
Van zijn 121 kilo lichaamsgewicht is nog
maar 87 kilo over. Dat maakt hem er als por
tier van het Hard Rockcafé bij het Leidseplein
niet imposanter op, maar nog sterk genoeg,
denkt hij. Het uitsmijterr deed hij altijd naast
zijn koeriersbaan.
Uitsloven
Uit het dictafonische verslag van een under -
cover van brigadier Ter Meulen: „Rijdt met 60
kilometer per uur aan linkerkant weg, tegen
verkeer in op Stadhouderskade, door rood
stoplicht, neemt trambaan, door rood, met
50 over trottoir voetgangers vluchten por
tieken in en wijzen op voorhoofd. Via zebra
naar overzijde, trottoir, stopt. Koerier aange
houden."
De koerier was Richard (17) van Swift Ex
press. „Ik zat in mijn proeftijd en wilde me
een beetje uitsloven voor m'n baas", zegt hij
verontschuldigend. Zijn rechterarm hangt in
een draagverband. Ook al gewond tijdens het
werk: een schouderkneuzing na een schuiver
in een bocht. Na zijn aanhouding beterde Ri
chard zijn leven. Hij monteerde een achter
uitkijkspiegel en ziet „nu tenminste die mo
torrijders als ze achter me aan zitten."
Wat weten de bazen van hun koeriers? Op
de zaak zien ze ze niet veel. De meeste com
municatie gaat 'over de mobi', de mobilo
foon achter op de brommer. Bijna allemaal
Honda's, de koeriersbrommer bij uitstek,
vanwege de solide bouw en het makkelijk op
te voeren motorvermogen. Een bedrijf als
Bike Store Holland least de Honda's aan koe
riersbedrijven en is gespecialiseerd in het op
bouwen van de koffers met de mobilofoon-
bakken.
Buiten bereik van de baas zoeken de koe
riers elkaar op bij de onderdoorgang van het
Rijksmuseum om wat ervaringen uit te wis
selen en een shaggie te roken, of een blowtje.
De sfeer zat er goed in, helemaal toen een
groepje meisjes „allemaal spijbelaars"
in de buurt begon rond te hangen. „We noe
men ze onze pitspoezen", zeggen de koeriers
breed lachend.
Helaas, sinds de werkgevers lucht kregen
van de informele openluchtkantine en kwa
men spioneren, moest de basis worden ver
legd. Nu hangen ze vaak rond in de Joden
breestraat bij het Waterlooplein. Op de galerij
onder in het 'Maupoleum' kun je wel met de
brommer komen, maar de baas in zijn auto
niet, zodoende.
De werkgevers spreken liefkozend over
'hun jongens' die 'nu eenmaal een bepaald
soort stoere typen zijn', maar die ze zo veel
mogelijk 'tegen zichzelf in bescherming ne
men'. Opjagen, nee, dat zouden ze niet kün-
Toch houden de meeste bromfietskoeriers
het werk niet lang vol: gemiddeld haken ze af
na een tot anderhalf jaar. „Ze groeien door in
een auto", zeggen de bazen. „Ze zijn dan op
gebrand", weet de politie.
De koeriers halen de schouders op. Op
branden? Hoe kan dat nou. Ze zijn toch alle
maal pas een paar maanden bezig...?
Op de Fiets
Adrian Rijkeboer (19) gaf in december na drie
maanden bij District Couriers de pijp aan
Maarten. „Het was niet vol te houden. Ik
moest wel vijftig ritten per dag maken, en
niet alleen in het centrum. Je kwam ook in
Buitenveldert. Je bleef rijden in die rotkou
Het ging maar door van negen tot zes. Geen
tijd om tussen de middag een boterhamme
tje te eten. Telkens piepten ze me op en dan
was er weer verschrikkelijke haast bij.
Het loon, zo'n 1500 gulden per maand, was
goed, zegt Rijkeboer. „Maar ik beschouw dat
als gevarengeld. Je moet ontzettend hard rij
den om binnen het kwartier van het Singel in
de Linnaeusstraat (in oost) te zijn. Dat red je
niet onder de 50 veel gaan er nog veel har
der."
Zodra de wonden van zijn ongeluk zijn ge
heeld een ongelukje met de brommer
probeert Rijkeboer het bij een ander koe
riersbedrijf. „Ik heb gehoord dat het bij Al Ri
de wat minder druk is."
De Amsterdamse verkeers-
schout aan het kantongerecht
mr. Hendrikx is enthousiast over
het plan van brigadier Ter Meu
len om alle brommerkoeriers
van de straat te halen. Op de te
levisie had de schout een stoere
Amerikaanse koerier gezien „die
op de fiets net zo snel bezorgde"
als op een motor. „Hij brak wel
alle verkeersregels, maar hij zag
er gezond en gespierd uit", aldus de magi-
IBS-eigenaar Günther Werner is zo n
beetje de enige die het enthousiasme heeft
overgenomen. Ik^eb zojuist een mountain
bike aangeschaftlaat hij weten. „Ik denk
dat het goed te doen is. Een student krijg je
niet op een brommer, maar wel op de fiets,
dat is dus goed voor het imago van de be
drijfstak."
De concurrenten kunnen Werners bloed
wel drinken. Bouwhuis, nadat de krachtterm
'die Wiener schnitzel' ai eens is gevallen „De
man wil maar één ding: publiciteit. Geloof
me. als de fotograaf is geweest staat die fiets
in de schuur tot de volgende langskomt. We
hebben het allemaal met fietsen geprobeerd
Ik ken geen collega die niet een paar van die
rotdingen achter in de zaak heeft staan Maar
het lukt niet. Niet voor die prijs. Ook de koe
riers zijn er niet tegen opgewassen. Ie zweet
je kapot in zo'n regenpak, en in een sport-
broekje gaat ook niet in de kou. Over dat
fietsplan hebben ze niet goed nagedacht.
Laat ze ons de vrije trambaan geven, net als
taxi's. Dan zeg ik: ja. dan kunnen wij ons in
alle rust aan de verkeersregels houden."
loop Mulders van City Courier. peetvader
van de bedrijfstak: „De klanten willen zeker
heid. Geen grieperige fietser die het einde
van de rit misschien niet haalt."
Ze stoppen
nooit, ze rijden
maar door,
altijd.
w i j
„Ik denk vaak: wat zeur ik nou eigenlijk? Hij
zuipt niet, hij slaat me niet, is een goede vader,
hij draagt me op handen. Het probleem is al
leen: ik kan niet zeggen dat ik van hem hou,
want dat voel ik niet
Dit citaat komt uit
een van de brieven
naar aanleiding van
mijn column 'Alsof-relaties' van
een paar weken geleden. De
brief, die werd geschreven door
een vmnw met universitaire op
leiding en directeur van een flo
rerend bedrijf, illustreert op heel
treffende wijze wat het betekent
als je 'wetens' in een alsof-relatie
verstrikt zit. zoals blijkt uit het
vervolg:
„Ik vraag me wel eens af. zou God
als hij bestond het een zonde lin
den als je met iemand leeft van
une je niet houdt maar wel doet
'alsof. Je houdt een ander voor de
gek, en dat is al erg genoeg Maar
je houdt ook jezelf voorde gek
Want ik uil mezelf als een eerlijk
en open mens kunnen zien. In
mijn bedrijf probeer ik dat altijd
te zijn. Maar iedere dag dat ik
niet spreek in de belangrijkste re
latie die ik in feite heb, i-oel ik dat
mijn oprechtheid minder wordt.
Hoe langer je zuijgt, hoe moeilij
ker het wordt om ooit nog te spre
ken. Hoe moet ik me verdedigen
als, wanneer ik dit ooit uitspreek,
hij me verwijt dat ik hem al die
jaren dus opzettelijk bedrogen
heb? Dat ik hem de meest wezen
lijke informatie heb onthouden
waar je als mens recht op hebt,
namelijk te weten of degene met
wie je leeft (echtj van je houdt of
niet?
Als een dokter me na een onder
zoek niet zou vertellen hoe ernstig
ziek ik ben, zou ik werkelijk woe
dend zijn. Want hij onthoudt me
iets u>at ik moet weten om te be
palen op wat voor nieuwe koers
ik mijn leven eventueel nog wil of
kan zetten, hoe moeilijk ik het
misschien ook zou vinden om te
horen. En hier ben ik, en ik dor
bij degene die me, ondanks alles,
toch het meest nabij staat precies
datgene aan wat ik absoluut niet
zou willen dat een ander mij zou
aandoen. En toch. toch ik durf
niet Ik ben bang dat als ik spreek
alles kapot gaat, mijn huwelijk,
mijn gezin. Dat alles in elkaar
dondert, dat er geen weg terug
meer is. Mijn enige, schrale, troost
is dat er u>aarschijnlijk honderd
duizenden anderen zijn die op
precies dezelfde manier in hun
relaties bezig zijn. Maar net als
bij belastingfraude is dat tuituur-
lijk eigenlijk geen excuus.
Haar slotvraag aan mij luidde
kort en goed: „Hoe kom ik hier in
godsnaam uit?"Mijn antwoord is
dat die vraag te vroeg komt. De
allereerste \Taag is: Hoe zit je er
verdorie in? Heel veel mensen
zijn. net als deze vrouw, vaak al
van het begin af aan terechtgeko
men in een zogenaamde com
promis-relatie. De basis van zo'n
relatie is een soort van schikking
tussen partners waarhij ze bei
den bepaalde eisen en verlan
gens hebben laten vallen in ruil
voor het voortbestaan van hun
samenzijn.
Die schikking is vaak onbewust
tot stand gekomen, zonder dat er
openlijk over is onderhandeld, in
de loop van de relatie zijn de
partners zich min of meer intuï
tief gaan instellen op een manier
van omgaan die het minste gela
zer lijkt te geven. Over bepaalde
dingen wordt niet (meer) gespro
ken, bepaalde gevoelens, ge
dachten. wensen of behoeften
worden in de relatie niet openlijk
aan de orde gesteld: „Ik ben na
enige tijd opgehouden het over
dat soort dingen met haar te
hebben, want iedere keer raakte
ze volledig boven haar theewater
en dan was het soms dagen mis
tussen ons."
Niet zelden wordt een hed gezin
in de schikking betrokken ..ik
zeg ook vaak achter haar rug om
tegen de kinderen. Ssstt. begin
daar nou niet legen mama over
want dan weet je gewoon dat
In zo'n compromis-relatie is
emotionele intimiteit het eerste
slachtoffer. Veel ervanngen en
gedachten, ook heel belangrijke,
worden niet medegedeeld en dus
niet gedeeld De partners worden
intieme vreemden voor elkaar
Het tweede slachtoffer is de per
soonlijke ontwikkeling van elk
van belden, want die wordt door
de relatie eerder geremd dan be
vorderd
Vaak worden ze over en weer
medeplichtig aan het in stand
houden van bepaalde lastige of
dictatoriale eigenaardigheden
van de ander. Het corrigeren of
bijsturen van onze persoonlijke
eigenaardigheden en die van on
ze partner is immers sterk afhan
kelijk van de informatie, de feed
back. die we elkaar geven over
hoe ons gedrag wederzi|ds word
Dat maakt ons bewust van ons
zelf (soms pijnlijk, maar so
what*), maar het creëert daar
door ook de gelegenheid eventu
ele veranderingen in ons gedrag
aan te brengen krijgen we die
feedback niet. of geven we zelf
die feedback niet aan dc ander,
dan zijn we bezig bepaalde on
gunstige trekken of gedragspa
tronen bij elkaar in stand te hou
den of zelfs te verergeren.
Als ji onbesproken laat waar je
onder lijdt of benauwd van
wordt, dan maak je in feite de
keuze het eventueel maar erger
te laten worden: „Eigenlijk al
vanaf het begin van onze relatie
heb ik afgeleerd om op feestjes
langer dan een paar minuten
met een andere man te gaan pra
ten. want anders was het gegn
randeerd gelazer als we weer
naar huls gingen. Hij kan daar
niet tegen."
Bovendien is het bij onuitgespro
ken schikkingen meestal zo dat
de ene partner op het gebied van
persoonlijke ontwikkeling en au
tonomie meer inlevert dan dc
ad— i Dj hMd flbnluü
niet van ais ik s' avonds boven
mijn studieboeken hing, dus ben
ik er op een bepaald moment
maar mee gestopt en heb ge
woon ergens een baantje aange-
De ene partner neemt hier de
laak op zich om de ander tegen
gevoelens van frustratie of onbe
hagen te beschermen, ook als da<
ten koste gaat van eigen idealen.
Daarmee ontstaat een ander on
behagen. namelijk het gevoel dat
'onze relatie beter Is voor jou dar
voor mij'. Dat gevoel Is meestal
het eerste signaal dat de relatie
dreigt vast te lopen.
Als door een relatie de persoon
lijke ontwikkeling van een van dc
partners stagneert, of dat nu op
emotioneel, sociaal of erotisch-
seksueel gebied Is. clan stagneert
ook de relatie zelf |e kunt daann
berusten, je kunt het buiten dc
deur gaan zoeken, je kunt de re
latie opzeggen en meestal het
moeilijkst van alles Je kunt dc
relatie 'aanhangig' maken.
Voor veel vastglloptn compro
mis-relaties in deze tijd geldt in
mijn ervaring dat ze alleen maai
te redden zijn als ze worden om
gebouwd tot consensus-relaties.
Dat ombouwen is een moeizaam
en pijnlijk communicatieproces
waarbij je vaak op korte temujn
het risico mort lopen om de tela
tic eerst te verliezen om m op
lange termijn te behouden. Dat
proces (waar ik uitvoerig op te
rug zal komen) laat zich treffend
illustreren met het volgende ver
haal.
Een grote, zwaar gespierde sa
moerai bezocht op een dag een
kleine monnik- „Monnik", zei hij
met een slem die gewend was
gehoorzaamd te worden, „on
derricht me over hemd en hei
De monnik keek op naar de
machtige krijger en zei met min
achting in zijn stem .Jou vertel
len over hemd en het Ik zal daai
gek zijn om aan zo'n wreedaard,
zo'n aanfluiting voor de mens
heid. mi|n energie te verspillen
Scheer je weg!
De samoerai reageerde woedend
nikte zijn zwaard uit de schede
en hief het om de monnik te OQt
hoofden. „Dat is hel", zd dc
monnik zacht De samoerai aar
reide. De houding van deze kld-
ne man die bereid was alles te
geven om hem duidelijk te ma
ken wat hd was. overweldigde
hem I angzaam liet hi| zijn
zwaard zakken en deed het temg
in de schede
„En dat is hemd", rrl de monnik
zac htjes