Twee eeuwen goed in de verf c 'TT Nieuw blussysteem helpt Sikkens uit de brand ZATERDAG 9 MEI 1992 A/L43 Onderzoek, specialisatie en fusies vormden basis voor het Sikkens-concern In 1792 begon Wiert Willemszoon Sikkens met het maken van verf. In een ruimte in een van de stadswallen van Groningen. Sikkens, inmiddels onderdeel vanAkzo, bestaat op 12 mei precies 200jaar. Een verfwinkeltje werd een wereldconcern. kunt elke kleur krijgen, zo- lang hel maar zwart is." Een historisch geworden uitdrukking van Henry Ford, de eerste grote autofabrikant. Bij Sikkens moeten ze er jaren later nog om lachen. De fabriek in Sassen heim, waar het maken van kleur tot kunst lijkt verheven, neemt de laatste decennia juist op het gebied van auto(reperatie)lakken een leidende positie op de wereldmarkt in. Evenmin als Ford had de stichter van het be drijf, Wiert Willemszoon Sikkens, kunnen be vroeden dat zijn eenmanszaakje zou uit groeien tot een van de belangrijkste verfpro- ducenten. Het bedrijfje dat exact 200 jaar ge leden werd gesticht in een van de verdedi- gingswallen van de stad Groningen, maakt nu onderdeel uit van de Coatings Divisie van Akzo. Een multinational met een jaaromzet van een kleine 4 miljard gulden. Die groei is voornamelijk aan één man te danken: president-directeur August Mees. Hij nam veel cruciale beslissingen die bepa lend waren voor de 200-jarige historie van Sikkens. H. Groen, huidige directeur van Ak zo Coatings in Nederland, spreekt met res pect als hij het heeft over het levenswerk van deze man, die van 1924 tot 1963 in dienst was bij Sikkens. Hef was Mees namelijk die vlak voor de Tweede Wereldoorlog aandrong op een verhuizing van Groningen naar Sas- senheim, het initiatief nam tot een nationaal distributie-netwerk via zogenaamde 'officiële verkopers', en werknemers langdurig aan het bedrijf wist te binden. Belangrijke ontwikke lingen, maar aan de echte groei lagen volgens Groen drie andere redenen ten grondslag: onderzoek, specialisatie en fusies. Mees was overtuigd van het belang van on derzoek en zette voor de verfindustrie onge bruikelijk grote laboratoria op. Groen: „Bij Sikkens werd al in een vroeg stadium aan produktontwikkeling gedaan. Eerder dan in andere bedrijven werd in onderzoek, perso neel en apparatuur geïnvesteerd. De kwaliteit in onze keuken wordt meer door onze koks bepaald dan door de potten en pannen." Halffabrikaat „Daarnaast is tijdig voorzien dat je moet spe cialiseren, waarbij dan de nadruk werd ge legd dat verf een halffabrikaat is. De functie ervan zie je pas als het is aangebracht en .ge droogd. Opleiding, voorlichting en samen werking met de schilder maken daarom we zenlijk onderdeel uit van het bedrijfsprodukt. Ik heb liever een redelijk produkt dat goed is aangebracht, dan een goed produkt dat rede lijk is aangebracht." Waarmee Groen wil zeg gen dat het vakmanschap van de schilder of autospuiter beslissend is voor het resultaat. In de visie om te specialiseren paste in de jaren vijftig en zestig de aankoop van een aantal ondernemingen. Zo werden Cetabever (beitsen), Flexa (doe-het-zelf verf), de in staalbescherming gespecialiseerde fabriek Wat ooit als een winkeltje in Groningen begon is uitgegroeid tot bedrijf. J.LH. Smits &-Co. in Wapenveld en de on langs weer afgestoten firma Talens (plakaat- verf en tekeninkt) onderdeel van de Sikkens Groep. Op het moment dat de meeste van die bedrijven zich aansloten bij de in Sassen- heim gevestigde fabriek, was de eerste grote fusie van Sikkens al een feit. In 1962 werd be sloten tot nauwe samenwerking met de Ko ninklijke Zout-Ketjen nv (KZK). „Wilde Sikkens een rol van betekenis spe len, dan zou dat nooit op de Nederlandse markt alleen kunnen", snijdt Groen die fusies als derde belangrijke ontwikkeling aan. „Dat heeft geleid tot vestigingen in andere Eu ropese landen en later tot de vorming van de Coating Divisie." Die benaming werd voor het eerst in 1969 gebruikt. Sikkens en moedermaatschappij KZK waren al eerder samengegaan met de Koninklijke Zout Organon (KZO) en in dat jaar volgde een fusie met AKU en werd Akzo (die ook zout, chemische produkten, vezels en produkten voor de gezondheidszorg maakt) gevormd. Naast Sikkens kwamen ook de Duitse en Franse verffabrieken Lesonal en Astral onder de vlag van de Coatings Divisie. Een onderdeel dal. met in totaal ruim 15.000 ikkens heeft tijdens het 200-jarig bestaan heel wat proble- men gekend. Zo ging zeventig procent van de omzet verlo- ^^^F ren toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, kwam de produk- tie tussen 1939 en 1945 helemaal stil te liggen, en werden de verfver- kopen door de oliecrisis in de jaren zeventig gedrukt. Aansprekender voor de inwoners van Sassenheim en omliggende plaatsen warén echter de branden van 1968 en 1972, toen er gebouwen met inhoud ter waarde van tientallen miljoenen guldens in rook opgingen. H. Molkenboer, commandant van de 33 leden tellende bedrijfs brandweer van Sikkens, maakte beide vuurzeëen van dichtbij mee. De vlammen reikten zo hoog dat ze in Leiden zichtbaar waren. Wat in '68 begon met een normale brandmelding liep uiteindelijk uit op een van de spectaculairste branden in de geschiedenis van de Duin- en Bollenstreek. Oorzaak: „Statische electriciteit bij het overtappen van oplosmiddelen", aldus Molkenboer. Zo'n 25 brandweervoertuigen uit de omgeving gingen de vlammen te lijf. Daarbij werd ruim 3500 liter bluswater per minuut gebruikt. De schade aan de gebouwen van destijds schat Molkenboer nu op zo'n 28 miljoen gulden. „Maar dat bedrag kan wel eens hoger zijn ge weest. omdat de produktiehal totaal werd vernield. De levering kwam daardoor volledig stil te liggen. Zou het nu gebeuren dan kunnen dochterondernemingen de produktie overnemen.zegt Molkenboer. „De brand van 1972 is een heel ander verhaal. Die begon in de ex peditieruimte en daarbij gingen de magazijnvoorraden in vlammen op. En een loods om de spullen op te slaan is altijd wel ergens te vin den". De schade bedroeg ongeveer 14 miljoen gulden. Nadien zijn er, volgens Molkenboer, geen ernstige dingen meer ge beurd in het bedrijf. „In '68 viel er een zwaar gewonde te betreuren. Dat is dan een incident dat indruk maakte, maar verder zijn er nooit echt extreme dingen voorgekomen. In het verkeer en in de privésfeer doen zich meer onaangename voorvallen voor. Na de branden van '68 en '72 is er het nodige veranderd bij Sik kens. „De wandjes in de gebouwen stelden niet zoveel voor. Nu heb ben we veel meer compartimenten gekregen." Ruimten die automa tisch sluiten als het geavanceerde detectiesysteem van het bedrijf een grote rookontwikkeling of een stijging van temperatuur waarneemt. Wordt het warmer dan 60 graden Celcius, dan wordt automatisch Co2 gespoten waarmee het zuurstofgehalte in de lucHt afneemt en het vuur dooft. Voor die gebouwen waar nog met water wordt ge blust. ligt onder een van de panden een bassin met een miljoen liter aan bluswater. „Die Co2-blussing heeft ons voor rampen behoed", meent Molken boer. Echt grote problemen hebben zich sinds de invoering van het systeem dan ook niet meer voorgedaan. „Vorig jaar moesten we acht tot tien keer uitrukken voor kleine klusjes, en dan ging het ook nog wel eens om een technisch manco. Als je weet dat er zo'n vijfduizend meldingsmogelijkheden zijn, dan praat je dus nog niet eens over pro- werknemers in binnen marktleider in Nederland mondiaal slechts moet dulden Advertentie Alleen de naam van het verfmerk Sikkens herinnert nu nog aan het allereerste begin in Groningen. De in 1755 geboren Wiert Wil lemszoon Sikkens kocht op 1- december 1792 een pandje aan de Heerestraat voor de som ma van 2150 gulden. Een huis dat hij al enige tijd bewoonde en zou omvormen tot een winkel. 'Bij Wiert IV. Sikkens in 't muiden van de Heerestraat zijn te bekomen alle soorten van broey en vensterglas, heele en halve kisten en korven en gesneden ruiten, groote witte Bo heemse bladen, in verschillende maten, als mede verfwaren, beste glas- en schrijfdiaman- ten, alles t9t civiele prijzen', luidde een adver tentietekst uit 1805 in de Groninger Courant. De verf vervaardigde Sikkens zelf Ook stookte hij zelf lak. Een gevaarlijke klusje en waarschijnlijk de reden waarom Wiert Wil lemszoon een poortje in <*en van de Groning se stadswallen huurde Wanrwer hij daar pre cies met de produktie begon is niet bekend, maar Akzo houdt de datum van 12 mei aan om het 200-jarig bestaan te herdenken. Tot het moment dat August Mees zijn intrede in het bedrijf maakte, bleef de Groningse verffa- briek in familiehanden. Zij het dat de familie naam Sikkens verdween toen Willem Penaal de onderneming van zijn zwager Geert Wil lem Sikkens voortzette. Aan het begin van deze eeuw had het be drijf zich in belangnjke mate toegelegd op de produktie van verf voor de bouwwereld, later kwamen daar de lakken voor de auto-indus trie bij. Het is volgens directeur H. Groen niet zonder reden dat met name deze twee verf soorten in Sassenheim tot in de perfectie werden ontwikkeld. „Niet alleen dankt elk verfbedrijf zijn bestaan aan de levering aan schilders daar liggen de wortels de bouwverf vertegenwoordigt daarnaast meer dan vijftig procent van de totale markt. Een markt ook die redelijk stabiel is, want alles wat met onderhoud te maken heeft is minder conjunctuur gevoelig. Voor de auto geldt dat er geen produkt is dat zó internationaal is. In de automobielindustrie moet je op je tenen lopen. |e kunt je trouwens nóóit varoorloven te zeggen dat je er al bent." Betrokkenheid „Wij zijn dus sterk gericht op het ambacht van de autospuiter en de schilder Op indus trieel gebied is Nederland nooit een koploper geweest. Daarin zijn wij veel meer een volger dan een vernieuwer Ie vindt dat ook terug in de cultuur van dit bedrijf', meent Groen. „De ambachtsman heeft een sterke betrokken heid bij het produkt. Hij identificeert zich met goed vakwerk. De industrie daarentegen moet andere accenten legg^v De nadruk ligt daar op een feilloos werkend systeem De produktiviteit is belangrijker dan de ambach telijke perfectie." Stralen de ongeveer 1250 werknemers vol gens Groen het ambachteli|ke karakter van het bedrijf nog uit. de werkwijze bij de Sas senheimse vestiging kan nauwelijks meer als handmatig worden omschreven. Aan het procédé om verf te maken is weinig veran derd, maar het verschil met vroeger is dat machines het werk aangenamer maken voor de ongeveer 400 arbeider* die in de produk tie bezig zijn. I Gelderblom en Pattikawa herinneren zich nog de tijd dat de walsen ge vuld werden door een zwaar vat aan een kei ting omhoog te hijsen, vrachtauto's met de hand beladen werden en verfprodukten met nylonkousen gefilterd werden. „De verfmo- lens moest je vroeger leegtappen. Nu gebeurt alles met een gesloten systeem via leidingen. Je komt veel minder in aanraking met dam pen, omdat de afzuiging veel beter is gewor den". zegt Gelderblom Pattikawa, die op de afdeling expeditie werkt, schetst het contrast met enkele decen nia geleden „Je had veel tilwerk Op een dag ging zo'n 1500 tot 2000 kilo door je handen 's Avonds was je dan echt moe. Vroeger sleet je veel meer schoenzolen, nu wordt alles steeds gemakkelijker." Dat het bedrijf in de tussentijd zo is gegroeid, beschouwen de twee niet als een nadeel. „Vroeger wns het wel een hechtere eenheid, want \e kende ie dereen, maar wat betreft de werkomstandig heden zou ik toch niet meer terugwillen De werknemers zijn nu veel meer all round Ze worden bewust bi) de fabricage van verf be trokken. De keuringen van nieuwe artikelen worden door het laboratorium gedaan, maar de metingen tijdens de produktie worden n- gelmatigdoor onze mensen verricht." Enorme vlucht De produktie van verfprodukten heeft in de afgelopen jaren een enorme vlucht genomen Pattikawa maakt dat aan de hand van enkele cijfers duidelijk. „Vroeger ging via de expedi tie per jaar zo'n 120 ton de deur uit Nu is dat 30 000 ion DHHDMN dMbUM NV OOt nog eens zo'n 20.000 ton aan verfprodukten die afkomstig zijn van andere vestigingen in NederlandDe expeditiehal van \k/o Coatings heeft in de loop der tijd dan ook de nodige wijzigingen ondergaan In grote stel lingen slaat ongeveer een miljoen liter verf klaar om door de samenstellers van de orders van de rekken te worden gehaald I en maal op pallets gezet worden de stapels blikken met folie omwikkeld om in de gereed staande auto's te worden gezet. Met zowel bestem mingen binnen als buiten Europa. Het hoofd van sociale zaken mevrouw F_ Molenaar zegt trots te zijn op de uitbreiding van Sikkens „Groei betekent vooruitgang en wij hebben daar allen van geprofiteerd Maar het is inderdaad zo dat |c steeds minder mensen kent, al kun je niet zeggen dat we als los zand aan elkaar hangen \roeger spraken we hier van een familiebedrijf Vader werkte hier en later zijn zoon ook Dat ging van ge slacht op geslacht over en dat zou niet zo zijn geweest wanneer de ervaringen met het be drijf slecht zouden zijn geweest." Maar niet alleen tijdens de pent>de dal de mensen bij Sikkens hebben gewerkt wordt ais goed gekn raktariseerd. ook er na wordt nog contact on derhouden ..Uit het oog. uil hei hart gaal bij ons niet op", zegt Molenaar „Het meeleven is van heel groot belang Als er iets leuks te vieren is, of als er wat naars is gebeurd, dan zijn we prevent Molenaar ziet het als haar taak de persoonlijke ellende van (oud)mede werkers te helpen lenigen. Fusiegolf Van het familiale karakter, niet alleen hij de medewerkers maar ook in de leiding is we» nig meer te merken. Directeur Groen „Vdhr tig jaar terug waren er nog zo'n 230 tot ?40 verffabrieken in Nederland, veelal famiJj< ondernemingen Nu zijn er nog 70 nwt, waarvan een redelijk aantal lot concerns nr hoort. Destijds vond men bij Sikkens de f.» miliestruktuur ook een onvoldoende basis voor verdere ontwikkeling De meeste gför pen zijn ontstaan na de eerste grote fusiegolf in de tweede helft van de jaren zestig Na een zekere stilstand in het volgende decennium volgde in de jaren tachtig een tweede golf van verdere concentratie san de verfindus trie Hadden de tien groot sten toen minder dan 20 procent van de markt in handrn. nu u dat inmiddels uitgegroeid tot 30 procent. In de loop van dc jaren negentig zal die concen tralie doorgaanvoorspelt Groen. Maar ook al is het bedrijf opgegaan in een groter g» heel. de naam Sikkens zal een belangrijke rol blijven spelen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 43