Hou je
centen maar
ZATERDAG
7
eindredactie: willem schrama
éb e weet het nog zo goed. Die eerste
MB m keer dat zij, een Indonesische, zich
door een blanke had laten bedie
nen. In Nederland. „Door een blènke. Dat gaf
me zo'n goed gevoel."
An Putranto was toen net in Nederland
aangekomen om linguïstiek te studeren, in
1967. Nu is ze 63 en nog altijd fel nationalis
tisch. Ze staat pal achter president Suharto
en zijn besluit de Hollandse ontwikkelings-
guldens te weigeren. Jazeker. Indonesië is vrij
en onafhankelijk.
De dame windt zich op, is ongewoon heftig
voor een Indonesische. „Pronk heeft hier alle
wonden weer opengereten. Hij is als een pu
re kolonisator opgetreden."
We zitten op haar veranda en kijken uit
over Bandung, de stad waar de Nederlandse
kolonialen zo graag woonden. Het is eind van
de middag en boven de stad, tegen de vulka
nen aan de overkant, heeft de drukkende
warmte zich opgestapeld tot een loodgrijze
wolkenmassa. Er scheert een vleermuis langs
en zometeen gaat het eventjes waaien.
En dan komt het onweer los. De ontlading.
Op 25 maart was er ook zo'n ontlading, her
innert James Luhulima zich. De politiek re
dacteur van de kwaliteitskrant Kompas strekt
zijn armen wijd omhoog: „We voelden alle
maal grote opluchting toen Prawiro had ge
zegd dat Nederland zijn geld voortaan kon
houden. Het was bevrijdend. Nederland ge
bruikte financiële hulp om ons te intimide
ren, zo voelden wij het. Indonesië moest"to
nen dat het onafhankelijk is. Het was heel
goed dat onze regering eindelijk een daad
stelde."
Nu, bijna een halve eeuw nadat Indonesië
zijn onafhankelijkheid uitsprak, voelen veel
inwoners van de eilandenrepubliek de harde
opstelling jegens Nederland als een ultieme
daad van .losmaking. Met rechte rug, trots te
gen de ex-koloniale macht kunnen zeggen:
hou je centen maar. Zo kom je eindelijk eens
van dat eeuwige minderwaardigheidscom
plex af.
Maar het doet ook pijn. De 53-jarige Indo
nesische geoloog Fred Hehuwat: „Ik ervaarde
het als een soort shock. Mijn promotiestudie
in Nederland is ooit met ontwikkelingsgeld
betaald."
De relatie met Nederland maakt in Indo
nesië nog altijd emoties los en het harde con
flict staat haaks op het zo diep in de cultuur
gewortelde streven naar harmonische ver
houdingen.
Wat Nederland roept, galmt in Indonesië nog
altijd na. En andersom. Eind maart was Indo
nesië hier dagenlang voorpaginanieuws na
dat minister Prawiro zijn hart had gelucht in
een brief aan Lubbers, waarin de ontwikke
lingsrelatie werd beëindigd. Prawiro sprak
daarbij over 'eeuwen van onmenselijke on
derdrukking' en 'barbaarse gruweldaden van
de koloniale strijdkrachten tijdens de onaf
hankelijkheidsoorlog'.
Niet alleen de als arrogant en paternalis
tisch ervaren houding van Nederland, maar
ook het diplomatieke amok dat Prawiro
maakte, deed in Indonesië de koloniale tijd
weer helemaal oprakelen. Dr. A Mariono, di
recteur van het Carolus-ziekenhuis te Jakarta:
„Zoiets is schadelijk voor ons. Het is niet
goed dat mensen het pijnlijke verleden weer
helemaal gaan terughalen."
Het is echter de vraag in hoeverre hét kolo
niale verleden nog rondwaart in de hoofden
van de Indonesiërs. Wat weten Indonesiërs
eigenlijk nog over die 'barbaarse gruwel
daden' die de Belanda's, de Nederlanders, er
aanrichtten? Over de sadisten onder de Hol
landse planters die koelies bij wijze van straf
naakt in de brandende zon legden, hun
schaamdelen ingewreven met fijngemalen
peper? Over de koloniale plundering en de
dagelijkse vernedering van miljoenen men
sen?
In de kampongs van de stad Bogor leert de
jongste generatie daar op school bitter weinig
over. In een leerboekje, gebruikt in de zesde
klas van de lagere school, wordt uitgelegd dat
de houding van de Nederlanders 'zeer ruw'
was toen ze eind zestiende eeuw voet aan
land zetten. Er wordt uitgelegd dat de VOC
'dwang en geweld' gebruikte. Maar geen
woord over het koeliedom, de slavernij. Niks
over de martelingen. De spaarzame voor
beelden van onderdrukking dateren van ver
voor deze eeuw.
Wel komt uitgebreid het verzet tegen de
blanke overheersing naar voren. James Luhu
lima: „Ik leerde op school over Nederland als
onze historische helden aan de orde kwa
men. Als we leerden over prins Diponegoro,
dan kwamen we vanzelf bij de Nederlanders
De Indonesische geschiedenis als pure hel
denhistorie.
In Jakarta is het anno 1992 alsof de Nederlan
ders er nooit zijn geweest, en zeker niet 350
jaar lang. Niet éen van de duizenden straat
namen doet nog denken aan Holland. Ooit
gaf Van Heutsz zijn naam aan eer. straat,
maar nu is die eer voor zijn toenmalige te-
De ophaalbrug in Jakarta-Kota herinnert lang niet iedere Indonesiër
aan de blanke inspecteur met zijn arrogantie, macht en ongeduld.
Heeft Indonesië z'n
koloniale verleden nu echt verwerkt?
Nederland schrok er van, maar veel Indonesiërs voelden het als
een bevrijding: onder verwijzing naar de koloniale misdaden
werd eind maart de ontwikkelingsrelatie met ons land beëindigd.
Jakarta was de arrogantie van de oude overheersers zat. Is
daarmee het koloniale verleden nu echt verwerkt? Daarover zijn
de meningen zeer verdeeld. De geschiedenis doet nog altijd zeer.
genstander, Teuku Umar, opstandelingenlei
der in Atjeh. Hier en daar staan nog groepjes
koloniale huizen, schoolvoorbeelden van art
deco uit de jaren '20 en '30, met het originele
glas in lood er nog in.
Maar verder is de koloniale tijd wegge
vaagd. Omdat er nog bredere wegen moesten
worden aangelegd voor nog grotere verkeers
opstoppingen. Omdat ze in de tijd van Sukar
no niks meer te maken wilden hebben met
dat verleden. En later, omdat het allemaal al
zo lang geleden was. „Tempo doeloe?" zegt
iemand, „dat is een term die je in Nederland
hoort. Wij hebben helemaal geen nostalgi
sche gevoelens over de koloniale tijd."
Meer dan drie eeuwen koloniale geschie
denis zijn in Jakarta teruggebracht tot een
toonkast met VOC-relikwieën in het inhoud
loze historisch museum Kota, het vroegere
stadhuis. Ja, ze staan er nog: de mahonie
meubelen waarop de blanke rechters zaten
als ze een Javaan tot de watercel veroordeel
den. Die meubelstukken werden gemaakt
door gevangenen om een afschuwelijke dood
te ontlopen: duizenden mannen en vrouwen
stierven in de kelders van het stadhuis nadat
ze dagenlang tot hun kin in het water vastge
ketend hadden gezeten, gekweld door bloed
zuigers. Welke Indonesiër weet dat nog?
Geen bordje in het museum waarop dat
wordt uitgelegd.
„De geschiedenis heeft hier als functie de
eenheid van het land te versterken. Vandaar
ook die chauvinistische nadruk op de heroï
sche strijd die is gevoerd tegen de Nederlan
ders", zegt Joep Bijlmer, zoon van een Ne
derlandse planter en nu zelf ontwikkelings
werker op West-Java. Indonesiërs vragen
hem wel eens wat hij vindt van hun interpre
tatie van de koloniale tijd. „Hun nadruk op
het verzet tegen de onderdrukker is nogal
overdreven. Maar als je dat zegt, reageren ze
gepikeerd."
Op het immense Plein van de Vrijheid in
Jakarta is te zien hoezeer de geschiedenis
wordt gebruikt om het idee van verzet en na
tionale eenheid aan het volk voor te spiege
len. Midden op het plein staat een imposante
paal, het nationaal monument. Daar is een
permanente tentoonstelling ingericht, met
vele kijkkasten waarin de thema's uit Indone-
siës geschiedenis zijn uitgebeeld.
Ook hier weer komen de onafhankelijk
heidsstrijd en de emancipatie van het volk
ruim aan bod. De Hollandse schanddaden
zijn teruggebracht tot welgeteld één tafereel,
tot een detail uit het verleden: Hollandse
planter, gestoken in wit tropenkostuum, ziet
toe hoe een Indonesiër twee vastgesnoer
de koelies met de zweep afranselt.
Voor de meeste Indonesiërs is de Neder
landse tijd wel erg lang geleden, zegt socio
loog Jan Breman. Een paar jaar terug was hij
het ciie het beruchte Rhemrev-rapport uit de
vergetelheid haalde. Dit Hollandse document
van begin deze eeuw beschrijft in details tot
wat voor mensonterende praktijken het Ne
derlandse kolonialisme leidde. Voor de mo
derne Indonesiër lijkt dit verslag nauwelijks
meer actueel. Breman: „Vergeet niet: de
Indonesiërs hebben daarna alweer zo veel
meegemaakt. De verschrikkingen onder de
Japanse bezetting, de onafhankelijkheidsoor
log, de jacht op de communisten in de jaren
'60."
Al die latere ervaringen hebben de herin
neringen aan vooroorlogse Nederlandse acti
viteiten doen verbleken. En de mens ont
houdt ook liever de goede dingen. Journalist
James Luhulima: „Oudere Indonesiërs spre
ken vaak nog over de zaman normal, de nor
male tijd. Ze bedoelen daarmee de koloniale
periode. Voor hen was dat een periode van
stabiliteit, zonder corruptie, zonder inflatie,
een tijd met minder competitie, minder con-
En toch blijft de vraag: hoe komt het dat in
het collectieve geheugen van een volk zo wei
nig is blijven hangen over de perversiteit van
het koloniale systeem? Bijlmer: „De grootste
misdaden werden begaan tegen een ongelet
terde massa mensen. Zijn hun ervaringen wel
overgedragen door de Indonesische elite?"
Fred Hehuwat, de geoloog, denkt dat Indo
nesië z'n koloniale verleden nog lang niet
heeft verwerkt. Sterker dat proces van ver
werking is eigenlijk pas kort op gang, meent
hij. „We hebben nog onvoldoende afstand
genomen van die tijd. Na de onafhankelijk
heid waren er ook andere zaken die onze
aandacht vroegen. Het kweken van een na
tionaal bewustzijn heeft vele jaren in beslag
genomen. Er moesten honderden etnische
groepen, eilanden, talen en culturen worden
verenigd. Dat ging gepaard met het zich af
zetten tegen dat koloniale verleden. Maar het
echte dénken over die koloniale tijd is pas
sinds de jaren '70 op gang gekomen.
Maar voor de man in de kampong en de
vrouw in de dessa leeft de koloniale periode
nog slechts voort in vage symboliek. Als mi
nister Pronk zich niets aantrekt van alle oer
vormen van Indonesische beleefd- en voor
komendheid, dan herkennen ze plots weer
de Belanda van vroeger. Dan komt het trau
matische beeld naar boven van de blanke in
specteur met zijn arrogantie, macht en onge
duld. Met zijn typische houding: grote man,
benen enigszins uit elkaar, de handen in de
zij geplant.
En zo stéén ze ook. als ze uit de airco bus
zijn geklauterd, de roodverbrande Belanda's
die naar die ophaalbrug in Jakarta-Kota ko
men kijken. Grote mannen, de benen wat
uiteen, de handen in de zij. buik naar voren.
Het machtsapparaat van nu is minder ge
makkelijk herkenbaar, omdat de witte tro
penhelm is afgezet. De macht verschanst
zich achter het getinte glas van grote geïm
porteerde auto's, die de straathandelaar van
de weg drukken als hij zijn kar niet snel ge
noeg voortduwt. De Indonesische elite toont
zich in sociaal en economisch opzicht even
meedogenloos als de Hollandse planter des
tijds.
De neokoloniajen zetelen in de Salim
Groep en de Astra Groep, miljardenconcerns
die de armoede in stand houden omdat ze
maximaal gebruik maken van het onuitputte
lijke aanbod van spotgoedkope arbeid. Tus
sen Jakarta en Bandung plukken vrouwen
thee voor veel minder dan een gulden plus
wat rijst per dag. De gezamenlijke slaapplaats
is een barak.
Zou dit mechanisme te maken hebben met
het collectieve geheugenverlies van de Indo
nesische samenleving, als het gaat om de on
derdrukking tijdens het koloniale systeem?
„Het is niet in het belang van de huidige
machthebbers om de arbeidsomstandighe
den. de leefomstandigheden uit de koloniale
tijd steeds maar weer onder de aandacht te
brengen", zegt iemand die anonimiteit
vraagt vanwege de politieke explosiviteit van
deze opmerking „Voor heel veel mensen is
er weinig veranderd, ze krijgen alleen niet
langer met de zweep. Als de huidige stakin
gen wegens feodale arbeidsomstandigheden
zouden worden gekoppeld aan de koloniale
praktijk, dan heb je hier een enorme politieke
rel.''
De harde opstelling van minister Prawiro
over de koloniale misstanden was in de ogen
van deze zegsman dan ook vooral voor Ne
derland bedoeld en niet zozeer voor het ei
gen volk. Prawiro, die ooit in Rotterdam stu
deerde, kent het Nederlandse schuldgevoel
met betrekking tot het koloniale verleden
„Het pijnlijke verleden moest in Nederland
nog eens gevoeld worden, niet in Indonesië
De autoriteiten gaan de historische gevoe
ligheden het liefst uit de weg Daarom ook
dateren de voorbeelden van Hollandse
wandaden in de Indonesische schoolboekjes
van zo lang geleden. Exotische voorbeelden
uit vroeger eeuwen en niet uit 1920, toen ons
land nog door de Verenigde Staten gewaar
schuwd moest worden dat het toch eindelijk
afgelopen moest zijn met de slavenpraktijk
op de eilanden.
Dr. Mariono, ziekenhuisdirecteur te Jakarta,
denkt dat de sporen die koloniaal Nederland
heeft achtergelaten zo snel zijn uitgewist
„omdat de Nederlanders hun taal en cultuur
nooit echt naar ons hebben geëxporteerd'
Ruim drie eeuwen Hollandse aanwezigheid
in Indië waren volgens hem niet meer dan
een kras op een rots.
Maar misschien komt het meest funda
mentele spoor dat de Hollander in Indonesië
heeft getrokken, hierop neer de vanzelfspre
kendheid waarmee je iemand, een halve
eeuw na de dekolonisatie, nog altijd ren dag
op de theeplantage kunt laten werken. Voor
een paar dubbeltjes en eert kom rijst
Voor de gewone man is er niet veel veranderd. De hedendaagse Indonesische elite toont zich In sodaaJ en economisch opzicht even
meedogenloos als de Hollandse planter destijds.