Een land
in de
bijstand
Weps
ZATERDAG 25 APRIL 1992
Een jonge inwoner van Tirana heeft na urenlang wachten een paar broden bemachtigd.
Berovingen, vernielzucht en
verkrachtingen zijn aan de
orde van de dag in Albanië.
Moreel en sociaal kan het
nauwelijks dieper zinken dan
nu het geval is. Geweld en angst
beheersen het dagelijks leven.
Een school in Albanië. Ook hier heeft zoals overal, de vernielzucht toegeslagen. Niemand repa
reert dat want de Albanese glasfabriek heeft de produktie al maanden geleden gestaakt
foto gpd
land nog fatsoenlijk te eten had.
Dat is ook het kleine zigeunermeisje dat
met een grote boodschappentas in haar han
den al drie maanden dagelijks wacht voor het
pand waar Moeder Theresa haar hulppost
heeft gevestigd. Ze loopt op blote voeten en
heeft een gezicht vol korsten. Het meisje kijkt
lijdzaam want haar wachten levert nooit iets
op. Net als andere hulporganisaties denken
de zusters wel twee keer na voor ze zo maar
voedsel uitdelen. Wie daar eenmaal aan be
gint loopt het risico van een ware volksbe
storming.
Het is een aantal malen gebeurd dat bui
tenlandse hulpgoederen zijn geplunderd. In
middels worden de opslagplaatsen zwaar be
waakt, maar nog steeds worden de gebou
wen dagelijks belaagd door tientallen belang
stellenden. Acht kilometer buiten Tirana ligt
Lunder, een gehucht dat alleen opvalt van
wege het grote aantal wachtende vrachtwa
gens. In een aantal voormalige graanschuren
bij het dorp hebben de meeste hulporganisa
ties hun opslagplaats.
Tonnen voedsel, van Franse militaire over-
levingsrantsoenen tot de mislukte Neder
landse halfvolle roomboter Elmer, liggen hier
naast stapels matrassen, ziekenhuisbedden,
zakken kleding en schoenen en zelfs land
bouwmachines te wachten op transport naar
hun eindbestemming „Maar we streven er
naar zo weinig mogelijk spullen in opslag te
hebben", zegt Ignace de Haas van de Neder
landse organisatie Humanitas, „Niet alleen
omdat de goederen natuurlijk zo snel moge
lijk bij de mensen moeten komen, maar ook
om het risico te beperken."
Luilekkerland
Voor de Albanezen is dit luilekkerland. Het
terrein wordt dan ook streng bewaakt. Het is
rondom afgezet met prikkeldraad en om de
zoveel meter staan bewapende soldaten en
agenten. De opslagloodsen zelf worden met
zware sloten afgesloten en slechts één man
heeft de sleutel.
Bij de poort dromt een groep boerinnen
samen, vrouwen met strakke, harde gezich
ten en met witte hoofddoeken die hun haar
bedekken, een restant van hun tientallen ja
ren verboden geloof. Ze zijn getekend door
een levenlang zwoegen in een land waar niet
alleen de communistische staat, maar ook
hun mannen uiterste gehoorzaamheid ver
langden. Ze smeken jammerend om voedsel.
Om het terrein zwerven enkele tientallen
jonge mannen, als hongerige wolven rond de
schapenstal. Ze loeren en wachten, ze zoeken
een moment van onoplettendheid van de bc
wakers om over het hek te klimmen en de
loodsen te bestormen. Af en toe gooit een po
litieman een steen in de meute Dan stuiven
ze uit elkaar om zich even verderop weer te
verzamelen. Maar echt hongerig? Geenszins.
Hun belang is handel: zij verkopen gestolen
hulpgoederen op de markten in Tirana en
andere steden.
RUNA HELLINGA
De koele ochtendlucht is vol van
de geur van geroosterd schape
vlees. Achter pastelkleurige kar
retjes met kleine houtskooloventjes bereiden
straatventers shish kebabs en kruidige ge
haktballetjes, die ze de klant aanbieden met
een fors stuk wittebrood. De belangstelling is
groot, ondanks het vroege uur.
De markt in Tirana begint langzaam vol te
lopen met handelaren en mensen die zo
maar iets verkopen. Op de vaste kramen stal
len kooplieden bonte stoffen, stapels spijker
broeken en rijen tweedehands kleding uit.
Ook het aanbod van de gelegenheidsverko
pers is veelzijdig: vart cassettebandjes met de
laatste westerse hits, digitale telefoontoestel
len, horlogebatterijtjes en een enkele gloed
nieuwe koelkast tot twee pakjes sigaretten en
een paar oude schoenen. Er worden bossen
prei en bergjes paprika's verkocht, brokken
boter en kaas, gebak, zeep, Fietsen en een en
kel levend schaap. In een winkel hangen vijf
halve koeien aan vleeshaken in de etalage.
Verschil
Dat is het verschil met drie maanden gele
den. Toen was er niets te krijgen in Tirana,
niet in de winkels en niet op straat. Nu zijn
de spullen er wel, maar een ei op de markt
kost 2,5 lek, een gemiddeld maandsalaris ligt
rond de 900 lek, net iets meer dan 20 gulden.
Zelfs als alle familieleden werken is zo'n ei
onbetaalbaar voor een gezin dat moet rond
komen van een gewoon loon. En toch is het
opvallend hoeveel mensen hier spullen ko
pen. en zelfs tegen harde dollars.
„Een vriend van mij zit in de muziekhan
del, hij heeft altijd de laatste tophits", zegt
Sokol, student medicijnen en enthousiast
rockdanser. „Hij begon met een dollar per
bandje: dat liep als een trein. Een halve dollar
er bovenop, dat was geen probleem. Nu ver
koopt hij die banden voor vier dollar per
stuk, en nog steeds kopen de mensen."
Een hoekje van de markt is vrijgemaakt
voor de gokkers. Daar worden loten verkocht
en wordt een soort balletje-balletje met kaar
ten gespeeld. Rond primitieve rouletteborden
verdringen zich groepjes mannen. De speel
tafel bestaat uit een langwerpige bak met een
tussenschot en een draaiende pijl. De spelers
gooien hun geld in een van de twee helften.
Wijst de pijl hun speelhelft aan, dan krijgen
ze hun inzet verdubbeld terug. Eindigt de
pijlpunt op het tussenschot. dan is het geluk
aan de uitbater.
De 'vluchtelingenmarkt', heet deze plek in
de volksmond en het is duidelijk waarom.
Negentig procent van de waren is import,
opgestuurd door de tienduizenden Albane
zen die het land de afgelopen twee jaar heb
ben veriaten. De rest van het aanbod is voor
briek, zelf ook één en al kapotte ruit, heeft de
produktie al maanden geleden gestaakt.
Tirana heeft iedere dag urenlang geen
drinkwater. Dat was vroeger in de winter
nooit zo, vertelt Janni. Maar in de laatste
maanden is een deel van de voorraadbekkens
vernield: burgers hebben de bakstenen voor
hun eigen woningen gebruikt.
Ook het onderwijs is zwaar getroffen door
de vernielingen. Scholen zijn, net als in Ne
derland, gewilde objecten voor vandalisme.
Het grote verschil is dat er geen geld of mate
riaal is om de schade te herstellen. Er is vrij
wel geen klaslokaal in Tirana of er ontbreken
Crimineel en vernielzuchtig
Albanië kan nauwelijks
dieper zinken
een groot deel afkomstig uit de hulpgoederen
die de Italiaanse regering en westerse hulpor
ganisaties naar Albanië zenden. Het kleinste
deel van de spullen, de verse groente, komt
uit Albanië zelf.
Albanië, het land dat nog maar een paar
jaar geleden pochte met z'n volledige zelf
standigheid, leeft nu geheel van buitenland
se, vooral Italiaanse steun. Wat er nog func
tioneert in het land en dat is niet zo veel
functioneert dank zij het buitenland.
De auto
bussen in Ti
rana zijn
tweede
hands, im
port uit Italië
en Zwitser
land. De bak
olie, bonen,
suiker en meel in de staatswinkels worden
door de Italianen aangevoerd. Zo'n 130.000
ton voedsel heeft Rome al richting Albanië
gestuurd. De schoolboekjes worden in Italië
gedrukt. En de nieuwe digitale telefooncen
trale in Tirana is ook al door Rome geleverd.
Gezonken
Albanië zit in de bijstand. Moreel en sociaal
kan het nauwelijks dieper zinken dan nu het
geval is. Zestig procent van de bevolking
heeft geen baan en de rest is hooguit de helft
van de dag actief. Handeltjes, diefstal, vernie
lingen, geweld en angst beheersen het dage
lijks leven.
„Het is voor het eerst in maanden dat ik na
zonsondergang op straat ben", zegt een jon
ge vrouw die in Hotel Tirana op een collega
staat te wachten. „In het donker is het veel te
gevaarlijk geworden. Je hoort dagelijks verha
len van mensen die met geweld zijn beroofd
en van vrouwen die op straat zijn verkracht."
En de politie doet-niets, weet rockdanser
Sokol uit eigen ervaring. Onlangs is hij
's avonds beroofd: „Toen ik aangifte wilde
doen vertelden ze me dat ik al lang blij mocht
wezen dat ik het had overleefd."
De misdaadberichten zijn legio. In de week
voor de verkiezingen belandde een leraar
met messteken in het ziekenhuis omdat hij
geprobeerd had de ontvoering van een leer
linge te voorkomen. Een groep jongens was
de school binnengedrongen met de bedoe
ling een meisje te roven en haar te verkrach
ten. Twee dagen later kwam een politieman
om het leven bij een soortgelijk incident. Als
bewaker van een studentenflat voor vrouwen
wilde hij een groep verkrachters bij de bui
tendeur tegenhouden. De mannen schoten
hem dood.
Bizar is ook de belevenis van een vracht
wagenchauf
feur van de
Nederlandse
hulporganisa
tie Humanitas,
die zijn vrouw
en twee hon
den naar Alba
nië had mee-'
genomen. De kleinste, een schoothondje,
werd door een voorbijganger uit de auto ge
grist toen het beest zijn kop even buiten het
raam stak. De dief meldde zich even later
met het verzoek dertig dollar losgeld te beta
len.
Albanese autobezitters zijn regelmatig
slachtoffer van dit soort chantage. Daarom
laten ze hun wagen meestal geen moment
uit het oog. Voor je het weet pikt iemand je
voorruit en moet je 'm tegen harde dollars
weer 'terugkopen'.
Smeden en slotemakers beleven gouden
tijden. In Tirana is geen winkelruit, geen
raam in een benedenwoning en geen balkon
op de eerste verdieping, of er zitten stevige
tralies voor. De manshoge tuinmuren zijn
beveiligd met ingemetselde glasscherven en
de deuren met stevige hangsloten. „Allemaal
van de laatste maanden", zegt Genz Janni.
een jonge ingenieur. „Vroeger kon je zonder
zorg je huisdeur openlaten."
Vernielzucht
Maar die tralies en sloten kunnen vernielin
gen niet voorkomen. De meeste winkelruiten
in Tirana zijn ingegooid, soms door dieven,
maar vaak ook uit pure baldadigheid. Nie
mand repareert dat. want de Albanese glasfa-
i paar ruiten.
De lagere school ii
een simpel, plomp
bouw met tralies voo
de Siri Kodrastraat is
n geel gepleisterd ge-
de ramen op de bega
ne grond. Bij ieder klaslokaal steekt een ka
chelpijp uit het raam, maar de houtkacheltjes
zijn deze winter niet aan geweest. Tegen zo
veel kapotte vensters viel toch niet op te sto
ken.
„Het was koud, dus we konden de kinde
ren niet te lang op school houden. Toch heb
ben we zo veel mogelijk lesgegeven", zegt
schoolhoofd Tosho Mamani, „We hebben de
dagelijkse uren bekort en lesuren van 25 mi
nuten gemaakt, zodat we toch nog alle vak
ken konden geven."
Voor zo ver de omstandigheden dat toelie
ten, want het ontbreekt de school niet alleen
aan hele ruiten, maar ook aan boeken, schrif
ten, pennen, krijt. De oude taal- en geschie
denisboekjes met hun prominente aandacht
voor de communistische partijleider Enver
Hoxha kunnen eigenlijk niet meer. „Maar we
gebruiken ze nog steeds", zegt Mamani, „We
hebben van het ministerie een lijstje gekre
gen met zinnen die we moeten overslaan.
Zinnen over Hoxha bij voorbeeld." Dank zij
de Italianen zijn er wel een paar nieuwe
boekjes, maar veel en veel te weinig.
Te Weinig
Ondanks alle buitenlandse giften is de hulp
altijd te weinig. Dat geldt zeker voor die men
sen die zich aan de onderkant van de samen
leving bevinden en dat is nog steeds de
meerderheid van de bevolking. Dat zijn de
mensen die geen auto hebben waarmee ze
buitenlanders voor een fiks aantal dollars
kunnen rondrijden, die geen gevluchte fami
lieleden hebben die regelmatig een pakketje
opsturen, die geen slim handeltje op de
markt hebben gevonden.
Dat zijn de mensen in het afgelegen berg
gebied in het Noorden. Waar ze. aldus een
hulpverlener van Artsen zonder Grenzen,
nauwelijks nog kleren en schoenen hebben
om zich te beschermen tegen de kou. Dat
zijn de patiënten in het ziekenhuis, overgele
verd aan een volstrekt verouderde en totaal
verwaarloosde gezondheidszorg. Voor hen is
Albanië nog steeds dezelfde ellende als enke
le maanden geleden, toen niemand in het
Onze taal
De wesp wordt af en toe een
weps. Het gaat bijna vanzelf.
De verkeerde uitspraak ligt
voortdurend op de loer. Kinde-
j ren hebben er moeite mee, en
ook heel wat volwassenen zeg
gen soms weps. Blijkbaar is
wesp een moeilijk woord om
uit te spreken. Waarom zou dat
zo zijn?
De wesp staat niet alleen. Ook de
gesp en de rasp worden vaak
verhaspeld tot geps en raps. Ne
derlanders hebben daar moeite mee, zodat je
je gaat afvragen wat er moeilijk aan is. Op
zichzelf is de combinatie 'sp' helemaal niet
lastig, want we vergissen ons nooit met spie
gel. sparen, spek. spoelen en spin. Niemand
zegt per ongeluk 'psin' of 'psaren'. Wat we
aan het begin van een woord moeiteloos uit
spreken, is kennelijk aan het eind van een
woord lastig.
De taalkundige J. Stroop in Amsterdam heeft
nu een verklaring gevonden voor dit ver
schijnsel door te kijken naar andere moeilijk
uit te spreken woorden. Algemeen bekend is
dat de woorden 'psychiater' en 'psycholoog*
dikwijls verkeerd worden uitgesproken als
spychiater of spycholoog. Frappant aan deze
vergissingen is dat juist hier de omgekeerde
volgorde tot moeilijkheden leidt: 'ps' wordt
verhaspeld tot 'sp'.
Het verschil is dat het nu om het begin van
het woord gaat. Kennelijk vinden we 'ps' aan
het begin lastig, terwijl aan het einde van een
woord 'sp' moeite kost. De omgekeerde volg
orden leveren geen problemen op: spiegel
sparen, spek, spoelen en spih tegenover taps,
grootscheeps, beroeps, pips, bibs, tips, rups
en terloops. Wat vooraan makkelijk is, is ach
teraan in omgekeerde volgorde makkelijk.
Toen dit eenmaal ontdekt was. ging Stroop
ook andere begin- en eindvolgorden vergelij
ken. Toen bleek dat het bij de meeste woor
den in onze taal zo gesteld is dat wat vooraan
mogelijk is, achteraan in spiegelbeeldige
volgorde mogelijk is. En wat vooraan onmo
gelijk is. is spiegelbeeldig achteraan onmoge
lijk.
Er zijn in het Nederlands geen woorden die
beginnen met 'ns' en geen woorden die ein
digen op 'sn'. Maar we hebben wel woorden
die beginnen met 'sn' (snoepen, snuit, snol
snik) of eindigen op 'ns' (ons, kans. mans,
eens).
Evenzo hebben we kruipen, krans, kring en
kroos tegenover kerk. hark. lurk en zerk. sla
pen, slok. sluiten en slank tegenover hals,
huls, vuils en pels; klap tegenover melk; trek
en troep tegenover soort en kaart; plaat en
plooi tegenover hulp en stolp; knap en knevel
tegenover stank en denk.
De onmogelijkheden vertonen dezelfde spie-
gelbeeldstnn tuur met 'rk' en niet Ir niet
'nk' en niet 'kn', enzovoort.
Wat kan en wat niet kan aan het begin van
onze woorden is blijkbaar in hoge mate het
spiegelbeeld van wat kan en niet kan aan het
einde van de woorden. Ook al bestaan er wel
enkele uitzonderingen op die regel, onbe
wust hanteren we hem blijkbaar allemaal De
volgorde 'sp' aan het begin van een woord is
in het Nederlands heel gewoon, net zo ge
woon als 'ps' aan het einde: geen vergissin
gen bij spiegel, sparen en spin. en ook geen
vergissingen bij pips en terloops.
Daarentegen is 'ps' aan het begin een vreem
de eend in de bijt van onze taal we hebben
dat alleen in enkele leenwoorden als psychia
ter, psycholoog, psalm en pseudo Geen alle
daagse woorden dus. En te weinig om er ver
trouwd mee te zijn. Met als gevolg dat wesp.
gesp en rasp als het ware niet gesteund wor
den door vertrouwde tegenhangers die met
'ps' beginnen.
Vandaar, aldus Stroop, dat wesp. gesp en
rasp eigenlijk nogal uitzonderlijk zijn en dus
makkelijk meegetrokken worden naar het ge
wone systeem Dat wil zeggen; tegenover
spiegel, spin en sparen zou je eigenlijk mo
gen verwachten dat de uitspraak weps. geps
en raps was.
We kunnen het heus wel goed leren, maar de
V,. sp is inderdaad een apart, en dus moeilijk,
geval
JOOP VAN D€R HORST
universitair docent Nederlands