Hans van Helden: 'Een schaatsenrijdster met haar op de borst. Nou, dan weetje 't wel' Sport DONDERDAG 23 APRIL 1992 Over ape-honnonen, een Chinees geheim, een Rus met spuitgebaren, een suffe kampioene en een Nederlandse schaatser onder verdachte omstandigheden Na het Europees kampioenschap schaatsen 1088, sprak de tot Fransman genaturaliseer de Hans van Helden (18e in het eindklasse ment) de volgende woorden: 'Waarom denk je dat die Russen hun belangrijkste mensen hebben thuis gelaten? Omdat ze op dit mo ment positief zijn. Tijdens de Olympische Winterspelen is het spul precies op tijd uit hun lichaam, zodat ze niet gepakt kunnen worden. Het is begonnen met Eric Heiden. Die zat tot aan zijn strot onder de dope. Bij na iedereen in de schaatssport spuit en slikt tegenwoordig. Ik peins er niet over om die produkten te gaan gebruiken. Ik wil geen prostaatkanker, haaruitval of een verrotte Op nu naar de sinds 1982 in F'rankrijk wo nende weerbarstige Brabander, in 1976 eer ste op de wereldranglijst aller tijden, voor malig bezitter van de wereldrecords op de 1500 meter en de vijf kilometer, tijdens de Olympische Spelen van 1976 te Innsbruck winnaar van drie bronzen medailles (de 1500, 5000 en 10.000), zilver op het Euro pees kampioenschap van 1973 en brons op dat van 1974, derde in het wereldkam pioenschap 1976, twee keer kampioen van Nederland, negenmaal kampioen van f rankrijk en derhalve eigenaar van elf gou den plakken. 'Les canards' Vanuit Bordeaux voert de weg naar Hans van Helden een kilometer of 40 richting noord-westen; naar het gehucht Ludeye, te gen de flanken van rijke wijngaarden in de beroemde I laut Médoc. Hier plukt de voor malige schaatscrack druiven. En hij klust er wal - ook al ter bijdrage aan het levenson derhoud - bij mensen in de omgeving. Dat doet-ie 's zomers. In de winter werkt hij op het ijs. Die maanden verlaat Hans van I lelden vrouw (Marie-France; 22 keer schaatskam pioene van Frankrijk) en kind (dochter Ma- rie-Astrid; 9 jaar, onlangs gehuldigd als nummer drie in het zware clubkampioen schap van de decathlon olympique moder ne) op de boerderij. Hij trekt dan naar de bijna zeven vierkante kilometer ijsvlakte van de Oostenrijkse Weissensee om er voor het plaatselijk Verkehrsamt trainingsweken te verzorgen. Met tussendoor uitstapjes naar de baan van Inzeil; wedstrijdjes rijden en contacten onderhouden. I lans van Hel- den (eind deze maand 44 jaar): „In Inzeil hoor en zie ik een hoop..." Wanneer we het over dopinggebruik in de schaatssport krijgen, wordt dat meteen al pikant. Hans van Helden zegt dan: „Ik sprak afgelopen winter in Inzeil een meisje uit de Oostenrijkse kernploeg. Die had hij de dou che een Roemeense schaatsenrijdster ge zien met haar op de borst. Nou, dan weet Je't wel..." I lormonen dus. Van Helden: „Ia. Een van de Roemeense trainers houdt zich daar mee bezig. I lij handelt er ook in. Dat heb ik uit zeer betrouwbare informatie. Die man haalt het in Hongarije. Ongelooflijk: hormonen van apen. Ze zeggen dat het bij dopingcon troles niet op te sporen is. Maar ik haal ze d'r wel uit. Ik hoor het. Door dat gebruik worden de stembanden aangetast. Ik noem die meiden Les Canards. Vanwege hun Do nald Duck-stem dus." Van Helden spoedt zich naar een aangren zende kamer in zijn boerderij (eigendom van zijn schoonouders) en komt na lang zoeken terug met een faxbericht dat hij de ze winter ontving in zijn hotel aan de Weissensee. De boodschap is afkomstig van een schaatsrelatie uit Nederland die nauwe banden onderhoudt met de Roemeense da- mesploeg. De naam van die afzender dekt I lans van Helden zorgvuldig af. „Ik wil die niet in de publiciteit brengen." Tussen op merkingen van het niveau huis-tuin-keuken bevat de fax intrigerende passages. Zoals: 'Die meiden hebben een grandioze trainingsijver die ik zelden zie. Ik trek nu 1 jaar met hen rond en ik beleef dat heel goed'. 'Mika heeft echt de mogelijkheid oin wereldkampioene te worden'. 'Ze heb ben van dokter Rammadori in Basclga een spuitje gehad. Maar Adriaan zegt: ze krijgen Eric Heiden, met vijf medailles de held van de Olympische Winterspelen in Lake Placid (1980). Hans van Helden: „Maar een week la ter op de wereldkampioenschappen redt-ie het niet. Da's toch niet normaal...?!" FOTO COR EBERHARD allemaal spuitjes en die dopingcontrole- stelt niks voor. Daar is de maffia...' 'Mika en Simone gaan 1 week voor Albertville naar Baselga. Dan halen ze een prikje bij Rammadori.' De naam van de dokter is duidelijk gefin geerd. Van Helden: „Leuk gevonden hè, Ram-maar-door-re?! Italiaans. Daar woont- ie ook, in Italië. Meer weet ik niet van 'm." Achter Adriaan gaat volgens Hans van Hel den de met ape-hormonen werkende Roe meense trainer schuil. Baselga bestaat wél onder die naam. Om precies te zijn: Baselga di Pine, een van de twee Italiaanse steden met een kunstijs baan. Hier houdt Ramnuidori dus praktijk. En: Baselga is de woonplaats van de dit jaar verrassend wereldkampioen geworden Ro bert Sighel... Wie wordt bedoeld met MikaDascalu, die officieel Mahaela heet. We kennen haar naam van de dopingaffaire bij het wereld kampioenschap junioren 1988. Ze werd daar 'gepakt' op het gebruik van stimule rende middelen. Niet alleen zij, ook haar ploeggenote... Simona (Hordobetiu). De mogelijkheden van Mika op het wereld kampioenschap, waar in de fax gewag van wordt gemaakt, kwamen er niet uit: 17e in het eindklassement. Ook aan de Olympi sche Winterspelen in Albertville hield ze geen opvallende uitslag over; Simona even- Pratend over het gebruik van hormoonpre paraten binnen de Roemeense damesploeg, zegt Van Fielden plotseling: „In Inzeil zag ik een Oostenrijks meisje bij een onderonsje iets aannemen van een Roemeense. Het was de nummer twee van Oostenrijk." De naam wil hem niet te binnen schieten. Ons wel: Emese Antal, een nog niet zo lang gele den tot Oostenrijkse genaturaliseerde... Roemeense. Van Helden: „Eerder begon de 'eerste' Oostenrijkse met mij in Inzeil eens een algemeen gesprek over dit onderwerp. Ze was flink verontwaardigd over dat do pinggebruik. Toen ik haar een tijdje later vertelde dat ik had gezien hoe die 'tweede' Oostenrijkse iets van een Roemeense in ontvangst had genomen wat ik verdacht vond, reageerde ze lakoniek. Ik dacht gelijk: 'Nou, jij zult de weg intussen ook wel ge vonden hebben'. Ze zei alleen maar 'oh'." De 'eerste' Oostenrijke. Weer kan Hans van Helden even niet op de naam komen, maar 'eerste' Oostenrijkse dat is onmiskenbaar Emese Hunyady die dit seizoen spectaculair doorbrak: een bronzen medaille op de 3 ki lometer van de Winterspelen, en zowel in het Europees kampioenschap als het we reldkampioenschap winnares van het zil- B ij zonder Hans van Helden zegt: „Internationaal is er, daar bén ik wel achter gekomen, heel wat aan de hand. Wat die Chinezen nou weer..." Wat? Van Helden: „Dat zeg ik niet." Dat hij in elk geval contact(en) heeft binnen de Chinese schaatsselectie blijkt uit de in het Engels gestelde tekst op een nieuwjaars kaart die hij toont. Helaas, de naam wordt weer aan onze aandacht onttrokken. In elk geval: het is dameshandschrift. Hans van Helden: „Ik verzin niet zo maar wat! Die Chinezen hebben echt iets héél bijzonders ontdekt. Iets totaal anders. En bij een do pingcontrole is er geen spoortje van dat spul terug te vinden. Geweldig slim middel! Nee, ik zeg er niks over. Als ik het doorver tel, profiteren anderen er van. Niet dat ik van plan ben er zélf iets mee te doen. maar... Twee dingen. Ten eerste wil ik voor komen dat het schaatsen nóg onzuiverder wordt. Ten tweede hoop ik ergens nog eens aan de slag te kunnen als bondstrainer. Stel dat dat lukt, dan zouden mijn rijders - of rijdsters - het moeten opnemen tegen con currenten die ik heb geïnformeerd over wat ze in China op dopinggebied ontdekten. Kom zeg, ik ben niet gek...!" Aanwijzingen Even terug naar zijn uitspraken van 1988 over dopinggebruik. Bewijzen? Hans van Helden: „Ze hebben me er nooit bijgehaald als ze gingen slikken of spuiten. Bewijzen heb ik daarom niet. Aanwijzingen wel." De verdachtmakingen betroffen vooral de Rus sen en Eric Heiden. Van Helden: „We hadden onze vermoedens over de Russen. Toch niet nieuw, die ge ruchten over dopinggebruik door sport mensen uit het Oostblok...?! Nou, dan ga je nadenken en opletten. Zo begint het je op te vallen dat er merkwaardig geschoven wordt met ploegsamenstellingen voor ver schillende wedstrijden. Trouwens, dat is in tussen toch ook toegegeven?! Botsjkarov (winnaar van het zilver op het wereldkam pioenschap van 1982; red.) heeft, nadat hij gestopt was, er geen geheim van gemaakt dat in Rusland geselecteerd werd aan de hand van een dopingkuur. Botsjkarov... dat verbaasde me niks, dat-ie bekende. Die was voor mii indertijd een van de aanwijzingen. Ik stond eens met hem in een kleedkamer, en ik vroeg: 'Hoe gaat 't ermee'? 'Good', riep-ie. "Very good'. En hij begon als een kangoeroe rond te springen, voluit op z'n kont meppend met gebaren van spuiten." En Eric Fleiden? Hans van Helden: „Da's toch niet nonnaal: op de Olympische Spe len in '80 vijf keer goud en een week later op het wereldkampioenschap redt-ie het niet. Ik kan het niet anders uitleggen dan dat zijn doping de eerste keer mooi op tijd werkte en de periode voor een kuurtje daar na, te kort was. Heiden moest altijd een dokter in de buurt, ook toen hij later ging wielrennen. Ik heb dat heel opvallend en verdacht gevonden. Maar misschien zeggen ze dat ook wel van mij. Ik ben een tijd bege leid geweest door Jan Heil, een soigneur uit de wielersport. Ik kan me best voorstellen dat er zijn die roepen: 'daarom reed die Van Helden toen zo hard.' Wat Heiden betreft: ik denk dat als je hem er flink voor wilt be talen, hij gebruik van doping bekent. Dan zul je een hoop interessante dingen horen, daar ben ik van overtuigd. Weet je wat het is met dopinggbbruikers: ze hebben er last van dat ze dat geheim bij zich moeten dra gen. Daarom jpmt er ooit een moment dat ze het, om er vanaf te zijn, verklappen. Of ze gaan bidden; steun zoeken bij het geloof. Die heb je d'r ook bij. Maar er is maar één oplossing: de gewonnen medailles terug ge- 'Niet normaal' Dan valt de naam van Peter Schotting, de Nederlandse schaatstrainer die in 1972 de Atlantische Oceaan over stak. Hij werkte in de Verenigde Staten en Canada, en is mo menteel in Australië actief. Schotting bege leidde onder anderen Eric Heiden. Thans heeft hij de Australische schaatser Danny Kah onder zijn hoede. Het tweetal kwam in opspraak door een dopingzaak. Na de World Cup-wedstrijden van eind vorig sei zoen in Butte, werd Danny Kah bij de do pingcontrole positiefbevonden. Van het aangevraagde tegenonderzoek vernamen Schotting en Kali nooit meer iets; de voor dat doel bewaarde reserve urinestaal zou zoek zijn geraakt. Wegens aantasting van eer en goede naam, heeft het tweetal nu een schadeclaim van anderhalf miljoen dol lar (2,7 miljoen gulden) ingediend bij de verantwoordelijke Amerikaanse schaats bond. Bij Van Helden borrelt de naam van Schot ting op als we het hebben over Eric Heiden, doping, en het gebruik van stimulerende middelen in de Verenigde Staten. Van Hel den noemt Peter Schotting dan in één adem met diens oud-pupil Sheila Young, de wereldkampioene sprint van 1973, 1975, en 1976 en winnares van drie medailles tijdens de Olympische Winterspelen 1976: goud (500 meter), zilver (1500 meter) en brons (1000 meter). Van Helden: „Ik weet niet precies meer in welk jaar het was - het moet ergens midden '70 geweest zijn - maar wel in welke plaats: Davos. Enfin, ik zit in hetzelfde hotel als de Amerikanen en ik loop op een gegeven mo ment de kamer van Schotting binnen. Op het ene bed hij, op het andere Sheila Young. Alle twee niet normaal, dat zag ik meteen. Ik zeg: 'wat liggen jullie d'r suf bij'. Zegt Schotting: 'Hans, soms heb je wat nodig om hard te gaan en soms om weer wat te ont spannen. Nou zijn we aan het ontspannen.' Ze hadden een shot genomen. „Tja", zei Schotting, „we drinken niet allemaól karne melk..." Verdacht We lichten Hans van Helden in over de uit spraken van de Haarlemse arts Michel Kar- sten die melding maakte van dopinggebruik binnen de Nederlandse schaatsselectie. „Zo...", zegt Van Helden neutraal. Het woord arts werkt inspirerend door op zijn herinnering aan de tijd dat hij deel uit maakte van kernploegen. Van Helden: „In een van die seizoenen hadden we LeNobel als bondsarts. Die zei op 'n keer tegen me: 'Hans, ik zie jou nooit.' Ik zei: 'Dokter, ik ben nooit ziek.' Toen vroeg-ie: 'Heb je nooit eens dat je denkt: ik zou wel eens een pille tje of zo willen? Ik sta open voor je hoor.' Dat vond ik heel vreemd. En wat ik ook raar vond, was wat dokter Pluymers van de KNSB bij de Olympische Winterspelen van '84 in Serajevo tegen me zei. Ik kwam toen uit voor Frankrijk en reed er alle Nederlan ders af. Staat Pluymers in de eetzaal naast mij een bordje op te scheppen, zegt-ie in eens: 'Of je hebt een goeie dokter, óf je weet zelfwaar de klepel hangt.' Ik dacht meteen: Pluymers, volgens mij ben jij een spuiter. Als we het dan toch over de leiding van de Nederlandse schaatsbond uit zijn jaren hebben, zegt Hans van Helden: „Ik reed als lid van de Franse ploeg eens wedstrijden in het buitenland. In de training ging het niet goed met een van de Nederlanders. Toen hoorde ik de bondscoach van de KNSB roe pen: 'Vanavond gaat de spüit er in'. Ik denk dat hij dat openlijk durfde zeggen omdat 'die buitenlanders het toch niet konden ver staan. Maar hij had niet in de gaten dat ik toevallig in de buurt stond." Omdat Van Helden aan de bondscoach in kwestie goe de herinneringen bewaart, wil hij de naam niet noemen. „Als het Kloosterboer was ge weest, dan zou ik het meteen zeggen..." Zo belanden we bij de Nederlandse rijders. Van Helden: „Ik ben een hele tijd de vaste kamergenoot van Harm Kuipers geweest. Die was altijd enorm bezig met z'n conditie. Dat begon 's morgens vroeg met een ther mometer in z'n hol, daarna gooide-ie een hand pillen naar binnen en dat deed hij 's middags en 's avonds nog eens. Maar of dat iets met stimulerende middelen van doen had, heb ik nooit geweten. Misschien waren het wel gewoon vitamine-pillen." Ooit wél iets gemerkt van dopinggebruik in de Nederlandse ploeg? Hans van Helden: „Laat ik zeggen: een héle sterke aanwijzing. Bij de Olympische Spelen van '88 in Calgary kom ik in de toiletruimte Jan Ykema tegen, in gesprek met Erik Henriksen van de Ame rikaanse ploeg. Ik had Henriksen al eens horen zeggen: 'Ik heb iets, dat kun je pak ken zonder gepakt te worden.' Ik zie die twee daar bij de wc kletsen, ik ga het toilet in, ik loop daarna weer naar buiten, en ik denk: ik ga nog eens terug. Benieuwd wat ze aan het uitspoken zijn. Staat intussen Ykema in het toilet, Henriksen in de ruimte er naast. Over het half hoge schotje zie ik hem Ykema aanwijzingen geven. Ik in de wc naast Ykema. Van onder het schotje, zie ik dat-ie voor de plee staat met z'n broek naar beneden. Of hij aan het spuiten was kon ik niet zien. Ik durfde niet te diep onder dat schotje te bukken, bang dat Ykema me in de gaten zou krijgen. Maar het kan niet anders, of er is toén 'gerommeld'. Je staat toch niet zó maar een paar minuten met je broek op je enkels voor de pot...?! Dat heb ik ook gezegd tegen Bram Leeuwenhoek, die daar chef de mission was. Nou zat ik in Cal gary wel niet voor de KNSB maar voor Frankrijk, en toch voelde ik me verplicht dat voorval te melden. Ik dacht: straks wordt die Ykema gepakt en dat is dan een slechte zaak voor de Nederlandse schaatssport. Weet je wat Leeuwenhoek zei? Die zei: 'Luister eens, ik ben hier voor het Neder lands Olympisch Comité en niet als ploeg leider van de schaatsers.' Toen was het voor mij afgedaan. Ze zullen het wel goed vin den, dacht ik." Terug van het bezoek aan Hans van Hel den, zoeken we ter confrontatie contact met Jan Ykema, in Calgary winnaar van de zilveren medaille op de 500 meter. Hij wordt niet koud en niet warm van de ver dachtmaking. Ykema: „Absoluut nonsens. Ik ben trouwens in Calgary gecontroleerd en d'r was niks mis mee. Dat hele verhaal over Henriksen interesseert me geen steek. Helemaal niks." Morgen: De mazen in het vangnet van de dopingcontroles. Eerder verschenen in deze serie: 15 april: Schone schijn in de schaatssport al lang verdwenen 16 april: Eerste dopinggeval In Nederland een raadsel 17 april: Dagboek van een spraakmakende 18 april: Dokter Karsten: 'Schaatsers weten van elkaar niet dat ze hier komen.' 21 april: Sportartsen Kuipers en Pluymers: 'Alleen de onwetenden worden gepakt.' 22 april: 'Je wordt geen wereldkampioen met 'n spuit.' Botsjkarov. En hij begon als een kangoeroe rond te springen, voluit op z'n kont meppend met gebaren FOTO PETER HEERKENS Hans van Helden: „Het gaat 'very good' van spuiten." Jan Ykema: „Absoluut nonsens. Dat hele verhaal interesseert i FOTO LEO VOGELZANG

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 26