'Binnenkort
hoor ik mijn
Farewell Blues'
D
RTV SHOW
Belastingdienst
WOENSDAG 29 APRIL 1992
JO
Marcel Thielemans (80) en zijn band met de Ramblers
Farewell Blues
heeft voor hem in
elk geval nog niet
geklonken. Aanschouw maar
eens die soepele, veerkrachtige
tred. Zie hoe recht van lijf en le
den hij nog altijd is, hoe patent
de man er uitziet. Marcel Thie
lemans heeft nog iets van de
charmeur, van de 'jeune pre
mier' die hij eens was. Geado
reerd werd hij in de jaren dertig,
door vrouwen vooral. En fans
van de mannelijke kunne res
pecteerden hem. Tachtig is hij
nu; vandaag geworden. Voor
waar een respectabele leeftijd,
maar Thielemans is der dagen
nog niet zat. „Mijn gezondheid
is voortreffelijk. En ik kan nog
steeds niet loskomen van de
Ramblers. Dat ligt meer aan
m'n collega's dan aan mij. Dat
zijn zulke schatten van mensen,
de jongens in het orkest zijn al
lemaal even leuk, zowel de ou
deren als de jongeren. Een hele
aparte sfeer heerst
kest. Er zit veel humor in. Elke deel op zijn geweten.
En Maupie Dreese schijnt nog
onder ons te zijn, dat wil zeggen
in Amerika."
Maar al wat hem verder ver
trouwd was is weggevallen, dat
gaat zo als iemand ouder wordt.
Theo Uden Masman, jack Buit
erman, Kees Kranenburg sr.,
Wim Poppink, Ferry Barendse,
Fred van Ingen, en noen\al die
groten maar op, alleen hun na
men leven nog voort.
Thielemans was Belg. En Thi
elemans is Belg gebleven. Ook
al woont hij veel langer in Ne
derland dan hij ooit in z'n ge
boorteland heeft geleefd, fier
draagt hij de koninklijke onder
scheiding die koning Boudewijn
hem enkele jaren geleden op
speldde.
Ongelooflijk
In 1933 kwam hij naar hier. En,
zegt hij op een toon die berus
ting verraadt, zestig jaar later is
Marcel Thielemans nog steeds
hier. En het moet gezegd: Theo ongemeen stroef. André Van-
Uden Masman, de man die in derouderaa („Ook een Belg")
1926 de Ramblers oprichtte, daargelaten, liet iedereen hem
heeft dat
hadden hem zien optreden in
Chasse Remue, indertijd het
meest gekende orkest van Bel
gië. „Ze hadden mij bij Masman
aanbevolen als een veelbelo
vende trombonist."
Eenmaal gearriveerd in Ne
derland voelde Thielemans zich
een vreemde, hopeloos alleen.
Het liefst had Thielemans na
aankomst meteen de rit aange
nomen, terug naar Brussel.
Hoewel tweetalig opgevoed had
de Brusselaar moeite met het
Nederlands zoals dat hier werd
gesproken. Geruime tijd heeft
hij zich bijvoorbeeld suf gepie
kerd wat hij moest met uitdruk
kingen als 'gesodemieter', 'pijn
in m'n sodemieter' en 'sode
mieter op'. En de Calvinistische
levensinstelling van d'n Ollan-
der kon Thielemans maar matig
bekoren.
Acclimatisatieproces
Het acclimatisatieproces verliep
belangrijk
keer als ik mijn afscheid
kondig, beginnen ze aan me te
trekken. Vragen ze of ik asje
blieft blijf."
Onder zijn leiding maakten
De Ramblers vorig jaar nog een
cd. En het roemruchte orkest
sloeg na jaren weer aan het mu
siceren 'in het land'. Zeer tot
verwondering van Marcel Thie
lemans sloeg de tournee aan,
terwijl ook de cd behoorlijke
verkoopcijfers haalde. „Zelf zou
ik het nooit hebben aangedurfd
een tournee te organiseren, de
impresario wel. En zie: elke keer
stonden we voor volle zalen of
in elk geval nagenoeg volle za
len te spelen. Tot mijn grote
verwondering moet ik zeggen.
Blijkbaar krijgen de mensen er
geen genoeg van, want er staat
nog een hele zooi schnabbels
op het programma. Jacques
Schols, onze manager, is zelfs
bezig met weer een soort tour-
Wederopstanding
De revival van de Ramblers, of
tewel de muzikale wederop
standing van oude jazzy glorie,
waarvoor de toon is gezet door
een almaar groeiende hang
naar nostalgie. De fanclub
waarin zich 300 liefhebbers
hebben verenigd, laat niet af.
Het verleden leeft als nooit te
voren in het heden.
Marcel Thielemans, 80 jaar.
Een mensenleven speelt hij zijn
partij mee in de Ramblers. Ja
renlang als trombonist/chan
sonnier, in de nadagen van z'n
muzikale loopbaan is hem de
muzikale leiding van het span
toevertrouwd. Van de oudere
bezettingen is overigens vrijwel
niemand meer over, wat dat be
treft is hij zowat de laatste der
mohicanen. „Sem Nijveen leeft
nog. Als ik me niet vergis ook
Gerard Spruit, in een of ander
verzorgingstehuis in Limburg.
Thielemans was gelegerd in
Beverloo, in de buurt van Leo-
poldsburg om het nader te dui
den. Nog maar een paar dagen
had Thielemans als dienstplich
tig militair te gaan toen daar
„ongelooflijk maar waar" in
eens dat telegram van Theo
Uden Masman werd bezorgd.
Thielemans weet de datum nog
precies: 28 augustus 1933. De
grote leider van de Ramblers
had een trombonist nodig. Of
Thielemans maar naar Neder
land wilde komen, naar het des-
lot over. En op zijn
beurt verkoos Thielemans het
in cafés apart te gaan zitten van
de andere leden van het gezel
schap. Zij dronken een glas en
hij las de krant. „Ik was geen ca
fétype. Ik zat als vrijgezel in
pension, maar niemand haalde
het in z'n hoofd mij thuis uit te
nodigen. Ik lag ook veelvuldig
overhoop met mijn geachte lei
der. Later is dat minder gewor
den. Dat krijg je als je weet hoe
veel gevulde kiezen iemand in
z'n mond heeft zitten. Da's net
als in een huwelijk. Bovendien,
toen hij erachter was gekomen
pettist was hij niet eens zo ge
weldig, zegt Thielemans, maar
als arrangeur een vondst. „Man,
wat was die man geniaal. Hij
kwam uit een Leger des Heils-
familie, Buiterman. Het ene
liedje na het andere schreef hij.
De successen volgden elkaar als
het ware op. 'Weet je nog wel,
die avond in de regen'. 'Wie is
Loesje'. 'Flip de Fluiter'. 'Door
de nacht klinkt het lied', ach ik
kan wel aan het opsommen blij
ven. In die jaren hadden we ook
financieel vastigheid. We had
den een contract van negen
maanden bij de VARA, de drie
resterende maanden stonden
we te spelen in hotel Ham-
dorff."
T raangasbommetjes
Na de Bevrijding verstomde het
applaus. Het publiek keerde
zich massaal af van de Ram
blers. In 1946 werden zelfs
traangasbommetjes gegooid,
toen het orkest concerteerde in
het Amsterdamse Concertge
bouw en in Haarlem. De orkest
maar er waren tal van jongens
die onderduikers in huis had
den. Tot 1942 hebben er joodse
jongens bij ons gewerkt. Het
was allemaal niet zo eenvoudig.
Een keer hebben we zelfs ver
schrikkelijke last gehad, toen
Buiterman het liedje 'Morgen
komt een nieuwe dag' had ge
schreven. Met de tekst kon je al
le kanten op. Masman heeft al
z'n diplomatie moeten aanwen
den."
Uden Masman moest na de
oorlog verschijnen voor de Zui
veringscommissie, waar de
joodse violist Sem Nijveen als
ex-lid van de Ramblers nog een
goed woordje deed voor zijn or
kestleider. Niettemin werd hem
een jaar schorsing opgelegd.
Populariteit
Betrekkelijk snel kregen de
Ramblers de handen toch weer
op elkaar. De populariteit nam
in de jaren vijftig weer ver
trouwde vormen aan. Er werden
platen gemaakt, de Ramblers
herkregen hun radioprogram-
'In 1993 zit ik 60 jaar in de Ramblers,
een mooi moment om afscheid te nemen
Marcel Thielemans: „Kon ik het overdoen, ik zou zo herbeginnen.
tijds beroemde hotel Hamdorff dat Ik Franse chansons kon zin-
Laren. Een paar jongens
de Ramblers waren op een stap
avond verzeild geraakt in het
casino van Blankenberge en
gen draaide Masman aardig bij.
Hij was wel zo diplomatiek om
me te houden, in de jaren dertig
vierde het snobisme hoogtij en
ging het Frans erin als koek."
Graag had hij indertijd nog
eens de overstap gemaakt naar
het beroemde Franse showor
kest Ray Ventura. Maar Uden
Masman dreigde hem met een
juridische procedure als Thiele
mans zich niet zou houden aan
zijn mondelinge toezegging om
met de Ramblers drie maanden
in hotel Hamdorff te spelen.
FOTO TON KASTERMANS
maar Masman des te meer. Hij
was ad rem, kon iemand lik op
stuk geven. Maar ja, de artistie
ke leider was feitelijk Jacky Buit
erman. De grote man achter de
schermen."
Voor zover Thielemans het
zich kan herinneren moet het
ergens in 1936, 1937 zijn ge-
leboffen niet staan, een musicus weest dat Buiterman zijn intre-
genoot in die tijd geen aanzien, de deed in de band. Als trom-
„Masman was gek op procede
ren. Eigenlijk had hij meer het
hart van een jurist dan van een
musicus. Zakenman was hij
ook. En een ware aristocraat.
Kon uitstekend omgaan met di
recteuren van hotels en van an
dere tenten waar we speelden
Ons muzikanten zagen die bol
leden werd verweten dat ze tot
diep in 1944 als Dansorkest van
Theo Uden Masman regelmatig
in het kader van Frontzorg had
den opgetreden voor Duitse mi
litairen. Achteraf kan Thiele
mans het zich indenken dat
mensen zich daaraan hebben
gestoord.
„Maar wat moesten we?",
vraagt hij begrip. „Op een gege
ven moment stond Masman
voor een keuze. Of optreden
voor Kraft durch Freude of met
z'n allen naar Duitsland. Toen
moesten we dus kantineconcer
ten gaan geven, met onze neu
zen gaan staan voor al die mof-
fenkoppen. Leuk was anders.
Maar ja, de bakker bleef brood
bakken en wij verkochten mu
ziek. Je moest overleven. Ik heb
niets misdaan. Voor zover ik
weet ben ik nooit lid geworden
van de Kulturkammer. Niet ie
dere Duitser was trouwens
slecht. Helmut Zacharias en
Wemer Müller waren in Hilver
sum gekazerneerd, dat waren
musici die gedwongen waren
het militaire pakje aan te trek
ken. En die speelden hier voor
de lol in café De Sport. Na Dolle
isdag zijn we gestopt. Niet
onszelf schoon te praten,
ma bij de VARA en de agenda
van Masman puilde als vanouds
uit van de boekingen.
„Door een cumulatie van fei
ten kwam begin jaren zestig de
klad- erin. De popmuziek deed
z'n intrede. Met als gevolg dat
Nijs, Johnny Lion en WUleke Al-
berti moesten begeleiden. Echt
leuk vonden we dat niet, nee.
Bovendien, de jeugd accepteer
de niet dat wij ouderen popmu
ziek maakten. Tja, en dan had je
de schnabbels. Al ging je op je
kop staan, voor de oorlog
mochten we van Masman niet
schnabbelen. We waren een
club die vocht voor het succes.
Maar begin jaren zestig gebeur
de het dat er agenda's werden
getrokken. De schnabbels wer
den door sommigen belangrij
ker gevonden dan de Ramblers.
En ja, dat café hier hè, De Jonge
Haan, dat heeft er ook geen
goed aan gedaan. Na elke repe
titie gingen de heren weer."
De Ramblers, jaren trokken ze
muzikaal voorbij, met de Fare
well Blues als herkenningsmelo
die. Menigeen hoeft maar de
ogen te sluiten om als het ware
een sentimental journey te bele
ven. Hoor in gedachten nog
maals de van weemoed vervul
de Farewell Blues, die altijd
voorafging aan de sonore stem
van Uden Masman: „Zo luiste
raars, dit was het dan. Maarrr
we komen terug.
Maar Uden Masman kwam
niet terug, hij overleed in 1964.
De man kon de aftakeling van
de Ramblers niet verwerken.
Maar nu zijn ze er weer, de
Ramblers. Op van die typisch
nostalgische avonden hobbelt
af en toe ook het 'Boemeltje van
Purmerend' voorbij. Op de
maat die Thielemans als diri
gent aangeèft. Het is moeilijk
om ervan los te komen, zei hij al
eerder. Thielemans is vergroeid
met de Ramblers en de Ram
blers met hem. „Kon ik het nu
overdoen, ik zou meteen herbe
ginnen. Ik had me voorgeno
men op m'n tachtigste op te
houden. Maar het is zo leuk, zo
gezellig allemaal in die Ram
blers van nu. Stuk voor stuk leu
ke jongens, zowel jong als oud.
Nu moet het nog maar even
doorduren tot volgend jaar, dan
maak ik op de kop af zestig jaar
deel uit Van de Ramblers. Lijkt
me mooi om dan de Farewell
Blues voor mezelf als musicus
te laten klinken."
ZOGEZEGD
STRIPS
Ook de Belastingdienst
heeft iets op te geven.
Vrije Dagen.
Op 30 april en op 1,4 cn 5 mei
is de Belastingdienst gesloten.
Woensdag 6 mei staan we echter
weer voor u klaar.
,,Nee, een jaar geleden zag ik het
eigenlijk niet meer zo zitten. Het
ging niet goed met mijn carrière,
ik maakte een diepe crisis door
en ook privé zat het niet echt lek
ker. Moddervet was ik. Het kon
me geen barst schelen. Ik had
echt niet door dat er naast de
showbizz ook nog eens een leven
bestond(Kim Wilde in VARA TV-
Magazine)
,,Ze kunnen me uitmaken voor
dikke oude gek, me een ongeta
lenteerde zak noemen, of een
mietje. Maar ze kunnen geen leu
gens over me afdrukken, want
dan ga ik vechten. En ik ben
vastbesloten te winnen." (Elton
John in Revu)
,,lk ben één van die gekken die
per ongeluk een ster zijn gewor
den." (Dustin Hoffman in Humo)
Jk ben een redelijk ongecompli
ceerd mens. Dat is het kind in
mij en ik ben ontzettend blij dat
ik dat heb. Er js niets zo verve
lend als mensen die volwassen
zijn en die bij van alles en nog
wat met goede raad voor je klaar
staan. Zo van: Geloof mij nou
jongen....'. (Robert Long in Story)
,,Je kan nog zo dol zijn op je
vriendin, maar je blijft het gevoel
houden van: ik zou wel eens met
iemand anders naar bed willen
gaan. Dan zeggen mensen: dat
kan niet. En dan zeg ik: oh nee?!
Dat kan wèl. Het moet kunnen!"
(Haye van der Heyden in Revu)
„Ik raad niemand aan jong aan
de top te staan. Als ik bij mijn
ouders in Den Haag was, moest
ik het huis via het balkon van de
buurvrouw verlaten, anders werd
ik doodgedrukt door de fans die
buiten stonden te wachten. Ik
was tenslotte een rariteit. Een
vreemde patser in een Mercedes,
met tien ringen aan mijn vingers
en op weg naar de tweede en der
de Mercedes." (Johnny Lion in
VARA TV-Magazine)
„In Nederland zijn de kijkcijfers
goed, maar de waardering voor
'Meer moet dat niet zijn' is aan
de lage kant. Dat komt omdat de
menser\ons niet verstaan. Als we
beginnen te brullen of ruzie ma
ken, kan geen enkele Nederlan
der het nog volgen." (Urbanus in
Story)
„Ik krijg zelfs brieven na optre
dens waarin wordt benadrukt dat
mijn stem genezende kracht
heeft. Niet dat ik me daarvan be
wust ben, maar het besef dat het
talent aanwezig is, vind ik vol
doende. Ik zing nu ook wel eens
op begrafenissen, omdat dat de
mensen troost kan geven..."
(Lenny Kuhr in Privé)
„Ik besef dat ik al vijfendertig
ben, maar dat is geen reden om
geforceerd aan een kind te be
ginnen. Misschien dat Haye e
later besluiten een kind te adop
teren. Ik weet nu al dat ik van
zo'n kind evenveel kan houden
als van mijn eigen kroost. Boven
dien is de wereld al vol genoeg."
(Sylvia Millecam in Story)
„Jan Lenferink is een aardige
jongen. Charmant en innemend.
Het is ook iemand die zichzelf
graag en veel hoort babbelen. Je
kunt met hem lachen. Ja, echt...
Alhoewel, de laatste tijd valt er
minder met hem te lachen. De
hardheid van het leven is ook
over hem heengekomen." (Gert-
Jan Dröge in Revu)
BOLLEBOOM