Weg met het detailvirus Big Mac kan het schudden ZATERDAG 25 APRIL 1992 Paniek! Waar is hij? Het Binnenhof in rep en roer. Fractiemedewer kers, secretaressen en collega's wanhopig op zoek naar een volksvertegen woordiger. Het is zo maar een doordeweekse dag en het jonge CDA-kamerlid is spoorloos. Dat komt ongelukkig uit, want juist nu is er amok over een politiek onderwerp waarvan 1 het desbetreffende kamerlid de woordvoer- 1 der is. Pas om half negen 's avonds krijgen ze hem te pakken. Het is al te laat. Zijn oudere collega, voorzitter van de desbetreffende fractiecommissie, heeft het woord al gevoerd. En de straf is er ook al: hij mag het belangrij ke debat over de zaak enkele dagen later .niet 'doen'. Wie durft het immers te wagen om zo maar op een 'kamerdag' het land in te trekken om het volk te ontmoeten? Het za^wel even wennen worden voor on ze volksvertegenwoordigers, want als het aan Tweede-Kamervoorzitter Deetman ligt zal dit incident in de toekomst vaker gaan plaats vinden. Van de voorzitter moeten de geachte afgevaardigden de muffe Haagse kaasstolp meer gaan verlaten om in de frisse buiten lucht inspiratie op te doen. Minder vergade ren en meer kiezers ontmoeten, zo luidt het nieuwe credo. Tij Mee De kritiek op het functioneren van de Twee de Kamer is niet nieuw, maar Deetman heeft het tij mee. Zijn-voorganger, de PvdA'er Dol man, durfde de kamer pas na tien jaar voor zitterschap spottend een 'mierparlement' te noemen, waar het de laatste jaren 'saaier' was geworden. Het was anderen al eerder opgevallen. Bovendien heeft Deetman nu de steun van de fractieleiders van CDA en PvdA: Brinkman en Wöltgens. Alsof het afgesproken was lieten zij bij de laatste algemene beschouwingen de zweep even boven de hoofden van hun colle ga's klappen. Uitgerekend bij een van de saaiste debatten over de Miljoenennota eis ten de heren van het voetvolk dat het parle mentaire werk beter en leuker moet worden. Minder vergaderen en meer praten met bur gers en het 'middenveld'. Hoewel de leden van de Tweede Kamer kort geleden nog verontwaardigd sputterden bij kwalificaties van CDA-senator Kaland als zouden zij kwalitatief de minderen van hun Eerste-Kamercollega's zijn, beseffen zij nu ook dat er iets mis is. Op een stelling als 'poli tici gaan te veel op ambtenaren lijken' en een vraag als 'bent u ontevreden over de kwaliteit van het kamerwerk?' gaven de parlementari ërs in een enquête van NRC Handelsblad on langs voor het eerst toe dat het wel eens waar zou kunnen zijn. Ten slotte ligt er al enige tijd het rapport van de commissie-Deetman over staatkundi ge en bestuurlijke vernieuwing. In de para graaf over de werkwijze van de kamer wor den de zaken bij de naam genoemd: de ka merleden regeren te veel mee en controleren te weinig, duiken te veel in de bergen papier en houden veel te lange betogen in veel te veel commissievergaderingen. De nieuwe vergaderzaal is voor Deetman dan ook een geschenk uit de hemel. De ver huizing wordt gretig aangegrepen om schoon schip te maken. Zo snel mogelijk moet een gewijzigd 'reglement van orde' ingaan, waar over een werkgroepje kamerleden de afgelo pen maanden nagedacht heeft. De voorstel- Het overleg tussen regering en parlement moet weer een spontaner karakter krijgen len zijn nog niet openbaar. Maar een aantal zaken is al naar buiten gekomen. Wangedrocht Zo lijkt er over een aantal voorstellen over eenstemming te bestaan. Neem als voor beeld het typische produkt van de 'maakba re' jaren zeventig: de zogeheten 'uitgebreide commissievergadering' (UCV). Een nogal eu femistische naam voor een bijeenkomst die bij voorkeur van 11 uur 's ochtends tot 11 uur 's avonds duurt. Dit wangedrocht is in het kielzog van de democratisering de kamer binnengeslopen. Kamerleden moesten im mers uitgebreid met de regering over be leidsnota's, evaluaties en rapporten kunnen overleggen? Het 'meeregeren' door de volks- vertegenwordigers is met deze wanstaltige vergaderingen geïnstitutionaliseerd. De UCV zal worden afgeschaft, zo moge duidelijk zijn. Bijna iedereen is daarover op gelucht, afgezien van enkele specialisten op de vierkante millimeter uit de twee grootste fracties. Zij hebben juist in de deze mara thonzittingen hun 'finest hours'. Oeverloos kunnen zij daarin doorzeuren over de meest verfijnde details. Een ander resultaat van de democratise ringsgolf uit de jaren zestig en zeventig is het 'mondeling overleg*. Oorspronkelijk bedoeld om als vaste kamercommissie (per departe ment georganiseerd) min of meer informeel met de regering te spreken over beleidsvoor nemens, is deze ontmoeting gaandeweg ver worden tot een mini-debatje van een uur of twee. Vooral geliefd bij 'back-benchers' die ook eens de krant willen halen. Het gebeurt zelfs al dat journalisten een uitgetypte in breng voor hun neus krijgen. De commissie- Deetman opperde daarom al een 'voorlees- verbod' in deze vergaderingen. Dat zal het ongetwijfeld halen. Het overleg tussen rege ring en parlement moet weer een spontaner karakter krijgen, met bij wijze van spreken de benen op tafel. Details Het mondelinge overleg kan daarnaast zo wordt voorgesteld ook gebruikt worden als 'detailvergadering', waarin wetsvoorstellen die plenair (in de grote vergaderzaal) al op hoofdlijnen zijn behandeld, hier punt voor punt besproken worden. Zelfs wordt er aan gedacht wetsvoorstellen niet langer schrifte lijk te behandelen, maar voortaan in zo'n overleg te bespreken. Dan kunnen er veel vragen worden beantwoord die in het echte debat niet meer gesteld hoeven te worden. Want daar is iedereen het over eens: de verschillende commissievergaderingen die nen het plenaire debat te ontlasten. Maar ook daar slaat het detailvirus steeds meer toe. Zoals de GPVer Van Middelkoop als lid van een tweemansfractie gedwongen tot de hoofdlijn constateert: „Het politieke debat moet centraal staan. Niet wat vaak gebeurt een vergadering waarin een stroom infor matie van regering naar kamer verplaatst wordt." Of, zoals CDA-Kamerlid Biesheuvel het eens zei: „Een debat lijkt wel een tenta men. Men overhoort elkaar op kennis van details." Om daar een eind aan te maken zal de agenda van de kamer korter worden, met waar mogelijk minder spreektijd voor de fracties. De vraag is alleen of door het afschaffen van de UCV, het beter gebruik maken van het mondeling overleg en het minder en korter vergaderen in de plenaire zaal de werkwijze van het parlement werkelijk verbeterd zal worden. Zal de toenemede saaiheid over wonnen worden? Zal het debat interessanter worden? Zal de politieke controle toch het uiteindelijke doel sterk verbeteren? Of is daar meer voor nodig? Dat het ten dele om cosmetische maatre gelen lijkt te gaan. blijkt uit de directe aanlei ding van de plotselinge veranderingen: Deet- mans angst voor de nieuwe, ruimere verga derzaal. De vrees dat de argeloze burger 'live' op televisie een debat volgt waaraan hooguit een handvol Kamerleden verloren in de grote zaal meedoet? De kamervoorzitter heeft daarom al de wens geuit dat meer col lega's op dat moment het debat moeten bij wonen (wat dus alleen maar kan met minder concurrerende commissievergaderingen). Uit de reacties blijkt dat de 'zaalvuliers' daar zelf niets in zien. Van Middelkoop: „Ik ga daar niet zitten als ik er geen eigen inbreng heb." Spanning Het lijkt er op dat er meer moet gebeuren om van 's lands vergaderzaal het boeiende poli tieke theater te maken dat de architect van de nieuwbouw voor ogen had. Het strijdto neel zal pas de noodzakelijke spanning krij gen als er meer verandert dan een huishou delijk reglement. Het is goed dat het kamerleden verboden wordt nog langer op details in te gaan, maar misschien is het nog effectiever eens op te houden met de onhebbelijkheid om bij van alles en nog wat steeds maar weer nieuwe in formatie bij de regering op te vragen. De uit komst van een debat mag dan regelmatig qua besluitvorming mager uitvallen; het re sultaat in papier is er altijd wel: weer een ver- volgnota, een tussenrapportage of een evalu atieonderzoek. Navraag leert dat parlementariërs elkaar daar nauwelijks op aanspreken. Het vreemde is dus dat kamerleden zichzelf nooit onder- Werpen aan iets waarmee men de regering constant lastig valt: een kritische evaluatie over het eigen d<x-n en l.itrn Naast meer zelfdiscipline zou wat meer zelfvertrouwen ook helpen Hoe veel makke lijker is het om een bewindspersoon naar de min of meer bekende weg te vragen, dan zelf de ongebaande paden naast nota of wets voorstel te betreden. Bovendien geeft Van Middelkoop ruiterlijk toe dat de ijdelheid van een kamerlid gestreeld wordt als de minister regelmatig zijn naam noemt bij het oplezen van de antwoorden van zijn ambtenaren. Bovenal lijkt het dat de nn.iflunk. Iiphnd van de volksvertegenwoordiger de nodige spanning in het debat kan terugbrengen. Niet het 'meeregeren', maar het controleren moet daarbij centraal staan. Daarvoor is moed nodig Moed om het op te MONO gen het afsluiten van knellende regeerak koorden en de wurgende fractiediscipline OptfmMach am bal wiiiupii vao poUd ci om zichzelf te veranderen is niemand meer, maar je moet het geloof er in nooit op geven. En als het weer niet lukt, houden e het roch gewoon bij de bescheiden wijzigin gen van het reglement van orde. Wie weet heeft WD-leider Bolkestein wel gelijk met zijn opmerking „Hoe saaier de politiek, hoe gelukkiger het Tand." Koningin Beatrix opent dinsdag28 april de nieuwe vergaderzaal van de Tweede Kamer. Voor voorzitter Deetman was deze verhuizing van het parlement aanleiding om een aantal wijzigingen aan te brengen in de werkwijze van de kamer. Minder en korter vergaderen, luidt het motto in de nieuwe zaal. De vraag blijft of hierdoor het politieke debat eindelijk weer eens spannend zal worden. Wordt 's lands nieuwe vergaderzaal eindelijk een boeiend politiek theater? De zogeheten 'uitgebreide com missievergadering' is al opgerukt tot in de nieuwbouw van de Tweede Kamer. FOTO GPD CEFS ÏORN Het Duitse staatsmonopolie op de Raststatte-cultuur De Gesel I scha ft fur Nebenbetriebe der Autobahnen bepaalt waar en wanneer er gebouwd wordt HANS HOOGENDUK Aan de bijna 11.000 kilometer West- duitse snelweg liggen 271 benzi nestations en 176 Raststatten, waarvan er 51 ook over een motel beschik ken. Verder zijn er 40 kiosken, campings en zeven kapellen voor de geestelijke verfrissing. Jaarlijks maken 140 miljoen weggebruikers een pitsstop bij een van deze gelegenheden. In de ex-DDR is het nog behelpen, maar er wordt hard aan gewerkt om ook daar de ser vice op het niveau van het Westen te bren gen. Exclusief de verkoop van benzine, diesel en gas, zette dit reusachtige apparaat vorig jaar 1,5 miljard gulden om. Een stijging van ruim 10 procent in vergelijking tot 1990. Daarmee neemt de zogenaamde Autobahn-gastrono- mie de tweede plaats in op de lijst van fast- food-bedrijven in Duitsland. Koploper is Mc Donald's, maar de reiziger zal langs de 11.000 kilometer asfalt vergeefs zoeken naar de ech te hamburger. En dat heeft hij te danken aan de Gesellscllaft für Nebenbetriebe der Auto bahnen, kortweg GfN. Afdragen Terug in de tijd. In 1951, toen Duitsland on der het puin vandaan begon te kruipen en met Goggomobieltjes, Messerschmidts, Ke vers en een doodenkele Mercedes uitzwierf over de resterende 2000 kilometer snelweg, besloot de regering tot de oprichting van de GfN. Deze maatschappij financierde, bouwde en verpachtte de Raststëtten die overal verre zen. en daarin is tot de dag van vandaag niets veranderd. Is de bouw bijna klaar, dan volgt een open bare inschrijving waarbij niet het kapitaal, maar de vakkennis en de 24-uurs-service de doorslag geven. En wie het geluk heeft uitver koren te worden, is niet alleen verzekerd van 'Op de Autobahn bent u nooit alleen'. Deze Duitse leuze slaat niet op de eindeloze files waarin iedereen in het hoogseizoen belandt, maar op het gastronomische aanbod waarvan 24 uur per dag gebruik kan worden gemaakt. Goed voor een jaaromzet van 1,5 miljard gulden. Fastfood- bedrijven blijven azen op een plekje langs de weg maar stidten daarbij op een muur van onwil een goed belegde boterham, maar vult ook de kassen van de GfN. Van de omzet moet behalve in de brandstofsector namelijk 15 procent worden afgedragen. Die monopoliepositie heeft natuurlijk ook nadelen. Concurrentie is onmogelijk en dus maakte tot voor enkele jaren menig pachter er een potje van. Het gevolg was dat de ser vice miserabel werd, de prijzen veel te hoog lagen en de sanitaire voorzieningen vooral in het hoogseizoen meer dan bedroevend wa ren. Menig horeca-exploitant stond te sprin gen om een zaak aan de autobaan te openen, maar de GfN bleef bikkelhard: niemand an ders bepaalt waar en wanneer er gebouwd wordt. De vrije markt zocht uitwegen. In de jaren '70 schoten dicht bij de autosnelwegen de vrije Raststatten (al dan niet voorzien van een tankstation) als paddestoelen uit de grond. Een bord in het weiland van een bevriende boer en de klanten kwamen. Want wie een keer een kapitaal had uitgegeven aan vette, taaie patat, zijn gebit ruïneerde aan een sch nitzel die hooguit geschikt was als schoen zool, de peperdure frisdrank loosde in een vuil en stinkend toilet en dan ook nog een dubbeltje per liter benzine meer had moeten uitgeven, wist de weg naar het alternatief snel te vinden. Spiegelbeeld Dat zat de GfN uiteraard niet lekker en daar om werd er in 1987 in samenwerking met het ministerie voor verkeer het project 'Raststaite van de toekomst' gelanceerd. De Autobahn- Raststëtten moesten een spiegelbeeld vor men van de cultuur en gastronomie in de omgeving. Met andere woorden: Hefenbier en Weisswurst in ^eieren. Saumagen in de Pfalz en Kölsch in het Rijnland. Het voordeel van deze formule, zo luidde de filosofie, is dat er aan de individuele wensen tegemoet wordt gekomen, een duidelijke afwijzing dus van gastronomische eenheidsworst. Dat was niet tegen dovemansoren gezend. „McDonald's laat zich op deze manier niet de weg naar de Autobahnen versperren. In plaats van het investeringsaanbod van het particuliere bedrijfsleven te aanvaarden, wordt hier op kosten van de belastingbetaler geprobeerd het wiel opnieuw uit te vinden schamperde de fastfood keten. Maar de GfN hield de poot stijf: McDonald's biedt niet het vereiste voHedige programma. Het belangrijkste argument van GfN-direc teur Frithof Wahl was echter dat een kolos als McDonald's er helemaal geen belang bij heeft z'n zaken, zoals voorgeschreven. 24 uur per dag open te houden. Alleen middenstan ders, dus familiebedrijven, meent Wahl. zijn bereid en in staat deze service-opdracht te vervullen. Nee. pachten is de beste oplossing. En dat betekent dat niet alleen McDonald's, maar ook bij voorbeeld het vaderlandse Van- der-Valk-concem. dat in de ex-DDR zo graag een paar graantjes wil meepikken, kansloos is zolang de GfN bestaat. De GfN maakte dit jaar trots de balans op van de investeringen: 42 van de 176 bedrijven zijn geheel of gedeeltelijk gerenoveerd voor in totaal 224 miljoen mark. Op dit moment worden er 80 gebouwd of herbouwd en daar voor is 366 miljoen mark uitgetrokken. Proef In een van die verbouwde Raststatten zit naast de 'reguliere' exploitant ook een klein McDonald's filiaal, maar daarover willen ze weinig kwijt bij de centrale van de GfN ..Het is een proef die meerdere jaren loopt is het enige commentaar, waarna men snel over gaat naar al het fraais dat de 'Raststatte van de toekomst' biedt. Speciale ruimten om ba by's van schone luiers te voorzien, honder den kleine speeltuinen, 285 toiletten voor ge handicapten. die voor 20 mark een overal passende sleutel kunnen krijgen, en natuur- li|k strcckgebonilrn CHÜMW M*>gstand)e*. Maar met dat ene kleine Hamtftirger filiaaltjc zou de ban wel eens gebroken kunnen zijn. Zelfs bij de GfN wordt er nu hardop over na gedacht of naast de eigen pachter mogelijk een 'licentiehouder van McDonald's voor het snelle weTk zou kunnen komen, ./lok al is het uit het gezichtspunt van de voedings- wetenschap nog zo vervelend, als ct vraag naar is moet het aangeboden worden", stelt een GfN-woordvoerder op een toon alsof zijn bedrijven allemaal een Michelin ster hebben. Heeft de hamburgerketen eenmaal een voet tussen de deur. dan volgen ongetwijfeld Mövenpick en andere concerns voor wie de 11.000 kilometer Autobahn nu nog taboe zijn. Het gaat per slot van rekening om een markt van meeT dan 140 miljoen klanten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 35