Vissers die mijnen veegden ZATERDAGS BIJVOEGSEL eindredactie: willem schrama ZATERDAG 2 ME11992 vormgeving: fred van gelderen marco kroes ruud vogelesang Vierentwintig I]muidense en Rotterdamse trawlers die in mei 1940 kans zagen aan de greep van de Duitsers te ontkomen, zijn als mijnenvegers van cruciaal belang geweest voor het openhouden van de vaargeulen naar de havens aan de westkust van Engeland en Wales, de levensaders van Groot- Brittannië in de beslissende eerste tivee oorlogsjaren. Dick Schaap sprak in IJmuiden en het Britse Milford Haven met een aantal betrokkenen en schreef er een boek over, dat volgend jaar zal verschijnen. Nu alvast een voorpublicatie. Hoe Hollandse trawlers in '40-'45 de Britse levensaders intact hielden Het oorlogsmonument aan de Milford Haven Waterway. In de zomer van 1940 was van een vrij Europa geen sprake meer. De Duitsers waren de baas van de Noordkaap tot de Pyreneeën. In Groot-Brittannië heerste angst voor het binnendringen van Duitse spionnen en infiltranten. Zo werd schipper Leen Gravemaker van de trawler Vikingbank' (I]M. 183) een revolver onder zijn neus ge duwd toen hij in de haven van Falmouth voor een bezoek aan de Nederlandse consul aan wal wilde gaan. Zijn machinist Sijmen van den Berg, diens collega Gerrit Visser en een uit bezet Nederland gevluchte reder za ten toen al, verdacht van nazi-sympathieën, in een cel in het Schotse Aberdeen. Ze kwa men pas weken later op vrije voeten, nadat onomstotelijk was komen vast te staan dat zij de geallieerde zaak met hart en ziel waren toegedaan. Gravemaker „Iedereen was ge spannen. Ze vertelden dat als nonnen verlde- de Duitsers uit Frankrijk naar Zuid-Engeland waren overgestoken. Openhouden Toch betekende dit incident voor schipper Gravemaker en zijn bemanning het begin van hun 'finest hours' in het Verenigd Ko ninkrijk. Hier begon hun cruciale bijdrage aan het openhouden van de vaargeulen voor de konvooien van koopvaardijschepen naar de havens aan de westkust van Engeland en Wales, de levensaders van Groot-Brittannië in die gevaarlijke en beslissende eerste twee oorlogsjaren. Op het hoofdkwartier van de Koninklijke marine in Penryn, ongeveer vijf kilometer buiten Falmouth, werden bemanningen van uitgeweken trawlers 'gemilitariseerd'. De schippers kregen de rang van schipper bij de marine, de machinisten de rang van ser geant, en de stuurlieden die van kwartier- Dat is de hele oorlog zo gebleven. Voor de uitoefening van het militaire bedrijf werd op elke trawler een luitenant ter zee tot com mandant benoemd. De 'Vikingbank' was één van de 24 trawlers (in totaal ontkwamen er 43 aan de greep van de Duitsers) die bij de mijnenveegdienst wer den ingedeeld. De niet door de marine gevor derde schepen leverden vanuit Fleetwood met hun visvangst een- belangrijke bijdrage aan de Britse voedselvoorziening. Voor het inventariseren van de staat van de ontsnapte schepen was Falmouth als verza- melhaven aangewezen. Schipper Gravema ker met de Vikingbank', zijn 'peetvader' Al- bert 'Stokkie' de Graaff met de 'Caroline' (IJM 26) en alle andere van de visserij in de noor delijke Noordzee in Aberdeen binnengelopen vissersvaartuigen gingen - om Duitse aanval len te ontlopen - bovenlangs Schotland naar dit rendez-vous aan de westkust van Enge land. Geheim wapen Er was haast bij de verbouwing van de traw lers tot mijnenvegers. Hitler noemde de nieu we Duitse magnetische mijnen zijn 'geheime wapen'. Winston Churchill omschreef in zijn memoires deze mijnen als een 'nieuw, formi dabel gevaar' voor het Verenigd Koninkrijk. De bemanning van de 'Gerbedina Johanna' (IJM 38) in Milford Haven in 1941. De door mijnen veroorzaakte scheepsverlie- zen werden steeds groter. Dat moest door in tensief vegen zo snel mogelijk worden ge stopt. Maar steeds heviger bombardementen vertraagden de verbouwing van de trawlers zodanig dat naar Holyhead, Barrow-in-Fur- ness en Milford Haven moest worden uitge weken. De Britten hadden in de eerste negen maanden van de oorlog al 800.000 ton scheepsruimte verloren. Duitse U-boten la gen in een waaier voor de kusten van Pem brokeshire in Zuid-Wales en Zuid-Ierland. In Milford Haven loeiden tussen 10 juli en 30 november 1940 de sirenes tweënvijftig keer voor luchtalarm. De Luftwaffe wierp op z'n dooie akkertje mijnen in de scheepvaartrou tes naar de havens aan de westkust. Cees Rosier, sergeant-machinist van de 'Li bra' (IJM 98), weet nog dat in augustus 1940 Duitse vliegtuigen ongehinderd boven Mil ford Haven verschenen. „Een dag tevoren was ik met de stoker nog aan de wal geweest voor olie. De andere dag moesten we naar Barrow-in-Fumess. Er werd helemaal niet geschoten! Die vliegtuigen hadden vrij spel. Er was in Milford Haven helemaal niks. Geen afweergeschut, geen ballonnen, niks! Cham berlain dacht dat een blokkade wel genoeg zou zijn om Hitler-Duitsland op de knieën tc brengen. Maar die blokkade was zo lek als een mandje! Die Duitsers gooiden gericht bommen op de olietanks van Milford Haven. Die stonden meteen in lichterlaaie. Ik heb al tijd gezegd: als die Duitsers Engeland hadden gepakt voordat ze naar Rusland gingen, wa ren ze heel wat beter af geweest. Dan hadden ze de zeeën beheerst. Dat is een stommiteit van ze geweest. De westkust was volkomen weerloos, dat moeten ze toch geweten heb ben? Ze hadden toch spionnen? Met een paar duizend parachutisten waren ze een heel eind gekomen." Geluid De 'Rotterdam' (IJM 105) onder commando van luitenant ter zee Gallandat Huet bracht op 18 februari 1941 voor het eerst Hitiers 'tweede geheime wapen', de akoestische mijn, tot ontploffing. „Men wist dat dit wa pen iets met geluid te maken had," zegt hij. „Op een gegeven moment vielen op de werf in Barrow-in-Fumess mensen die met een klinkhamer nagels in de huid van een schip dreven door een explosie van de stellingplan ken. Toen snapte men dat er mijnen door trillingen in het water explodeerden. De di recteur van de werf waarschuwde de com mandant van de mijnenveegdienst in Port- mouth. Die wist dat er juist een grote mij- ncnlegging in Milford Haven was geweest. Alenson van de 'Libra' en ik hebben toen een elektrische pneumatische hamer van Publie ke Werken geleend, ja, zo'n jekkerhamer waarmee het asfalt op straat wordt opgebro ken. Die hamer is met een beugel op de voor piek van de 'Rotterdam' in de kettingbak' vastgezet. Op dq scheepshuid werd een ver dikkingsplaatje gelast waar die hamer op sloeg Voor stroom gebruikten we gewoon een kabeltje van een looplamp naar de brug. Met die hamer zijn we de baai in gegaan. Een paar uur later bliezen we de eerste akoesti sche mijn op. In feite gebeurt dat nu nog zo. alleen wat moderner In totaal maakte de 'Rotterdam' twintig akoestische mijnen onschadelijk. „Heel Mil ford Haven schudde als die dingen omhoog gingen. Mijnen werden 's nachts door vlieg tuigen uitgeworpen. Eerst kwam er zo'n 'pa thfinder' die precies in de lichtenlijn 'floods' gooide. De rest zette dan de motor af. volgde die lichtenlijn en liet de mijnen vallen. We kregen kaartjes van de mijnenuitkijkdienst waarop stond waar die dingen waren geval len. Daar moest je dan met je schip over heen." Oliehaven De in Milford Haven geboren Wing Com mander van de RAF en bij de Nato gepensio neerde Ken McKay heeft vanuit zijn huis aan de mooie rotsachtige kust van Pembrokeshi re een prachtig uitzicht op de zeearm waar aan Milford Haven z'n naam ontleent. Het is een van de mooiste natuurlijke havens ter wereld. De Milford Haven Waterway is 29 ki lometer lang en loopt tot diep in het hart van het oude graafschap Pembroke. Grote diepte maakt dit water zeer geschikt ais oliehaven met drie raffinaderijen, die het na een groots verleden als vissersplaats en marinehaven ten slotte is geworden Milford Haven ligt als een fort hoog boven de haven en de kaden op een heuvel De veerboot Eari William' van Seal ink ligt klaar voor de sprong naar de zuidkust van Ierland. Ken Mckay zegt dat van deze kade in het diepste geheim destijds prinses luliana met een torpedoboot jager naar Canada is ver trokken. Voor het Scheepvaartmuseum wiegen een oude driemaster en een rood lichtschip op het water. Meer activiteit is er niet te beken in en uit. In de eetzaal werden de briefings voor de koopvaard11-officleren en de kapi teins van de escorte vaartuigen voor dc kon vooien gehouden. Het hoofdkwartier van de zeemacht werd gevestigd rn de oude Natio nal School Het naburige Pembroke Dock werd aangewezen voor het huisvesten van de grootste basis voor militaire vliegdekschepen ter wereld. Dagelijks was er ook een heuse pantoffel parade „De Dutch lads up" en de local girls down" zegt de vrouw van Ken McKay. Varrn. dansen, drinken, vrijen. Het leven verliep snd in die dagen. Het geluid van explosies was een voortdurende herinnering aan het feit dat elke dag de laatste kon zijn. De stem van de wet luwe MoUy Henneveld Minter klinkt warm als ze vertelt over haar eerste ontmoeting met luitenant ter zee Leo nard Henneveld ..Hij was commandant van de trawler mijnenveger Amsterdam'. Op 21 maart 1941. de eerste lentedag, zijn we ge trouwd leo is een geweldige man voor mij geweest («zien door de ogen van een vet liefde jonge vrouw beleefden we toen een ge weldige tijd in Milford Haven Ik was 21, leo negen jaar ouder Oh. ik zag die knappe Hol landse jongens Ik dacht meteen: daar wil ik er een van hebben Vervolg op de volgende pagina 'Die vliegtuigen hadden vrij spel Er was geen afweergeschut, niks!' Geweldige tijd Milford Haven was In die dagen geheel in dc ban van de oorlog In het lord Nelson Hotel liepen officieren van de geallieerde zeemacht nen. In de oorlogsjaren was er in deze zee arm een bedrijvigheid als nooit tevoren. Elke week werden honderd koopvaardijschepen samengevoegd tot een door oorlogsbodems beschermd konvooi voor de overtocht naar Amerika. McKay: „Milford Haven werd dc westelijke uitvalbasis voor de koopvaardij omdat wij niet. zoals in de Eerste Wereldoorlog konden beschikken over de marinebasis van Queen- stown in Zuidwest Ierland. Dc leren waren in de Tweede Wereldoorlog niet alleen neutraal, maar ook anti-Brits en pro-Duits. Het gevaar lijkste deel van de U-botenooriog werd uitge vochten op 200 mijl van Milford Haven. Dat was in I914-19I8 nooit gebeurd Milford Ha ven was in de Tweede Wereldoorlog de achil leshiel van Albion „Dat geeft een idee van de belangrijkheid van het karwei dat de Nederlandse vissers hier moesten klaren. Het varen in konvooi was een succes Zolang die konvooien intact bleven was het moeilijk voor de U-boten om naderbij te sluipen en een koopvaarder te torpederen. Het betekende dat het voor de Knegsmarine nog belangrijker werd de vaar geulen naar de Milford Haven Waterway en de havens aan de westkust met allerlei soor ten geniepige en slimme mijnen te blokke ren."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 35