Nederland, het Haarlem van Europa r Politieke affiches: van kunst tot pakpapier 'sLANDS STUURMAN STEMT H.COLUN ZATERDAG 9 MEI 1993 H Monopoly-succesverhaal gaat nieuw tijdperk in De tijd heeft het aloude gezel schapsspel Monopoly inge haald. Vorig jaar was er al een Junior Monopoly en nu is er zelfs een Europese versie ver schenen. Op het nieuwe bord is Nederland het Haarlem van Europa geworden, en de Kal- verstraat kost nu 1600 ecu. Dat had de werkloze verwarmings monteur Charles Darrow ook nooit gedacht, die knusse avond in 1933. De visite zou hem miljonair maken. Wist hij veel? NS 1 VAN LIJST27 -ïr □Aoeco^ - -it. harles Todd en Jeff Raiford heet- m i ten ze. Todd had met Charles Darrows echtgenote Esther op school gezeten. Zo kwam het. Todd en zijn vriend Raiford gingen een avondje bij de Darrows op visite en namen voor de gezellig heid een zelf vervaardigd spel mee. Het spel heette Monopoly. De Darrows hadden het zó arm dat zo wil het verhaal Esther veel moest breien om- nog wat brood op de plank te krijgen. Van achter haar breiwerk moet ze die avond gezien hebben hoe haar man binnen de kortste keren in de ban raakte van het bord. de dobbelstenen, het nepgeld en de handel In onroerend goed. Spoedig knutselde Charles zijn eigen Mo nopoly in elkaar. Hij stroomlijnde de spelre gels en VToeg nog hetzelfde jaar, 1933, copy right aan. Drie jaar later draaiden de persen van spellenfabrikant Parker Brothers vieren twintig uur per etmaal om aan de vraag naar Monopoly te kunnen voldoen. Een legende was geboren. Is Charles Darrow daarmee de 'uitvinder' van Monopoly, zoals hij vaak gezien wordt? Nee, niet echt. Monopoly, het spel waarvan sinds 1935 tussen de Noord- en Zuidpool Zó'n 100 miljoen exemplaren zijn verkocht, is eigenlijk het kind van een heleboel verschil lende mensen, maar de spreekwoordelijke wieg heeft vermoedelijk toch gestaan bij een zekere Elizabeth Magie. Magie, die doorging voor een vrijgevochten tante, ontwikkelde reeds in 1904 The Land lord's Game. Met het spel propageerde ze in direct de plannen voor enkelvoudige belas ting van de econoom Henry George. De en kelvoudige belasting, de single tax, ging uit van het idee dat alleen voor onroerend goed geld aan de overheid zou moeten worden af- gedragen. The landlord's Game bestond uit een bord met veertig vakjes, zoals ook Monopoly later dit veertig vakjes zou bestaan. Eveneens her kenbaar: straten, stations, water- en elektrici teitsbedrijf, een parkeerterrein, een gevange- Hls, oplopende waarden en natuurlijk belastingen. Exemplaren van het spel werden etrkocht via winkels in Maryland en oostelijk Pennsylvania, maar een doorbraak naar het grote publiek bleef uit. Spellenkeizer George Parker, die The Landlord's Game voor pro- dilktic kreeg aangeboden, zag er niets in. Hij vond de vinding van Magie aan de moralisti sche kant en ook de politieke propaganda vorir de single tax stond hem niet aan. Twintig jaar later, in 1924, besluit Magie het spel ingrijpend aan te passen. De belangrijk ste vernieuwing is het monopolie-aspect, waarmee de deelnemers hun inkomsten aan zienlijk kunnen verhogen. Het spel wordt in die jaren in de Verenigde Staten al door een beperkt publiek gespeeld, veelal economie studenten. onder meer op de universiteit van Pennsylvania en op scholen als Princeton en Haverford. Her en der begonnen mensen hun eigen spelaanpassingen te plegen. Ergens moet ie mand het idee hebben gesuggereerd om de straten in groepjes te formeren. Elders is waarschijnlijk het idee ontstaan om verwor ven bezit met huizen en hotels uit te breiden. De toepassing van plaatselijke straatnamen op het spelbord werd gemeengoed en de naam Monopoly maakte, haast vanzelfspre kend, opgang. De versie die Charles Darrow in 1933 on der ogen kreeg, is vermoedelijk afkomstig ge weest uit Indianapolis. Ook Ruth Hoskins. een vrouw die van Indianapolis naar Atlantic City was verhuisd, besloot de straatnamen uit haar nieuwe woonomgeving op een Mono- poly-bord te zetten. Via de kennissenkring met wie zij het spel speelde, kwam ook Char les Todd er mee in aanraking. Charles Todd, inderdaad: Darrows visite. Charles Darrow. die in Mt. Airy woonde, handhaafde de straatnamen van Atlantic Ci ty op het bord. Atlantic City, een populair vakantieoord in die tijd, lag honderd kilome ter verderop, aan de Jersey-kust. Een trein kaartje naar zee kostte anderhalve dollar, maar dat kon de werkloze Charles zich niet veroorloven. Door aan de straatnamen van Atlantic Ci ty vast te houden, kon hij zich bij tijd en wij le toch aan zee wanen. Nu, anno 1992, staan die namen nog steeds op het Amerikaanse bord: van Baltic Avenue en Pacific Avenue tot Ventor Avenue, Park Place en Boardwalk. Zes per dag De verwarmingsmonteur uit Mt. Airy had niet alleen tijd over, hij beschikte ook over een zakeninstinct. Hij begon persoonlijk Mo nopoly's in produktie te nemen en vond af zetmogelijkheden bij buren, vrienden en kennissen. In het begin had hij voor de ver vaardiging van één compleet spel liefst een hele dag werk nodig; de verkoopprijs lag toen op vier dollar. Later schakelde hij een drukker in voor de spelregels, de kaartjes en het geld. Zo kon hij de produktie opvoeren tot zes exemplaren per dag. Darrow, zelfverzekerd door de behoorlijke afname, legt het spel in 1934 ook voor aan Parker Bros. De directie doet zijn versie in eerste instantie af als 'te ingewikkeld voor de De Europese editie van Monopoly. De Kalverstraat doet hier 1600 ecu. massa', maar krijgt al gauw spijt als in speel goedwinkels en warenhuizen de verkoop van Monopoly toch goed blijkt te lopen. Direc teur Robert Barton, schoonzoon van grond legger George Parker, slaagt er begin 1935 alsnog in om met Darrow tot overeenstem ming te komen. Parker Brothers koopt daar naast de rechten af van Liz Magie, neemt een soortgelijk spel (Finance) over van concur rent Knapp Electric en regelt de claims van nog twee andere Monopoly-achtigen. Die investering heeft zichzelf wel terugver diend: Monopoly is al vele jaren een mon diaal begrip. Het spel bestaat in zo n dertig versies, variërend van Japans, Australisch en Columbiaans tot Fins, Canadees, Zuidafri kaans en Russisch, al is die versie in de Vere nigde Staten gemaakt. Toen de Sovjets nog in kolchozen en sovchozen dachten is er aan gene zijde van het IJzeren Gordijn wel een in heemse variant ontstaan onder de welluiden de naam 'Coöperatie'. Daarbij Zegr Bij Junior Monopoly, de variant die vorig jaar op de markt kwam voor kinderen in de leeftijd van pakweg vier tot acht jaar, zijn de straten en pleinen vervangen door at tracties in een pretpark. Europees Alleen in Nederland worden er zo'n 50.000 Monopoly's per jaar verkocht Mensen kopen zo lijkt het nog liever een nieuwe doos dan alleen het geld te vervangen, wanneer dat versleten raakt. Geld: nu nog 'guldens', straks dus: ecu's. Want de Europese versie van Monopoly is zo Europees als maar kan, tot en met de Europees gele sterren op de Europees blauwe dobbelstenen toe. Denemarken heeft de rol van Ons Dorp toebedeeld gekregen (de Strandvejen en de Slotsgade zijn met 600 ecu voor een prikkie te koop), waar het verenigde Duitsland voor de grootste i vesteerders is weggelegd: de Kö- nigsallee en de Kurfiirstendamm 'doen' respectievelijk 3500 en 4000 ecu. Nederland komt er bekaaid af: op het tweede kwart van het bord, vlak voorbij de gevange- ir. het Haarlem van Europa. Op de plaats van respectievelijk Barteljorisstraat, Zijlweg en Houtstraat prijken nu de Rotter damse Coolsingel, de Haagse Lange Poten en de Amsterdamse Kalverstraat. Daarmee zijn we nog wel beter af dan Luxemburg, Por tugal, Griekenland en Dublin, want die moe ten het elk met een vliegveld stellen. Inder daad: in het Europa van vandaag wijken de aloude Monopoly-stations voor luchthavens. Gespeeld wordt er niet meer met gewone pionnen, maar met twaalf goudkleurige stuk ken die elk een bouwwerk uit een der EG-lid- staten voorstellen. De Hollandse windmolen steekt wellicht wat schril af tegen het Griekse Parthenon, de Eiffeltoren, de toren van Pisa, de Brandenburger Tor en La Sagrada Familia, maar dat is voer voor chauvinisten. En met chauvinisme heeft nog nooit mand een spelletje Monopoly gewonnen. Als het proletariaat de macht zou krijgen, kon den de gevestigde machten wel inpakken. Veranderingen in de politiek voltrekken zich doorgaans traag. Maar bij een flinke Stap terug in de tijd be landen we in een an dere wereld. Honderd affiches uit een periode van 75 jaar algemeen kiesrecht sieren tot half september de Burger zaal van het nieuwe Tweede-Kamerge bouw. Colijn moest de indruk geven dat het roer ook Een allegorische affiche: een liberaal die tal bij slecht weer bij hem in goede handen was. van afschuwelijke vijanden te lijf moet. lonneki Noou het propaganda-affiche van het CDA er tij dens de laatste kamerverkiezing in 1989 uit. Politieke partijen hebben tegenwoordig hun eigeri kleuren en een vast ontwerp "voor hun verkiezingsaffiches. frisgroene ondergrond. Rechts Vroeger was dat wel anders. Het waren in wit het cijfer 1. Daaronder de kunstwerken. Een prent uit de jaren dertig bekende blokletters CDA. Zo zag van de Anti Revolutionaire Partij laat dat Het schip van staat, de stuurman aan het roer en de nationale driekleur werden op de prenten gebruikt om stabiliteit en vertrou wen uit te stralen. Na de Tweede Wereldoorlog werd er druk gewerkt aan de wederopbouw. De affiches uit die jaren stralen zakelijkheid en harmonie uit. "Wij bouwen voort', 'Meer vrijheid, meer woningen', 'Gezond gezin, krachtig volk', zijn kenmerkend voor de prenten uit de jaren vijftig. In de jaren zestig laten de mensen zich in hun stemgedrag minder beïnvloeden door geloof of klasse. De televisie komt op. Het verkiezingsaffiche wordt hierdoor minder be langrijk en er wordt ook minder aandacht aan besteed. Partijen gaan vaste kleuren en ontwerpen gebruiken. De laatste fase die op de expositie wordt behandeld is de periode 1977 tot 1989. Poli tieke partijen richten zich meer op samen werken. Hun verkiezingsleuzen passen zich hierbij aan: D66 'Het redelijk alternatief, WD 'Samen aan het werk', CDA 'Samen ver antwoordelijk'. Opvallend is dat gezicht en naam van de lijsttrekkers steeds meer op de voorgrond komen te staan. Dat is de televisiedemocratie, zeggen ken ners, verwijzend naar het voorbeeld van de Amerikanen. zien. Een prgchtige tekening van kunstenaar Hein Kray. Colijn in regenpak achter het roer van een zeilschip. Er boven in dikke zwarte letters: 's Lands stuurman. Er onder 'Stemt H Colijn. nummer 1 VU lijst 27'. In 1917 werd het stelsel van evenredige vertegenwoordiging en het algemeen man- nenkiesrecht ingevoerd. Wel twintig keer zijn sinds die tijd verkiezingen voor de Tweede Kamer gehouden. In die periode veranderde er veel. zoals goed te zien is aan de 100 ver kiezingsaffiches die tot half september in de Burgerzaal van het nieuwe gebouw van de Tweede Kamer zijn te zien. Ze vormen sa men de expositie 'Om de stembus... 1918- 1989' over 75 jaar algemeen kiesrecht, geor ganiseerd door het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen in samenwer king met de vakgroep staatsrecht van de Rijksuniversiteit Groningen. „Vóór de oorlog waren die affiches een be langrijk propagandamiddel. Politieke partijen trokken bekende kunstenaars als Albert Hahn en Hein Kray aan om prachtige prenten te maken", vertelt D. Elzinga, hoogleraar staats recht en een van de organisatoren van de ex positie. „Honderden guldens werden er aan uitgegeven. Voor die tijd veel geld. Het was een ware concurrentiestrijd wie met het mooiste affiche voor de dag kwam. De kun stenaars maakten symbolische, sterk ideolo gische voorstellingen. Ze beeldden politieke tegenstanders in dreigende kleuren af. In middels zijn de affiches van kunst tot politiek pakpapier geworden. De televisie is nu een belangrijker propagandamiddel." De expositie is in vijf perioden ingedeeld. De honderd prenten zijn naar verkiezingsjaar opgehangen. De periode 1918-1929 laat zien hoe fel de tegenstelling socialisme-kapitalis- me was. Bolsjewisme en socialisme komen op de prenten naar voren als gevaarlijke die ren. Een weldoorvoede heer met hoed moet het kapitalisme voorstellen De jaren dertig waren die van economi sche crisis. Er was veel kritiek op de politiek.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 44