'Rustig gevoel als je de
juiste middelen hebt'
5 5
Speuren naar verboden
gif in de Bollenstreek
ZATERDAGS
ZATERDAG 18 APRIL 1992
bijvoegsel
Geef oudere mensen de
gelegenheid op een
fatsoenlijke manier een
einde aan hun leven te
maken als zij zelf vinden
dat ze daar aan toe zijn.
Dat idee lanceerde de
Leidse jurist H. Drion (75)
vorig jaar in een artikel in
NRC Handelsblad. De
oud-hoogleraar burgerlijk
recht aan de Leidse
universiteit en oud vice-
president van de Hoge
Raad bracht daarmee een
onverwacht heftige
discussie op gang en in
verschillende radio- en
televisie-programma's
lichtte hij zijn standpunt
toe. Etiige tijd geleden
verscheen onder de titel
'Het zelfgewilde einde van
oude mensen' een bundel
met het oorspronkelijke
artikel uit de NRC en een
aantal van commentaar
voorziene reacties. „Ik heb
wat ideeën op papier gezet,
niet beseffend dat ik zoveel
respons zou krijgen.
Curieus overigens, al die'
aandacht van de media.
Een monoloog.
Drion: „Ook ik heb, misschien e
ERIC JAN WETERINGS»
nige tijd geleden sprak
sr zelfdoding
familielid,
vrouw die een aantal jaren ouder is dan ik en
die nog zelfstandig woont. Zij vertelde mij
dat ze op een waardige manier afscheid van
het leven wil nemen op een door haar te kie
zen moment, dus zonder eerst compleet af te
takelen. Daarom wil ze de middelen hebben
om dat zelf op een nette manier te kunnen
doen. Toen ze mij dat vertelde herkende ik
die behoefte direct, ik had er alleen nog nooit
met mijn generatiegenoten over gesproken.
Ik had dan ook niet het idee een taboe te
doorbreken toen ik mijn gedachten op papier
zette."
„Ik ben nu 75 en ik zie vrienden en familie
in bejaardenhuizen wonen, ik zie mensen
sterven. Ik zit zelf in een fase van mijn leven
waarin ik voel dat het lichaam achteruit gaat,
ik besef dat ik steeds minder kan doen. Maar
waarom moet dat doorgaan tot ik mijn onaf
hankelijkheid, mijn waardigheid verlies? Ook
als ik bij mijzelf het begin van ouderdomsde-
mentie zou ontdekken, zou ik het vervolg
niet willen afwachten. In de huidige situatie
heb ik geen keus en zou ik mijzelf en mijn
omgeving een proces van volledige geestelij
ke aftakeling moeten aandoen."
„Naar aanleiding van mijn artikel ontving
ik ongeveer honderd brieven, het merendeel
van ouderen die positief reageerden. Ook
medici die met het probleem van aftakelende
ouderen worden geconfronteerd schreven
mij. Een patholoog-anatoom stuurde mij een
aantal artikelen uit een bekend medisch tijd
schrift, waarin hij verslag deed van een on
derzoek naar de lichamen van overleden ou
de mensen. Daar bleken ontzettend veel on
gerechtigheden in te zitten, tumoren en ge
zwellen waar die mensen jarenlang zonder
veel problemen mee hadden geleefd. Zo zie
je hoe fantastisch het menselijk lichaam in
elkaar zit, maar op een gegeven moment is
het gewoon versleten en daar moet je je bij
neer kunnen leggen. Dat inzicht kwam ik ook
ln veel brieven tegen."
Humaan
„Momenteel is het in het Nederlapdse
rechtssysteem zo dat middelen tot humane
Oud-hoogleraar Drion verbaasd over reacties
op principiële vragen over leven en dood
zelfdoding alleen door artsen beschikbaar ge
steld kunnen worden. En als artsen dat doen
komen ze in aanraking met de strafwet. Al
leen een handvol mensen die over de juiste
relaties in de medische wereld beschikt kan
langs slinkse weg aan middelen komen. Naar
aanleiding van mijn artikel in de NRC schre
ven veel mensen mij dat ze zelf slaapmidde
len of iets dergelijks hebben verzameld. Het
bezwaar is dan wel dat je niet weet wat je
slikt."
„Ik zie de beschikbaarheid van middelen
tot levensbeëindiging voor oude mensen
vooral als een voorzorgsmaatregel. Ook ik
heb, misschien een beetje laf, de stille wens
om in mijn slaap dood te gaan. Maar als dat
niet gebeurt geeft het een rustig gevoel de
juiste middelen in huis te hebben op een
moment dat je niet meer kan voortleven op
een manier die je aanvaardbaar vindt. Je
hoeft ze immers niet te gebruiken, dat kan al
tijd later nog. Mensen die nu in paniek voor
de trein springen zouden dat misschien niet
doen als ze weten alles in eigen hand te heb
ben. Van vrienden die de spullen van een
overleden familielid opruimden heb ik ge
hoord dat ze ongelofelijke massa's slaapmid
delen vonden. Dat soort vondsten schijnt
geen uitzondering te zijn."
Ethisch
„Een zo ernstig onderwerp als zelfdoding
moet je lang overdenken. Ik ben dan ook blij
met de vele reacties, al denk ik wel dat de
grote aandacht van vooral radio en televisie
een beetje samenhangt met de discussie over
de euthanasie wetgeving. Dan vraagt men de
jurist Drion een oordeel, terwijl ik al zeven
jaar niets meer aan het recht doe! Het eutha-
nasie-vraagstuk probeert men er steeds bij te
halen, maar dat is een pricipieel andere zaak:
deze wetgeving plaatst het probleem alleen
in een medische context, terwijl ik een
ethisch probleem aan de orde stel: In hoever
re mag de mens autonoom over eigen leven
en dood beschikken?"
„Opvallend was de grote belangstelling uit de
mediawereld. Adriaan van Dis vroeg mij voor
zijn boekenprogramma voordat hij wist dat
er een boekje uit zou komen. Toen mijn uit
gever hoorde dat ik bij Van Dis zou komen
zorgde hij ervoor dat het vier weken eerder
uitkwam dan aanvankelijk gepland."
„De brieven die ik ontving waren soms heel
pathetisch, maar soms ook heel beredeneerd.
Religieuze overwegingen ontbreken in de
meeste reacties en dat had ik in een land dat
zo sterk door het geloof is bepaald toch niet
verwacht. Een paar mensen schreven tegen
mijn ideeën te zijn op grond van hun geloof,
maar enkele anderen schreven juist het met
mij eens te zijn ondanks hun geloof."
„Ik vind het merkwaardig dat de religie ook
tijdens mijn radio- en televisie-optredens
nauwelijks aan de orde is geweest. Voor de
KRO-radio heb ik met een katholieke tegen
standster en een protestantse directeur van
een bejaardenhuis, een voorstander, gede
batteerd. We hebben een uur lang gediscus
sieerd en het geloof is niet ter sprake geko-
„Sterker nog, zelfs bij de Evangelische Om
roep kwam het aanvankelijk niet aan de orde.
Ik zou aan een discussieprogramma deelne
men, maar tijdens een voorgesprek met de
programmamaker moest ik het onderwerp
zelf ter sprake brengen."
„Ik ben zelf geen religieus mens, in een
hiernamaals geloof ik niet. Je zou zeggen dat
mensen die wel in een leven na de dood ge
loven minder moeite met het idee van zelf
doding zouden hebben: voor hen houdt het
bestaan immers nog niet op als het lichaam
sterft. Voor niet gelovigen is de dood wat dat
betreft veel ingrijpender."
„Zelf vind ik het idee van oneindig leven
onaanvaardbaar. De eindigheid van het leven
is essentieel, omdat het anders zijn vorm ver
liest. Maar voor wat ik heb voorgesteld is al of
niet geloven in een leven na de dood niet
wezenlijk belang."
Ton Hoogeboom stuit
dagelijks op veel onbegrip.
Als controleur bij de
Algemene Inspectie Dienst
(AID) zien kwekers hem
liever gaan dan komen.
Bovendien krijgt hij
steevast alle problemen
van het bollenvak over
zich uitgestort. „Je doet
dan ook meer dan alleen
de kast met
bestrijdingsmiddelen
controleren", zegt
Hoogeboom. „Je luistert
naar de kwekers en
probeert zonodig
voorlichting te geven
Het relaas van een dagje
stappen met de AID.
'Paar procent van de kwekers verpest het nog'
JJ
igenaar G. Bergman van het gelijk-
I j namige handelsbedrijf en de kwe-
JLmm^ kerij aan de Akervoorderlaan in
Lisse, tovert een giftig lachje op zijn gezicht
als AlD'er Hoogeboom zijn legitimatie laat
zien. „Loop maar mee, ik heb niets te verber
gen." Een stevig hangslot en een knullig gete
kende doodskop op een van de deurtjes van
de 'gifkast' moet onbevoegden afschrikken.
„Eigenlijk moet daar een sticker opzitten die
aangeeft dat de kast bestrijdingsmiddelen
bevat", reageert Hoogeboom. Voor het overi
ge maakt hij een zeer tevreden indruk.
Bergman is een kweker die in de loop der
jaren anders is gaan denken over het milieu.
„Er is altijd veel te veel gespoten. Maar als
het niet nodig is, moet je het niet doen."
Hoogeboom krijgt van Bergman te verstaan
dat hij het niet eerlijk vindt dat de telers des
ondanks in het verdomhoekje worden gezet.
„Het was niet de schuld van de kweker, maar
het lag veel meer aan de overheid. Het Rijk
adviseerde ooit hoeveel bestrijdingsmiddelen
je moest gebruiken. Zo is destijds driehon
derd ton kwik in de sloten verdwenen. Er
werd gezegd dat we de bestrijdingsmiddelen
maar moesten lozen. Doe ik dat nu nog, dan
pikken ze me in mijn kuif. De mentaliteit is
veranderd", aldus Bergman. „Maar", vult
Hoogeboom hem aan, „een paar procent
verpest het nog".
Na de mededeling dat Bergman al dertig
jaar niemand van de AID heeft gezien, verlaat
de inspecteur het bedrijf. „Gemiddeld con
troleren we een kwekerij eenmaal in de twee
ét drie jaar. Dat hangt mede af van de om
standigheden in een bepaald gebied. Zo zul
len we een bedrijf in het Westland vaker be
zoeken dan de akkerbouwgebieden in Gro
ningen."
Terwijl Hoogeboom dit zegt stuurt hij zijn
auto verder over de Akervoorderiaan. Enkele
minuten later houdt hij stil bij firma MA van
der Zon Zn. Als hij iemand bij het bedrijf
ziet lopen, rijdt hij het erf op
De legs flessen die de controleur voor de
bestrijdingsmiddelenkast aantreft, laat hij
keurig staan. „Lege verpakkingen die ge
reinigd zijn. behoren tot het bedrijfsafval",
legt Hoogeboom uit. Met een plastic hand
schoen om zijn rechterhand, bekijkt hij ver
volgens stuk voor stuk de gevulde zakken en
flessen met groene, gele en paarse substan
ties. In de andere hand heeft hij een map
waarin de toelatingsnummers van de bestrij
dingsmiddelen staan genoteerd. Bij twijfel
zoekt hij na of de inhoud nog mag worden
gebruikt. Zo vermoedt Hoogeboom in eerste
instantie dat het middel 'TMTD' is vervallen,
het naslagweek bewijst het tegendeel.
'Luxan' kan echter niet door de beugel, dat
is sinds 1 mei 1990 niet meer toegestaan.
„Ach, we komen overal wel eens een oud
middeltje tegen", reageert Hoogeboom laco
niek. Kwekers zijn volgens de controleur al
tijd verantwoordelijk voor de spullen die in
de kast staan, maar hij staat niet direct met
zijn bonnenboekje te zwaaien als hij eens
een oud middeltje aantreft. Zeker niet als hij
nog na moet kijken of het wel verboden is.
„Als u naar de gemeente gaat om uw lege
flessen weg te brengen, lever dit restant dan
gelijk even in", vraagt hij daarom aan Van
der Zon.
„Als een kweker zegt nog nooit controle te
hebben gehad dan vind je nogal eens oude
middelen. Hij gooit meestal niets weg omdat
hij niet weet dat het weg kan. Heeft het mid
del een bekende naam. dan laat de teler het
staan. De kwekers vraag ik dan om de spullen
in te leveren. Twijfel ik er aan of de man dat
zal doen, dan geef ik hem een bewijsje mee
dat hij bij de gemeente moet afgeven. Aan de
verantwoordelijke ambtenaar waag ik of hij
dat wil bewaren, dan weet ik dat hij is ge
weest."
Later legt Hoogeboom in de auto uit dat
deze methode niet altijd wordt toegepast.
,Als ik kwik of heel veel oude middelen te
genkom, krijgen ze een bon."
De boete kan variëren van 500 KM 7900
gulden. Volgens de AID'er is dat echter per
regio verschillend. „Justitie in Amsterdam
eist zware boetes", zegt Hoogeboom. die in
de Duin- en Bollenstreek tijdelijk een zieke
collega vervangt en beter bekend is in de re
gio ten noorden van de hoofdstad. „Persoon
lijk vind ik de boetes daar nog wel eens te
hoog, al heb ik een officier van justitie ook
wel eens horen zeggen: zolang ze de boetes
nog kunnen betalen, is die nog niet hoog ge
noeg."
Hoogeboom schat dat tijdens één op twin
tig controles, zoals hij dat noemt, 'verbalise
rend' wordt opgetreden. „Bij voorbeeld als ik
constateer dat een bedrijf buitenlandse mid
delen in bezit heeft, de spullen niet goed zijn
opgeborgen en het een rotzooitje is. Of als de
middelen verkeerd worden gebruikt. Er zijn
bij voorbeeld stoffen die in de sierteelt wel
zijn toegestaan, maar niet in de groenteteelt.
Omdat het bedrijf het middel in bezit mag
hebben, moet je met bladmonsters aantonen
dat het foutief wordt toegepast.'
„Soms gaat het een paar weken goed en
soms controleer je op een dag vijf bedrijven
en is het vijf keer fout", vervolgt Hoogeboom.
„Ik heb daarbij inderdaad wel eens proble
men meegemaakt, maar niets ernstigs hoor."
Toch zegt ae AID'er het in dat soort situaties
prettig te vinden als hij een collega bij zich
heeft. „De personele bezetting laat dat vaak
niet toe. De AID moet namelijk met minder
mensen meer controles uitvoeren en dan het
liefst diepgaand."
Door Voorhout heen heeft Hoogeboom
zijn voertuig inmiddels naar Noordwijk ge
stuurd. De kweker die daar gecontroleerd
wordt heeft er geen bezwaar tegen dat bui
tenstaanders over de schouder van de con
troleur meekijken, maar hij wenst wel ano
niem te blijven. Een snelle inspectie van de
kast leert dat de Noordwijker niets te verber
gen heeft.
„Omdat we zelf spuiten kijken we toch
eerst naar de gezondheid", zegt de jonge bol-
lenteler over het eigen gebruik van bestrij
dingsmiddelen. Desondanks kan hij weinig
begrip opbrengen voor het laatste verbod van
minister De Vries van sociale zaken. De be
windsman wil het in de bollenteelt veelge
bruikte metam-natrium per 1 juli verbieden
omdat het zeer schadelijk zou zijn voor de
gezondheid. „Uit de vakbladen heb ik echter
begrepen dat het TNO-rapport hierover
nogal vrij ongenuanceerd was."
De Noordwijker vreest de economische ge
volgen van de maatregel. „Wat ons het meost
frustreert, is dat het milieuprobleem niet als
maatschappelijk probleem wordt gezirti.
Vergelijk het met de invaliden. Is de toegan
kelijkheid van de operfbare gebouwen hun
probleem of dat van de overheid?"
Al snel daarna verzandt de discussie in het
verwijt dat te weinig naar andere vervuilers
wordt gekeken. Stuk voor stuk wijzen de kwe
kers daarop, of het nu de petro-chemische
industrie in het Botlek gebied, de automobi
list, of de bewoner van een rijtjeshuis is die
vervuilt. „Dat hoor je altijd", zegt Hoog
eboom. „Maar soms verlies je die discusstës
wel eens, omdat ze dan hele sterke argumen
ten hebben."
Zo is hij het met de kwekers eens dat Den
Haag duidelijk moet maken wat zij nu wel en
niet mogen. De agrariërs menen dat diverse
overheden elkaar in het beleid tegenspreken
en dat er veel te weinig vervangende stoffen
op de markt komen voor de bestrijdingsmid
delen die worden verboden. De trage werk
wijze van de veel bekritiseerde Commissie
Toelating Bestrijdingsmiddelen wijzen zij als
hoofdoorzaak aan.
Na een bezoek aan een Noordwijkerhoutse
kweker doet Hoogeboom in de middaguren
het waterbeschcrmingsgebied nabij Linge-
velderslag aan. De twee kasten die hij daaf
aan een inspectie onderwerpt, moeten aan
heel andere strengere eisen voldoen.
Tijdens de controles laat hij aan de kwekers
weten dat met name in de zomerperiode
streng toezicht wordt gehouden. G. Heems
kerk. gevestigd aan de Boender, neemt de in
formatie voor kennisgeving aan.
Veel meer woorden maakt hij vuil aan de
werkwijze van de Algemene Inspectie Dienst.
„De een waarschuwt eerst en de ander geeft
meteen een prent", zo verdedigt Hoogeboom
zich als Heemskerk hem confronteert met
een voorval uit het verleden.
Zijn buurman die in de kas bezig was de
gewassen te bespuiten kreeg een bekeuring
omdat sommige middelen huiten de List
stonden, klaar voor gebruik. „Sympathie
kweek je daar niet mee", meent Heemskerk.
„Het is toch veel positiever als Je iemand een
schouderklopje geeft. Dan mag de dreiging
van een prent er best achter zitten."
AID'er Ton Hoogeboom controleert aan de hand van i
kweker een bepaald middel nog wel mag gebruiken.
t map, waarin de toelatlngsnummers v