'Afrikaans is van oorsprong geen witmenstaal' oorsprong geen Echte Kozakken zijn zeldzaam Feiten &Meningen Bubbelbad bleek douche ZATERDAG 2 ME11992 2 STANDPLAATS BRUSSEL Wat een onschuldige verhuizing had moeten zijn, groeide in een week uit tot een heuse affaire. Had de Belgische minister van tewerkstelling en arbeid, de 49- jarige christendemocrate Mies Smet, in haar departement écht een bubbelbad laten installe ren? Op staatskosten? Alleen voor zichzelf en een groepje va zallen? Het ambtelijke voetvolk morde. Het departementaal 'basisover- legcomité' protesteerde omdat het van niets wist en overal bui ten was gehouden. De pers no teerde gretig. De sussende ver klaringen van Smet en haar hof houding werden weggewuifd. De zaak zwol tot zulke propor ties aan, dat de bewindsvrouwe zich deze w?ek gedwongen zag te capituleren en haar boeken en de deuren te openen. Voor degene die de finesses van deze delicate zaak wil bevatten eerst een enkel woord over de krijtlijnen van de Belgische poli tiek. Wie tot het ambt van mi nister wordt geroepen, neemt z'n eigen 'kabinet' mee, be staande uit ruwweg een 80-tal politieke medewerkers die trouw zijn aan de baas. Zij moe ten in de gaten houden of de 'administratie' (de gewone ambtenaar) wel precies doet wat in het straatje van de minis ter en diens partij past. En zij moeten voorkomen dat de ambtenaar van andere politieke gezindte de minister tegen werkt. De gewone ambtenaar in België hóat deze wereld. De onderbe taalde. matig gehuisveste, slecht geëquipeerde overheidsbedien- de denkt - niet geheel ten on rechte - dat alles beter en snel ler zou gaan wanneer de hof houding zich niet altijd met elk detail zou bemoeien. Wanneer 'ze' niet telkens alles op het laatste moment zouden veran deren, omdat zonodig een ken nis een gunst moet worden ver leend. En dus had Smet op al haar tien vingers kunnen natellen dat er geweldig gedonder van zou ko men toen haar 'kabinet' zomaar van de negende naar de achtste etage verhuisde. Onaangekon digd stonden de verhuizers op eens tussen het voetvolk: inpak ken, wegwezen, plaatsmaken. De burelen waren nog niet leeg, of de timmerlui verschenen, ge volgd door de schilders. Buiten de kring van Smets vertrouwe lingen had niemand van de operatie geweten, maar het werd een ware verbouwing, waarbij kosten noch moeite werden gespaard. En zo kwa men de geruchten in de wereld. Mevrouw de minister capitu leerde voor het oproer. Verbol gen over zoveel afgunst leidde zij de pers rond over de voor haar vazallen herschapen etage. Het bubbelbad bleek een dou che. PETER DE VRIES CORRESPONDENT Schrijver/taalkundige Vernie February: LEIDEN JAN PREENEN Wie hier zwijgt liegt. De Zuidafrikaanse schrijver Vernie February heeft die titel van een van zijn gedichten tot zijn lijfspreuk verheven. Dat verklaart ook waarom hij in Amsterdam woont en in Leiden werkt. Fe bruary heeft zijn stem nooit apart laten zet ten. Dat doet hij ook nu niet, nu hij de kans heeft definitief een einde te maken aan zijn ballingschap. „De bordjes met apartheid zijn in Zuid Afrika verdwenen, maar de mentaliteit is nog hetzelfde." Om duidelijk te maken hoe zwart wit de si tuatie in zijn land nog altijd is, gaat Febru ary in gedachten over tot het inkleuren van de landkanrt van Nederland. „De uitingen van apartheid zijn afgeschaft, zoals de (iroepsgebiedenwet. Maar stel dat in War mond kleurlingen wonen, in Leiden blan ken en in Alphen zwarten. Dan kan je niet zomaar zeggen dat zwarten in leiden een huis kunnen kopen. Zwarten verdienen 200 ,i MX) gulden pet maand» blanken 3-> 4000 gulden. Een zwarte kan dan niet zomaar verhuizen." „Nog afgezien van het feit of men zo snel in een antler gebied wfl wonen. Ie zal dus moeten zorgen dat de inkomens van zwar ten worden aangepast en dat het normaal wordt gevonden dat blank en zwart naast elkaar wonen. Voor ouderen is dat een lang proces. Als ik een tovenaar was. zou ik die generatie in politiek opzicht het liefst willen laten verdwijnen." In werkelijkheid tovert February met woor den. Als een dichter tegen apariheid, die geen moment liegt. Ik Iten de man die u opwachtte aan de Kaap toen u aankwam met uw drie schepen: de Reiger, de Dromedaris en de kiede Hoop. Ik ben de dode. het verminkte lichaam, de Imlfongi. de Iminyanya. de opstandige me nigte. de vrijheidsstrijder, wiens gezicht u nooit zult i'inden in de folders die u naar zonnig Zuid-Afrika lokken. Ik hen het gezicht waaraan u nooit ontko men kunt. (uit 'lk ben het gezicht') February gruwt van de „gulzigheid" waar mee liet buitenland, en niet in de laatste plaats Nederland, zich op zijn geboorteland stort. „Dan denk ik vooral aan politici. Door mijn land te bezoeken, geven ze het regime een zekere legitimiteit, terwijl de apartheid helemaal nog niet is afgeschaft." „Laat degenen die komen zich in elk geval verdiepen in de mensen. We hebben inves teringen nodig, maar als die investeringen alleen ten goede komen aan goudmijnen en niet worden besteed aan het opheffen van sociale misstanden, dan is dat een verkeer de investering. taat de Zuidafrikanen, die op het land werken, maar geen eigenaar zijn. naar Nederland komen om zich hier verder te/ontwikkelen. Geef ze les in Wage- ningen. Dat is echte hulp. Maar ja. dan moet je echt geïnteresseerd zijn. Daar heb ik mijn twijfel over, omdat mensen al lang blij zijn dat ze niet meer tegen verbods bordjes oplopen en denken dat daar alles in orde is." „Zuid-Afrika is een rijk land, geen ontwik kelingsland. Als de rijkdommen van Zuid- Afrika straks weer ten goede komen aan een klein groepje mensen is het weghalen van de bordjes van nul en gener waarde. Het gaat om de behoeften van ólle benadeelde Zuidafrikanen. Vooral op onderwijsgebied moet veel veranderen. 30 op de 1000 blan ken volgen universitair onderwijs. Bij de zwarten is dat 4 op de 1000. Ook aan ge zondheidszorg moet veel gebeuren. In get to's rond Johannesburg moet ie je neus dichtknijpen. Alle infecties hebben daar vrij spel. Iedereen, en dus ook Nederlanders, moeten zich dóór om bekommeren." Wie zwijgt omdat hij in de huidskleur van de slachtoffers niet zijn eigen pigment terug kan vinden, omdat hij in de taal van degi folterde niet zijn eigen klanksysteem kan ho- Wie zwijgt en door blijft leien, badend in zijn rijkdom, terwijl de doden zich om hem heen opstapelen aks molshopen, liegt. De teksten van February zijn verslagen in dichtvorm. De in 1938 in Sommerset-West (Kaapprovincie) geboren schrijver weet im mers uit eigen ervaring hoe zwart Zuid Afri ka voor velen is. „In ons dorp werd iedereen met kleur gediscrimineerd. Ook ik dus als kleurling. Eerst vond ik het niet vreemd dat er overal aparte ingangen waren en dat zwarte vrienden 's avonds niet in het dorp mochten komen. Op een gegeven moment ging ik daar echter vraagtekens bij zetten. Zoals bij een van die vele malen dat een blanke een zwarte aftuigde, terwijl iedereen toekeek, i hit maakt woede Ins." „Het maakt je politiek bewust. Daarom ben ik me daar tegen gaan verzetten. Hoewel, verzet is een groot woord. Ik hoef geen ver- zetskruis. Ik sloot me aan bij een onder grondse beweging. Als een ander naar een voetbalwedstrijd ging, ging ik naar een poli tieke vergadering. Het gewapend verzet be stond toen nog nauwelijks. Er werden bil jetten verspreid en er werden bommetjes geplaatst. Veel stelde het echter niet voor. De gevolgen wel. Een van mijn vrienden, van wie het bommetje niet eens afging, werd gepakt en kreeg vijf jaar Robbenei land.' Toen steeds meer van zijn vrienden gevan gen werden gezet of vluchtten en een neef van hem als guerrillastrijder om het leven kwam. achtte ook February zich niet langer veilig. Hij ging in 1963 in ballingschap in Nederland waar hij medewerker werd van het Afrika Studiecentrum van de Leidse universiteit. Sindsdien is hij drie keer teruggeweest. In 1990 maakte hij een reis mee van de bevrij dingsorganisatie ANC, waarvan hij lid is. Vorig jaar werd hij benoemd tot buitenge woon hoogleraar in de Afrikaanse taal en letteren aan de universiteit in West kaapland. waaraan hij verbonden was. en onlangs deed hij met onder anderen Freek de longe mee aan het festival Breek de muur af. Daarbij werd de aandacht geves tigd op de relatie Nederland-Zuid-Afrika. „De veranderingen met vroeger vond ik niet zo groot. Maar wat me opviel, gaf me wel een sprankje hoop. In een zwembad, waar vroeger geen zwarte kinderen mochten ko men. worden nu witte èn zwarte kinderen toegelaten. Ze zwemmen nog niet met el kaar, maar wel in één zwembad. Veel meer zwarten hebben nu ook baantjes, die vroe ger alleen blanken hadden. Het zijn nog geen topfuncties, maar ze zitten wel achter de kassa's. Blanken vertrouwen hun het geld toe." Hy het my ledemate beetgepak en elke lit geskeur. Hy het my keer op keergeknak, ge lag as ek so beur. Toe het die mannetjie om my gedans, gesing geskreeu. gespring Selfs in my pyne had ek geen kans want hy wou alle asem uit my wring. Nou het sy blink lem diep in my bors gegly. Sy woede kon hy nou nie tem. Mydowwe oë wou sy blik vermy uyl hy sy simfonie op my uitspeel Toe word die aardse smart vir my te veel. ('Kruisiging' uit 'O Snotverdriet, Afrikaanse Gedigte') In juli en augustus gaat February opnieuw naar de universiteit van Westkaapland om les te geven in Nederlandstalige literatuur uit de koloniën en koloniale letterkunde. Hij zal er dan als schrijver en taalkundige onge twijfeld ook weer op wijzen dat door zwart Zuid-Afrika ten onrechte wordt neergeke ken op het Afrikaans. „Er wordt vaak ge sproken over witte en zwarte talen. Daar er ger ik me aan. Neem nu het Afrikaans. Veel mensen denken dat dat een witmenstaal is. Maar dat is helemaal niet zo. Het is een mengtaal met creoolse elementen, waarin de invloeden van de oorspronkelijke bewo ners van Zuid-Afrika, de Khoikhoi, duidelijk zijn te herkennen." De blanken zijn die taal pas in de 20ste eeuw als hun taal gaari beschouwen, ver mengd met Nederlandse dialecten. Febru ary: „De Boeren hebben het Afrikaans voor zich opgeëist, terwijl het ook mijn moeder taal is en nog regelmatig door mij wordt ge sproken. Zelfs Nelson Mandela spreekt af en toe Afrikaans. Het is echter altijd mis bruikt om de apartheidsideologie in stand te houden. In het nieuwe Zuid-Afrika zullen net als de mensen ook de talen gelijk aan elkaar moeten zijn. Dat geldt dus bijvoor beeld ook voor het Xhosa dat door 6 mil joen mensen wordt gesproken en het Zulu dat 6 a 7 miljoen mensen spreken. Sommi ge talen zullen een herwaardering moeten krijgen. Dus ook het Afrikaans dat door ve len ten onrechte in verband wordt gebracht met onderdrukking." Terugkeer Ook daarover wil Vemie February niet lie gen. Integendeel. Hij heeft een discussie op gang gebracht met andere schrijvers. Zowel in als buiten Zuid-Afrika. Dat betekent dat hij voorlopig nog moet blijven pendelen tussen Amsterdam en Westkaapland, om dat definitieve terugkeer naar Zuid-Afrika alleen nog maar „ergens in mijn achter hoofd speelt. Aan de ene kant heb ik al die jaren op mijn manier meegewerkt om mijn land vrij te krijgen. Aan de andere kant kan ik nog veel vanuit Nederland doen. Zo is het idee geopperd een zwarte sociologe die in Westkaapland les geeft, in Nederland verder onderzoek te laten doen, waarbii ik haar dan kan helpen. Of zoals in Zuid-Afrika nog wel eens tegen mij wordt gezegd: jij hebt de mogelijkheden om voor ons deuren in Ne derland te openen." Smalend trekt Grigori Kokoenko de bovenlip op. .,Wat nou Kozakken. De lui die je nu met wapens en in Kozakkenuniformen ziet rondlopen, zijn meestal avonturiers, schuim van de straat." MOSKOU HANS GELEUNSE Kokoenko, het zal geen verwon dering wekker, is een échte Ko zak. Hij kan dat aantonen met uittreksels uit bevolkingsregis ters di<- teruggaan tot de 17de eeuw. Die liggen, helaas, thuis. Wij, op bezoek in het hoofd kwartier van de Unie van Ko- /akkrnstrijdkrachten van Rus land, afdeling Moskou, moeten het doen met een vergeelde foto van een man in KozakkenkJedij, martiale snor en een Kozakje op de knie „Dat is mijn overgroot vader Op z'n knie zit m'n opa", zegt Grigori. De Kozakken zijn in het nieuws en Grigori vindt dat maar niks. De 'Kozakkenstrijders' die in dc Dnjestr-republiek het Slavische erfgoed verdedigen tegen de oprukkende Roemeense hor den, de Kozakken die in Siberi sche steden marktkooplui hard handig dwingen tot verlaging van prijzen, de Kozakken die op de Kurillen-eilanden lapan wil len weerstaan, ja. zelfs de Ko zakken die in Zuidrussische ge bieden als Koeban en aan de Don-oevers voor een Kozakken- republiek ijveren, allen zijn voor het grootste deel nep. I)at in de Dnjestr mannen met Kozakkenuniformen sneven on der Moldavisch geweervuur, doet aan Grigori's mening wei nig af. I let zijn de 'disco-Kozak ken'. die hun uniformen bij kleine bedrijfjes laten aanme ten. Traditie Grigori is vice-bevelhebber van de Kozakse strijdkrachten. „Maar dat strijdkrachten moet je niet letterlijk nemen", lacht hij „Die naam sluit alleen maar aan op onze traditie. Wij Kozak ken waren door de eeuwen heen een militair en gediscipli neerd volk. We hebben altijd de Russische grenzen verdedigd en zelfs Europa van Napoleons troepen bevrijd." Gedisciplineerd? Uit de vader landse geschiedenisboekjes her inneren wij ons het gezegde: „De Kozakken komen. Moe ders. houdt je dochters thuis". En het woordenboek beschrijft tie Kozak niet alleen als militai re ruiter, maar ook als wilde- Kozakkenstrijders in de Dnjestr-republiek. Volgens Kokoenko „disco-Kozakken" die hun uniformen bij kleine bedrijfjes laten aanmeten. foto»epa Grigori moet er om lachen. „Misschien klopt het allemaal wel een beetje. Wij Kozakken zijn energiek, dapper, maar ook driftig. En we houden vooral van onze vrijheid. Daarom zijn we door heel de geschiedenis heen gevreesd en vervolgd. En door de bolsjewieken praktisch uitgeroeid", zegt hij. Privileges Historici strijden nog over de herkomst van de Kozakken. Ze duiken al in de 14de eeuw op in Rusland, maar dan gaat het om Tataren, verwant aan de Tur ken. In de volgende eeuw wordt ook boeren die het lijfeigen schap in Polen en Litouwen ontvluchten de naam Kozak toegekend. Maar belangrijker is dat de vele Kozakke n - ge meen sc h appen over grote delen van Rusland, Oekraïne en Kazachstan ver spreid in ruil voor militaire hand- en spandiensten aan de tsaren een paar honderd jaar lang hun verworven privileges wisten te behouden. Gesloten gemeenschappen niet eigen grond, die gelijkelijk over ieder wordt verdeeld. De gemeen schap in een Kozaks dorp kiest een eigen bestuursstructuur, met aan het hoofd de het man of De bolsjewieken moeten niets hebben van deze vrijheidslie vende privé-boeren. Ze maken in 1919, na twee jaar van bloe dige gevechten, definitief een einde aan het al afgebrokkelde 'Kozakkenrijk'. Niet alleen de Kozakken uit het Zuiden, die zich aansluiten bij de 'Witten', verliezen hun autonomie, ook hun noordelijke broeders die de revolutionairen steunen. Alleen al daarom, zegt Kokoen ko, moeten Kozakken zich niet meer met de politiek bemoeien. „Het leidt slechts tot onderlinge verdeeldheid en uitroeiing." Hij bevestigt zijn gelijk met een korte uiteenzetting van alle Ko- zakkenorganisaties in de Koe- ban. Na een paar minuten zijn we het spoor bijster en hij even- Hoofdkwartier Geoloog Kokoenko wijdt zich liever aan herleving van de Ko- zakkencultuur. Daar ligt genoeg werk. Zijn hoofdkwartier is ge vestigd in het klooster van Mari a's Verschijning, een historisch monument aan de voet van het bombastische Rossia-hotel. De straat heette tot voor kort Rasin - straat, vernoemd naar Stepan Rasin, een Kozakkenleider die eeuwen geleden in opstand kwam tegen de tsaar. Maar de nieuwe machthebbers in Mos kou hebben in hun ijver om te breken met het rode verleden de Rasin herdoopt in Varvarka- straat. Kokoenko schat het aantal ech te Kozakken op enkele hon derdduizenden in heel Rusland. Hij beweert dat de herkomst "Van die 'echte Kozakken' kan worden aangetoond met mili taire en bevolkingsregisters uit de tsarentijd. „Daar wordt nu aan gewerkt. We doen dat op verzoek van de regering", zegt hij. Land Hij doelt op de presidentiële commissie die werkt aan een 'wet op de rehabilitatie van Ko zakken'. Begin deze week ruim de die commissie, onder voor zitterschap van Jeltsins juridi sche adviseur Sergej Sjachrai, een obstakel uit de weg. „We zijn overeengekomen de einde loze discussies over 'witte' en 'rode' Kozakken te stoppen." Dat werd tijd want de Kozakken wachten al ruim een jaar op de ze wet, die de weg moet vrijma ken naar teruggave van door de bolsjewieken geconfisceerd land. Vandaar dat de discussie Kozak- of-niet van groot belang is. Aan de Don en in Koeban is een be weging gaande die de tradities letterlijk in ere wil herstellen, in clusief de stanitsi met hun eigen bestuur. En dat nu leidt tot con flicten met plaatselijke bestuur ders, die hun gezag zien aange tast en de grond veel liever ver kopen aan kapitaalkrachtige be zitters dan teruggeven aan Ko zakken. Uniform Kokoenko: „Er moet recht wor den gedaan. Wij Kozakken heb ben altijd Rusland willen die nen. We zijn onverbrekelijk met Rusland verbonden." Dus trekt ook Kokoenko af en toe de sjar- ovari (uniformbroek met rode streep) en de tsjerkeska (over jas) aan. Zijn vriend Valeri kleedt zich voor ons snel om in uniform met een tsjekmjen, een blauwe overjas. De papacha, de opvallende grote bontmuts, moet het afleggen tegen een uniformpet. „We hebben hier in Moskou een paar honderd actieve le den", zegt Valeri. „We maken een eigen maandblad, hebben een eigen orkest en zangkoor." Kokoenko blijft in z'n bur- gerklofje in het met portretten van Kozakkenstrijders opge fleurde kloostergewelf aan tafel zitten. „Laten we voor onze gast zingenzegt hij als nog een paar vrienden binnenkomen. Even later klinkt vierstemmig en wonderschoon het lied 'In de Karpatische Bergen'. Zingen kunnen ze in elk geval, de echte Kozakken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 2